Uitwijzing ongewenste
Duitsers
TRIBUN AAL TE TERNEUZEN
OPENLUCHTSPEL te Kloosterzande
Liefde op het land
- meisjes in uniform
De incidenten aan de
Joego-Slavisch-Uostenrijkse
grens
a
De commissie
van onderzoek in Palestina
Van het kamp Mariëa'oosch hij
Nijmegen zal op 6 Juli de uitge-
leiding van ongewenste Duitsers
beginnen. Ruim de heit gaat
naai de Britse zóne, de rest
wordt per trein naar de Franse,
Amerikaanse en Russische zóne
overgebracht. Per week zullen
twee transporten van honderd
mannen. vrouwen en kinderen,
bestemd voor de Britse zóne,
naar kamp Rustringen bij Osna-
brück worden gebracht. Dit ver-
voei geschiedt per vrachtauto.
De Duitsers, die langzamerhand
in kamp Mariënbosch zullen
worden geconcentreerd, worden 1
daar door de rijksvreemdelingen- l
dienst gesplitst naar gelang van 1
de zones, waar zij thuis horen.
Indien men ongeveer een „trein
vol", d.w.z. pl.m. 400 tot 500 voor
de Franse, Russische of Ameri
kaanse zóne hijeen heeft, da i
worden deze Duitsers verdeeld
volgens bestemming, via Nijme
gen naar hun vaderland vervoerd.
Het is nog niet bekend, hoe lang
de transporten zullen duren.
Zoals men weet is oorspron
kelijk in het parlement ©en aan
tal van 17.000 ongewenste Duit
sers genoemd. 'Gebleken is, da.t
velen dezer zich reeds in Duits
land ibevinden, daar zij krijgs
gevangen zijn geweest of reeds
voor de capitulatie uit ons land
zijn gevlucht.
Een aantal Duitsers, dat zich
onder de nodige garanties „op
rechte vrienden van het Neder
landse volk" heeft hetoond, mag
in ons land blijven.
Terwille van de huisvestings
problemen, waarmede de Gealli
eerden in Duitsland te kampen
hebben, is besloten, dat iedere
uitgewezen Duitser het meest
noodzakelijke uit zijn voormalige
persoonlijke eigendom (dat thans
vijandelijk vermogen is) mag
meenemen. Iedereen mag een
strozak of matras, een kussen,
twee dekens, borden, eetbestek,
een stoel en* toiletartikelen, als
mede het meest noodzakelijke
aan lijfgoed en kleding en een
paar extra schoenen met zich
voeren. Voor kinderen mag een
ledikantje worden meegenomen.
Verder mag per gezin een tafel,
een kooktoestel (geen kachel),
keukengerei, alsmede kleine per
soonlijke eigendommen van zee-
geringe waarde als bagage wor
den vervoerd. Het juiste aantal
uit te wijzen Duitsers is op het
ogenblik .nog niet vastgesteld.
Sir Gilmour Jenkins, de Britse
onder-Minister van Buitenlandse
Zaken, heeft te Graz, waar hij de
opening van een muziekfestival
bijwoont, aan Oostenrijkse pers
vertegenwoordigers meegedeeld,
dat de 'bezettingsautoriteiten
stappen doen om een eind te
maken aan de incidenten aan de
Oostenrijks-Joego-Slavische grens
waarhij zowel van Oostenrijkse
als van Joegoslavische zijde
moorden door de Sloveense
witgardisten en andere benden
werden gerapporteerd.
Zitting van Maandag 7 Juli.
Oud-gemeente-veldwachter
staat terecht.
Franciscus Aloisius Lootens,
59 jaar, gepensionneerd gemeente
veldwachter te Philippine, werd
ten laste gelegd, dat hij zich ais
lid heeft aangesloten hij da
NV.D. en inlichtingen heeft ver
strekt aan Hofmann, Krimmal
Secretar bij de S. D. betreffende
een haventje tussen Breskens en
Cadzand, waar vandaan Enge
landvaarders vertrokken Ook-
zou hij een drietal personen heb
ben gearresteerd, die zich zonder
vergunning in het „Sper' -gebied
ophielden en zou hij toen zijn
zoon wegens „sabotage" door
de Zollgrenzschutz was gear
resteerd, de namen van enige
Engelandvaarders aan de Dui--
sers hebben opgegeven, waarna
deeze zoon in vrijheid werd ge
steld.
Besch. verklaart lid van de
N V D. te zijn geworden omdat
ook anderen, w.o. de burgemees
ter en de secretaris daarvan lid
waren, bij er geen kwaad in zag
en niet wist, dat de N.VJ3 iets
toet de N.S.B. had uit te staan.
Het verstrekken van inlichtingen
aan Hofmann wordt door Lootens
pertinent ontkent, dit niet-
tegenstaande er een zeer be-
zwarende verklaring van Hot-
mann in het dossier berust.
Wat betreft het arresteren van
de drie personen, deze zouden er
als „schobbejakken" hebben uit
gezien en L. kon er op dat ogen
blik niet buiten. Bovendien wil
den zij zelf gaarne terug naar
Brabant.
De namen Van de „Engeland
vaarders" zouden slechts fictief
zijn geweest en hebben toebe
hoord aan reeds overleden fami-
lid eden
Verder schrijft besch. de ver
schillende minder fraaie verkla
ringen welke tegen hem werden
uitgëbracht, toe aan vijandschap
en de bedoeling van zekere zijde
om hem een loer te draaien.
Mr Kegge vond het precies
een '„roman", met welke opvat
ting L. het ogenschijnlijk wel
eens kon zijn. Overigens scheen
bet Tribunaal het met de ziens
wijzen en -ontkenningen van de
oud-politieman niet altijd eens te
kunnen zijn.
Mr. Tichelman, de verdediger,
kon in het lidmaatschap N.V.D.
niet zoveel bizonders zien, omdat
veelal in de kleinere gemeenten
de gehele ambtelijke „Upperten"
daarvan lid is geweest.
Pleiter meende voorts, dat de
rest van de dagvaarding aller
minst bewezen is en verzocht
tenslotte geen maaregelen op te
leggen.
Voortzetting.
Voortgezet werd de behande
ling van de zaak tegen de 38-
jarige Willem Kesteloo, beurt
schipper te Breskens. Ditmaal
werden enige getuigen onder ede
gehoord.
De eerste daarvan, J. Antheu-
nissen, verklaatde, dat hij de fir
ma Van Melle te Breskens des
tijds een aantal door de Duitsers
in West Z.-Vlaanderen wegge
haalde kerkklokken lagen opge
slagen. Het Rijksbureau voor
non-ferro metalen bemoeide zich
weinig met de zaak, enkele Rot
terdamse exporteurs echter wel
en deze drongen op spoedige ver
zending aan.
Later is K. met materiaal ge
komen om de klokken te laden,
waarbij hij een bewijs toonde, dat
hij opdracht had deze klokken te
laden. Volgens get. was dit een
officieel papier, doch verder weet
deze zich weinig meer te her
inneren.
K. bestrijdt deze verklaring en
volgens hem is de toedracht der
saak enigszins anders.
De volgende getuige, I. A. de
Moor, tijdens de bezetting N.S.B.-
burgemeeser van Breskens, ver
klaart dat voor zover hem bekend
besch. niet met Duitsers en N.
S. B.-ers omging, wel heeft deze
gedurende enige tijd Vova ge
kocht, wanneer get. <jaarmede aan
de deur kwam. Met quitanties
zou besch. hebben aangetoond,
dat hij lid was van het Vervoers-
front dit, teneinde zijn radio
toestel te kunnen behouden. Get.
weet, dat K. zijn radiotoestel la
ter nog in zijn bezit had, doch
niet of dit een gevolg was van
het feit, dat hiervoor een aan
vrage was ingediend.
Get. P. C. Roest, bedrijfsleider
beurtdienst Cadsandria, zegt. dat
er een schrijven was gekomen
van „non-Ferro" om de klokken
te verzenden. Hiermede is K.
naar Van Melle gegaan, doch al
daar weigerde men de klokken af
te geven. Later, nadat men dit
aan Non-Ferro had medegedeeld,
kwam er een telefoontje van de
firma Van Melle, dat men daar
de klokken kon afhalen.
Volgens get. is niet Kesteloo,
doch wel de walbaas daarop naar
Van Melle gegaan en heeft een
vrachtrijder de klokken naar
Cadsandria vervoerd.
Niet Kesteloo, doch get. heeft
daarvoor opdracht gegeven.
Hoogstens heeft K. enig toezicht
gehouden en ook de benodigde
werktuigen heeft besch. volgens
get. niet geleverd.
Roest is overigens persoonlijk
niets ibekend va» omgang met
N.S.B.-ers of Duitsers door be
schuldigde. Evenmin is hem be
kend, dat K. lid was van, het
Vervoersfront.
Nadat K. nog heeft verklaard,
dat hij geen quitanties aan de
burgemeester heeft getoond van
het Vervoersfront, doch wel van
de Vakgroep „iBinnenvaart-
bureau" en ook de voormalige
burgemeester hierover is gehoord,
is het woord aan de verdediger,
Mr. F. W.. Adriaanse.
Deze meende, dat men het lid
maatschap Vervoersfront gevoeg
lijk kan laten vervallen, terwijl
ook van vriendschappelijke om
gang met N.S.B.-ers en Duitsers
allerminst iets is komen vast te
staan. Het lezen van Vova zag
pleiter als een gevolg van K.'s
Voorliefde voor gespierde taal en
schandaal-literatuur.
Pleiter zette vervolgens uiteen,
waardoor de minder mooie praa
tjes over zijn cliënt in Breskens
ontstonden. ,Het omgaan met
Duitsers voor zakelijke aange
legenheden was een gevolg van
het feit, dat de andere firmanten
dit gaarne aan K. overlieten,
daar deze over een zekere wel
bespraaktheid beschikt.
Ten aanzien van het vervoer
der kerkklokken wees Mr.
Adriaanse op enkele tegenstrij
digheden en hij meende, dat men
K. dit moeilijk zal kunnen aan
rekenen, na hetgeen thans is
komen vast te staan.
Pleiter wees tenslotte op de
wijze waarop K. zich tijdens de
bezetting verdienstelijk maakte,
en meende tenslotte in alle gerust
heid het oordeel van het Tribu
naal te kunnen afwachten. Dit
zal z.i vervallen verklaring der
beschuldiging luiden.
Uitspraak 21 Juli a.s.
en het tweede daaraan
gelijk Us
De politie te Bazel heeft in
de plaatselijke bladen een aantal
verordeningen bekend gemaakt,
die het maken van onnodig la
waai srafbaar stellen. „Strafbaar
is, wie in de open lucht of bij ge
opend venster een gramofoon of
radio laat spelen, wie luidruchtige
schoonmaakwerkzaamheden in
het huishouden niet tussen 7 en 11
of 15 en 20 uur verricht, tussen
22 en 6 uur andere luidruchtige
bezigheden verricht, de Zondags
rust stoort of er voor zorgt dat
dietren met hun geblaf of gebrul
de buren niet storen.
Een liefdes-roman
van BERTA RUCK
21.
(Nadruk verboden.)
„Wat!"'
,Het is het begin van het emde.
Je zult heus niet tot de jongste
üag blijven doorgaan met over
Harry te piekeren."
Ja daar kun jij bepaald goed
over oordelen," smaalde ik. M
meteen was het, of de zonn gf
groene velden voor mijn ogen ver
vaagden, en plotseling zag 1
Harry's donker hoofd boven het
schemerlampje van een restau
rant-tafeltje Harry's vreemde,
rusteloze, onweerstaanbare ogen
Hij is geen ogenblik uit m n ge
dachten, Elisabeth."
Is hij vandaag niet ns nee)
eventjes uit je gedachten g
W\VeI ik glimlachte van onge
lovige verrassing, toen
die vraag ernstig voorlegde. Maar
Volgens radio Moskou heeft
het officiële Russische nieuwsbu
reau Tass bekend gemaakt, dat de
gemengde Russisch-Amerikaanse
commissie, die onderhandelt over
de oprichting van een voorlopige
regering voor Korea, niet tot
overeenstemming is kunnen ko
men over de kwestie, welke Kore
aanse politieke partijen uitgeno
digd moeten worden door deelne
ming aan de besprekingen. De
Amerikaanse delegatie maakte
bezwaar tegen de Russische op
vatting, dat de meeste partijen
kleine groepen waren, waarvan
men het streven niet kende, aldus
Tass.
„Gij zult Uw naaste liefhebben
als U zelve!" „En aan deze twee
geboden hangt de ganse wet en
de profeten". Zo luidde het ant
woord van Christus aan de Fari-
zeën, nadat Hij de Sadduceën tot
zwijgen had °"cbracht. En adeze
strofe, die woorden, welke de titel
van het nieuwe stuk van onze
Zeeuws-Vl. auteur, de heer J. L.
Eggermont vormen, geven in het
kort tevens de moraal aan van
deze geestes-schepping: naasten
liefde!
Wlerd in het vorige stuk „Gelijk
een Vlam" de blinde haat van de
mens, belichaamt in koppige boe
rentrots en vooroordeel, in al zijn
heilloze gevolgen uitgebeeld, in
het nieuwe stuk zegt alreeds de
titel dat er geen groter gebod is
dan deze twee, waaronder: de
naaste als zichzelve lief te heb
ben! Indien dus hier als het wa
re eenzelfde grondslag, als thema
en moraal is uitgewerkt, de schrij
ver heeft door zijn vruchtbare pen
doen uitkomen, dat dit onderwerp
stof te over biedt, in bonte ver
scheidenheid voor nog veie stuk
ken, omdat telkens en elke dag
opnieuw ieder mens zich weer ge
steld ziet voor zijn fouten en te
kortkomingen en in arren moede
weer tot zichzelf moet inkeren
met de erkentenis: „Ik hen maar
een mens en niets menselijks is
mij vreemd!".
Evenals bij het vorige open-
lluchtspel heeft de schijver doen
blijken van zijn diep religieus ge
voel en dit onder geen stoelen of
banken gestoken. Het „tweede
gebod" is ditmaal het leidmotief
en door de prediking daarvan ge
dreven belandt op een zonnige
oogstdag een zwervende zonder
ling op de „boerendoening" van
Marten Binders. Het is in die
sfeer echter niet het „hoe genoe-
gelijk rolt het leven des genisten
landmans heen" van de oud-
vaderlandse dichter.
Integendeel! Op dit erf leven de
oer-conservatieve begrippen van
standsverschil en vooroordeel
t.o.v. de heffe des volks. Geld
hoort bij geld, geld zoekt geld en
dies behoort een boerenzoon een
welgestelde boerendochter of om
gekeerd die dochter de rijke boe
renzoon te trouwen. Dit geeft
aanleiding tot zeer gespannen
verhoudingen aan de familie-dis;
want de koppige boer heeft met
één zijner collega's reeds een „ac-
coord" gemaakt omtrent het toe
komstige huwelijk van zijn enige
dochter Greta. Deze wenst even
wel niet als een „stuk vee" te
worden verhandeld en ook in het
brein van haar oudste broer leven
moderner denkbeelden omtrent
liefde en huwelijk, dan in het
brein der ouders; want deze heeft
trouw gezworen aan de dienst
meid zijns vaders, een lieftallig
arbeiderskind.
De ouders blijven onverzettelijk
en niettegenstaande de „aan huis
komende" gedoodverfde a.s. brui
degom een zielkundig juister be
grip toont tegenover het meisje,
welks genêgenheid hij in ernst
poogt te winnen, het baat hem
niet. Zij houdt voet bij stuk en
tenslotte blijkt bij haar het lief
desvuur ontvonkt te zijn voor de
zwervende „zonderling" in wiens
hart de edelaardigste gevoelens
van menselijkheid en naastenlief
de brandend leven.
Op een laatzomerdag komt het
tussen die twee tot een liefdes
verklaring. Als een hond wordt
de met een zienersblik begaafde
zwerver het hof afgestuurd. Doch
dan komt, met de dood van het
jongste zoontje Fonske die door
een slag van een paard wordt ge
troffen de catastrophe over boer
Binders en zijn vrouw.
Door smart overweldigd blijft
hij in de slot-apotheose van het
derde bedrijf alleen op het erf
achter en moet tot de erkentenis
komen dat de wrekende gerech
tigheid van de Allerhoogste hoog
boven hem verheven is.
In het vierde en laatste bedrijf
aanschouwden wij een visioen van
de „Zonderling" die in dichterlijke
taal tegenover een de „Smart"
voorstellende Engelenfiguur zijn
leed uitstort, maar ook staande
blijft als een „Mephistopheles" in
de gedaante van „de Twijfel" hem
poogt te overi'eden.
De Zonderling blijft kampioen
in de strijd om het Goddelijke
ideaal van „naastenliefde" en als
tenslotte dit visioen geëindigd is
vervult hii de hem opgelegde roe
ping en het schier versteende hart
van boer Binders ontdooit en zijn
zoon en Irma ontvangen de ouder
lijke zegen, terwijl de Zonderling
zijn weg vervolgt.
Ook dit stuk werd in het land
van Hulsterse e idioom gespeeld,
hetgeen speelsters en spelers bui
tengewoon ligt.
De regie van de schrijver was
vervolgens waarborg voor een
sublieme vertolking. Van opzet
en opbouw scheen het stuk ons
overigens iets minder logisch dan
het vorige. De schrijver is veel
zijdig genoeg om zich er voor te
wachten dat verscheidene zijnei
figuren a.h.w. van het éne stuk
in het andere zijn overgestapt,
waardoor de elkaar opvolgende
stukken het karakter van een
cyclus zouden verkrijgen.
Het décor was op artistieke
wijze verzorgd.
Kloosterzande mag zich geluk
kig prijzen in haar midden een
stuwende kracht als deze auteur
te bezitten De Toneel- en Har
monievereniging „St. Cecilia
van welks bestuur hij deel uit
maakt, is dan ook met recht fier
op „de meester", zoals hij in de
wandeling genoemd wordt en zo
als hij populair is onder de inge
zetenen. Hij beschikt over een
uiterst vruchtbare pen, is bezield
met een nog jeugdige scheppings
drang, organiseert en regiseert
ook deze openluchtvoorstellingen
bijna persoonlijk en summa sum
marum vertolkt hij nog, in per
fectie, één der zwaarste rollen.
„St. Cecilia" heeft bij vernieu
wing haar het vorig jaar verwor
ven reputatie, eer aangedaan. In
drommen zijn de toneelminnaars
van Zeeuws-Vlaanderen naar
Kloosterzande's welige dreven ge
komen. Zij hebben er genoten en
zullen ook bij de nog volgende
voorstellingen opnieuw uren van
rechte kunstvreugde mogen sma
ken.
ik deed m'n best om mijn gezicht
strak te houden. Vandaag? De ge
dachte aan Harry was inderdaad
een beetje verdrongen door de in
drukken in die koestal. Maar ik
zei: .,«■<-
„Was het maar waar! Maar wat
ik ook doe, zijn beeld staat ^altijd
op de achtergrond van al m'n ge
dachten."
Zodat er op de voorgrond meer
plaats komt," zei mijn onverbe
terlijke vriendin ad rem. „Geloot
me, je bent al aan 't genezen.
Ik zuchtte geduldig en toegeef
lljkJe bent aan 't genezen," hield
Elisabeth vol. „Zelfs deze éne dag
in dit wonderlijk oord met al die
merkwaardige luidjes om ons
heen, heeft je al een massa goed
gedaan. Je zult de hele historie
gauw genoeg beginnen te verge-
t6Met een medelijdend glimlachje
keek ik haar aan.
Harry," trachtte ik haar neer
buigend uit te leggen, „behoort
niet tot 't soort van mannen dat
je o-auw vergeet. Ik gaf wat, als
dat 't geval was. Hij is een van
die charmeurs, die 't leven van een
vrouw voorgoed verwoesten. Hij
David Ben Goerion, voorzitter
van het Joods bureau, heeft op
de vergadering van Maandag
van de speciale commissie der V.
N. voor onderzoek in Palestina
vragen beantwoord. Hij zeide,
dat als er een conflict tussen
Arabieren en Joden bestond het
een eenzijdig conflict was, daar
de Arabieren de Joodse rechten
op het land betwisten. On een
vraag van de Voor-Indische afge
vaardigde iSir Abdoer Rahman
of hij verwachtte, dat de V. N.
met gebruik van wapenen een
voor de Joden gunstige oplossing
van bet probleem zouden bewerk
stelligen antwoordde Ben Goe
rion: „De wapens zijn reeds hier
en zijn reeds tegen de Joden ge
bruikt".
Sir Abdoer vroeg verder, of
Ben Goerion zich ervan bewust
was, dat het opleggen van een
voor de Joden gunstige oplossing
een bloedige oorlog tussen Joden
en Arabieren zou betekenen. Ben
Goerion antwoordde ontwijkend
en zeide ten slotte, dat de ver
klaring van Balfour met een
Joods nationaal Jehuis het ge
hele Palestina bedoelde.
had zo'n onweerstaanbare manier
om met je om te springen. Hiji
„Duw me liever niet in die mei
doornheg," verzocht Elisabeth. „Ik
voel me zó al beroerd g;e.noeg."
„Neem me niet kwalijk. Maan.
ik'wilde, dat ik 'tje aan je ver
stand kon brengen dat van
Harry. Begrijp 'tdan toch eens
eindelijk 'twas maar niet zo'n
episodetje, 'twas voer mij de gro
te liefde de énige!"
„O, juist," zei Elisabeth droog.
"Als je zelf ook maar énige on
dervinding had," zei ik geprik
keld, „zou je althans 'n ietsje be
grip tonen."
,Maar die ondervinding ont
breekt me nu juist, hè. Er zal dus
altijd één ding zijn, waarover ik
m'n leven lang niet kan meepra
ten," besloot de mannenhaatster,
moeizaam voortstrompelend.
Ik keek naar het kleine, uitge
putte maar dappere figuurtje in
de gesmockte kiel, die de avond
zon van grof linnen omtoverde in
goudbrocaat.
„Wacht!"' dreigde ik haar weer.
„Wacht jij maar eens, tot er een
of andere grote, geweldige kerel
komt, die je begint aan te blaf
fen met een ,stem als een orkaan!"
„Mij?"
Ja, jou! 'n Bruut. 'n.gewelde
naar, 'n kerel, die, als hij een co-
cosnoot vast heeft, nog zeggen
kan „Raai es wat ik in m n
hand héb!" 'n Mannetjesputter, die
je temt, die je de stuipen op je
lijf jaagt met z'n gebulder n
soort van kampioen zwaargewicht,
die je zó onverbiddelijk onder de
duim houdt, als nog nooit iemand
overkoinen is! O, wat kan ik me
daarop verheugen!"
„Het klinkt om van te water-
tanden," spotte mijn vriendin, die
met haar kruin juist tot aan m n
oor reiktg. „Ik mag je profetien
wel, Joan, vooral na n dag hard
werken! Het kikkert je werkelijk
op! Je denkt dus heus, dat ik nog
eens zal vervallen in een soort
boeman
Tenzij Hier kreeg ik een
nieuwe inval. „Tenzij je ooit nog
eens de eerste en enige man ter
wereld ontmoet, met wie jij je
ooit verwaardigd hebt, te corres
ponderen. Wat dunkt je van die
oude kolonel van je lachte ik
Elen woord van verklaring is .lier
wel op z'n plaats.
„Die oude kolonel" was een jaar
lang een vaste aardigheid geweest
in ons Londens huishoudentje. Hij
Was de officier, wiens gemeubi
leerde flat in Golder's Green we
tegen een weekhuur hadden over
genomen om ze weer te ver-»
ruilen te,gen zo'n totaal verschil
lend kwartier! Ze was vol merk
waardige, bijna nuffige bezittin
gen, zoals dat had-matje, met de
hand gemaakt van kleine, ronde
stukjes kurk, kunstig verbonden
met gevlochten koperdraad. En
er waren een massa ouderwetse
hoeken, één en al degelijkheid en
Voorzien van kanttekeningen :n
een peuterig handschrift, als van
een oude jongejuffrouw.
We hadden ons dikwijls vcrmaa.it
met voorstellingen van de eige
naar een lastige, overdreven
ordelijke, oude militair met witte
snorren. Deze veronderstellingen
schenen volmaakt te kloppen met
de brieven van de kolonel; want
hij en El'sabeth hadden veel zake
lijke correspondentie gevoerd over
onderwerpen als de keukensdhoor-
steen, de verstopte gootsteen en
'de gestreepte poes, die hij had
achtergelaten.
(Wordt vervolgd.)