l De militaire situatie REGERINGSVERKLARING li DONDERDAG 24 JULI 1947. In snel tempo vele strategische puntenjjepasseerd. Legerbericht van Woensdagmiddag Aankomst Mr. E.vanKleffens te New York IN DE TWEEDE KAMER Frankering bij Abonnement - Temeuzen WEERSVERWACHTING medegedeeld door het K.N.M.I. te De Bilt, geldig tot Donder dagavond. Aanhoudend warm weer. Warm zomerweer, met gelei delijk wat meer locale onweers buien. Aan de kust tijdelijk zeewind. Overigens weinig wind. RE VRIJE Verschijnt dagelijks 3de Jaargang No. 561. Drukkerij N.V. Firma P. J. van de Sande Temeuzen Advertentieprijs per mm 10 ct.; minimin* per advertentie l.Bfc Inzendingen advertentie* tot des namiddags 4 uiK> Rubriek kl. advertentie*! 15 regels 60 ct, iedstr* regel meer 12 Ct melding brieven onrtw nr. Bur. van dit Blal 10 ct. meer. ,ier| Abonnementsprijs 3,25 per kwartaal. Na hun landing op drie punten aan de Oost-Javaanse kust zijn de Nederlandse troepen in snel tem po vele strategische punten ge passeerd. Tevens wordt van Soe: rabaja uit 'n aanval ondernomen. Officieel wordt over het opruk ken van de troepen niets meege deeld, daar de Nederlandse leger- autoriteiten uit veiligheidsover wegingen nog steeds het stilzwij gen herover bewaren. Ten zuiden van Semarang zou den de Nederlanders langs de weg naar Magelang en de Republikein se hoofdstad oprukken. Ook uit Ambarawa, waar in 1945 Britse en Voor-Indische troe pen in actie zijn geweest om Ne derlandse en Geallieerde geïnter neerden te hulp te komen, worden gevechten gemeld. Volgens nog onbevestigde be richten hebben de Nederlandse troepen de voornaamste Republi keinse verdedigingslinie op West- Java doorbroken. Soekaboemi, waar door de Re publikeinen voor millioenen aan ondernemingsproducten, rubber is opgeslagen, zou zijn bezet, naar verluidt zou Soekaboemi zo snel zijn gevallen, omdat de stad reeds sedert maanden practisch afge sneden was van de Republikeinse hoofdmacht. Na deze doorbraak van de Indonesische verdedigings linie en nu de hoofdpunten daar op, t.w. Krawang, Poerwokarta en Madjalanka, in handen zijn, kun nen de Nederlanders in noordelij ke richting naar de kust opruk ken en zo een van de rijkste rust gebieden bezetten. Voorts ruk ken de Nederlanders naar. ver luidt verder op naar Cheribon en Indramajoe. Behalve het Republikeinse be richt van Dinsdag is nog weinig bekend van gevechten op Suma tra. Woensdag werden de Neder landse luchtaanvallen, die als .preventief" zijn gekenmerkt, voortgezet, tot steun van grond- operaties. Het totale aantal vernietigde Het legerbericht, Woensdag middag uitgegeven, vermeldt ais verliezen aan Nederlandse zijde sedert het begin van de actie: 17 doden, 23 gewonden en drie ver misten. Op Sumatra zijn de bij Palem- bang gestationneerde Nederlandse troepen vanuit Palembang meer diajn honderd kilomeiter West waarts doorgedrongen. Onder meer is Praboemoeli bezet. In West-Java toereikten de Ne derlandse troepen Tamboen, Kra wang en Tjilamaja. Hier zijn dus rond 80 kilometer afgelegd ge rekend van Batavia uit. Vanuit Bandoeng zijn in Noor delijke richting en Noordoostelijke richting Tandjonsari en Segala- herang bezet en gepasseerd. De spoorlijn BuitenzorgTjiand- joer is geheel onder Nederland se contröle gebracht. In het gebied rond Semarang werden in de laatste dagen ach tereenvolgens Oengaran, Toen- tang met het waterkrachtwerk, Ambarawa en Salatiga bezet. Vanuit Soerabaja zijn West waarts Patjet, Trawas, Tretes Pandakan en Bangil bereikt. Na de uitvoering van de Dins dag gemelde landingen bij Ran- jcewangi zijn de voornaamste plaatsen beoosten de lijn Probo- linggo, Loemadjang, Pasirian, Be- soeki, Sitoebondo, Bondowoso, Djember en Banjoewangi bezet. In het gebied rond Medan wer den Bandjai en Axnhemia bezet. De gehele laagvlakte rond Pa- dang is gedurende de laatste twee dagen bezet. Omtrent de acties in het alge meen kan worden aangetekend, dat slechts sporadisch weerstand van enige betekenis wordt onder vonden, waardoor de acties in het algemeen vlot verlopen. Er is weinig blijk van verwar ring onder de bevolking, aange nomen kan worden, dat het uit strooien van pamfletten velen heeft gerustgesteld. Indonesische vliegtuigen is tien gebleven en de Republikeinen be weren, dat zij met zekerheid één Nederlands toestel hebben neerge schoten, terwijl was waargeno men, dat een tweede op Neder lands gebied neerstortte. Volgens onbevestigde berichten is tevens een Nederlands vlieg tuig op Sumatra neergeschoten. Volgens de laatste berichten van Oost-Java hebben de Mariniers, die Dinsdag te Kraksaan, 90 km ten Zuid-Oosten van Soerabaja, zijn geland, Probolingo bereikt. Het wordt waarschijnlijk geacht, dat zij zich zullen voegen bij troe pen, die oprukken in de richting van het belangrijke spoorweg knooppunt Bangil. Indonesische bronnen hebben Woensdag toegegeven, dat de Ne derlandse troepen Probolingo en Banjoewangi hebben bezet. De Nederlanders zijn met 1000 man geland, onder dekking van oorlogsschepen en van de lucht macht. Volgens Indonesische bronnen vochten Indonesische strijdkrachten dapper tegen de operaties in Oost-Java, waar de Nederlanders de verovering van het belangrijke rijstgebied tussen Malang en Banjoewangi op het oog hebben. Nederlandse strijdkrachten, be staande uit ongeveer 100 tanks en pantserwagens, bereikten Dins dag Salatiga en werden, volgens berichten uit Indonesische bron, na zware gevechten teruggesla gen. Woensdag werden zware ge vechten gemeld bij Toentang, ten Noordwesten van Salatiga. Men neemt aan, dat de Nederlandse stoot vanuit Semarang gericht is op Djokjakarta. Radio Djokjakarta riep om, dat volgens onbevestigde berich ten" de Nederlanders Woensdag ten Zuiden van Toeloengagoeng op de Zuidkust van Oost-Java geland zijn. Militaire activiteit. De T.R.I. heeft Maandagnacht, voor het verlaten van Soekaboe mi, loodsen in de stad in brand gestoken. Hierdoor was het sta tion van Soekaboemi geheel ver licht, toen een Nederlandse mili taire trein, welke door de Lam- pegan-tunnel .gereden was, op het station arriveerde. De militairen brachten Dinsdag in Batavia geposte brieven mee. Het postkantoor in Soekaboemi was opgeblazen, doch de telefoon centrale was intact. De Chinese wijk, waar de T R.I. had geram- pokt, was deels uitgebrand, doch de bewoners waren ongemoeid gelaten. De Nederlandse actie was Woensdagmorgen om acht uur Javatijd voltooid. Br werd weinig georganiseerde tegenstand ontmoet. De electri- sche krachtcentrale te Oebroeg in West-Java, die ondermeer ge deeltelijk Batavia voorziet, is door een verrassende Nederlandse aanval onbeschadigd genomen. Tot nu toe hebben de Nederlan ders aan verliezen in de sector van Soekaboemi een zwaar ge wonde en drie licht gewonden. Deskundigen van de civiele diensten zijn aangekomen. Gene- raal-majoor Durst Britt verklaar de tegenover Aneta, dat de brug bij Krawang onbeschadigd dooi de Nederlandse troepen was ge nomen, De troepen trokken Oostwaarts op. De geest onder hen was uitstekend. Avondklok te Batavia verlaat. De avondklok te Batavia, die Maandag was gesteld op 18 uur, is thans verlaat tot 22 uur en loopt tot 05 uur. Nederlandse eenheden 50 km ten Zuiden van Semarang. Het Republikeinse legercommu niqué maakt melding van gevech ten in de nabijheid van Pandakan, 50 km ten Zuiden van Soerabaja en op gelijke afstand ten Noor den van Malang. De Nederlan ders blijven naar .het Zuiden op rukken. Nederlandse pantsereenheden zijn Salatiga binnengedrongen, 50 km ten Zuiden van Semarang op de weg SemarangDjokjakarta. Voorts maakt het communiqué melding Van verscheidene aanval len der Nederlandse lucütmacht, voornamelijk op Cheribon, waar vliegvelden zijn gebombardeerd. Een Nederlandse jager is neerge schoten. Bombardement op haven van Cheribon. Volgens een bericht van An- tara hebben twee Nederlandse vliegtuigen Dinsdag 25 bommen op Cheribon geworpen, waarvan er 13 op belangrijke rangeerter reinen van de spoorwegen zouden zijn gevallen. Geheime zenders ontdekt Volgens het Chinese blad „Keng Po" zouden door de Nederlandse militaire autoriteiten in het vroe gere Hotel du Pavilion in Bata via vijf geheime zenders zijn ont dekt, welke tot Zondagnacht in handen waren van het Republi keinse Rode Kruis. Alvorens aan wal te gaan. heeft de nieuwe Nederlandse ambassa deur in de Verenigde Staten, Mr. E. van Kleffens, aan boord van de „Veendam" persvertegenwoor digers ontvangen, aan wie hij mededelingen deed over de situa tie in .Indonesië. ,,Wii beschouwen dit niet als een oorlog. Wij trachten alleen de orde te herstellen bij een recal citrant onderdeel van de nog te vormen federatie. Een zeer groot percentage van de Indonesische bevolking de bewoners van Borneo, Celebes, de Molukken en de Kleine Soenda Eilanden is het hierin met de Nederlanders eens. Wij hebben werkelijk zeer veel geduld betoond. Steeds weer heeft de Republiek, die in feite een deelstaat binnen de federatie is, ontwijkende verklaringen af gelegd, doch de Republikeinse Re gering is niet bij machte geweest men behoeft dit niet aan kwade trouw te wijten om aan haar verplichtingen te voldoen. Zij schijnt niet in staat de anarchisti sche elementen in haar midden in toom te houden, de gewapende, naar geen wet luisterende benden, die vernielingen uitvoeren en de Javaanse kleine boer terrorise ren". Met nadruk wees Mr. Van Klef fens op het feit, dat de Republiek blijft vasthouden aan de practijk om duizenden mensen, meest vrouwen en kinderen, - als gijze laars te gebruiken, terwijl dezen in ellendige omstandigheden le ven, des te onverdragelijker, om dat de Republiek plechtig beloofd heeft alle gijzelaars vrij te laten. Dit, aldus Mr. Van Kleffens, is nog maar één voorbeeld van de talrijke, niet nagekomen beloften. Voor bemiddeling in het geschil achtte hij het tijdstip thans nog niet gunstig. Omtrent arbitrage verklaarde hij: „Bij arbitrage te heslissen tot niet-ultvoering van Liinggadjati, dat lijkt me ondenk baar.' De nieuwe ambassadeur zal direct doorreizen naar Washing ton, waar hij- zeer spoedig zijn ge loofsbrieven hoopt te overhandi gen. Mr. Van Kleffens verheug de zich de kennismaking met Mi nister Marshall te zullen hernieu wen, die hij reeds in de oorlog had leren kennen. Mr. Van Kleffens werd o.m. ver welkomd door de buitengewoon Gezant Jhr. O. Recuhlin en de waarnemend Consul-Generaal Mr. G. R. G. van Swinderen, die zich aan boord van de „Veendam" be gaven. De Minister-President heeft Woensdagmiddag in de Tweede Kamer der Staten-Generaal de volgende regeringsverklaring af gelegd: De ontwikkeling der gebeurte nissen in Indonesië heeft mij ge noopt, U,te verzoeken Mijnheer de Voorzitter om de Kamer in afwijking der reeds vastgestel de regeling harer werkzaamheden opnieuw bijeen te roepen, ten einde de Regering wederom de gelegenheid te schenken ene ver klaring af te leggen. De 10e Juli j.l. mocht ik in deze Kamer "verklaren, dat de Rege ring bereid was in het schrijven van de eerste Minister van de Republiek Indonesia van 8 Juli d.a.v., waarin het Republikeins antwoord op de brief van de Luit.- Gouv.-Gen. van 29 Juni nader werd gepreciseerd, de mogelijk heid ener gunstige wending te zien. Dit schrijven van 8 Juli was weliswaar niet in alle opzichten bevredigend, doch scheen tot de uitvoering van de overeenkomst van Linggadjati te kunnen mede werken mits ons nog op zeer korte termijn op enige essen tiële punten voldoening werd ver schaft, mits het ten spoedigste in daden zou worden omgezet, en tenslotte onder het voorbehoud dat vóór alles, en onder méér, de onmiddellijke staking van vijan delijkheden met inbegrip van de vernielingen en de vijandige pro paganda was te verwachten. Bij diezelfde gelegenheid, M. d. V. moest ik verklaren, dat de Re gering, indien het uiteindelijk on mogelijk zou blijken langs de weg van onderhandelingen tot een goede uitvoering van Linggadjati te geraken, op grond van haar alomvattende verantwoordelijk heid noodgedwongen als uiterste maatregel haar militair machts middel, zij het zo beperkt moge lijk zou hebben aan te wenden. Doelstelling van zodanige mili taire actie van politionele aard zou zijn: het opheffen van het onhoudbaar karakter van nood toestand het scheppen van betere voorwaarden ter uitvoering van het staatkundig beginselpro gram van Linggadjati, desnoods zonder medewerking van de we derpartij bij die overeenkomst, en het streven daarna, samen werking ook met de Republiek in federatief verband mogelijk te maken. Deze Kamer, M. d. V. heeft na de volgende dag gehouden be raadslaging ter zake van de toen aan de orde zijnde regeringsver klaring geen uitspraak gedaan; evenmin is enige uitspraak van haar gevraagd; het beleid de Re gering werd blijkbaar door de meerderheid der Kamer aanvaard. In aansluiting, M. d. V. eens deels op het genoemde schrijven van de eerste Minister der Repu bliek, gedateerd 8 Juli, anderdeels op de regeringsverklaring van twee dagen later, heeft zich wederom enige correspondentie tussen de Lt.-Gouv.-Gen en de Regering der Republiek ontwik keld. Op de 15e Juli heeft de Lt.- Gouv.-Gen. aan de Minister-Presi dent van de Republiek lndones5?. een tweetal documenten voorge legd. Het eerste betrof de ten behoeve van de binnenlandse vei ligheid op te richten gendarmerie. thans „bijzondere politie" ge noemd, het tweede de staking der vijandelijkheden. Ene samenvat ting dezer documenten is de Ka mer onder nr. 475 als 3tuk 13 aangeboden. Het antwoord van de Repu bliek op deze beide documenten onder hetzelfde nummer gedrukt, valt weer terug in de onaanvaard bare stijl der stukken, ontvangen voor de Se Juli. Het lijkt, opper vlakkig beschouwd, niet onrede lijk, doch blijkt nauwkeuriger be schouwd, in wezen onbevredigend en met letter en geest van het bq Linggadjati overeengekomene in strijd. Wat de eerste Nederlandse eis betreft: De Nederlandse Regering zocht een oplossing van het vraagstuk der binnenlandse veiligheid, welke enerzijds in overeenstemming met de grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden, het Handvest der Verenigde Naties en de over eenkomst van Linggadjati aan haar verantwoordelijkheid recht doet wedervaren, en dat niet alleen principieel, maar in laatste instantie ook in feite, en welke anderzijds erkent zowel de uit oefening de facto van het gezag, door de regering van de Repu bliek over het haar bij de eerste opzet der federatie toegewezen gebied als de behoefte plaatselijk aan orde en rust. Een goede oplossing in deze geest is noodzakelijk voor de op bouw der nieuwe rechtsorde voor de waarborg der fundamen tele rechten van burgers, volks groepen en volkeren volgens art 10 en artt. 3 en 4 van Lingga djati vereist voor economisch herstel en wederopbouw van In donesië voor de terugkeer naar de ondernemingen en voor de vermindering der krijgsmacht. Het Republikeinse tegenvoor stel miskent echter of laat ten "hoogste slechts ruimte voot een formele erkenning van deze verantwoordelijkheid der Neder landse Regering, aangezien het elk gemeenschappelijk optreden tot waarborging van orde en vei ligheid verhindert. Zo zouden in laatste instantie aan de Neder landse Regering en straks aan de federale regering de machtsmid delen om haar rechtsplicht te vervullen, onthouden blijven. Het Nederlandse voorstel er kende, dat de zorg voor orde en veiligheid in eerste instantie de tank van de politie der Staten is, het Republikeinse tegenvoorstel wenst deze als de uitsluitende taak van de politie der verschil lende deelstaten te zien. De Re publiek toch eist enerzijds, dat onze troepen geen enkele taak meer zullen mogen vervullen op het gebied van de handhaving der orde en veiligheid en wijst anderzijds af, dat naast de politie der deelstaten in geval van nood zaak terwijl zij zelf nu reeds blijk geeft de orde niet te kunnen handhaven een gemertgd po litiecorps zou optreden. Zo zou thans zoals ik reeds aan stipte aan de Nederlandse Re gering en na de ovengangtijd aan de federale regering elke moge lijkheid ontnomen worden in feite verantwoordelijkheid voor orde en veiligheid te dragen. Hierin open- haart zich de diepere oorzaak van het geschil: de Nederlandse regering heeft te handhaven de haar gedurende de overgangstijd toekomende en bij Linggadjati be vestigde souve: teit de Re publikeinse regering eist nu al een souvereiniteit op, welke na afloop van die overgangstijd is, toegedacht niet aan haar, doch aan de nog te vormen regering der Verenigde Staten van Indo- nesië Het optreden der Republiek op het gebied der buitenlandse be trekkingen geeft van dit verkeer de inzicht ruimschoots blijk. Wat de tweede Nederlandse eis tot staking der vijandelijkheden aangaat, het documént op 15 Juli door de Lt. Gouverneur-Generaal aangeboden bevatte enige nauw keurige precisering van die eis. Het hield in in de regerings verklaring was dit immers „on middellijk" verlangd dat door het hoogste burgerlijke en mili taire gezag in de Republiek uiter lijk 16 Juli middernacht openlijk en uitdrukkelijk de algemene sta king van alle vijandelijkheden zou worden bevolen dat uiterlijk 17 Juli aan de vijandige propaganda een einde zou dienen te zijn ge maakt en de publiciteit op het herstel en de bevordering van vertrouwen en samenwerking met de Nederlanders gericht zou die nen te worden en dat uiterlijk op 19 Juli 18.00 uur met de terug trekking van alle Republikeinse militaire organisaties tot minstens 10 km van de demarcatielijn en met de overdracht van de zorg voor orde en veiligheid aan de po litie een feitelijk begin zou dienen 'te zijn gemaakt. Deze eis tot bevel van staking der vijandelijkheden en tot terug trekking der Republikeinse troe pen tot minstens 10 km van de demarcatielijn, waarlangs zij de door ons bezette gebieden, be laagden, was volkomen redelijk, M. d. V., zowel ten bewijze dat de samenwerking, bij Linggadjati overeengekomen, inderdaad werd gewild als tot opheldering van de militaire situatie en ten bate van de rust der bevolking. Ondanks immers het 14 October 1946 gesloten bestand en de 25 Maart 1947 ondertekende over eenkomst van Linggadjati moest de Lt. Gouverneur-Generaal de 17e Juli j.l. berichten, dat het aan tal gerapporteerde schendingen van het bestand, waarvan de Re publiek door ons sedert de dag der ondertekening van de over eenkomst werd beticht, de dui zend had overschreden, terwijl de Republiek zich slechts over enke le tientallen gevallen had be klaagd; de Landvoogd vermeldde hierbij dat onzerzijds na onder zoek steeds uitvoerig werd ge antwoord, terwijl door de Repu bliek nog nimmer on 'n enkel be zwaar van onze zijde was gerea geerd. Volgens alhier beschikbare ge gevens, M. d. V., bedroeg b.v. het aantal gemelde bestandsschendin gen van min of meer ernstige aard tussen 25 Maart en 15 Juni 1947 681, aldus onderverdeeld: el nzf Jc Re c I Ida v neWB k v- tge da fji- ijf >rinled* 7oe.-i rt zn

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1947 | | pagina 1