Het vlot niet in Parijs. Rede van Baren van Boetzelaer van Oosterhout Hei nieuwe Befyiscke ICaUnet. VRAGEN VAN BEN GAG Voorschriften voor schrijfwijze van de Ned. Taal. Het probleem Palestina De agenda voor de komende Alg* Verg. der V. R Het grensgeschil tusschen Siam en Indo-Ghina. 4200 jeeps voor Nederland. ZAL DE GAULLE inning ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1916. {■■■RnaEH 3, I FRANKEER I ALS REGEL MET j EEN NATIONALE HULPZEGEL. MEENINGSVERSCHILLEN EN COMPROMISVOORSTELLEN. üa status der kleine Staten in het geding. Het Ned. voorstel met 11 tegen 9 stemmen verworpen. in het Lagerhuis. Het standpunt van de Joegoslavischen Afgevaardigde. President van de Republiek worden W A Nogmaals de veto-kwestie. De punten Palestina en Triëst niet op de lijst? Distributie van appels, peren en pruimen. TWEEDE KAMER ^Bezieling noccltg P—IS*'WES a «OKÊBESji Hoofdredacteu in I WEERSVERWACHTING B medegedeeld door het K.N. g M.I. te De Bilt geldig tot j hedenavond. Brekende bewolking. Hier en daar nog eenige 1 regen, later brekende bewol- J king. Matige aan de kust jj 1 tijdelijk vrij krachtige wind jj m tusschen West en Zuid-West g ftiiiniiiiwiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitu^ Herm. Steggerda. Redacteuren: P. L. D. J. van Oeveren S. W. Henry. Redactie-adres: Noordstr. 55-57, Terneuzer, Tel. 2510 - Na 6 uur 20" Hoofdagentschap voor West Zeeuwsch-Vlaanderen Willemsweg83. Schoondiike DE VRIJE Uitgave Stichting „De Vrije Zeeuw" Verschijnt dagelijks 2de Jaargang No- 266. - Drukkerij N.V. Firma P. J. van de Sande - Terneuzen. Advertentieprijs: per mm 10 ct.; minimum per advertentie f 1-50 Inzendingen advertenties tot des namiddags 4 uur. Rubriek kl. advertenties: 1—5 regels 60 ct.; iedere regel meer 12 ct. Ver melding brieven onder nr. Bur. van dit Blad 10 ct meer i Abonnementsprijs 3,25 per kwartaal. ailllllUhlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU In Conferentiekringen wordt melding gemaakt van een Ame- rikaansch overbruggingsplan ter oplossing van de meerderheids kwestie. Öyrnesl is bereid een compromis tusschen de twee der de meerderheid en de eenvoudige meerderheid voor te stellen dat op het volgende neerkomt. Be langrijke voorstellen, die de twee derde meerderheid niet kunnen halen, zullen toch aan de groote vier ini overweging worden gege ven. Dergelijke voorstellen zou den dan vergezeld gaan van een lijst van aanhangers. Er zal ech ter onderscheid worden gemaakt tusschen deze voorstellen en de met twee derde meerderheid aan- vaarde aanbevelingen. Het voorstel van Byrnes zal mogelijk zeer welkom zijn. aan gezien de reglementscommissie na 3% uur wikken en wegen slechts twee punten van de voor gestelde regels had aanvaard en dan nog met twee amendementen. De kwestie aangaande den be twisten status der kleine landen bracht de eerste stemming ter conferentie. Een Nederlandsch amendement stelde voor, dat alle 21 delegaties vertegenwoordigd zouden zijn in de 9 territorale" en „functioneele" commissies. Het werd met 11 tegen 9 stem men en 1 onthouding verworpen. Voor stemden Australië. Canada, Z. Al rik a België. Brazilië, Ethio pië, Griekenland, Nederland t en China. Tegen stemden Wit-Rus- land. Frankrijk, Engeland, India Noorwegen. N. Zeeland, Polen Tsjecho-Slowakije Oekraïne, U.S.S.R. en Joegoslavië. Dat de Dominions tegen En geland waren legt de nadruk op een kwestie, die naar voren kwam in de rede van Kardelj, toen hij zeide, dat Joegoslavië sterk zal opponeeren tegen de door de groote vier voorgestelde regeling inzake Triest. Manoelski (afgevaardigde voor de Oekraïne) bestreed Dr. Evatt's bewering „brood is be langrijker dan grenzen". Voor Joegoslavië is de Triëst-grens- kwestie dan ook wel zeer belang rijk. Bij de pogingen van Joego slavië de ontwerp-verdragen op dit gewijzigd te krijgen kan de Sowjet-Unie niet tegelijk de be slissing van de groote vier verde digen en ziin naasten bondgenoot op den Balkan steunen. Een zelf de dilemma als Engeland bij de me^rderheidskwestie. Bij de debatten van de regle mentscommissie wist Molotof ge- Churchill, de leider van de op positie, heeft in het Lagerhuis tijdens het voortgezette debat over Palestina de regeering den raad gegeven aan Amerika mede te deelen dat, wanneer dit land niet bereid is een deel van het Palestijnsche vraagstuk op zijn schouders te nemen Engeland zijn mandaat ter beschikking van de V. N. zal stellen en zich binnen een bepaalden termijn uit Pale stina zal terugtrekken. „We hadden maanden geleden een dergelijke medede' 'ng moe ten doen", aldus Churc- „ik ben ervan overtuigd, dat t goede resultaten zou hebben afgewor pen. Als de joodsche terreur in Palestina voortgaat, worden we automatisch van elke verplichting ontheven". Churchill betreurde het nieuws, dat de V. S. niet met het plan acooord gaan en hoopte, dat het niet het laatste woord zou zijn. Hjj deed duidelijk uitkomen, dat de regeering niet vrij van schuld was aan den huidigen stand van zaken. Engeland heeft zich uit Egypte teruggetrokken en kan er nu van beschuldigd worden uit strategische overwegingen een oogje op Palestina te laten vallen. ,.lZeg Egypte, dat we staan op onze bij het verdrag bepaalde rechten en dat we onze positie in de Kanaalzone wenschen te hand haven", zoo riep Churchill uit. „Het geheele empire zou het slachtoffer worden van het ver keerde optreden van de regee ring". Sir Stafford CrippTs, de Minister van Handel, herhaalde wat Mor rison Woensdag reeds heeft ge zegd, n.l. dat de toepassing van het plan ten volle van Amerika afhing. Toen men Cripps vroeg of Amerika zou deelnemen aan de besprekingen met de vertegen woordigers van Arabieren en Jo den, antwoordde hij ontkennend. Zij zullen hoogstens een paar waarnemers zenden, aldus Cripps. Desgevraagd verklaarde hij, dat de kwestie niet aan de V. N. zal worden voorgelegd, aangezien een verdere vertraging zeer onge- wenscht is. George Hall, de Engelsche Mi nister voor de Kiloniën, sloot het debat, dat zich na de rede van Churchill ontspon met de mede- deeling, dat, naar hij hoopte, de bijeenkomst met de Joden en Ara bieren half Augustus zal plaats hebben. Hall noemde Churchill's opmerkingen over de Engelsch- Amerikaansche samenwerking „zeer schadelijk" en verweet hem. dat hij de kwestie Egypte in dis cussie bracht op een oogenblik, dat de onderhandelingen voor een nieuwe overeenkomst met Egypte gaande zijn. steund door Hector MacNeil (En geland) tweemaal op meesterlijke wijze dreigende moeilijkheden te voorkomen door op het juiste oogenblik met een compromis voorstel te komen. De eerste maal was toen er een schijnJbaar onschuldig amende ment van Grieksche zijde kwam, hetgeen! wilde bereiken dat eik van de 21 landen een kwestie in verband met de vredesverdragen zou kunnen opwerpen. Het amen dement werd prompt door Ma noelski aangevallen toen hij zei, dat het amendement in verkapten vorm het punt van de eenvoudige meerderheid aan de .orde bracht. Juist toen de discussie te hoog begon te loopen, wierp Molotof door middel van een compromis voorstel olie op de golven. Hij stelde voor, dat de conferentie op verzoek van een of meer delega ties i iedere willekeurige kwestie in verband met de vredesverdra gen op de agenda kan plaatsen. Dit amendement werd door de conferentie met algemeene stem men aangenomen en er ging een bijna hoorbare zucht van verlich ting op. Ook Dr. Evatt, die het Grieksche amendement sterk ge steund had was blij met Molo- tof's oplossing. Het derde punt van het regle ment gaf weer aanleiding tot meeningsverschillen. Het betreft de bevoegdheid en de samenstel ling van de verschillende commis sies. De Poolsche afgevaardigde eischte zitting in de commissie die de economische aspecten van de drie Balkanverdragen behandelt. MacNeil zei, dat Polen geen lid van deze commissie was en dat slechts de plenaire conferentie buitengewone leden kon benoe men. Het eerder genoemde #Ne- derlandsche amendement, dat eischte, dat alle landen in elke commissie zouden zijn vertegen woordigd. werd door den Brit- schen afgevaardigde bestreden op grond van het feit dat hier door het werk van de conferen tie zou worden bemoeilijkt. Molotof bood hierop wederom de helpende hand. Hij ging met den Britschen afgevaardigde ac- coord, doch stelde voor dat iede re afgevaardigde op zijn wensch in elke commissie zou worden ge hoord, welk voorstel met eer 'kleine wijziging werd aangeno men. Kardelj, de Joego-Slavische afgevaardigde, heeft ter Vredes conferentie er den nadruk op ge legd, dat het verkeerd is alleen de leidende fascisten voor den oorlog verantwoordelijk te stellen. Op die wijze is het niet mogelijk het kwaad met wortel en tak uit te roeien. Dat wil nog niet zeggen, aldus Kardelj, dat men zonder onderscheid geheele naties moet laten hoeten. doch het is welbe kend. dat Hitler en Mussolini met behulp van banken, trusts en kar tels aan de macht zijn gekomen. Ten aanzien van het baseeren van de grens tusschen Italië en Joego-Slavië op de z.g. Fransche lijn. verklaarde Kardèl.i, dat daar door de Slovenen en Kroaten niet in het verband van de Joego-Sla vische Bondsrepubliek zouden kunnen blijven. Een groot deel van hen zou aan den druk van het Italiaansche Imperialisme worden overgeleverd. Het Ontwerpvredesverdrag sluit Triest af van het Joego-Slavische achterland. Het schept een corri dor tusschen Triëst en Italië, waardoor Joego-Slavië gebied ver liest, dat volkenkundig zuiver Sloveensch is. Verder verliest Joego-Slavië een groot deel van Istrië. dat door een Slavische meerderheid wordt bewoond. Het zal aan ieder duidelijk zijn, aldus Kardelj, dat dergelijke voor waarden niet kunnen worden aan vaard door landen, die weigerden zich over te geven aan de fascisti sche aanvallers op het oogenblik, dat deze op het hoogtepunt van hun macht stonden. Joego-Slavië hoopt, dat een rechtvaardige regeling tot stand moge komen. Volgens verschillende berichten, welke vooral de laatste dagen veelvuldig werden, zou Generaal De Gaulle niet ongenegen zijn, het ambt van Frankrijk's eerste ma gistraat te aanvaarden, zelfs ook indien niet alle bevoegdheden, wel ke hij in zijn rede te Bayeux ver langde, hem toegestaan zouden worden. Welke gevolgen zou de terug keer van De Gaulle in de politieke arena kunnen hebben? Toen de Generaal eenige maan den geleden zijn functie van Fransch staatshoofd neerlegde, deed hij dit, omdat naar hij be weerde de huidige toestand hem zou belemmeren zijn ambt dusdanig waar te nemen, als zijn plicht hem dit voorschreef. Het valt nu nog moeilijk te zeggen, of het feit, dat hjj toen zjjn ont slag nam, hem sympathie in zijn land bezorgde, ofwel dat het aan tal van diegenen is toegenomen, die in De Gaulle niets anders dan een handige politicus zien, die er niet voor terugdeinst, op het kri tieke moment de voor hem gun stige oplossing aan te pakken, om dan eventueel later weer door de hoofdpoort zijn intocht te houden. Het dient echter gezegd, dat zijn invloed en prestige in Frankrijk nog steeds zeer groot is, een feit. waarvan de Generaal zelf ook zeer wel op de hoogte is. Frankrijk, dat vier jaar achter elkaar bezet was, heeft na de be vrijding een heel jaar noodig ge had, totdat de eerste teekenen van een herstel te bespeuren vielen. In het program van iedere politieke partij staat de wederopbouw van het land op de eerste plaats. Al doen ook de groote partijen nog zoo hun best om een compromis te vinden, dat hun de mogelijk heid biedt een basis te vormen om gemeenschappelijk aan den wederopbouw te werken, toch zijn dikwijls de verschillen zoo groot, dan dat een eensgezind optreden van de regeering mogelijk zou zijn. De belangrijkheid van den te rugkeer van den Generaal zal nu grootendeels afhankelijk zijn van de volmachten, welke hij als chef van de regeering zou kunnen ver langen. Mocht hij zich met de functie van een representatief staatshoofd tevreden stellen, dan zou de draagwijdte van zijn her nieuwd optreden in de Fransche politiek nauwelijks van beteekenis zijn. In dit geval zou men slechts een symbool van de Vierde Repu bliek kunnen zien, dat buiten of boven den politieken gang van zaken staande vooral voor het buitenland Frankrijk alleen maai zou vertegenwoordigen. Voor het aanzien van Frankrijk zou het al een aanwinst beteekenen, door een markante persoonlijkheid, die Generaal De Gaulle nu eenmaal is, in de openbare wereld te worden vertegenwoordigd. Anders zou de toestand natuur lijk worden, als De Gaulle inder daad de competenties verkrijgt, welke hij in zijn redevoering te (Bayeux als voorwaarden stelde. Hij zou dan een directen invloed hebben op de ontwikkeling van zijn land en de consequenties hiervan zouden, zoowel op binnen- landsch als op- buitenlandsch ge bied. te bespeuren zijn. Een succes in de binnenlandsche politiek zou het optreden van den Generaal o.i.. alleen dan kunnen zijn. als hij zijn persoonlijken in vloed laat gelden en geheel en al inzet voor de verbetering van den economischen toestand in het al gemeen en voor de oplossing van het probleem der kleine ambte naren en arbeiders in het bijzon der. Het mag niet worden onder schat of verkeerd begrepen, dat de Franschman in de allereerste plaats van zijn regeering verlangt, dat deze een situatie schept, wel ke hem de gelegenheid biedt zich zelf te voeden, zonder zwart te moeten handelen of door zijn bloedverwanten op het platteland te moeten worden ondersteund. Het is duidelijk, dat voor de op lossing van dit probleem het niet alleen voldoende is, de gifhande laars met de doodstraf te bedrei gen. De ziekte nestelt dieper en een Fransche renaissance kan al leen dan plaats vinden, indien de Fransche arbeiders en nering doenden geholpen worden weer goed op de been te komen. Het blijft dan echter nog de vraag of De Gaulle met hoeveel vér gaande volmachten hjj ook moge zijn uitgerust meer zou kunnen bereiken, dan de zoo gebruikelijk geworden drie-partijen-regeerihg. Naar verluidt zal Truman toe geven aan den politieken druk die van de zijde van pro-Zionisten op hem wordt uitgeoefend om de verdeelingsvoorstellen voor Pales tina te verwerpen. Men wenscht, dat onmiddellijk 100.000 joden in Palestina zullen worden toege laten. Reuters correspondent te New- York seint het volgende: Hoewel de uit 34 punten bestaande voor- loopige agenda voor de in de komende maand te houden alge meene vergadering der V. N. te New York geen verrassingen biedt, zit er toch nog wel een ad dertje onder het gras. Britsch- Indië en Australië (punt 29 en 30) zullen voorstellen, dat de al gemeene vergadering nogmaals de vetokwestie der groote mo gendheden aansnijdt. Men ver wacht, dat, nog afgezien van an dere onderwerpen, die vóór 23 September en gedurende de zit ting zelf nog op kunnen duiken, de leden minstens vier weken noodig zullen hebben om door de lange lijst van agendapunten, die bijna alle zijden der internationale organisatie belichten, heen te komen. Op deze agenda, die aan alle aangesloten landen is uitge reikt. ontbreken merkwaardiger wijze twee kwesties: zij bevat geen verzoek van Egypte, de kwestie van Palestina voor de al gemeene vergadering te brengen. Verder geeft de agenda geen gelegenheid voor een debat over de voorgestelde regeeringsvorm van een geïnternationaliseerd Triëst onder supervisie van den Veiligheidsraad. Men verwacht echter, dat heide punten vóór of tijdens de vergadering ter tafel gebracht zullen worden. Men verwacht, dat Albanië. Af ghanistan, Mongolië, de republiek Trans-Jordanië en waarschijnlijk Siam om toelating als lid zullen verzoeken. Andere onderwerpen zijn: hulp en herstel (bespreking van het rapport van La Guardia, directeur-generaal der Unrra) verklaringen van den economi schen en socialen raad over eco nomisch herstel der verwoeste gebieden en over de vluchtelingen- kwestie, een rapport over het wereldtekort aan graan, stemmen over de verkiezing van drie niet- permanente leden van den Vei ligheidsraad en zes leden van den Economischen en Socialen Raad, verschillende kwesties aangaande het beheersehap. De vierde plenaire zitting van de conferentie te Parijs is Donder dag geopend met een rede van Baron Van Boetzelaer van Ooster hout, den Nederlandschen Minis ter van Buitenlandsche Zaken, over de taken der conferentie. Hij zeide o.m.: „Wij leven in een we reld, die de grootste geeseling van alle tijden heeft ondergaan. Onze Regeeringen worden ten zeerste in beslag genomen door de over weldigende taak van nationalen wederopbouw. Het is echter een feit, dat een Werkelijke verbete ring in de binnenlandsche toestan den afhankelijk is van een bevre digende oplossing van de interna tionale vraagstukken. Deze conferentie zal zich bezig houden met de bestudeering van vredesverdragen met landen, die geen directen aanval op Neder land deden, maar samenwerkten met degenen, die ons land binnen vielen en hun grooten steun ver leenden. Indien wij eischen, dat de landen, die de menschheid zooveel schade berokkend hebben, de ver antwoordelijkheid er voor moeten dragen, zijn wij niet bezield van een geest van wraak. Het is een voudig een kwestie van rechtvaar digheid en een oprecht verlangen eeh veilige toekomst te scheppen. Ik moge de woorden van Hari- court aanhalen: „God alleen heeft het recht te straffen." Het Neder- landsche volk laat zich niet ge makkelijk door woede meesleepen. Men beschouwt ons als menschen, die gematigd zijn en gezond ver stand bezitten. Maar juist deze objectiviteit, gepaard met een scherp gevoel van rechtvaardig heid, verzet zich tegen het weder- opnemen van internationale be trekkingen met voormalige mis dadige aanvallers, alsof er niets gebeurd ware. Iedere natie moet de consequenties van de daden van haar leiders aanvaarden, voor al wanneer zij hun politiek toe juichte in de hoop, dat zij vrucht zou dragen. Men mag aannemen, dat juist die volken, die nu inzien hoe misdadig hun voormalige po litiek was, een zoodanig gevoel voor rechtvaardigheid hebben, dat zij bereid zijn hun verkeerde da den zooveel mogelijk goed te ma ken. Het zjj verre van ons de nood zakelijkheid te ontkennen, dat de groote mogendheden een bijzonde re plaats moeten innemen in de familie der volkeren. Wij weten zeer goed dat de groote verant woordelijkheid voor de veiligheid der wereld op hen rust. Deze ver antwoordelijkheid moet haar tegenwicht vinden in den invloed der groote mogendheden op inter nationale aangelegenheden. Wij kunnen echter niet goed keuren, dat de groote mogend heden hun wil aan anderen opleg gen en zichzelf het monopolie van wijsheid op het internationale ter rein aanmatigen. Wij verdedigen de gelijkheid van landen niet op een overdreven manier. Wij sta,an niet op het bekrompen standpunt van absolute souvereiniteit, die dezelfde behandeling eischt voor allen in alle omstandigheden. Wèl gelooven wij, dat de ongelijkheid van behandeling niec zekere gren zen te buiten moet gaan. Burgemeester Camille Huys- mans is er in geslaagd binnen 48 uur een Ministerie samen te stel len: Voorzitterschap van den Minis terraad: Cam. Huysmans (soc.). Buitenl. Zaken en Buitenl. Han del: Paul Henri Spaak (soc.). Economische Zaken: Henri Li- baert (lib.). Wederuitrusting. Prof. De Groote (techn.). FinanciënJean Vauthier (techn.). BegrootingenJoseph Merlot (soc.). Ravitailleering: Edgar Lalmand (comm.). Justitie: Albert Lillar (lib.). Openbaar Onderwijs: Herman Vos (soc.). Landsverdediging: Lt.-Kol. De Freaiteur (techn.). Arbeid en Sociale voorzorg: Leon Elie Troclet (soc.). Koloniën: Rebert Godding (lib.). Volksgezondheid: Dr. Albert Marteaux (comm.). Landbouw: René Lefèbre (lib.). Wederopbouw: Jean Terve (comm.). Binnenlandsche Zaken: Auguste Buissret (soc.). Verkeerswezen: Ernest Rong- vaux (soc.). Invoer: Paul Kronacker (techn.) Openbare werken: Jean Borre- mans (comm.). Er is nog geen vice-president van den Ministerraad benoemd. Naar onze meening is dit echter ongelukkigerwijze het geval ge weest voor zoover het de organi satie van deze conferentie betreft Wij moeten met de grootste re serve de voorgestelde regel voor een 2/3e meerderheid bij stemming in fundamenteele aangelegenhe den opvatten. Bovenal hebben wij ernstige be zwaren tegen de regel van proce dure, die deelneming in bepaalde commissies beperkt tot landen die de ontwerp-vredesverdragen hebben voorbereid en leden-sta- ten, die in den oorlog met een be paalden vijand betrokken waren. Volgens ons is er geen geldig motief voor dit onderscheid. De 21 landen, die hier bijeengeroepen zijn, hebben allen zooveel belang bij de oplossing van de problemen, waarmede deze conferentie belast is, dat een fictief onderscheid, als hetgeen voorgesteld, verworpen dient te worden. De Nederlandsche delegatie is van meening, dat alle uitgenoo- digde landen deelnemen aan het werk van de conferentie en al haar commissies op voet van ge lijkheid. Slechts dan zullen zij in staat zijn verantwoordelijkheid te nemen voor het plaatsen van hun handteekening aan het eind van de conferentie. Indien deze conferentie de re sultaten moet afwerpen, die de wereld er van verwacht, moeten wij er aan denken, dat iedere maatregel, genomen in het belang van slechts enkele Staten, afbreuk doet aan de vreedzame ontwikke ling' van een internationaal broe derschap. Wij hebben in feite geen ander doel voor oogen, dan samen te werken in het opstellen van rechtvaardige en duurzame ver dragen, die geen kiemen voor nieuwe conflicten zullen bevatten." Een „flottille" van ten minste vijf schepen met illegale Joodsche immigranten is uit havens aan de Middellandsche Zee naar Pale stina vertrokken zoo wordt ge meld luit doorgaans betrouwbare bron. 473 en 973 Algemeen vóórinleveren. Zooals bekend, zal in de tweede helft van Augustus een distributie voor appelen, peren en pruimen worden in gevoerd In dit verband zijn de bonnen 473 algemeen en 973 algemeen aangewezen als vóórinleveringsbonnen, die men, tot uiterlijk 8 Aug. bij een groenten- en/of fruit handelaar kan inleveren, waarop over enkele weken een nader te bepalen hoe veelheid appelen, peren en/of pruimen zal worden ver strekt. Over het geheele land zul len dezelfde rantsoenen gel den. Ook in de behoeften van ziekenhuizen en soortgelijke instellingen zal worden voor zien. Daar de aanvoer van druiven en perziken voor binnenlandsch gebruik, o.a. in verband met den export van druiven naar Engeland, te gering zal zijn om een landelijke distributie moge lijk te maken, zullen deze producten buiten de rant soeneering blijven. Nota van Frankrijk aan Siam. Volgens een woordvoerder van het Fransche Ministerie van Bui tenlandsche Zaken heeft Frank rijk door bemiddeling van de Ver. Staten een nota aan Siam gezon den, waarin wordt voorgesteld het grensgeschil tusschen dat land en Indo-China naar het Internatio nale Hof van Justitie te 's-Gra- venhage te verwijzen. Zooals men weet, is het betwiste gebied na de Japansche bezetting van Indo-China door de Vichy- regeering aan Siam afgestaan. Frankrijk wenscht tot den toe stand van 1941 terug te keeren, aanvoerende dat de door de Vichy-rege'ering geteekende over eenkomst ongeldig is. Tot dusver heeft Frankrijk geen antwoord op de nota ont vangen. Sprekende over het stopzetten van de besprekingen te Fontaine- bleau tusschen vertegenwoordi gers van de regeeringen van de regeeringen van Frankrijk en Vietnam nationalistische regee ring van Annam), zeide de woord voerder, dat een meeningsverschil hiervan de oorzaak was. De af gevaardigden van Vietnam heb ben er namelijk bezwaar tegen dat Frankrijk ten aanzien van de voorgestelde Indo-Chineesche Sta tenbond met vertegenwoordigers van de andere volken van. Indo- China overleg pleegt. Aan het Voorloopig Verslag be treffende het wetsontwerp „voor schriften met betrekking tot de schrijfwijze van de Nederlandsche taal" is het volgende ontleend: Zeer vele leden juichten het toe, dat de regeering door een wette lijke regeling, wil trachten een heid te scheppen in den chaos, op het gebied van de spelling. Men verheugde zich over de overeen stemming bereikt met de Belgen. Men sprak de hoop uit, dat de nieuwe spelling nog met ingang van 1 September 1946 in te voe ren zou zijn. Sommige leden waren minder enthousiast. Deze leden betoogden verder, dat nu in België de voorstellen der commissie reeds bekrachtigd, zijn, Nederland in zekeren zin voor een fait accompli is gesteld. Sommige andere leden waren bereid het ontwerp te aanvaar den, doch hadden nog bezwaren tegen hetgeen de spellingcommis sie heeft voorgesteld. Zij meen den, dat het ontwerp is aangekon digd als een oplossing van het vraagstuk der spelling, doch dat het ook ingrijpt in de taal zelf. Deze leden opperden verder be zwaren tegen het facultatief stel len van de naamvals-n, zij ge voelden dit als een verarming van de Nederlandsche taal. Andere leden zouden tegen het voorschrijven van de verplichting om de naamvals-n te gebruiken bij de „hij-woorden" groot bezwaar hebben. Eten aantal leden was intus- schen hetgeen de commissie ten aanzien van de naamvals-n en het gebruik van de voornaam woorden „hij'' en „zij" bij zelf standige naamwoorden heeft voor gesteld, nog niet duidelijk. Bestaat er geen tegenspraak, zoo werd gevraagd, tusschen de Memorie van Toelichting, waarin wordt medegedeeld, dat de schrijf wijze van De Vries en Te Winkel als grondslag is aanvaard, en de bijlage van deze memorie, waarin de thans geldende Noord-Neder- landsche schoolspelling als uit gangspunt wordt genomen? Enkele leden betwistten, dat het voorschrijven van de officieele spelling aan de gesubsidieerde bijzondere scholen te beschouwen is als het stellen van een eisch van deugdelijkheid aan dit onder wijs. hetgeen door de grondwet wordt toegelaten. Naar hun mee ning wordt wel degelijk de vrij heid van het bijzonder onderwijs, met name in de keuze van de leermiddelen, aangetast. Voorts hadden sommige leden er bezwaar tegen, dat aan de re geering, in casu aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen. de groote bevoegdheid zal worden toegekend bij eenvou- digen algemeenen maatregel van bestuur, dus zonder medewerking van de volksvertegenwoordiging, de officieele spelling vast te stel len, welke dan door alle ambte lijke organen en door het geheele onderwijs, voor zoover openbaar of gesubsidieerd, zal moeten wor den gevolgd. Ook het tijdstip van invoering van deze nieuwe schrijfwijze achtten eenige leden niet geluk kig. De uitgevers van boeken zullen er zeer door gedupeerd worden, hetgeen in dezen 'tijd van groote papierschaarschte dubbel zwaar weeg).. Hiertegen werd aangevoerd, dat de schade, welke ontstaat door het onbruikbaar worden van som mige schoolboeken, in normale tijden zeer veel grooter zou zijn dan thans. Enkele leden zouden niet alleen de eigenlijke spelling vastgesteld willen zien, doch ook regels wil len zien vastgesteld omtrent het gebruik van hoofdletters, terwijl enkele anderen ook regels omtrent de interpunctie wenschelijk acht ten. Weer anderen achtten noch het één, noch het ander noodig. Sommige leden waren van mee ning, dait het niet noodig is een blijvende commissie van advies in zake de spelling in te stellen. Gevraagd werd of deze vaste commissie zal bestaan uit dezelf de personen, die in de Neder- landsch-Belgische commissie zit ting hadden. Verder werd de vraag gesteld of het in de bedoeling ligt, in de vaste commissie ook Belgen te benoemen. Sommige leden zou den dit ter wille van de eenheid toejuichen. Dezelfde leden dron gen er op aan, deze commissie niet uitsluitend of in groote meer derheid uit „vereenvoudigers" te doen bestaan. Als we een bepaalde karakteri stiek zouden willen geven van onzen dag, dan verdringen zich de punten die aandacht vragen. Men kan spreken van dezen tijd als een tijd van teleurstellingen ten opzichte van de vernieuwin gen die we verwacht hadden. Men kan spreken van de verwar ring der geesten, die de strevin gen naar vrede en welvaart zoo zeer in den weg staan, van de revolutionnaire krachten die veld winnen, zonder dat men er daad werkelijk iets tegenover stelt of te stellen heeft. Doch hij dit alles is er één ernstig feit, dat o.i. te constatee- ren valt met name het feit, dat de bezieling zoek is. Er heerscht veeleer een geest van vermoeid heid en matheid die aan booze on verschilligheid grenst. We behoeven maar om te zien naar de dagen, waarin wij achter en in de stoottroepen der illegalen onzen strijd voerden op leven en dood. Achteraf weten we nu heter waar het om ging dan mid den in den brand van dien strijd zelve. Het ging niet alleen om het to be or not to be, maar om een betere wereld, om een ver nieuwing, om een wereld waarin we de gemaakte fouten ongedaan zouden maken. Wat is er van deze bezieling, deze drift overge bleven De typeerende traagheid, waar mee wij zelf zoo vaak de spot dreven is weer teruggekeerd. Daarvan zien we ook een voor beeld in de resultaten der verkie zingen. Alles bij elkaar genomen zien we geen frappante gebeurte nissen op dit terrein. Eigenlijk is het o.i. zoo, dat er een groote groep van ons volk is, die zich zonder daar nauwkeurig rekenschap van te geven, terug wil tot de oude verhoudingen, in de meening dat daarmede ook de toestanden van een zekere wel vaart voor bepaalde groepen weer zullen terugkeeren. Eten onver antwoordelijke zelfbegoocheling, een zielloos en zelfzuchtig streven langs den weg van den minsten weerstand. Ongetwijfeld zijn door zulke groepen de verkiezings- cijfers beïnvloed. Maar groote tijden vragen groote menschen en daden, maar onder die groote tijden leeft men rustig door als of men niet beseft dat wij. ieder van ons persoonlijk, debet zijn aan de daden in een bepaalden tijd. We lezen onze beschouwingen in boek en krant en wachten af... de groote daden van anderen. Met de groote woorden is het meestal wel in orde. Heeft de tijd van het verzet ons dan nog niet overtuigd, dat het op de houding van ons ieder per soonlijk aankomt om groote din gen te bereiken? Doch toen was er bezieling, gerichte bezieling. We waren aan de halfheid in ons leven ontkomen. Dat we er nu weer in zitten kan niet goed gepraat worden- door te zeggen dat we teleurgestelde menschen zijn. We dragen daaraan zelf de schuld. Er is geen ernstige be zinning op deze vragen. Elk volk krijgt de' regeering die het ver dient, zegt men. Wij, die uitgaan van het Evangelie als norm voor onze samenleving, beseffen we wat we beweren met deze woor den? Is de aanklacht juist die we laatst in J. M. onder de oogen kregen waarin gezegd wordt: Het fantasielooze conservatisme van de Protestantsche rechter zijde behoort tot een volmaakt verleden tijd. Men kan de groote wereldrevolutie voor onze eeuw niet overmeesteren door er een voudig „neen!" tegen te zeggen. Als dat met recht gezegd kan worden, hebben we geen recht de naam christenen te dragen. Want een christen moet en kan getui gen in zijn tijd. Eten christen moet zijn bezield. In het licht van het Evangelie worden al onze hande lingen gericht door een dieper verantwoordelijkheidsbesef. Waar is de bezieling, de stuwkracht voor onze daden gebleven? We moeten er van doordrongen worden, steeds weer opnieuw, dat het Evangelie ons onherroepelijk dwingt tot een keus, de eene keus. de beslissende wending tot het Rijk dat ons in Christus na dert. Dat beteekent dat wij allen, zonder uitzondering betrokken zijn in de ontmoeting van dat Evangelie met onze wereld, met dezen tijd en deze cultuur, in den strijd van vandaag. Achter dit alles staat Christus als onzen Heer, voor wie wij ons zullen te verantwoorden hebben, maar die ons ook bezielt. Woensdagavond zijn te 's Gra- venhage 75 jeeps aangekomen., het eerste deel van 4200 jeeps, die door het Ministerie van Overzee- sche Gebiedsdeelen en de Import firma Sieberg uit Amsterdam zijn aangekocht uit de Dump te Suipes bij Reims. Van deze 4200 zijn er 2400 be stemd voor Nederlandsch-Indië, die in Frankrijk gereviseerd zul len worden. De overigfe 1800 zijn bestemd voor verdeeling in Ne derland en worden hier te lande gereviseerd. Van dit aantal ko men 455 jeeps ter beschikking van overheidsbedrijven, als rijkspolitie, brandweer, Rjoode Kruis, 200 van landbouwers om dienst te doen als lichte tractoren, 300 van het Ministerie van Marine, terwijl het restant is toegewezen aan indu- strieele en particuliere bedrijven.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1946 | | pagina 1