Begrootinii van Overzeesche Gebiedsdeelen Prol. ROMME OVER INDONESIË HOLLAND'S GLORIE Als de dooi intreedt UIT DE VOLKSVERTEGENWOORDIGING „Oe Kamer deed goed zich met Linggadjati te vereenigen Oe sneeuw en het verkeer Europa en de Atlantische Unie Financieringsregeling woningbouw 1947 Wal De steenkool-situatie in België Noorsch motorschip aan den grond EERSTE KAMER. Begrooting van Overzeesche Gebledsdeelen. t>e Eerste Kamer heeft Woens dagmiddag de behandeling van de begrooting van het Departement van. Overzeesche Gebiedsdeelen ver 1947 voortgezet. Bij de replieken verklaart de heer Stufkens (P.v.d.A.) door de rede van den Minister het ver trouwen in het beleid der Regee ring ten volle bevestigd is. Hij zegt verder bevredigd te zijn door het antwoord op eenige zijner zijds gestelde vragen. Ten aanzien van de uit te zen den ambtenaren zegt spr. er van overtuigd te zijn, dat hij een ver draagzaam standpunt inneemt. Wanneer het gaat om de benoe ming van ambtenaren, dan telt mede de mate van vertrouwen, welke zij ook geestelijk van de bevolking genieten. Dat is geen aantasting van de vrijheid inge- vólge de Grondwet. Ten aanzien van Indonesië staan we voor een volkomen nieuwen vorm van samenwerking. Het is onmiskenbaar van de grootste beteekenis, dat verdere onderhandelingen als die noodig ziin in een zekere rust kunnen geschieden. Daarom moet het niet noodig zijn steeds weer het Parlement te raadplegen. Andermaal betoogt hij, dat wan neer de belijdende Christenen zich stellen achter het beleid der Re geering inzake Linggadjati, zij daarin volkomenl verantwoord zijn ten opzichte van hun allerheiligst geloof. De motie-Stikker zal niet den steun van spreker's fractie ont vangen. Spr. hoopt op een wederzijdsche onderteekening van het aceoord, na korten of langer tijd. In het beleid van Minister en Kabinet heeft spreker's fractie volle vertrouwen. v Minister Jonkman antwoordt. Na de pauze beantwoordt de Minister van Overzeesche Ge- biedsdeelen, de heer Jonkman, de sprekers in tweeden termijn. De indruk der Regeering is be vestigd, dat de beraadslagingen verhelderend gewerkt hebben, zoo geeft hij te kennen. Naar aan leiding van de opmerkingen van den heer Algra ten opzichte van de verschillen, welke er bestaan, betoogt hij, dat nog immer een verschil bestaat ten aanzien van het tempo en de „wijze waarop". Thans erkent men ook in deze Kamer het recht on mondigheid. De Regeering is gaarne bereid dat te erkennen; spr. constateert, dat bij actucele punten de vooruit- strevenden en behoudendsgezin- den uiteen gaan. Vervolgens geeft de Minister te kennen, dat de Regeering er zich van bewust is, dat zij ook verantwoordelijk is voor de Indo nesische volkeren. Naar aanleiding van opmerkin gen van den heer Reyers ten aan zien van de Republiek, zegt de Minister, dat deze woorden van de wederpartij der Regcering onder mijnend werken om tot overeen stemming te komen. Wat Ir. Soekarno betreft merkt de Minister op, dat, wat deze tij dens de Japansche occupatiei zou hebben misdaan, het vaststaat dat hii door de Indische Nationalisti sche beweging wordt beschouwd als een voorvechter. Vervolgens zegt de heer Jonk man, de kwestie der ambtenaren besprekend, dat er, na wat de op positie dienaangaande heeft op gemerkt, reden voor is dat de Regeering zich over de ambtena- renkwestie nader zal beraden. Wij zullen ons moeten afvragen aan welke eischen van geschikt- he'd de ambtenaar moet voldoen om in deze tijden zijn functie be hoorlijk te vervullen. Wat de klacht van den heer Reyers ten aanzien van den Direc teur van Economische Zaken be treft, zal wanneer de heer Reyers nog niet te anderer plaatse een aanklacht heeft ingediend, spr. het bewijsmateriaal gaarne in ontvangst nemen. De notulen waren en zijn met voor publicatie bestemd, aldus de Minister. De Regeering is verant woordelijk voor wat de C.-G. doet maar verantwoordelijk woord voor Woord voor wat er in de no tulen staat acht zij zich niet. De Regeering bindt zich tot niets meer en anders dan zooals het in de Regeeringsverklaring is vervat. De Regeering is niet oereid ae correspondentie tusschen den Mi- nister en de C.-G. over te leggen. Wel is zij bereid aan het Senioren convent dezer Kamer en aan de Indische commissie uit de Tweede Kamer alle inlichtingen, welke zij wenschen, te verstrekken. Een geheime opdracht aan den heer Bannier om te onderhande len met den heer Soekarno heeft de Minister niet verleend. De Minister verklaart, dat de toestand in Madoera de Regee ring met zorg vervult; dit pro bleem is zeer moeilijk Alleen samenwerking met de Regeering der Republiek kan hier een oplossing brengen. Tegen de motie-Stikker zou geen bezwaar zijn, waren er niet de overwegingen, die er in vervat zijn. De Regeering is bereid de Ka mers eerst vertrouwelijk en daar na publiceerbaar in te lichten over alles wat de C.-G. inzake de on derhandelingen doet. Het is met de bedoeling aan de basis-overeenkomst te tornen. Het staatkundig beginselpro gram van Linggadjati is overeen komstig dat van Malino en dat is overeenkomstig de 7 December- rede van H.M. de Koningin. De krijgsmacht in Indonesië zou in staat zijn de kwestie c'.er intemeeringen op te lossen. Dat dit niet geschiedt is een bewijs voor den wensch naar oplossing door vreedzaam overleg. Blijkens de laatste rapporten komen thans nog 23.500 personen, onder wie 6000 uit Japansche kampen, voor evacuatie in aanmerking. Deze evacuatie zou in 2j£ maand kunnen worden voltooid. Er zijn echter meer moeilijkheden met het transport per schip. De Regeering vraagt zich ach teraf wel eens af of het niet beter ware geweest, dat men de C.-G. de overeenkomst direct had laten onderteekenen en niet slechts pa- rafeeren. Nu wordt in deze Ka mer aangedrongen op snelle on derteekening. Wanneer de troepen in Indone sië den indruk zouden hebben, dat zij Soekarno op den troon moeten helpen en bevestigen, dan is het noodig, dat de troepen wor den voorgelicht over de merites van de regeeringspolitiek. Ten aanzien van de positie van de Kroon heeft de Regeering nooit anders gezegd dan wat (zij steeds heelt bedoeld, betoogt spr.. Verder merkt de Minister op, dat voor de rijksconferentie be hoefte zal bestaan aan een ronde tafelconferentie. 'Baar zullen evengoed de vertegenwoordigers van West-Indië komen alp van Indonesië en van daar zoowel ver- tegenweord gers der republiek als vertegenwoordigers van andere groepen. Te Malang is gezegd, dat de- onderteekening van de basisover eenkomst slechts een faze zou zijn. Die gedachte heeft voor de Regeermg niets onaanvaardbaars. Ook voor de Regeering is de on derteekening niet meer dan een étappe. Het is een eerste stap op den weg naar het nieuwe staats bestel. De heer Stikker (P. v. d. V.) zet nader uiteen wat zijn motie bedoelt. De Regeering acht de motie overbodig. Ais ze wordt verworpen zou net kunnen wor den uitgelegd a'sof er geen nood bestond en alsof er geen verant woordelijkheid bestaat en dat er geen maatregelen zouden moeten worden genomen. Daarom trekt de heer Stikker zijn motie in. De heer Kol.f (C.-H.) verklaart nader, dat zijn fractie voor de begrooting zal stemmen, al betee kent dat geenszins dat zij vertrou wen beeft in het Indische beleid der regeering; Spr. zegt met groote zorg voor de toekomst van het Koninkrijk vervuld te blijven. De heer Algra (A -R.) ver klaart dat het regeeringsstand- punt inzake de ambtenaren voor zijn», fractie onaanvaardbaar is. Wanneer ztj voor de begrooting stemt beteekent dat geen instem ming .met het regeenngsbeleid. De heer Stikker (P. v. d. V.) geeft nog te kennen, dat hij zich zal onthouden van het stemmen tegen de begrooting. De heer Koejemans (C.P.N.j merkt op, dat het thans meer gaat over Linggadjati dan over de be grooting. I Onderteekening van het accoord moet snel geschieden. De fractie is bereid voor de be grooting te stemmen, met hand having van de bezwaren tegen het algemeen regeeringsbeleid. De begrooting wordt daarna met algemeene stemmen aange nomen. Vele leden komen Minister Jonkman en den Minister-Presi dent, Dr. Beel, de hand drukken. Dinsdagavond heelt de heer Paul de Waard, verslaggever van de K.R.O., een vraaggesprek ge houden met Prof. Mr. O. P. M. Romme. In dit gesprek deelde Prof. Romme mede, dat hij bij zijn bezoek aan Indonesië veel hulp had ontvangen van de autoritei ten, zoodat hij, door ook buiten Java te komen, zich heeft kunnen behoeden voor een vereenzelvi ging van Java en Indonesië. Een uezoek aan Batavia alleen zou immers een verkeerden indruk hebben gevestigd. Bij het vervul len van zijn spreekbeurten over Linggadjati was Prof Romme ge bleken, dat er bij de troepen een ware honger naar voorlichting bestaat. Op een vr^iag van den heer De Waard, of de troepen het doel van hun komst naai- Indonesië vol doende kennen antwoordde Prof. Romme, dat wij op hun geest trotsch mogen zjjn, doch daar mede alleen niet klaar komen. Zij hebben recht op meer daad werkelijke belangstelling vanuit Nederland; het gebrek daaraan is een vrij algemeen geuite klacht en niet ten onrechte. Wij kunnen niet genoeg doen: met woord en daad moeten wij achter hen staan. „Is uw meening ten aanzien van Linggadjati nog veranderd?" aldus de heer De Waard. „Het is mijn stellige indruk", zoo antwoordde Prof. Romme, „dat de Kamer goed gedaan heeft zich met Linggadjati te vereenigen". Ook buiten repu- blikeinsche kring voelt men zich opgelucht door de beslissing van de Kamer. Men ziet in Ling gadjati het tastbare bewijs van de bereidheid tot samenwerking op basis van galijkgereehtigheid. Wat de republikeinen betreft: met de non-coöperatoren is geen enkel accoord mogelijk, daar zijn het nu eenmaal non-coöperato ren voor, doch zij vormen niet de meerderheid. Wij dienen ech ter af te wachten, of zij, die Linggadjati wel aanvaarden, zich zullen kunnen doen gelden. DE ACTIE GERBRANDY- WELTER. Hoe denkt men in Indonesië over de actie-Gsrbrandy-Weiter? In buiten-Indonesischen kring zijn geen leidende figuren die op Linggadjati willen terug komen. Men distancieert zicli van de Welter-actie, welke „on werkelijk" wordt geacht. De In dische Katholieke Volksnartij aanvaardt Linggadjati als een redelijke werkbasis, dat doen ook de verbonden politieke par- tyen, al valt het te betwijfelen, of niet een gebrek aan innerlijke kracht een belemmering vormt voor de uitvoering daarvan. Den economischen toestand schetste Prof. Romme als „uitge sproken slecht". Wil er geen al gemeene hongersnood komen, dan dient men een snel einde te ma ken aan de huidige situatie. Het kind mag echter niet met het badwater worden uitgeworpen: vast moet staan, dat aan Ling gadjati zal worden vastgehouden bij de bestrijding' van de econo mische moeilijkheden. Er bestaat altijd een groot verband tusschen economie en politiek. Elke maat regel tot verhindering van een economische ineenstorting wordt in hooge mate bedreigd, wanneer deze niet wordt vergezeld door den wil aan Linggadjati uitvoe ring te geven. Prof. Romme zag de toekomst voor Indonesië somber in, indien niet vele Nederlanders hun krach ten aan dit rijk wijden. Er be staat een dringende behoefte aan hen en er ligt voor hen een aan trekkelijke toekomst. Prof. Romme legde er den na druk op, dat de Nederlanders een ruim aandeel aan werkkrachten moeten leveren op economisch, cultureel en vooral op medisch- hygiënisch terrein. Vooral wat dit laatste betreft bestaat de plicht het land te „be mannen". De K.N.A.C. deelt mede. dat de hevige sneeuwval het verkeer op de groote wegen danig parten heeft gespeeld en hier en daar stagnaties zijn veroorzaakt. Over het algemeen is de toestand in Limburg het gunstigst, daaren tegen heeft men in Brabant en Zeeland met gladheid te kampen wegens ijlzei en ijsregen In de overige provincies onder vindt het verkeer hinder van de opgewaaide sneeuw, dat is b.v. het geval met de wegen Den Haag-Rotterdam en Amsterdam- Den Haag. Op den Afsluitdijk zal men goed doen de noodige Voorzichtigheid te betrachten, vooral bii het passeeren. In Noord-Holland zijn de wegen glad en slecht berijdbaar, terwijl de weg Den HaagUtrecht op som mige gedeelten zeer glad is en men tevens te kampen heeft met opgewaaide sneeuw. In de Noor delijke provincies is de sneeuwval wel hevig geweest maar daar ztin de voornaamste wegen ondanks den sneeuwval van 4 cm met voorzichtigheid berijdbaar. Een nieuwe sleepreis naar Imlië. Dinsdag is van Schiedam uit opnieuw een groote sleepreis be gonnen. Thans is het de „Pool- zee", van L. Smit en Co's Inter nationale Sleepdienst, die den tocht ondernam. Het betreft hier nu eens geen tin- doch een gewo nen baggermolen, welke op de werf Gusto" te Schiedam revisie heeft ondergaan. Om de installatie voor het bag- gerwerk te completeeren, bévindt zich bij de sleep ook een z.g. bak, welke genaamd is N. H .W. 53. In deze bak is opgenomen een sleepboot van 220 P.K., bestemd om in Indonesië den molen te ver slepen. De molen is bestemd voor Soe- rabaja. Men denkt in tachtig dagen de reis volbracht te hebben. Opdrachtgever voor deze sleep reis is de Ned. Maatschappij van Havenwerken te Amsterdam, ter wijl de werkzaamheden in Soera- baja zullen geschieden voor reke ning van het Departement van Overzeesche Gebiedsdeelen. De baggermolen, die 36 emmers telt. kan een capaciteit ontwikke len van 550 liter per emmer. Voor het werk in Indonesië zijn een drietal; bakken noodig, plus nog een tweede sleepboot. De andere twee bakken zullen nu in gede- monteerden staat worden nage zonden, terwijl de tweede sleep boot binnenkort op een ander schip zal worden geladen. De baggermolen draagt den naam „Ghunkking". Rede van Van Cauwelaert. Dinsdagavond heeft Frans van Cauwelaert, Belgisch Minister van Staat, en Voorzitter van de Ka mer, te Brussel in het Paleis van Justitie voor het Vlaamsche Pleit- genootschap een rede gehouden over het onderwerp: „Europa en de Atlantische Unie". (Spreker betoogde dat door een internationale organisatie alleen de vrede niet te verwezenlijken is. Hij is overtuigd van de noodzake lijkheid der regionale organisatie en zegt zich te verheugen over de Nederlandsch-Belgische tolunie en het Britsch-Fransche verdrag van bondgenootschap. Spreker is ech ter een beslist tegenstander van „Vereenigde Staten van Europa" volgens de opvattingen van Briand en CoudenhoveKalergi, evenals van het „United Europe" van Churchill. Deze Europeesche statenbond, zoo betoogt hij, is 'n hersenschim daar uit de geschie denis van Europa blijkt, dat het noch op ideëel, noch op econo misch gebied een eenheid is. In een dergelijken statenbond zou Duitschland overigens een over- heerschende rol gaan spelen. Van Cauwelaert ziet het heil van Europa in een bond van At lantische staten, bestaande uit West-Europa, het Britsche Impe rium, de Scandinavische landen, Noord- en Zuid-Amerika en Afri ka. Engeland en Amerika zouden de voornaamste schakels van deze Atlantische Unie vormen. In Europa zelf zou deze unie zooveel mogelijk Oostwaarts moeten rei ken. Alleen een dergelijke unie, zoo meent de heer Van Cauwe laert. kan de wereld redden uit den chaos waarin wij thans leven. opvarenden zijn gered. De Bolivar was een dubbelschroefschip van 5230 ton, dat eerst na den oorlog voltooid werd en thans zijn eerste reis maakte. (Van zekere zijde is de indruk gewekt, dat de onlangs tot stand gekomen „Financieringsregeling Woningbouw 1947" slechts moge lijkheid biedt tot het bouwen van huurwoningen. De Minister van Openb. Werken en Wederoubouw wijst er éven- wel op dat deze opvatting op een misverstand berust en dat ook de bouw van een woning, welke door den eigenaar zelf wordt bewoond, op den voet van evengenoëmde regeling gefinancierd kan wor den. Het College van Algemeene Commissarissen voor den Weder opbouw vestigt de aandacht van de arbeiders, die voor den weder opbouw in de geteisterde gebieden werkzaam en in kampen gehuis vest zijn op het volgende: Indien na het intreden van den dooi het werk weer kan worden hervat, moet men, alvorens af te reizen, zijn stamkaart en levens middelenkaart bij het distributie kantoor van zijn woonplaats in leveren. Alle nog niet aange wezen bonnen moeten zich op de levensmiddelenkaart bevinden. De distributiedienst zal ten bewijze van de inlevering een ontvangst bewijs MD 192-01 aan den be trokkene afgeven. De aandacht wordt er op gevestigd, dat des Zaterdags geen inlevering by ds distributiekantoren kan plaats hebben, maar uitsluitend op de dagen Maandag t/m Vrijdag. Bij aankomst in het kamp moet terstond het van den distributie- dienst ontvangen inleveringsbe- wijs aan den kampbeheerder wor den afgegeven De kampbeheerder Is verplicht hiervoor een ont vangstbewijs af te geven, zy, die geen MD 192-01 bewijs hebben, zullen niet in de kampen worden toegelaten. Werkgevers wordt verzocht him arbeiders in kennis te stellen van het tydstip, waarop zy weer aan het werk moeten gaan. Het is gewenscht rekening te houden met een tydspeling van ca. 2 dagen in verband met de inleve ring van de distributiebescheiden van hen, die In kampen worden gehuisvest. krijgen we Ook daar een hachelijke toestand. Van officieele Belgische zijde wordt medegedeeld: De toestand Inzake de kolen- voorziening is hacheiyk. De bui tengewone weersomstandigheden hebben de uitwerking der pro gramma's verminderd. Zoo kon den van de 22 Amerikaansche steenkolenschepen. die begin Maart moesten aankomen, er slechts zeven geladen worden op einde Februari, met het gevolg, dat 120.000 ton steenkolen, be stemd voor de electrische centra les en de cokes-fabrieken, zullen ontbreken. België moest voor de maanden Januari en Februari 60.000 ton PooLsche steenkolen ontvangen. Nauwelijks 4000 ton zijn aangekomen- De overige kolen konden niet verzonden worden, daar de havens aan de Baltische Zee zijn toegevroren. De contingenten van het Ruhrgebled zijn eveneens niet geleverd, wat een verlies van 80.000 ton voor twee maanden beteekent. Nage noeg 20C 000 ton steenkolen zijn geladen op schepen, die in het binnenland zelf liggen ingevroren. Od de North Kish Bank bij Dublin, is het Noorsche schip Bo livar, dat met graan van Buenos Aires naar Dublin onderweg was, aan den grond geraakt. Met vreest, dat het schip door de zwa re zeeën zal worden gebroken. Nader wordt gemeld, dat alle Voor het tijdvak van 9 tot en met 22 Maart 1947. Elk der volgende bonnen geeft recht op het koopen van: Bonkaarten KA, KB, KC 703: (Strook no. 2) 637 alg. 500 gr. suiker, boter hamstrooisel enz. öf 1000 gr. jam, stroop enz. öf 500 gr. chocolade of suikérw. 638 alg. 50 gr. cacao 639 alg. 250 gram citroenen vóórinlevcring Bonkaarten KD, KE 703: (Strook no. 2) 64—4, 645 alg. 250 gr. suiker, boterhamstrooisel enz. öf 500 gr. jam, stroop enz. öf 250 gr, chocolade of suiker werk 646 alg. 50 gram cacao 64—7 alg. 250 gram citroenen (vóörinle vering). Bonkaarten MA, MD 703: (Strook no. 2): 634 suiker 250 gram suiker, boterhamstrooisel enz. öf 500 gram jam, stroop enz. öf 250 gram chocolade of suikerwerk Tabakskaarten enz. QA, QB, QC 703: 631 Tabak 3 rants, tabaks- artikelen 632, 633 Tabak 2 rantsoenen tabaksartikelen 631 Versnaperingen 200 gram chocolade en/of suikerwerk öf 200 gr. suiker, boter- hamstrooisel enz. öf 400 gr. jam, stroop enz. 633 Versnaperingen 100 gram chocolade en/of suikerwerk öf 100 gram suiker, boter hamstrooisel enz. öf 200 gr. jam, stroop enz. Bovengenoemde bonnen kunnen reeds op Vrjjdag 7 Maart worden gebruikt. Op de bonnen der tabakskaart zijn gedurende deze 14 dagen in totaal 5 rantsoenen tabaksartike len beschikbaar. De volgende bonaanwijzing voor suiker, versnaperingen en tabak zal op Donderdag 20 Maart plaats vinden. De bonnen voor citroenen moe ten uiterlijk op Woensdag 19 Maart bij een detaillist in groente en/of fruit ingeleverd worden.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1947 | | pagina 2