Het vlot niet in Parijs.
Rede van Baren van Boetzelaer van Oosterhout
Hei nieuwe Befyiscke ICaUnet.
VRAGEN VAN BEN GAG
Voorschriften voor schrijfwijze van de Ned. Taal.
Het probleem Palestina
De agenda
voor de komende Alg* Verg. der V. R
Het grensgeschil tusschen
Siam en Indo-Ghina.
4200 jeeps voor Nederland.
ZAL DE GAULLE
inning
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1916.
{■■■RnaEH 3,
I FRANKEER
I ALS REGEL
MET
j EEN NATIONALE
HULPZEGEL.
MEENINGSVERSCHILLEN EN COMPROMISVOORSTELLEN.
üa status der kleine Staten in het geding.
Het Ned. voorstel met
11 tegen 9 stemmen
verworpen.
in het Lagerhuis.
Het standpunt
van de Joegoslavischen
Afgevaardigde.
President van de Republiek worden
W
A
Nogmaals de veto-kwestie.
De punten Palestina en
Triëst niet op de lijst?
Distributie van appels,
peren en pruimen.
TWEEDE KAMER
^Bezieling
noccltg
P—IS*'WES
a «OKÊBESji Hoofdredacteu
in
I WEERSVERWACHTING
B medegedeeld door het K.N. g
M.I. te De Bilt geldig tot j
hedenavond.
Brekende bewolking.
Hier en daar nog eenige
1 regen, later brekende bewol- J
king. Matige aan de kust jj
1 tijdelijk vrij krachtige wind jj
m tusschen West en Zuid-West g
ftiiiniiiiwiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitu^
Herm. Steggerda.
Redacteuren:
P. L. D. J. van Oeveren
S. W. Henry.
Redactie-adres:
Noordstr. 55-57, Terneuzer,
Tel. 2510 - Na 6 uur 20"
Hoofdagentschap voor
West Zeeuwsch-Vlaanderen
Willemsweg83. Schoondiike
DE VRIJE
Uitgave Stichting „De Vrije Zeeuw" Verschijnt dagelijks
2de Jaargang No- 266.
- Drukkerij N.V. Firma P. J. van de Sande - Terneuzen.
Advertentieprijs:
per mm 10 ct.; minimum
per advertentie f 1-50
Inzendingen advertenties
tot des namiddags 4 uur.
Rubriek kl. advertenties:
1—5 regels 60 ct.; iedere
regel meer 12 ct. Ver
melding brieven onder
nr. Bur. van dit Blad
10 ct meer i
Abonnementsprijs 3,25 per kwartaal. ailllllUhlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU
In Conferentiekringen wordt
melding gemaakt van een Ame-
rikaansch overbruggingsplan ter
oplossing van de meerderheids
kwestie. Öyrnesl is bereid een
compromis tusschen de twee der
de meerderheid en de eenvoudige
meerderheid voor te stellen dat
op het volgende neerkomt. Be
langrijke voorstellen, die de twee
derde meerderheid niet kunnen
halen, zullen toch aan de groote
vier ini overweging worden gege
ven. Dergelijke voorstellen zou
den dan vergezeld gaan van een
lijst van aanhangers. Er zal ech
ter onderscheid worden gemaakt
tusschen deze voorstellen en de
met twee derde meerderheid aan-
vaarde aanbevelingen.
Het voorstel van Byrnes zal
mogelijk zeer welkom zijn. aan
gezien de reglementscommissie
na 3% uur wikken en wegen
slechts twee punten van de voor
gestelde regels had aanvaard en
dan nog met twee amendementen.
De kwestie aangaande den be
twisten status der kleine landen
bracht de eerste stemming ter
conferentie. Een Nederlandsch
amendement stelde voor, dat alle
21 delegaties vertegenwoordigd
zouden zijn in de 9 territorale"
en „functioneele" commissies.
Het werd met 11 tegen 9 stem
men en 1 onthouding verworpen.
Voor stemden Australië. Canada,
Z. Al rik a België. Brazilië, Ethio
pië, Griekenland, Nederland t en
China. Tegen stemden Wit-Rus-
land. Frankrijk, Engeland, India
Noorwegen. N. Zeeland, Polen
Tsjecho-Slowakije Oekraïne,
U.S.S.R. en Joegoslavië.
Dat de Dominions tegen En
geland waren legt de nadruk op
een kwestie, die naar voren
kwam in de rede van Kardelj,
toen hij zeide, dat Joegoslavië
sterk zal opponeeren tegen de
door de groote vier voorgestelde
regeling inzake Triest.
Manoelski (afgevaardigde voor
de Oekraïne) bestreed Dr.
Evatt's bewering „brood is be
langrijker dan grenzen". Voor
Joegoslavië is de Triëst-grens-
kwestie dan ook wel zeer belang
rijk. Bij de pogingen van Joego
slavië de ontwerp-verdragen op
dit gewijzigd te krijgen kan de
Sowjet-Unie niet tegelijk de be
slissing van de groote vier verde
digen en ziin naasten bondgenoot
op den Balkan steunen. Een zelf
de dilemma als Engeland bij de
me^rderheidskwestie.
Bij de debatten van de regle
mentscommissie wist Molotof ge-
Churchill, de leider van de op
positie, heeft in het Lagerhuis
tijdens het voortgezette debat
over Palestina de regeering den
raad gegeven aan Amerika mede
te deelen dat, wanneer dit land
niet bereid is een deel van het
Palestijnsche vraagstuk op zijn
schouders te nemen Engeland zijn
mandaat ter beschikking van de
V. N. zal stellen en zich binnen
een bepaalden termijn uit Pale
stina zal terugtrekken.
„We hadden maanden geleden
een dergelijke medede' 'ng moe
ten doen", aldus Churc- „ik ben
ervan overtuigd, dat t goede
resultaten zou hebben afgewor
pen. Als de joodsche terreur in
Palestina voortgaat, worden we
automatisch van elke verplichting
ontheven".
Churchill betreurde het nieuws,
dat de V. S. niet met het plan
acooord gaan en hoopte, dat het
niet het laatste woord zou zijn.
Hjj deed duidelijk uitkomen, dat
de regeering niet vrij van schuld
was aan den huidigen stand van
zaken. Engeland heeft zich uit
Egypte teruggetrokken en kan er
nu van beschuldigd worden uit
strategische overwegingen een
oogje op Palestina te laten vallen.
,.lZeg Egypte, dat we staan op
onze bij het verdrag bepaalde
rechten en dat we onze positie in
de Kanaalzone wenschen te hand
haven", zoo riep Churchill uit.
„Het geheele empire zou het
slachtoffer worden van het ver
keerde optreden van de regee
ring".
Sir Stafford CrippTs, de Minister
van Handel, herhaalde wat Mor
rison Woensdag reeds heeft ge
zegd, n.l. dat de toepassing van
het plan ten volle van Amerika
afhing. Toen men Cripps vroeg
of Amerika zou deelnemen aan
de besprekingen met de vertegen
woordigers van Arabieren en Jo
den, antwoordde hij ontkennend.
Zij zullen hoogstens een paar
waarnemers zenden, aldus Cripps.
Desgevraagd verklaarde hij, dat
de kwestie niet aan de V. N. zal
worden voorgelegd, aangezien een
verdere vertraging zeer onge-
wenscht is.
George Hall, de Engelsche Mi
nister voor de Kiloniën, sloot het
debat, dat zich na de rede van
Churchill ontspon met de mede-
deeling, dat, naar hij hoopte, de
bijeenkomst met de Joden en Ara
bieren half Augustus zal plaats
hebben. Hall noemde Churchill's
opmerkingen over de Engelsch-
Amerikaansche samenwerking
„zeer schadelijk" en verweet hem.
dat hij de kwestie Egypte in dis
cussie bracht op een oogenblik,
dat de onderhandelingen voor een
nieuwe overeenkomst met Egypte
gaande zijn.
steund door Hector MacNeil (En
geland) tweemaal op meesterlijke
wijze dreigende moeilijkheden te
voorkomen door op het juiste
oogenblik met een compromis
voorstel te komen.
De eerste maal was toen er een
schijnJbaar onschuldig amende
ment van Grieksche zijde kwam,
hetgeen! wilde bereiken dat eik
van de 21 landen een kwestie in
verband met de vredesverdragen
zou kunnen opwerpen. Het amen
dement werd prompt door Ma
noelski aangevallen toen hij zei,
dat het amendement in verkapten
vorm het punt van de eenvoudige
meerderheid aan de .orde bracht.
Juist toen de discussie te hoog
begon te loopen, wierp Molotof
door middel van een compromis
voorstel olie op de golven. Hij
stelde voor, dat de conferentie op
verzoek van een of meer delega
ties i iedere willekeurige kwestie
in verband met de vredesverdra
gen op de agenda kan plaatsen.
Dit amendement werd door de
conferentie met algemeene stem
men aangenomen en er ging een
bijna hoorbare zucht van verlich
ting op. Ook Dr. Evatt, die het
Grieksche amendement sterk ge
steund had was blij met Molo-
tof's oplossing.
Het derde punt van het regle
ment gaf weer aanleiding tot
meeningsverschillen. Het betreft
de bevoegdheid en de samenstel
ling van de verschillende commis
sies. De Poolsche afgevaardigde
eischte zitting in de commissie die
de economische aspecten van de
drie Balkanverdragen behandelt.
MacNeil zei, dat Polen geen lid
van deze commissie was en dat
slechts de plenaire conferentie
buitengewone leden kon benoe
men. Het eerder genoemde #Ne-
derlandsche amendement, dat
eischte, dat alle landen in elke
commissie zouden zijn vertegen
woordigd. werd door den Brit-
schen afgevaardigde bestreden
op grond van het feit dat hier
door het werk van de conferen
tie zou worden bemoeilijkt.
Molotof bood hierop wederom
de helpende hand. Hij ging met
den Britschen afgevaardigde ac-
coord, doch stelde voor dat iede
re afgevaardigde op zijn wensch
in elke commissie zou worden ge
hoord, welk voorstel met eer
'kleine wijziging werd aangeno
men.
Kardelj, de Joego-Slavische
afgevaardigde, heeft ter Vredes
conferentie er den nadruk op ge
legd, dat het verkeerd is alleen
de leidende fascisten voor den
oorlog verantwoordelijk te stellen.
Op die wijze is het niet mogelijk
het kwaad met wortel en tak uit
te roeien. Dat wil nog niet zeggen,
aldus Kardelj, dat men zonder
onderscheid geheele naties moet
laten hoeten. doch het is welbe
kend. dat Hitler en Mussolini met
behulp van banken, trusts en kar
tels aan de macht zijn gekomen.
Ten aanzien van het baseeren
van de grens tusschen Italië en
Joego-Slavië op de z.g. Fransche
lijn. verklaarde Kardèl.i, dat daar
door de Slovenen en Kroaten niet
in het verband van de Joego-Sla
vische Bondsrepubliek zouden
kunnen blijven. Een groot deel
van hen zou aan den druk van het
Italiaansche Imperialisme worden
overgeleverd.
Het Ontwerpvredesverdrag sluit
Triest af van het Joego-Slavische
achterland. Het schept een corri
dor tusschen Triëst en Italië,
waardoor Joego-Slavië gebied ver
liest, dat volkenkundig zuiver
Sloveensch is. Verder verliest
Joego-Slavië een groot deel van
Istrië. dat door een Slavische
meerderheid wordt bewoond.
Het zal aan ieder duidelijk zijn,
aldus Kardelj, dat dergelijke voor
waarden niet kunnen worden aan
vaard door landen, die weigerden
zich over te geven aan de fascisti
sche aanvallers op het oogenblik,
dat deze op het hoogtepunt van
hun macht stonden.
Joego-Slavië hoopt, dat een
rechtvaardige regeling tot stand
moge komen.
Volgens verschillende berichten,
welke vooral de laatste dagen
veelvuldig werden, zou Generaal
De Gaulle niet ongenegen zijn, het
ambt van Frankrijk's eerste ma
gistraat te aanvaarden, zelfs ook
indien niet alle bevoegdheden, wel
ke hij in zijn rede te Bayeux ver
langde, hem toegestaan zouden
worden.
Welke gevolgen zou de terug
keer van De Gaulle in de politieke
arena kunnen hebben?
Toen de Generaal eenige maan
den geleden zijn functie van
Fransch staatshoofd neerlegde,
deed hij dit, omdat naar hij be
weerde de huidige toestand
hem zou belemmeren zijn ambt
dusdanig waar te nemen, als zijn
plicht hem dit voorschreef. Het
valt nu nog moeilijk te zeggen,
of het feit, dat hjj toen zjjn ont
slag nam, hem sympathie in zijn
land bezorgde, ofwel dat het aan
tal van diegenen is toegenomen,
die in De Gaulle niets anders dan
een handige politicus zien, die er
niet voor terugdeinst, op het kri
tieke moment de voor hem gun
stige oplossing aan te pakken, om
dan eventueel later weer door de
hoofdpoort zijn intocht te houden.
Het dient echter gezegd, dat zijn
invloed en prestige in Frankrijk
nog steeds zeer groot is, een feit.
waarvan de Generaal zelf ook
zeer wel op de hoogte is.
Frankrijk, dat vier jaar achter
elkaar bezet was, heeft na de be
vrijding een heel jaar noodig ge
had, totdat de eerste teekenen van
een herstel te bespeuren vielen. In
het program van iedere politieke
partij staat de wederopbouw van
het land op de eerste plaats. Al
doen ook de groote partijen nog
zoo hun best om een compromis
te vinden, dat hun de mogelijk
heid biedt een basis te vormen
om gemeenschappelijk aan den
wederopbouw te werken, toch zijn
dikwijls de verschillen zoo groot,
dan dat een eensgezind optreden
van de regeering mogelijk zou zijn.
De belangrijkheid van den te
rugkeer van den Generaal zal nu
grootendeels afhankelijk zijn van
de volmachten, welke hij als chef
van de regeering zou kunnen ver
langen. Mocht hij zich met de
functie van een representatief
staatshoofd tevreden stellen, dan
zou de draagwijdte van zijn her
nieuwd optreden in de Fransche
politiek nauwelijks van beteekenis
zijn. In dit geval zou men slechts
een symbool van de Vierde Repu
bliek kunnen zien, dat buiten
of boven den politieken gang van
zaken staande vooral voor het
buitenland Frankrijk alleen maai
zou vertegenwoordigen. Voor het
aanzien van Frankrijk zou het al
een aanwinst beteekenen, door
een markante persoonlijkheid, die
Generaal De Gaulle nu eenmaal is,
in de openbare wereld te worden
vertegenwoordigd.
Anders zou de toestand natuur
lijk worden, als De Gaulle inder
daad de competenties verkrijgt,
welke hij in zijn redevoering te
(Bayeux als voorwaarden stelde.
Hij zou dan een directen invloed
hebben op de ontwikkeling van
zijn land en de consequenties
hiervan zouden, zoowel op binnen-
landsch als op- buitenlandsch ge
bied. te bespeuren zijn.
Een succes in de binnenlandsche
politiek zou het optreden van den
Generaal o.i.. alleen dan kunnen
zijn. als hij zijn persoonlijken in
vloed laat gelden en geheel en al
inzet voor de verbetering van den
economischen toestand in het al
gemeen en voor de oplossing van
het probleem der kleine ambte
naren en arbeiders in het bijzon
der. Het mag niet worden onder
schat of verkeerd begrepen, dat
de Franschman in de allereerste
plaats van zijn regeering verlangt,
dat deze een situatie schept, wel
ke hem de gelegenheid biedt zich
zelf te voeden, zonder zwart te
moeten handelen of door zijn
bloedverwanten op het platteland
te moeten worden ondersteund.
Het is duidelijk, dat voor de op
lossing van dit probleem het niet
alleen voldoende is, de gifhande
laars met de doodstraf te bedrei
gen. De ziekte nestelt dieper en
een Fransche renaissance kan al
leen dan plaats vinden, indien de
Fransche arbeiders en nering
doenden geholpen worden weer
goed op de been te komen. Het
blijft dan echter nog de vraag
of De Gaulle met hoeveel vér
gaande volmachten hjj ook moge
zijn uitgerust meer zou kunnen
bereiken, dan de zoo gebruikelijk
geworden drie-partijen-regeerihg.
Naar verluidt zal Truman toe
geven aan den politieken druk
die van de zijde van pro-Zionisten
op hem wordt uitgeoefend om de
verdeelingsvoorstellen voor Pales
tina te verwerpen. Men wenscht,
dat onmiddellijk 100.000 joden in
Palestina zullen worden toege
laten.
Reuters correspondent te New-
York seint het volgende: Hoewel
de uit 34 punten bestaande voor-
loopige agenda voor de in de
komende maand te houden alge
meene vergadering der V. N. te
New York geen verrassingen
biedt, zit er toch nog wel een ad
dertje onder het gras. Britsch-
Indië en Australië (punt 29 en
30) zullen voorstellen, dat de al
gemeene vergadering nogmaals
de vetokwestie der groote mo
gendheden aansnijdt. Men ver
wacht, dat, nog afgezien van an
dere onderwerpen, die vóór 23
September en gedurende de zit
ting zelf nog op kunnen duiken,
de leden minstens vier weken
noodig zullen hebben om door de
lange lijst van agendapunten, die
bijna alle zijden der internationale
organisatie belichten, heen te
komen. Op deze agenda, die aan
alle aangesloten landen is uitge
reikt. ontbreken merkwaardiger
wijze twee kwesties: zij bevat
geen verzoek van Egypte, de
kwestie van Palestina voor de al
gemeene vergadering te brengen.
Verder geeft de agenda geen
gelegenheid voor een debat over
de voorgestelde regeeringsvorm
van een geïnternationaliseerd
Triëst onder supervisie van den
Veiligheidsraad. Men verwacht
echter, dat heide punten vóór of
tijdens de vergadering ter tafel
gebracht zullen worden.
Men verwacht, dat Albanië. Af
ghanistan, Mongolië, de republiek
Trans-Jordanië en waarschijnlijk
Siam om toelating als lid zullen
verzoeken. Andere onderwerpen
zijn: hulp en herstel (bespreking
van het rapport van La Guardia,
directeur-generaal der Unrra)
verklaringen van den economi
schen en socialen raad over eco
nomisch herstel der verwoeste
gebieden en over de vluchtelingen-
kwestie, een rapport over het
wereldtekort aan graan, stemmen
over de verkiezing van drie niet-
permanente leden van den Vei
ligheidsraad en zes leden van den
Economischen en Socialen Raad,
verschillende kwesties aangaande
het beheersehap.
De vierde plenaire zitting van
de conferentie te Parijs is Donder
dag geopend met een rede van
Baron Van Boetzelaer van Ooster
hout, den Nederlandschen Minis
ter van Buitenlandsche Zaken,
over de taken der conferentie. Hij
zeide o.m.: „Wij leven in een we
reld, die de grootste geeseling van
alle tijden heeft ondergaan. Onze
Regeeringen worden ten zeerste
in beslag genomen door de over
weldigende taak van nationalen
wederopbouw. Het is echter een
feit, dat een Werkelijke verbete
ring in de binnenlandsche toestan
den afhankelijk is van een bevre
digende oplossing van de interna
tionale vraagstukken.
Deze conferentie zal zich bezig
houden met de bestudeering van
vredesverdragen met landen, die
geen directen aanval op Neder
land deden, maar samenwerkten
met degenen, die ons land binnen
vielen en hun grooten steun ver
leenden. Indien wij eischen, dat de
landen, die de menschheid zooveel
schade berokkend hebben, de ver
antwoordelijkheid er voor moeten
dragen, zijn wij niet bezield van
een geest van wraak. Het is een
voudig een kwestie van rechtvaar
digheid en een oprecht verlangen
eeh veilige toekomst te scheppen.
Ik moge de woorden van Hari-
court aanhalen: „God alleen heeft
het recht te straffen." Het Neder-
landsche volk laat zich niet ge
makkelijk door woede meesleepen.
Men beschouwt ons als menschen,
die gematigd zijn en gezond ver
stand bezitten. Maar juist deze
objectiviteit, gepaard met een
scherp gevoel van rechtvaardig
heid, verzet zich tegen het weder-
opnemen van internationale be
trekkingen met voormalige mis
dadige aanvallers, alsof er niets
gebeurd ware. Iedere natie moet
de consequenties van de daden
van haar leiders aanvaarden, voor
al wanneer zij hun politiek toe
juichte in de hoop, dat zij vrucht
zou dragen. Men mag aannemen,
dat juist die volken, die nu inzien
hoe misdadig hun voormalige po
litiek was, een zoodanig gevoel
voor rechtvaardigheid hebben, dat
zij bereid zijn hun verkeerde da
den zooveel mogelijk goed te ma
ken.
Het zjj verre van ons de nood
zakelijkheid te ontkennen, dat de
groote mogendheden een bijzonde
re plaats moeten innemen in de
familie der volkeren. Wij weten
zeer goed dat de groote verant
woordelijkheid voor de veiligheid
der wereld op hen rust. Deze ver
antwoordelijkheid moet haar
tegenwicht vinden in den invloed
der groote mogendheden op inter
nationale aangelegenheden.
Wij kunnen echter niet goed
keuren, dat de groote mogend
heden hun wil aan anderen opleg
gen en zichzelf het monopolie van
wijsheid op het internationale ter
rein aanmatigen. Wij verdedigen
de gelijkheid van landen niet op
een overdreven manier. Wij sta,an
niet op het bekrompen standpunt
van absolute souvereiniteit, die
dezelfde behandeling eischt voor
allen in alle omstandigheden. Wèl
gelooven wij, dat de ongelijkheid
van behandeling niec zekere gren
zen te buiten moet gaan.
Burgemeester Camille Huys-
mans is er in geslaagd binnen 48
uur een Ministerie samen te stel
len:
Voorzitterschap van den Minis
terraad: Cam. Huysmans (soc.).
Buitenl. Zaken en Buitenl. Han
del: Paul Henri Spaak (soc.).
Economische Zaken: Henri Li-
baert (lib.).
Wederuitrusting. Prof. De
Groote (techn.).
FinanciënJean Vauthier
(techn.).
BegrootingenJoseph Merlot
(soc.).
Ravitailleering: Edgar Lalmand
(comm.).
Justitie: Albert Lillar (lib.).
Openbaar Onderwijs: Herman
Vos (soc.).
Landsverdediging: Lt.-Kol. De
Freaiteur (techn.).
Arbeid en Sociale voorzorg:
Leon Elie Troclet (soc.).
Koloniën: Rebert Godding (lib.).
Volksgezondheid: Dr. Albert
Marteaux (comm.).
Landbouw: René Lefèbre (lib.).
Wederopbouw: Jean Terve
(comm.).
Binnenlandsche Zaken: Auguste
Buissret (soc.).
Verkeerswezen: Ernest Rong-
vaux (soc.).
Invoer: Paul Kronacker (techn.)
Openbare werken: Jean Borre-
mans (comm.).
Er is nog geen vice-president
van den Ministerraad benoemd.
Naar onze meening is dit echter
ongelukkigerwijze het geval ge
weest voor zoover het de organi
satie van deze conferentie betreft
Wij moeten met de grootste re
serve de voorgestelde regel voor
een 2/3e meerderheid bij stemming
in fundamenteele aangelegenhe
den opvatten.
Bovenal hebben wij ernstige be
zwaren tegen de regel van proce
dure, die deelneming in bepaalde
commissies beperkt tot landen
die de ontwerp-vredesverdragen
hebben voorbereid en leden-sta-
ten, die in den oorlog met een be
paalden vijand betrokken waren.
Volgens ons is er geen geldig
motief voor dit onderscheid. De
21 landen, die hier bijeengeroepen
zijn, hebben allen zooveel belang
bij de oplossing van de problemen,
waarmede deze conferentie belast
is, dat een fictief onderscheid, als
hetgeen voorgesteld, verworpen
dient te worden.
De Nederlandsche delegatie is
van meening, dat alle uitgenoo-
digde landen deelnemen aan het
werk van de conferentie en al
haar commissies op voet van ge
lijkheid. Slechts dan zullen zij in
staat zijn verantwoordelijkheid te
nemen voor het plaatsen van hun
handteekening aan het eind van
de conferentie.
Indien deze conferentie de re
sultaten moet afwerpen, die de
wereld er van verwacht, moeten
wij er aan denken, dat iedere
maatregel, genomen in het belang
van slechts enkele Staten, afbreuk
doet aan de vreedzame ontwikke
ling' van een internationaal broe
derschap. Wij hebben in feite geen
ander doel voor oogen, dan samen
te werken in het opstellen van
rechtvaardige en duurzame ver
dragen, die geen kiemen voor
nieuwe conflicten zullen bevatten."
Een „flottille" van ten minste
vijf schepen met illegale Joodsche
immigranten is uit havens aan de
Middellandsche Zee naar Pale
stina vertrokken zoo wordt ge
meld luit doorgaans betrouwbare
bron.
473 en 973 Algemeen
vóórinleveren.
Zooals bekend, zal in de
tweede helft van Augustus
een distributie voor appelen,
peren en pruimen worden in
gevoerd In dit verband
zijn de bonnen 473 algemeen
en 973 algemeen aangewezen
als vóórinleveringsbonnen,
die men, tot uiterlijk 8 Aug.
bij een groenten- en/of fruit
handelaar kan inleveren,
waarop over enkele weken
een nader te bepalen hoe
veelheid appelen, peren en/of
pruimen zal worden ver
strekt.
Over het geheele land zul
len dezelfde rantsoenen gel
den.
Ook in de behoeften van
ziekenhuizen en soortgelijke
instellingen zal worden voor
zien. Daar de aanvoer van
druiven en perziken voor
binnenlandsch gebruik, o.a.
in verband met den export
van druiven naar Engeland,
te gering zal zijn om een
landelijke distributie moge
lijk te maken, zullen deze
producten buiten de rant
soeneering blijven.
Nota van Frankrijk aan Siam.
Volgens een woordvoerder van
het Fransche Ministerie van Bui
tenlandsche Zaken heeft Frank
rijk door bemiddeling van de Ver.
Staten een nota aan Siam gezon
den, waarin wordt voorgesteld het
grensgeschil tusschen dat land en
Indo-China naar het Internatio
nale Hof van Justitie te 's-Gra-
venhage te verwijzen.
Zooals men weet, is het betwiste
gebied na de Japansche bezetting
van Indo-China door de Vichy-
regeering aan Siam afgestaan.
Frankrijk wenscht tot den toe
stand van 1941 terug te keeren,
aanvoerende dat de door de
Vichy-rege'ering geteekende over
eenkomst ongeldig is.
Tot dusver heeft Frankrijk
geen antwoord op de nota ont
vangen.
Sprekende over het stopzetten
van de besprekingen te Fontaine-
bleau tusschen vertegenwoordi
gers van de regeeringen van
de regeeringen van Frankrijk en
Vietnam nationalistische regee
ring van Annam), zeide de woord
voerder, dat een meeningsverschil
hiervan de oorzaak was. De af
gevaardigden van Vietnam heb
ben er namelijk bezwaar tegen
dat Frankrijk ten aanzien van de
voorgestelde Indo-Chineesche Sta
tenbond met vertegenwoordigers
van de andere volken van. Indo-
China overleg pleegt.
Aan het Voorloopig Verslag be
treffende het wetsontwerp „voor
schriften met betrekking tot de
schrijfwijze van de Nederlandsche
taal" is het volgende ontleend:
Zeer vele leden juichten het toe,
dat de regeering door een wette
lijke regeling, wil trachten een
heid te scheppen in den chaos, op
het gebied van de spelling. Men
verheugde zich over de overeen
stemming bereikt met de Belgen.
Men sprak de hoop uit, dat de
nieuwe spelling nog met ingang
van 1 September 1946 in te voe
ren zou zijn.
Sommige leden waren minder
enthousiast.
Deze leden betoogden verder,
dat nu in België de voorstellen
der commissie reeds bekrachtigd,
zijn, Nederland in zekeren zin
voor een fait accompli is gesteld.
Sommige andere leden waren
bereid het ontwerp te aanvaar
den, doch hadden nog bezwaren
tegen hetgeen de spellingcommis
sie heeft voorgesteld. Zij meen
den, dat het ontwerp is aangekon
digd als een oplossing van het
vraagstuk der spelling, doch dat
het ook ingrijpt in de taal zelf.
Deze leden opperden verder be
zwaren tegen het facultatief stel
len van de naamvals-n, zij ge
voelden dit als een verarming van
de Nederlandsche taal.
Andere leden zouden tegen het
voorschrijven van de verplichting
om de naamvals-n te gebruiken bij
de „hij-woorden" groot bezwaar
hebben.
Eten aantal leden was intus-
schen hetgeen de commissie ten
aanzien van de naamvals-n en
het gebruik van de voornaam
woorden „hij'' en „zij" bij zelf
standige naamwoorden heeft voor
gesteld, nog niet duidelijk.
Bestaat er geen tegenspraak,
zoo werd gevraagd, tusschen de
Memorie van Toelichting, waarin
wordt medegedeeld, dat de schrijf
wijze van De Vries en Te Winkel
als grondslag is aanvaard, en de
bijlage van deze memorie, waarin
de thans geldende Noord-Neder-
landsche schoolspelling als uit
gangspunt wordt genomen?
Enkele leden betwistten, dat
het voorschrijven van de officieele
spelling aan de gesubsidieerde
bijzondere scholen te beschouwen
is als het stellen van een eisch
van deugdelijkheid aan dit onder
wijs. hetgeen door de grondwet
wordt toegelaten. Naar hun mee
ning wordt wel degelijk de vrij
heid van het bijzonder onderwijs,
met name in de keuze van de
leermiddelen, aangetast.
Voorts hadden sommige leden
er bezwaar tegen, dat aan de re
geering, in casu aan den Minister
van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen. de groote bevoegdheid
zal worden toegekend bij eenvou-
digen algemeenen maatregel van
bestuur, dus zonder medewerking
van de volksvertegenwoordiging,
de officieele spelling vast te stel
len, welke dan door alle ambte
lijke organen en door het geheele
onderwijs, voor zoover openbaar
of gesubsidieerd, zal moeten wor
den gevolgd.
Ook het tijdstip van invoering
van deze nieuwe schrijfwijze
achtten eenige leden niet geluk
kig. De uitgevers van boeken
zullen er zeer door gedupeerd
worden, hetgeen in dezen 'tijd van
groote papierschaarschte dubbel
zwaar weeg)..
Hiertegen werd aangevoerd, dat
de schade, welke ontstaat door
het onbruikbaar worden van som
mige schoolboeken, in normale
tijden zeer veel grooter zou zijn
dan thans.
Enkele leden zouden niet alleen
de eigenlijke spelling vastgesteld
willen zien, doch ook regels wil
len zien vastgesteld omtrent het
gebruik van hoofdletters, terwijl
enkele anderen ook regels omtrent
de interpunctie wenschelijk acht
ten. Weer anderen achtten noch
het één, noch het ander noodig.
Sommige leden waren van mee
ning, dait het niet noodig is een
blijvende commissie van advies in
zake de spelling in te stellen.
Gevraagd werd of deze vaste
commissie zal bestaan uit dezelf
de personen, die in de Neder-
landsch-Belgische commissie zit
ting hadden.
Verder werd de vraag gesteld
of het in de bedoeling ligt, in de
vaste commissie ook Belgen te
benoemen. Sommige leden zou
den dit ter wille van de eenheid
toejuichen. Dezelfde leden dron
gen er op aan, deze commissie
niet uitsluitend of in groote meer
derheid uit „vereenvoudigers" te
doen bestaan.
Als we een bepaalde karakteri
stiek zouden willen geven van
onzen dag, dan verdringen zich
de punten die aandacht vragen.
Men kan spreken van dezen tijd
als een tijd van teleurstellingen
ten opzichte van de vernieuwin
gen die we verwacht hadden.
Men kan spreken van de verwar
ring der geesten, die de strevin
gen naar vrede en welvaart zoo
zeer in den weg staan, van de
revolutionnaire krachten die veld
winnen, zonder dat men er daad
werkelijk iets tegenover stelt of
te stellen heeft.
Doch hij dit alles is er één
ernstig feit, dat o.i. te constatee-
ren valt met name het feit, dat
de bezieling zoek is. Er heerscht
veeleer een geest van vermoeid
heid en matheid die aan booze on
verschilligheid grenst.
We behoeven maar om te zien
naar de dagen, waarin wij achter
en in de stoottroepen der illegalen
onzen strijd voerden op leven en
dood. Achteraf weten we nu
heter waar het om ging dan mid
den in den brand van dien strijd
zelve. Het ging niet alleen om
het to be or not to be, maar om
een betere wereld, om een ver
nieuwing, om een wereld waarin
we de gemaakte fouten ongedaan
zouden maken. Wat is er van
deze bezieling, deze drift overge
bleven
De typeerende traagheid, waar
mee wij zelf zoo vaak de spot
dreven is weer teruggekeerd.
Daarvan zien we ook een voor
beeld in de resultaten der verkie
zingen. Alles bij elkaar genomen
zien we geen frappante gebeurte
nissen op dit terrein.
Eigenlijk is het o.i. zoo, dat er
een groote groep van ons volk is,
die zich zonder daar nauwkeurig
rekenschap van te geven, terug
wil tot de oude verhoudingen, in
de meening dat daarmede ook de
toestanden van een zekere wel
vaart voor bepaalde groepen weer
zullen terugkeeren. Eten onver
antwoordelijke zelfbegoocheling,
een zielloos en zelfzuchtig streven
langs den weg van den minsten
weerstand. Ongetwijfeld zijn door
zulke groepen de verkiezings-
cijfers beïnvloed. Maar groote
tijden vragen groote menschen en
daden, maar onder die groote
tijden leeft men rustig door als
of men niet beseft dat wij. ieder
van ons persoonlijk, debet zijn aan
de daden in een bepaalden tijd.
We lezen onze beschouwingen
in boek en krant en wachten af...
de groote daden van anderen. Met
de groote woorden is het meestal
wel in orde.
Heeft de tijd van het verzet ons
dan nog niet overtuigd, dat het
op de houding van ons ieder per
soonlijk aankomt om groote din
gen te bereiken? Doch toen was
er bezieling, gerichte bezieling.
We waren aan de halfheid in
ons leven ontkomen. Dat we er
nu weer in zitten kan niet goed
gepraat worden- door te zeggen
dat we teleurgestelde menschen
zijn. We dragen daaraan zelf de
schuld. Er is geen ernstige be
zinning op deze vragen. Elk volk
krijgt de' regeering die het ver
dient, zegt men. Wij, die uitgaan
van het Evangelie als norm voor
onze samenleving, beseffen we
wat we beweren met deze woor
den?
Is de aanklacht juist die we
laatst in J. M. onder de oogen
kregen waarin gezegd wordt:
Het fantasielooze conservatisme
van de Protestantsche rechter
zijde behoort tot een volmaakt
verleden tijd. Men kan de groote
wereldrevolutie voor onze eeuw
niet overmeesteren door er een
voudig „neen!" tegen te zeggen.
Als dat met recht gezegd kan
worden, hebben we geen recht de
naam christenen te dragen. Want
een christen moet en kan getui
gen in zijn tijd. Eten christen moet
zijn bezield. In het licht van het
Evangelie worden al onze hande
lingen gericht door een dieper
verantwoordelijkheidsbesef. Waar
is de bezieling, de stuwkracht
voor onze daden gebleven?
We moeten er van doordrongen
worden, steeds weer opnieuw, dat
het Evangelie ons onherroepelijk
dwingt tot een keus, de eene
keus. de beslissende wending tot
het Rijk dat ons in Christus na
dert. Dat beteekent dat wij allen,
zonder uitzondering betrokken
zijn in de ontmoeting van dat
Evangelie met onze wereld, met
dezen tijd en deze cultuur, in den
strijd van vandaag.
Achter dit alles staat Christus
als onzen Heer, voor wie wij ons
zullen te verantwoorden hebben,
maar die ons ook bezielt.
Woensdagavond zijn te 's Gra-
venhage 75 jeeps aangekomen.,
het eerste deel van 4200 jeeps, die
door het Ministerie van Overzee-
sche Gebiedsdeelen en de Import
firma Sieberg uit Amsterdam zijn
aangekocht uit de Dump te Suipes
bij Reims.
Van deze 4200 zijn er 2400 be
stemd voor Nederlandsch-Indië,
die in Frankrijk gereviseerd zul
len worden. De overigfe 1800 zijn
bestemd voor verdeeling in Ne
derland en worden hier te lande
gereviseerd. Van dit aantal ko
men 455 jeeps ter beschikking van
overheidsbedrijven, als rijkspolitie,
brandweer, Rjoode Kruis, 200 van
landbouwers om dienst te doen
als lichte tractoren, 300 van het
Ministerie van Marine, terwijl het
restant is toegewezen aan indu-
strieele en particuliere bedrijven.