DE 0NTWERP-0VEREENK0MST
VAN LINGGADJATI
8
18
I
Geschestliwoor H.M.de Koningin
SMUTS over de Vereen. Naties
De Grieksche beschuldigingen
;,ui
7e
1 "3
Th I
au'
i
81
w
>ki\
"j I
diM
3-H
J
"J j
e
fj ÜT
I
'M g
D-i
I
VRIJDAG 20 DECEMBER 1946.
Bisschop van New York brengt hulde aan Ned. voSk
Antwoord
van H. M. de Koningin
Parlementaire Commissie
naar West-Indië
Kerst- en Nieuwjaars
boodschap
van II. M. de Koningin
„Men heeft nog veel te leeren'
Zijn langste radiorede
Veiligheidsraad.
Het extra-Vleesclrantsoen
Storingen in de gas- en
electriciteitsvGorziening
Petroleumbonnen
aangewezen
Sinister Jonkman repliceert
Elfmerentocht afgelast
--Jpd
Cl
l te
rrtj
zd t e|
•k h
uj-
i [J<
1
I
o<J
L
I
'i k /I
SU
',Ef
"li
nvjl
d2i nt
ÜOM
tl
is» li
ar to
WEERSVERW ACHTIN G
medegedeeld door het K.N.
M.I. te De Bilt geldig tot
Vrijdagavond.
Lichte vorst.
Helder weer met lichte vorst
in het uiterste Westen van het
land en matige vorst in het
overig gedeelte. Matige wind
uit Oostelijke richtingen.
DE TRUE ZEEU
3de Jaargang No. 384.
Ad verten tieprös:
per mm 10 ct.; minimum
per advertentie f 1.50
Inzendingen advertenties
tot des namiddags 4 uur.
Rubriek kl. advertenties:
1—5 regels 60 ct.; iedere
regel meer 12 ct. Ver
melding brieveh onder
nr. Bur. van dit Blad
10 ct. meer
Verschijnt dagelijks Drukkerij N V. Firma P. J. van de Sande Temeuzen Abonnementsprijs ƒ3,25 oer kwanarA
Naar wij vernemen heeft de
Bissóhop van New-York de Right
Reverend William T. Manning aan
H. M. de Koningin een prachtigen
ril veren kelk ten geschenke aan
geboden. Deze kelk is afkomstig
uit Leeuwarden, en waarschijnlijk
vervaardigd door Thomas Laurens
tn het jaar 1608.
In 1928 bood de Nederlandsche
regeering aan de Kathedraal van
Saint John the Divine te New
York een exemplaar van den Sta
tenbijbel aan. Op deze gebeurte
nis doelt Bisschop Manning in
zrjn begeleidenden brief aan de
Koningin, met de volgende woor
den:
„Uwer Majesteits vriende
lijkheid jegens ons in de jaren
van voorspoed doet ons de vrij
heid nemen om in deze moei
lijke dagen uiting te geven aan
onze bewondering voor den
moed en de standvastigheid
van het Nederlandsche volk.
Het komt ons passend voor,
dat aan vrienden wordt toege
staan door een klein geschenk
hij te dragen, tot het herstel
van de schatten, die in ver
leden en heden door vijanden
uit uw land geroofd werden.
Wij verzoeken Uwe Maje
steit dit geschenk te aanvaar
den als een eerbetoon van hen,
die de Nederlandsche traditie
van geloofsvrijheid en ver
draagzaamheid hoogschatten
een traditie, die een verrij
king van de stad en het dio
cees van New York beteekend
heeft.
Met bewondering hebben wij
geizien, hoe deze geest in #fe-
derland gehandhaafd bleef in
een tijd, waarin dat ging ten
koste van nog grooter lijden".
In antwoord op den brief van
den Bisschop heeft Hare Maje
steit de Koningin het volgende
schrijven aan Reverend Manning
doen toekomen:
„Uw prachtig geschenk en
uw vriendelijke brief hebben
mg diep getroffen. Naast de
De parlementaire commissie
welke naar West-Indië zal wor
den afgevaardigd, zal bestaan
uit de Tweede Kamerleden: Dr.
S. E. B. Bierema (P. v. d. V.),
EL J. W. A. Meijerink A.-R.),
G. Wagenaar (C.P.N.), Prof. J.
H. A. Logemann (P v. d. A.) en
uit de Eerste Kamerleden Mr. G.
C. J. D. Kropman (K-V.P.) en
Prof. J. de Zwaan (C.-H.).
hulji en vriendschap, welke ons
door het Amerikaansche volk
tijdens en na den oorlog zijn
betoond, beschouw ik dezen
prachtigen kelk, die -.éénmaal
van Nedeclard naar uw land
kwam, en thans_ naar het llnd
van oorsprong terugkeert, als
een symbool van onze blijvende
vriendschap.
Deze vriendschap is geba
seerd op gemeenschappelijke
idealen en tradities van vrij
heid, barmhartigheid en ge
rechtigheid. Uw geschenk zal
voor mij steeds een herinnering
zijn aan al hetgeen het Ame
rikaansche volk in zijn ontem
bare kracht voor mij en mijn
volk gedurende donkere uren
heeft beteekend."
De Commandant der Neder
landsche troepen in Engeland,
Generaal-Majoor D. van Voorst
Evekink, heeft de volgende
Kerst- en Nieuwjaarsboodschap
van H. M. de Koningin ontvan-
gen:
,,Aan u allen, -die deel uitma
ken van de strijdkrachten ter
zee te land en in de lucht, zoo
wel hier te lande, als in Surina
me en Curasao, of wel in oplei
ding in Groot-Brittannië, zend ik
mijn beste wenschen voor een
gelukkig Kerstfeest en een voor*
spoedig Nieuwjaar.
Moge ieder van u, trouw aan
de u gegeven opdracht, mede
werken aan den verderen op
bouw van onze krijgsmacht.
wg. WILHELMINA.
Generaal Smuts, Eerste Minis
ter van Zuid-Afr.ka, heeft Woens
dagavond de langste radiorede
van zijn looobaan gehouden. Deze
rede vormt een terugblik op de
handelinsen van de bijeenkomsten
der V. N. te New York en van de
Parijsche Vredesconferentie, voor
zoover deze op Zuid-Afrika be
trekking hadden.
Naar aanleid ng van de beslui-,
ten van de V. N. ten aanzien van
Zuid-West-Afrika en de Voor-In
diërs in Zuid-Afrika verklaaide
hij, dat een ongelooflijk wanbe
grip over ras, kleur, den toestand
van de Voor-Indiërs in Zuid-Afri
ka en hun behandeling aan den
dag was getreden.
Ten aanzien van de verwerp'ng
door de V. N. van het ZucrAfri-
kaansche voorstel om Zuid-West-
Afrika bij de Unie van Zuid-Afri
ka in te lijven verklaarde Smuts,
dat de regeering van do Unie
van Zuid-Afr.ka vastbesloten is
althans de haar bij. mandaat ge
geven positie te handhaven en te
kwijten van de taak, die zij tegen
over de inwoners van Zuid-West-
Afrika van prinjair belang is. op
zich heeft genomen. Volgens
Smuts hebben de V. N. aan de
Unie het meest elementaire recht
ontzegd om zich te wenden tot
het bestaande gezag van het In
ternationaal Gerechtshof.
Woorden in wanverhouding
tot resultaten.
Volgens Smuts stonden bij de
debatten in de V. N. woorden in
wanverhouding tot resultaten.
Smuts sprak de hoop uit, dat de
organisatie der V. N. die nog
veel te leeren heeft, een werk
schema zal opstellen, dat veel van
de ontmoed'gende fouten, die in
het begin zijn gemaakt, onmoge
lijk zal maken.
De grondige wijziging van de
ontwaoeningspolitiek van de Sow-
jet-Unie noemde Smuts den be
langrijksten stap, die ooit gedaan
is, naar een vredige wereldorde.
Hij wee3 er echter op, dat het
verdere succes van de uitwerking
van details afhankelijk is en dat
er alleen van een belangrijke
koerswijziging sprake kan zijn,
indien er zich geen onverwachte
moeilijkheden voor doen.
In antwoord op de beschuldigin-
fen van Grieksche zijde beweerde
e Joego-Slavische ambassadeur
te Washington in de bijeenkomst
van den Veiligheidsraad, dat
Joego-Slavische* „landverraders"
in Griekenland worden samenge
trokken en bewapend om onrust
in den Balkan te veroorzaken.
Griekenland had Albanië, Bul
garije en Joego-Slavië hulp aan de
guerillastrijders ten laste gelegd.
De V. S. stelden voor, dat een
commissie van onderzoek, be
staande uit de vijf permanente
leden van den Veiligheidsraad plus
Polen en Brazilië, zich op de hoog
te zou stellen in Albanië, Bulga
rije, Griekenland en Joego-Slavië.
Albanië en Bulgarije, die beide
géén lid van de Vereenigde Naties
zijn, hebben zich bereid verklaard
tot «onderwerping aan de jurisdic
tie" van den Veiligheidsraad.
Komt er een commissie van
onderzoek
Herschel Johnson, de Ameri
kaansche gedelegeerde, stelde een
resolutie voor waarbij een com
missie van onderzoek wordt inge
steld, en zeide, dat juist voor dit
soort zaken de Veiligheidsraad in
het leven is geroepen. „Grens-
schendingen van dit karakter
kunnen door den Veiligheidsraad
niet stilzwijgend voorbijgegaan
worden".
Sir Alexander Cadcgan steunde
het instellen van een commissie
van onderzoek en beschreef den
toestand in het grensgebied van
Griekenland als „hoogst gevaar
lijk", „hier ligt een smeulend
vuur dat ieder oogenblik kan op
vlammen. Het zou den Veilig
heidsraad niet mogelijk zijn een
juist oordeel over deze aangele
genheid te vormen zonder een
commissie van onderzoek terwijl
het voortzetten van het debat de
situatie zou verergeren."
Paul Hasluck (Australië) steun
de eveneens het Amer'kaansche
voorstel, evenals de Braziliaan-
sche gedelegeerde.
De Veiligheidsraad werd ver
volgens verdaagd.
Naar van officieele zijde wordt
medegedeeld, dient men er reke
ning mede te houden, dat begin
Januari de extra verstrekking
van 100 gram vleesch boven het
rantsoen van 400 gram. per per
soon per veertien dagen welke
extra verstrekking langen tijd is
volgehouden voorloopig geheel
of gedeeltelijk zal moeten worden
stopgezet.
Dit als gevolg van ontstane
moeilijkheden, o.a. met de omze-
kerheid omtrent de leveringen uit
het buitenland.
Ook Zeeland er bij betrokken.
Tengevolge van het gebrek aan
steenkool zijn op sommige plaat
sen storingen opgetreden in de
gas- en electriciteitsvoorziening.,
In het algemeen is de situatie
thans als volgt, zoo deelt men
ons van bevoegde zijde mede:
In het Zuiden van het land be
staan weer „speruren" voor die
Ibedrijven en particulieren, die gas
betrekken uit de Staatsmijnen,
zulks tengevolge van het feit,
dat de mijnen eenige dagen krap
zitten met mijngas. De Gelder-
sche electrlciteitscentrale is er
toe overgegaan om die kabels,
waarop meer stroom wordt ge
bruikt dan is toegestaan, „droog
te leggen". In Zeeland is dit
eveneens het geval. Deze situa
tie bljjft zoolang bestaan, tot
nieuwe stroomlevering via de
kabels mogelijk is. In het Wes
ten van het land is thans over
stroomlooze uren niets bekend.
De mogelijkheid is niet uitgeslo
ten, dat bepaalde centrales indi
vidueel een dreigement zulier
moeten lanceeren ter beperking
van dit stroomverbruik.
Voor het tijdvak van 22 Decem
ber t/m 1 Februari zijn de bonnen
53-5 en 54-6 Algemeen aangewe
zen voor het koopen van 2 liter
petroleum.
In verband met den toestand
van het ijs en den sneeuwval^
waardoor de wakken onzichtbaar
zijn geworden, is de elfrr^erentoeht
die Zaterdag a.s. plaats zou vin
den, voorloopig afgelast.
In de Tweede Kamer-verr;ade
ring, welke Donderdagmorgen te
elf uur aanving, is de beraadsla
ging over de door de Regeering
in de vergadering van 10 Dec. af
gelegde verklaring inzake de ont-
werp-overeenkomst van Llngga-
djati voortgezet.
Thans kwam de Minister van
Overzeesche Gebiedsdeelen, de
heer Jonkman aan het woord.
Er was wederom groove belang
stelling: de leden der Commissie-
Generaal hadden weer plaats ge
nomen in de loge boven 's voor
zitters bureau. De meeste Minis
ters waren present.
Min'ster Jonkman merkt op,
dat de Regeering aan den Raad
van State en de Eerste Kamer
mede de volledige stukken heeft
doen toekomen. Bij de voorbe
reiding der beraadslaging hebben
zich twee instellingen afgetee-
kend.
Eenerzijds dringt men aan op
schriftelijke voorbereiding, ander
zijds wordt op spoed aangedron
gen. De Regeêring heeft den mid
denweg gekozen. De Regeering
begrijpt, "dat men aandringt op
SDoed omdat men abnormale om
standigheden de baas probeert te
worden. Met spoed kan, over
haast mag niet.
Terwijl wij vergaderen is de
Landvoogd doende in Den Pasar.
Daar tracht men verderen vorm
te geven aan de staten, die eens
deel zullen uitmaken van de Ver
eenigde Staten van Indonesië. De
Landvoogd moet dit doen, maar
men kan ook stellen, dat hij meer
vooruitloopt op wat hier moet ge
schieden.
De president verlangt een gron
dige mondelinge behandeling, zoo
wel wat vorm als inhoud betreft.
De heer Goedhart heeft niet
volledig recht laten wedervaren
aan Volksraad en voorzitter er
van, hetgeen spr. met zijn Volks- j
raadervaring kan zeggen. De
tegenstanders doen, alsof zij van
te voren zeggen, dat zij zich niet
laten overtuigen.
Nu kan men zeggen, dat de wij-
Ize van publicatie er meer debet
aan is. Spr. erkent ter zake te
kortkomingen der Regeering,
maar dit was onvermijdelijk. Het
was z.i. niet onmogelijk, hier te
lande meer voorlichting te geven.
Zou het veel hebben kunnen af
doen aan de scherpe tegenstel
lingen
In den Volksraad speelde de
motie een belangrijke rol gelijk de
Minister nader toelicht, daarbij
opmerkend, dat niet blanco ge
stemd kan worden.
Ook de gedachtenwisseling in
de Kamer heeft de Regeering de
overtuiging gebracht, dat hoezeer
men er ook tegen kan zijn, men
zal stemmen vóór Linggadjati.
Spr. wil zijn tegenstanders
overtuigen, dat het beter is
toch te stemmen vóór Ling-'
gadjati.
Het beroert ons zoo vol
ledig, dat daarin ook ligt een
onvermijdelijk verschillende
instelling tegenover de vraag
stukken. Een Regeering als
hier zit, die zich vooruitstre
vend noemt, kijkt naar de toe
komst en als men dat doet, is
men voor Linggadjati. Men
kan in Linggadjati iets veel
belovends zien. Men kan er
een gang naar Canossa in
zien, maar ook iets verheu
gends. Als men naar de toe
komst ziet zegt ,men: er is
een groot offer gebracht, om
iets goeds te bereiken. De
Commissie gedroeg zich
waardig onder onwaardige
x omstandigheden.
Men bedenke, dat nog zeer
veel aan de verdere uitwerking is
overgelaten. Het is voor alles een
politiek accoord. Zoo weinig
brengt dit accoord, dat er ruimte
blijft voor een rondetafelconfe
rentie 'En daarna zal men moeten
komen tot een grondwetswijziging
en opstelling van een statuur
voor de Unie.
Men bedenke, dat het politiek
accoord nog zoo weinig brengt,
dat er wettelijke maatregelen
moeten komen voor den overbrug
gingstermijn. Spr. verzekert, dat
zoowel de C. G. als de Luit.-Gou
verneur-Generaal reeds bij de
Regeering hebben voorgebracht
met welke menschen het accoord
verder kan worden uitgewerkt.
Tegen de tegenstelling, welke
de heer Romme maakte tusschen
Linggadjati als fantoom en als
het wezenlijke Linggadjati heeft
spr. bezwaar.
Men moet zich indenken, onder
welke omstandigheden 't accoord
moest worden opgesteld. Men
bedenke, dat ieder der beide dele
gaties invloed wilde uitoefenen,
zoodat het een compromis moest
worden. De beste typeering is
nog altijd, dat het is een politiek
accoord, een afspraak, die eigen
lijk inhoudt dat we 'n definitieve
afspraak zullen nastreven op basis
van deze overeenkomst.
Een toelichting der C. G. en een
verklaring der Regeering was
noodig; men moet ze als één ge
heel zien, waarbij de verklaringen
der Regeering prioriteit geniet
Het is niet geheel redelijk, om
alleen de 17 artikelen te bezien
los van de toelichting en de ver
klaring. Vóór de onderteekening
moet vaststaan, dat de wederpar
tij toelichting en verklaring aan
vaardt. Duidelijk moet blijken,
dat men niet alleen de artikelen
onderteekent. Aan de ondertee
kening zou de Regeering een
briefwisseling willen doen vooraf
gaan, waarin dat wordt duidelijk
gemdakt; daartoe helt de Regee
ring over.
Ten aanzien der arbitrageclau
sule deelt spr. mede, dat de arbi
trage op het laatste oogenblik is
opgenomen op verlangen der In
donesische delegatie. Maar geen
der partijen heeft gelegenheid ge
had zich volledig rekenschap te
geven 'van de draagwijdte der
arbitrage. De bedoeling is af te
spreken, dat dit artikel in een
apart reglement een eigen be
schrijving zal krijgen.
Ten aanizien der bindende notu
len zegt de Minister, dat er be
sprekingen zijn geweest zonder
de Britsche vertegenwoordiger.
Bij die politieke besprekingen zijn
afspraken gemaakt, wat men
later zal doen op bepaalde punten.
Daarover zijn notulen gemaakt
Spr. gelooft, dat de Kamer zou
kunnen goedvinden niet aan te
dringen op het overleggen der
notulen, omdat het schade zou
kunnen veroorzakep.
De Minister herinnert er
aan, dat voof ,,ons, Indische
menschen", de Grondwet niet
zoo gelukkig is voor het ge
meenschappelijk staatsver
band, ais men wel zou wen
schen. Z.i. worden de ge
biedsdeelen overzee daarin
toch miskend. Als men de
Grondwet als Indischman op
slaat, dan vindt men er niets
over zichzelf. Dit is eigenlijk
een aanwijzing, dat men in
onze wetgeving een achter
stand had ten aanzien van
Indië.
Er wordt in dit debat, en terecht,
gestaan op onze Grondwet. Maar
men mag nooit vergeten, dat men
nooit heeft voorziep, dat zich om
standigheden als nu konden voor
doen. Zoolang de Grondwet niet
gewijizigd is, kan het kwalijk mo
gelijk zijn zich aan te passen aan
de wettelijke toestanden. Verwij
zende naar 1830 meent spr., dat
we niet geheel zonder precedent
rijn.
Waar ging het bij de overeen
komst om? Gezocht wordt naar
een vrijheid in grootere eenheid
als oplossing van het koloniale
geval. Wij willen op eigen wijze
voorzien in een nieuwe staatsin
richting met vrijheid voor de
onderdeelen.
De vierdeelige staat, welke,
we gaan oprichten, zal moe
ten voldoen aan eischen, die
nog niet gesteld zijn. Is het
wel redelijk, als men een an
dere opvatting over de Ko
ninklijke rede huldigt, ais
men anders denkt over de
overeenkomst als een ander,
de Regeering te beschuldigen
van ontrouw en zelfs met
vervolging te bedreigen?
n,
de
I
ai i >era
dinl
ifvj er
i Na
i Td
hil
1 151
aiU
tfl/l'
1 env
1 29
rAiB
rif"] uui
All
Kf
J. 11.20jf
'a1
Vd v
1. L-
K e,\
J.„ iok\\
is\\
bbei
o* boei
<ji
wijl
lenj
21
zltj ef. 1
ïnl!
9SI
d;
7 aai
uti
;rj
(w
bt. ïstè
eri;
ejj. wo'
|j KH'
ivm
o J
rrJ
he,! N: j
k 1
art j
•ejj
T
ks1.
ik
v :V,J