Uit de Volksvertegenwoordiging De Minister antwoordt Binnenlandse!! Nieuws De overeenkomst van Linggadjati Vragen aan den Minister ONTPLOFFING TE HOEK VAN HOLLAND. Het achtste leerjaar NIEUWE BRIT3CHE TANK Het statuut der ex-politieke gevangenen in België TWEEDE KAMER. Pacht voorziening. In de Dinsdagmiddag gehouden vergadering der Tweedie Kamer is behandeld het wetsontwerp paehtvoorziening. Den heer Den Hertog (P. v. d. V verklaart de huidige regeling n-'et zoo onbevredigend te achten, dat overhaast een nieuwe pacht wet in elkaar gezet meet worden. De heer De Ruijter (C.-H.) zegt. dat voor de toekomst de beste oplossing zal zijn: Pacht voor cribepaalden tiid met nacht- prijshorziening om 'de drie "jaren. De heer Vondeling (P. v. d A wil de rechten der pachters ge waarborgd zien door een opzeg gingstermijn. De heer Borst (C.P.N,) betoogt, dat bijzonderlijk moet rekening gehouden worden - met de kleine landgebruiken; De Minister van Justitie, de heer Van Maarseveen verdedigt den termijn van drie jaar voor bezinning op hst wetsontwerp. De uitzondering voor water- staatsgronden is z.i. gewettigd uit een oogpunt van algemeen be- lang. Het wetsontwerp wordt daarna zjh.s. aangenomen. Uitzending dienstplichtigen. Bij de behandeling van het wetsontwerp „uitzending dienst plichtigen" verklaart de heer Roosjen (A.-R.) dat voorkomen moet worden een s'tuat'e. waarbij Nederlandsche dienstplichtigen ingeschakeld worden bij organen der republiek. Aan voeding, ligging enz, der troepen dient blijvend groote aan dacht besteed te worden. Spr. vraagt, of verliescijfers op zettelijk zijn weggelaten. Ten aanzien van de verzorging van nagelaten betrekkingen van dienstplichtigen, die hij de ver vulling Van hun plicht .liet leven hebben gelaten, bepleit hij spoed met het treffen van de in uitzicht gestelde nadere regeling. De heer Van Vliet (K.V.P.) merkt op, dat hij de aflossing der dienstplichtigen voorkomen moet worden, dat de tijd in dienst van het vaderland doorgebracht, voor deze mannen een verlies wordt. Spr. vraagt den Minister zich hieromtrent duidelijk uit te spre- ken. Ten aanzien der vergoedin gen aan gezinnen, waarvan kin deren mede-kostwinners zijn. be pleit hij een hetere regeling. De heer De Groot (C.P.fT.) be toogt, dat het wetsontwerp diep in 't volksleven ingrijpt. Hij gaat na, wat de troepen in Indonesië gedaan hebben, hij concludeert, dat zjj daar kolonialen oorlog voe ren Spr. acht het noodzakelijk, dat er volledige opheldering komt over het optreden der Nederland sche troepen te Modjokerto. Wanneer- de heer De Groot zegt „onze militaire deskundigen, die er op los zouden willen slaan..." verzoekt de Voorzitter hem zich te willen bepalen tot het wetsont werp. De heer De Groot verklaart, het noodzakelijk te achten, dat er, geen verdere troepemzendingen plaats heibben efi dat de uitge zonden troepen worden terugge trokken. De heer Vermeer (P. v. d. A.) meent, dat men rekening moet houden met de stemmingen, die in het volk leven. Spr. merkt op, dat In de huidige situatie de uitin gen van militaire woordvoerders bezorgdheid wekken. De ragee- ring heelt wel het vertrouwen, maar de militaire leiders aller minst. De regeering dient alles te doen om de rust te bewaren. De heer Vermeer betoogt ver der.» dat er een fpneste geestes gesteldheid bii1 een deel der troe pen in Indonèsië heerscht. Voor het moreel der troepen acht spr. het bedenkelijk, dat het aantal brieven, dat verzonden kan worden gelimiteerd wordt. Hij vraagt beperking van den dienst tijd der oorlogsvrijwilligers. Ten aanzien van de gezinnen zij men niet te schriel. Spr. vraagt voorts een krachtig optreden tegen de krachten, die het leger misbrui ken voor haar politieke werk zaamheden. De heer Schoonenberg (C.P.N.) betoogt, dat 'het onderhavige wets ontwerp een onbopaalden dienst tijd invoert. De Regeering moet den boos- aardigen geest in het leger bre ken. zoo verklaart de heer Schoo- qenberg verder. Tenslotte bepleit hij betere verzorging der dienst plichtigen en betere regeling van de vergoedingen. De heer Vonk (P.v.d.A.) acht bet ontwerp volkomen rationeel. De Regeering levert het bewijs van haar vermogen en bereidheid om haar verantwoordelijkheid voor de totstandkoming van een nieuwe rechtsorde na te komen. Spr. „uit zijn waardeerinq voor de zorg voor de voeding, kleeding ligging en geestelijke verzorging. Namens zün fract'e verklaart spr. dat deze den Minister van harte steimt en zijn motieven onder schrijft. De "iPer Joekes (Pv.d.A.l stelt de verschillende inzichten over de aanwezigheid der troepen in In donesië tegenover elkander, waar bij hij opmerkt, dat aan alle zijden overdreven wordt. Z.i. moet de ontwikkeling van den toestand in Indonesië ook in het oog gehou den worden. Vooits wijsi mj er op, dat het heele Staatsbestel zwaar gebukt gaat onder de las ten der militaire maatregelen. Hij betoogt verder, dat hier geen sprake is van een typischen kolonialen oorlog. Wat er te Modjokerto gebeurd is, was geen vafbreking van het bestand. De heer Joekes sluit'zich aan bij de beschouwingen van den heer Ver meer. Hij geeft te kennen, dat troepencontingenten in Indonesië noodig zijn. (Hij vraagt de pertinente ver klaring, dat de Regeering het aantal troepen zal houden op het peil waartoe zij verplicht is door het bestand van 14 October 1946. Voorts vraagt hij dat de Regee- r.ing den omvang niet grooter zal maken dan de omstandigheden vereischen. Is de Regeering voor nemens het aantal soldaten te verminderen als de omstandighe den, het veroorloven en zal de Regeering den tijd, welken de dienstplichtigen daar hebben door te brengen, zoo kort mogelijk doen zijn, vraagt de heer Joek.es tenslotte. De heer Haken (C.P.N.) be toogt, dat door de uitzending van dienstplichtigen duizenden werk krachten aan het arbeidsproces onttrokken worden. Voor den we deropbouw van het land zijn vele krachten noodig. Voor het Neder landsche volk en de Indonesische volkeren is het z.i. noodzakelijk, dat tot vermindering der troepen wordt overgegaan. De heer Tilanus (C.H.) is van oordeel, dat men de zaak niet van één zijde moet belichten. Het op treden der inheemsche troepen heeft tot gevolg gehad dat Neder- landsch bloed vergoten is. Als ihen zich aanstonds aan het be stand van Oct. 1946 had gehou den, was dat niet gebeurd. De heer Wagenaar (C.P.N.) gaat nog op eenige punten nader in; hij merkt o.a. op. dat voor de oorlogsvrijwilligers, die voor een gewetensconflict zijn geplaatst, 'n soort Digvel-kamp is ingericht. Het wetsontwerp „uitzending dienstplichtigen" biedt geen enke le garantie omtrent den duur van den dienst. Opmerkend, dat Linggadjatj on- derteekend wordt, vraagt spr. welken zin het heeft nu nog meer troepen te zenden. Hij geeft in overweging dit wets ontwerp terug te nemen en wijst er verder op, dat deze wet geen enkele beperking oplegt. De Minister van Oorlog, de heer Fiévéz zal de sprekers heden be antwoorden. Het eerste Sowjet-Russische schip, dat sinds den oorlog de haven van Gent is binnengevaren, bet vrachtschip „Kapitein Haba- rof", heeft uit Moermansk een lading fosfaat voor de Belgische superios-aatfabrieken aangevoerd. De kapitein heeft de her.nneiings- medaille van de stad Gent ont vangen. Kostwinnersvergoeding. Op vragen van het Tweede Ka merlid Koennen betreffende de uitkeering van kostwinnersver- goed.ng, heeft de Minister van Oorlog het volgende geantwoord: Het is n et juist, dat 600 gezin nen van Nederlandsche militairen reeds ruim zes maanden wachten op de uitkeering van kostwin nersvergoeding. De verzoeken om deze vergoeding worden door de verwanten van de militairen ingediend bij den burgemeester van de gemeente van inwoning. De burgemeester stelt het ver goedingsbedrag vast en vangt on middellijk aan met de uitbetaling. Daarna zendt de burgemeester 'n staat van inlichtingen aan het Departement van Oorlog, ter na dere vaststelling van het vergoe- dingsbedrag. Deze vaststelling wordt behandeld in volgorde van binnenkomst en verlaat zonder uitzondering de afdeeling Dienstplicht van het Departement, binnen drie dagen na ontvangst. De verlofsmilitairen beneden den rang van officier, wier militaire inkomsten belangrijk minder be dragen dan de burgerinkomsten vóór hun opkomst en die niet in aanmerking komen voor kostwin nersvergoeding, dan wel daarme de niet voldoende" te helpen zijn, kunnen in het genot worden ge steld van een z.g. tegemoetko ming in de kosten van levenson derhoud. Deze tegemoetkoming is geregeld bij legerorder 1946, no. 388, welke is verschenen op 11 November 1946. De aanvragen voor deze tege moetkoming worden door den mi litair langs den militair-hierachie- ken weg ingediend. De eerste verzoeken zijn bij het Departe ment binnengekomen in het begin van Januari 1947. Het getal de zer verzoeken is jntusschen ge stegen tot 740. Over deze aan vragen, moet ter verkrijging van de inlichtingen, benoodigd voor het vaststellen van het ver goedingsbedrag corresponden tie worden gevoerd met den bur gemeester, de werkgevers en de belastingautoriteiten. Ondanks dit omvangrijk werk zijn thans cirea 7 weken na ont vangst van de eerste aanvragen reeds ongeveer vijfhonderd be slissingen verzonden, terwijl er dagelijks eenige tientallen het Departement verlaten. Ook ten aanzien van deze ver goeding kan dus geen sprake zijn van een wachten van ruim zes maanden. DE ORANJESLUIZEN 75 JAAR. Maandag 18 Maart 1872 werd met veel pracht en praal, zooals toen gebruikelijk was, de eerste steen gelegd voor de Oranjeslui zen te Schellingwoude. Koning Willem IH hanteerde toen de troffel. 75 jaar later, gisteren Dinsdag 18 Maart 1947, om aöht uur, verschenen de burgemeester van Amsterdam, Mr. Am. J. d'Ailly en de havenmeester Van Amsterdam, de heer B. de Vries, bij de sluizen, onderhielden zich ■met den sludsmeester. De vlag werd geheschen, de burgemeester deelde aan de sluiswachters siga ren uit en de korte plechtigheid behoorde weer tot hét verleden. Wel kunnen de sluizen weer schutten, maar de vaart op het LTsselmeer is tengevolge Van den ijsgang nog steeds gestremd voor de scheepvaart. MAJOOR BREUNESE Naar wij nader vernemen heeft de Minister van Oorlog aan den Majoor J. N. Breunese een onge vraagd eervol ontslag uit den militairen dienst verleend, in af wijking van het gunstige advies van de meerderheid der commis sie van advies, van welke com missie slechts één lid een afwij kende meening had. Majoor Breunese zal tegen dit Ministerieel Besluit in beroep gaan bij de Kroon. 'Bif opruimingswerkzaamheden te Hoek van Holland is Dinsdag ochtend een ontzettend ongeluk gebeurd, waarbij drie docden te betreuren vallen. Omstreeks half acht waren en kele mannen bezig op het strand, ter hoogte van de z.g. Oude Slag, met het trekken van palen, waar bij zij een tractor gebruikten. Zij merkten ook een stuk ijzer, dat boven den grond uitstak. Op de gebruikelijke wijze, n.l. do'cr een staaldraad eraan te bevestigen, j wilden zij het stuk ijzer met be- hulp van den tractor uit den grond halen, maar op het oogenblik dat de tractor zich in beweging zette volgde er een hevige ontploffing. Drie mannen werden in de lucht geslingerd en onherkenbaar ver minkt. Een vierde kwam er met enkele gekneusde ribben af. On der het aanwezige werkvolk ont stond een geweldige paniek. De namen van, de slachtoffers zijn M. van Oosten, 62 jaar, en diens 34- jarige zoon W. van Oosten, beiden wonende aan den 's-Graveland- scheweg te Hoek van Holland en een tweeden zoon uit Heineoord, de 34-jarige M. van Oosten. Ver moedelijk is aan het gevonden stuk ijzer een granaat bevestigd geweest. JEUGDIGE BENDE. Uit verregaande baldadigheid en snoeplust werd gedurende de laatste maand het Noorden van Rotterdam onveilig gemaakt door een stel kwajongens, die als volgt te werk gingen. Een der jongens belastte zich met het stukslaan van ruiten van winkels waar cho colade en suikerwerk werd ver kocht. Hierna stalen anderen uit de étalage wat ze maar dragen konden. Daarop, namen zij geza menlijk de beenen. Vrienden en vriendinnetjes uit de straten, waar de jeugdige bandieten woon den werden gul bedeeld, zoodat ook die de lust niet konden weer staan, eveneens aan deze winkel overvallen te gaan deelnemen. Nadat de politie er in geslaagd was elf jongens te arresteeren, legde 'zij deze week de hand op negen andere jongens en een heel ster, die ook "bij de bende behoor den Leiders waren de 15-jarige H. S., en de 14-jarige J. G., E. R., en N. F. de R. Voordien was nog geen der jongens met' de politie in aanraking geweest. EEN VREEMD GEVAL. Zaterdagavond Werd de zoon van den garagehouder Verkleij te Sittard op het Stationsplein ver zocht een rit te maken met drie heeren, d e naar Den Bosch wil den Nabij Maarheeze verzocht Verwachtingen. Sjahrir is reeds in kennis ge steld van het be3luit van de Ne derlandsche Regeering om de Commissie-Geneiaal te machtigen tot onderteeken.ng van de over eenkomst van Linggadjati. Dins dag zou hij deze aangelegenheid te Djogja bespreken met Ir. Soe- karno en andere leden van de In donesische .delegatie bij de onder handelingen. Binnen eenige dagen wordt Sja- hiir met bet def.n.L eve antwoord te Batavia terug verwacht. Of Sjahrir nog steeds bereid is de overeenkomst te onderteeke nen op de voorwaarden, welze hij de vorige week aan de Commis sie-Generaal heeft bekend ge maakt, hangt -af van de Indonesi sche react.e op de actie van de 'Nederlandsche troepen bij Modjo kerto aldus Graham Jenkins, de bijzondere correspondent van Keuter. De meening heerscht dat door deze actie de goede verstandhou- d.ng tusschen de onderhandelaren, weike sedert de komst van Lord Killearn met zooveel geduld was opgebouwd, thans verstoord is. Onderteekening van de overeen komst zal niet het einde van de onderhandelingen beteekenen. Dit zou deze slechts op een nieuw en begrensder niveau plaatsen en een einde maken aan den economi- schen oorlog, welke in de laatste maanden in groote mate in de plaats is getreden van de militaire operaties. Eenj van de eerste aangelegen heden, waaraan de gemengde In- donesisch-Nederlandsche commis sie haar aandacht zal besteden zaII naar men verwacht het her stel van den economischen toe stand van het land betreffen, In het communiqué, dat de be slissing van de Nederlandsche Re geering bekend maakt, heeft de Commissie-Generaal verklaard, dat de Nederlandsche Regeering ingevolge de mate van overeen stemming welke uit den br.ef van Sjahrir is duidelijk geworden, thans meent, dat het mogelijk zal zijn de drukkende problemen van herstel en wederopbouw ter hand te nemen. In het communiqué wordt ver der de overtuiging uitgesproken, dat de onderteekening van het ac- Tuchtunie over eventueel® afschaffing. Het dagelijksch bestuur van de Tuchtunie, een federatie van 22 Vereenigingen en ruim 500 per soonlijke leden, heeft in een adres aan den Minister van Onderwijs, Kunsten '"en Wetenschappen ge protesteerd tegen facultatief-stel- ling van het achtste leerjaar, daar het dit niet in het belang acht van de verstandelijke en zedelijke vorming van de Nederlandsche jeugd. De Tuchtunie beschouwt deze facultatief-stelling als een stap terug in de ontwikkeling van het Nederlandsche volk en zij is er van overtuigd, dat het euvel van ongeoorloofd schoolverzuim kan worden bestreden door teen snel lere berechting van die ouders, voogden en verzorgers der jeugd, die zich in ernstige mate aan overtreding der Leerplichtwet schuldig maken. De Tuchtunie is er eveneens van overtuigd, dat in de huidige omstandigheden de rechterlijke macht dusdanig met werkzaamheden is overladen, dat voor een snellere afdoening van lichtere vergrepen, waartoe over tredingen van de Leerplichtwet nu eenmaal behooren, kwalijk sprake zal kunnen zijn, weshalve het overweging zou verdienen de bereohtirg van deze soort over tredingen bij een andere instan tie onder te brengen en aldus de rechterlijke macht niet onbe langrijk te verlichten. De Tuchtunie verzoekt den Mi nister met den meesten aan drang: het achtste leerjaar der lagere school als verplicht te be houden en de mogelijkheid te scheppen, c q. er bij den Minister van Justitie op aan te dringen, aan de commissies tot wering van schoolverzuim een bepaalde straf- bevoegdheid toe te kennen, opdat de delinquenten ten opzichte van de Leerplichtwet zoo snel als doenlijk is, bprecht kunnen wor den. een der inzittenden den chauffeur te stoppen. Nadat aan het verzoek gevolg was gegeven en de chauffeur zich gereed maakte weer te ver trekken, zcu hii, een slag op het hoofd gekregen* hebben. Eén van de passagiers zou hem bij de keel gegrepen hebben. De passagiers reden den man naar het zieken huis te Weert, waar een noodver band werd gelegd. Toen is het gezelschap naar Sittard terugge reden, waar de passagiers ver dwenen. De politie te Sittard werd gewaarschuwd; deze arres teerde de drie nassagiers en stelt thans een onderzoek naar deze zaal': in. coord „betreurenswaardige Inci denten" zooais die bij Soerabaja in de toekomst vermijdbaar zal maken. Omtrent tijd en plaats van on derteekening zou de beslissing worden genomen door de Commis sie-Generaal en de Indonesisch» delegatie gezamenlijk. Sjahrir's brief van 15 Maart. Aneta verneemt van onofficieele welingelichte zijde, dat Sjahrir in zijn l ,:ef van 15 Maart aan d» Commissie-Generaal te kennen heeft gegeven, dat de Indonesi sche delegatie bij onderteekening van de bas s-overeenkomst zich gebonden acht aan^de uitspraken van de vergadering van het K. N I. P. teMaiang doch heeft kennis genomen van hetgeen met betrek king tot de basis-overeenkomst geformuleerd is in de verklarin gen van Minister Jonkman en de toelichting van de Commissie- Generaal en er zich rekenschap van geeft, dat, indien de overeen komst tot stand komt, datgene, wat in deze stukken is vervat, van bepalende beteekenis moet worden geacht voor hetgeen Ne derland daarmede aanvaardt en op zich neemt. Volgens de Daily Express zou men in Groot-Brittannië begonnen zijn met de fabricatie van een nieuw soort tank, welke door Montgomery zou zijn aanbevolen, ondanks de tegenkanting van verschillende Ministers, die het benoodigde staal liever aan ander» industrieën hadden z'en toegewe zen. De nieuwe tank zal voor zien zjjn van de allernieuwste vin dingen. Duitsdhe technici zouden hulp verleenen bq de fabricage. 0,a. zou deze tank worden voorzien van een geheel nieuw soort kanon. In het Belgische staatsblad van 16 dezer is de wet opgenomen, waarbij het statuut der ex-poli tieke gevangenen in België wordt geregeld. Volgens deze wet hébhen recht op de titel van ex-polltieka ge vangenen: 1. De Belgen, wier gevangen schap het reehtstreeksch gevolg is van een vaderlandslievende en onbaatzuchtige ondergrondsche activite't. 2. De Belgen, wier gevangen schap te wiiten is aan hun poli tieke of wqsgeerige opvattingen en diegenen, die door den vqar.d als gijzelaars werden beschouwd. 3. De Belgen die, zonder aan één. der bovengenoemde voorwaar den te voldoen, 'n den loop van hun gevangenschap bezield bleken te zijn van een geest van verzet tegen den vijand. De ex-politieke gevangenen heb ben recht op het „kruis van den ex-politieke gevangene". Zij, die een gevangenschap van tenminste drie maanden hebben ondergaan, zullen voor iedere volledige pnaand. in gevangenschap door gebracht een vergoeding van fr. 1500 uitgekeerd krijgen, op voorwaarden die in de wet wor den bepaald. De ex-politieke gevangenen heb ben recht op een „herstellings pensioen". Zij die een hechtenis hebben ondergaan van tenminste 6 maanden kunnen gedurende 4 jaar aanspraak maken op een bij komende vergoeding ten laste van den staat die In evenredigheid is met den duur van hun gevangen schap Deze vergoeding zal fi. 3000 bedragen voor lederen termijn van 6 maanden gevangen schap. Stroop en jam. Het Lid der Tweede Kamer de heer Maenen heeft aan den Mi nister van Economische Zaken de voloende schriftelijke vragen ge steld: 1. Wil de Minister mededeelen of het juist is, dat verscheidene fabrieken, alsmede de betrokken groot- en kleinhandel, over zeer groote voorraden stroop en jam beschikken waar geen afzet voor is? 2. Deelt de Minister voorts d» meening van de betrokken fabri kanten, dat handhaving van den gecombineerden bon (suiker, cho colade, stroop, jam, etc.) binnen kort stillegging van deze stroop en jamfabrieken tot gevolg zal hebben 3. Is de Minister bereid te be vorderen, dat de in vraag 1 ge noemde artikelen ten spoedigste zonder bon verkrijgbaar worden gesteld, of althans voor deze, in de huidige omstandigheden onmis bare producten, een aparte bon, los van den suikerbon, wordt aan gewezen

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1947 | | pagina 2