De politieke situatie in Indonesië.
Normalisatie der Schelde
De tragedie van ex-Koning Umberto,
Wecddnieuws flitsen.
De Conferentie te
Bournemouth.
Dr* Hirschfeld toont Seyss
in zijn ware gedaante*
^waranH
v. >:ksv erwaohting
ZATERDAG 15 JUNI 1946.
I FRANKEER
ALS REGEL
MET
EEN NATIONALE
HULPZEGEL.
luiuniiinim
Waardeerbare critiek en beschouwing van het
Scheldeplan.
9
Tc waterlating van de
„Schelde No. 214'.'.
Een proclamatie vol verwijt en protest.
Proclamatie
van Umberto door Radio
gepubliceerd.
Communiqué
van de Gasperi.
Men zij gewaarschuwd.
Revolutie in Bolivia.
medegedeeld door het K.N. gj
M.I. te De Bilt geldig tot
hedenavond.
Veranderlijke wind.
Wind aanvankelijk noch jj
tusschen Noord en West,
later veranderlijk. gedeelte- n
Ijk bewolkt. Overwegend
droog. Na een kouden macht j
overdag iets wanner.
Hoofdredacteur
Herm. Steggerda.
Redacteuren
P. L. D. J. van Oeveren.
S. W. Henry.
Redactie-adres:
Noord tr. 55-57, Terneuzen.
Tel. 2510 - Na 6 uur 2073.
Hoofdagentschap voor
West Zeeuwsch-Vlaanderen
Willemsweg 83, Schoondijke
Jitgave: Stichting „De Vrije Zeenw"
VprsfhHnt daupliiks
2de Jaargang No. 224. v
Drukkerij N.V. Firma P. J. van de Sande - Terneuzen.
Advertentieprijs;
per mm 10 ct.; minimum
per advertentie f 1.50
inzendingen advertenties
tot des namiddags 4 uur.
Rubriek kl. advertenties:
1—5 regels 60 ct.; iedere
regel meer 12 ct. Ver
melding brieven onder
nr. Bur. van dft Blad
10 ct meer t
Abonnementsprijs ƒ3,25 per kwartaal.
yilliuiuliiliiilwllllliiillliliillmjlliii;!!!!;, iiil!lillilllll!lllilllil|li!liililililllllii!l|l!!llli<ji
Aan den vooravond van de In
donesische tegenvoorstellen'is hot
beeld van de politieke $-tuat;e n
Indonesië ingewikkeldei dan co t.
Ten aanzien van de onderhandelin
gen valt aan beide zijden, vooral
echter aan de Indones'sche, een
licht pessimisme te constateeren.
Aanvankelijk koesterden de In
donesiërs n.l. nogal hooggespan
nen verwachtingen inzake de aan
vaarding van de voorstellen, d--e
waren opgesteld naar analogie
van de staatsrechterlijke construc
tie van Viet-nam tijdens de aan-
weaigheid van Lord Inverchapel
te Batavia.
Hums echter zijn de Indones. n 5
teleurgesteld, daar volgens hun
zeggen, Dr. Van Mook. hoewel hij
geen bezwaren had tegen den
vorm. die aan de voorstellen was
gegeven, bedenkingen zou hebben
tegen dén inhoud. Q.a. tegen de
opneming van.Sumatra in een een
heidsrepubliek. bestaande uit Java
en Sumatra.
Deze voorstellen., waarbij men,
vólgens de Indonesische bron,
bleef vasthouden aan een repu
bliek binnen het raam van bet
Koninkrijk, waren door de Indo-
nèsiërs zelf ingediend als 'n amen
dement op een eerste plan. dat
door Dr. Van Mook wag opge
steld, dit eerste plan was geba
seerd op Viet-nam en geïnspiree d
door suggesties van Indonesische
en Nederlandsche zijde, als ook
door suggesties, afkomstig van
Lord Inverchapel.
Dr. Van Mook had nochtans het
schema van de Indonesiërs ais
fundament voldoende geacht voor
de besprekingen in Nederland,
hetgeen overigens tevens ver-
eischt was met het oog op de om-
staadtgheid, dat zijn mandaat met
zoo ver reikte, dat hij zich accoord
zou kunnen verklaren met dit
tamelijk vergaande voorstel.
Soewandi en Soedarsono. der le
de* van de delegatie, die in April
Nederland heeft bezocht, ervoe
ren na kennisneming van de open
bare meening in Nederland en de
grenzen. waartoe de Nederland
sche regeering mede met het oog
daarop bereid en in staat was te
gaan. dat deze, zooals ook bleek
uit dé Kamerrede van Minister
Logemaan, minder omvattend wa
ren dan de naar Nederland mee
genomen voorstellen zoo wilde
men in Nederland aan Indonesië
geen tractaatsluitende bevoegd
heid verleenen en wilde men net
grondgebied van'de republiek be
perken tot Java met uitzondering
van de door de Geallieerden be
zette gebieden.
Naast deze teleurstelling, die als
ee» soort anti-climax volgde op
het aanvankelijk tamelijk groote
optimisme, geven ook eenige feite
lijke factoren aanleiding tot het
huidige pessimisme onder de In
donesiërs.
Ten eerste zijn daar de moeilijk
heden in Soerakarta, waar de toe
stand verward is en waar zelfs
sprake is geweest van een kleine
revolutie tegen de republiek. Er
zün nog te weinig gegevens bin
nengekomen om te kunnen beoor-
deelen, of de toestand aldaar reeds
gestabiliseerd of zelfs maar bezig
is in evenwicht te'komen.
Vervolgens nemen Soetomo en
zijn volgelingen op Oost-Java
tegenover het republikeinsehe ge
zag op zijn minst genomen een
ondisciplinaire houding aan. Ten
derde zijn er de gebeurtenissen te
Tangerang.
Tenslotte zijn er inlichtingen
van deskundigen binnengekomen,
die melding maken van- een uit
eenvallen van het gezag op eco
nomisch- en bestuursgebied in het
binnenland van Java.
Al deze feiten leiden ertoe, dat
het beweerde feitelijke gezag van
de republiek en dé uitwerkings-
kraeht daarvan een der hoofd
argumenten der republikeinen
voor de buitenwereld, inclusief
Nederland, een min of meer twij
felachtig aanzien krijgen. Voor
de republikeinsehe kringen, die dit
terdege heseffen, zijn deze feiten
even zoo vele redenen om pessi-
m'st uh~te zün. Zjj vreezen, dat
dr>:re iaiten hij de onderhandelin
gen als tegenargumenten zullen
woiden aangevoerd en dat in het
bijzonder de verwarde toestanden
op Sumatra zullen gebruikt wor
den tegen den eisch van de repu
blikeinen om dit eiland in de repu
bliek op te nemen. Bovendien
zouden de gebeurtenissen te Tan
gerang op internationaal terrein
een ongunstigen invloed kunnen
hebben, meer_in het bijzonder op
de houding van China. Ook zou
den hierop operaties kunnen vol
gen, die weinig oevoi aeriijk zou
den zijn voor de sfeer waai in de
cnderiian JeHhgen moeten plaats
hebben - aan den anderen kant
vallen er lichtpun en aan te wij
zen, die de partijen althans eeni-
gen moed geven.
Ten eerste is liet bezwaar van
NedetlaUdsche zijde tegen de op
neming van Sumatra in de repu
bliek vooralsnog niet ar., princ -
pieelen aard. In Nederlandsche
regeeringskringen wènscht men,
dat afdoende bewijzen geleverd
worden, dat de bevolking zelve ae
opneming in de republiek v. t nscht
en niet een federatie; verband.
Het probleem-Sumatra is dus voor
de Nederlanders allereerst een
kwestie van feiten en toestanden.
Ten tweede zouden, aldus een
gezaghebbende bron, Neder-
landsch-Indisehe regeeringskrin
gen minder dan de Nederlandsche
autoriteiten geneigd zijn om de
zaak te doen afsluiten op het
vraagstuk Soekarno, indien ten
minste op de andere punten vol
ledige overeenstemming werd be
reikt.
Van hun kant hebben Soekai no
en Mohamed Hatta zich bereid
verklaard hun positie op te offe
ren, -indien het republikeinsehe
kabinet dit te eeniger tijd in het
belang van land en volk zou
achten.
Ten derde is daar de gewijzigde
opvatting van de Nederlanders
ten aanzien van den overgangs
termijn. zooals die in de regee-
ringsverkiaring van Februari 1946
is vermeld en die eerst zou moe
ten verloopen, alvorens den Indo
nesiërs de vrije keuze werd gela
ten. Te Checquers meenden de
Nederlandsche autoriteiten dezen
termijn op een generatie te moe
ten stellen, thans zou men echter
zooal niet om practische redener
dan toch uit politieke overwegin
gen. bereid zijn om deze periode
tot de helft of tot een derde te
verkorten.
Ten vierde de voorkeur jn off -
cieeie Indonesische kringen om
direct met de Nederlanders te on
derhandelen hoven voor legging
van de kwestie aan de Vereenigde
Naties, hetgeen een wijziging be-
teekent in het standpunt der In
donesiërs, die immers aan het ein
de van het vorig jaar nogal voor
inmenging van de Vereenigde Na
ties geporteerd waren.
Bovengeschetst geheel vari or.
gunstige en gunstige factoren
voor het welslagen van de nieuwe
onderhandelingen kan echter wor
den doorkruist door allerlei ge
beurtenissen en, men is zich daar
van aan beide zijden terdege be
wust. Soerakarta en Tangerang
hebben bewezen, hoezeer ieder.
toch reeds gewaagde, prognose
door nieuwe ontwikkelingen kan
worden gelogenstraft.
In ,,De Vrije Zeeuw" van 20
April kwam een artikel voor over
een mogelijke vaste verbinding
tusschen Zeeuwsch-Vlaanderen en
Zuid-Beveland. De aard van dit
artikel, dat, naar mij gebleken is,
zijn ontstaan vond volkomen los
en onafhankelijk van sinds jaren
door mij zelf gekoesterde plannen
doet niettemin dermate denken
aan hetgeen in het vlugschrift
,,Erop of eronder" over mijn plan
Is gerept, dat ik niet kan laten
hierover iets te zeggen. Ik stel
daarbij op den voorgrond, dat heel
deze zaak, met haar grootschen
omvang, wat mij betreft en voor-
zoover mij hekend nog verkeert
in een stadium van allereerste ver
kenning.
Vooral het feit, dat hier gewich
tige internationale belangen in het
spel zijn, noopt tot groote be
dachtzaamheid. Juist dit feit, drijft
mij echter thans mede tot spreken,
omdat zeker op dit terrein geen
verkeerde gedachten dienen post
te vatten. Heel deze zaak kan en
zou moeten uitgroeien tot een
prachtig werk, door Nederlandsch-
Belgische samenwerking tot stand
gebracht. Hier kunnen sarrren-t
gaan de scheepvaartbelangen van
Antwerpen met die der volledige
ontsluiting van Zeeuwsch-Vlaan
deren en de opheffing uit zijn af
zondering, met het openen van
den weg tot de aanwinst van een
belangrijke oppervlakte vrucht
baar land met de toekomstige
uitschakeling voor de zeewering
van vele kilometers zwaar aange
vallen oevers van calamiteuze
polders.
Er liggen stellig in Zeeuwsch-
Vlaanderen met zijn dunne be
volking van ongeveer 100 per km-
tegen ongeveer 270 per km2 voor
heel Nederland, groote kansen,
zoodra door samenwerking met
België, op gezonden grondslag,
de economische slagboomen kun
nen worden weggenomen die
Tlz "Koning Umberto heeft de
nneht doorgebracht in een paleis
t_ Barcelona. Hij zou gisteren
per vliegtuig naar Lissabon ver
trekken en heeft daartoe den
autoriteiten om ongeveer 1000
liter benzine verzocht.
Uit Napels wordt gemeld, dat
de burgemeester en de raad hun
ontslag hebben ingediend, nadat
bekend is geworden dat ex-
Koning Umberto het land verla
ten heeft.
Het vermeende zeven-cn-twin-
tigste slachtoU van den eenige
weken geleden terechtgestelden
moordenaar Dr. Petiot, blijkt in
leven te zijn. Het is mej. Hottin,
een rijke boerin.
De Belgische Kamer heeft na
debat een motie aangenomen,
waarin zij haar vertrouwen uit
spreekt in de algemeene politiek
de? regeering.
Voor zijn vertrek heeft de Ame-
rikaansche senator Conally, voor
zitter van de senaatscommissie
voor buitenlandsche zaken, ver
klaard dat de V. S. niet alleen
§een deel uitmaken van eenige
lok maar ook gekant zijn tegen
blokvorming door andere staten.
Door een auto-ongeluk zijn de
Luxemburgsche minister van ge
zondheid en zijn echtgenoote nabij
Meaux om het leven gekomen.
Dr. Dadoo, voorzitter van het
congres der Voor-Indiërs in
Transvaal heeft op een hij een
komst van eenige duizenden In
diërs meegedeeld, dat in Septem
ber a.s. het vraagstuk der positie
van de Indiërs in Zuid-Afrika voor
de V. N. zal komen.
De Deensche regeering wil eerst
haar onderhandelingen met de
Sovjet-Unie beëindigen zoo
wordt uit Kopenhagen gemeld
alvorens te denken over een han
delsverdrag met Engeland op
langen termijn. Denemarken zou
dan in 1948 levensmiddelen aan
Engeland leveren tegen minimum
prijzen.
Dr. John Dalton Bisschop van
Meath, is te Belfast als Aartsbis
schop van Armagh en primaat
van Ierland, geïnstalleerd. Hij is
de opvolger van wijlen Kardinaal
Macroy.
Dr. Karl Gruber, gevolmachtigd
minister van het departement van
buitenlandsche zaken in Oosten
rijk, heeft hij zjjn terugkeer uit
Londen verklaard, dat de bezet
tende mogendheden het in. begin
sel eens waren over het terug-
keeren der troepen uit Oostenrijk,
maar nog van meening verschil
len over de procedure. Gruber
hoopt op een spoedige overeen
stemming.
Onder leiding van Monroe Smith
bezoeken honderden jongens en
meisjes uit New-York Frankrijk,
Luxemburg en Nederland tenein
de mede te helpen aan den weder
opbouw van gebombardeerde in
ternaten. Zij brengen hun eigen
proviand voor tien weken mee.
De beroemde filmactrice Mary
Pickford heeft ter herinnering aan
de Amerikanen en Canadeezen d e
te Arnhem hebben gevochten, te
Burbank een schip den naam
City of Arnhem" gegeven, Ds
Nederlandsche consul Adriaan
I Hartog was tegenwoordig.
Zeeuwsch-Vlaanderen tot dusver
scheidden van zijn achterland,
immers eéri der dichtst bevolkte
en meest welvarende hoekjes van
West-Europa. De in den maak
zijnde tolunie tusschen Nederland
en België opent hier een wijd
verschiet dat echter, wil het goed
zijn, voor Zeeuwsch-Vlaanderen
gepaard moet kunnen gaan met
een nauwe oriëntatie op Noord-
Nederland.
Het is een hachelijke zaak om
in een allereerste stadium van
voorbereiding, zonder gedegen
studie, technische plannen te op
peren van grooten omvang. Nu
er een keer plannen geopperd zijn,
zoo uitvoerig als Uw blad dit
deed, is het noodig om hier enkele
dingen over op te merken.
Het betrokken hoofdartikel
werpt de gedachte van een nor
maliseering dér Westerschelde op
zij, daar deze onuitvoerbaar zou
zijn. Men stelle dit niet te zeer
als een vanzelfsprekendheid. Om
economische redenen dat wil zeg
gen vanwege de scheepvaartbe
langen, verdient normalisatie zoo
zeer de voorkeur boveil afsluiting
met een schutsluis, dat ik de ge
dachte der normalisatie princi
pieel als grondslag neem. Op de
verbinding van Zeeuwsch-Vlaan
deren met den overwal, zoowel
voor gewoon als voor spoorweg
verkeer door middel van een tun
nel, heeft deze wijziging geener
lei invloed. Overigens echter
verandert de-opzet hiermee gron^| mum eis
dig van gedaante.
Het is overigens om practische
redenen onwaarschijnlijk, dat men
met een schutsluis in de doorgra
ving. het peil van het afgesloten
Scheldegebied zoodanig zou kun
nen bepalen, dat van daaruit
schutting naar de dokken van
Antwerpen kan worden uitge
schakeld. In deze dokken ligt het
bestaande peil ongeveer 1.70 m
N.A.P., dus 0.400.80 m beneden
gemiddeld hoog water. Wanneer
dit peil voor het afgesloten gebied
moest worden aangehouden, zou
dit beteekenen dat de dijken daar
langs aan veel hooger rechtstreek-
sche belasting worden blootge
steld dan tot dusver. Zij zouden,
tot boven het peil van maaiveld
binnendijks, voortdurend water te
keeren krijgen. Bij eiken stornr
zou de golfslag zich ernstig doen
gevoelen. Stormen bjj laag water
zouden niet meer bestaan. De
tegenwoordige steenglooiïngen
zouden grootendeels voorgoed
onder water komen te liggen, zoo
dat het onderhoud der dijken op
den duur geheel nieuwe en kost
bare voorzieningen zou gaan
eischen. Alleen zou men kunnen
zeggen dat door de blijvend hooge
waterstanden het gevaar voor
dijk- en oevervallen was ver
dwenen.
Voor de afwatering der polders
zou een blijvend hooge stand van
het water in het afgesneden ge
bied stellig geen voordeel zijn.
Dat dwingt niet alleen tot voort
durende bemaling, maar eischt
ook een noodeloos groote opvoer-
hoogte en het uitslaan van stellig
beteekenende hoeveelheden kwel
water, hetgeen blijvende kosten
meebrengt.
Bovendien zou men voor de
dokken van Antwerpen, als deze
in open verbinding gebracht wa
ren met het afgesneden Schelde
gebied, in verband met het ver
schijnsel van opwaaüng, alsook
onder den invloed van grooteren
of kleineren afvoer van het regen
water der Bovenschelde, het wa
terpeil niet meer in de hand heb
ben. Een zoo radicale wijziging
zal in het dokkengebied, waar
alle werken op een bepaald peil
zijn ingesteld, zoo goed als zeker
onaanvaardbaar zijn.
Het normaliseeren der Schelde
zou inhouden dat in dezen rivier
mond, tevens zeeboezem, een na
tuurlijke evenwichtstoestand werd
I gezocht. Dat wil zeggen, dat de
ook door mij gedachte doorgra
ving van den kop van Walsoorden
een zoodanige wijdte zou moeten
verkrijgen, dat de waterverplaat-
sing van eb en vloed daar door
heen „normaal" zou kunnen ge
schieden. De vraag is slechts hoe
breed en diep dit kanaal zou moe
ten worden gekozen. Dat is dus
een zaak van berekening. De uit
gestrekte zandplaten in de Wes-
erschelde bewijzen dat het be
staande stroombed maar zeer ten
deele een „nuttige" doorsnede is,
dat wil zeggen dat het maar zeel
ten deele een volwaardige rol
speelt in de waterverplaatsing bij
eb en vloed. De verplaatsing van
den stroom van de bestaande geu
len in de Westerschelde naar de
doorgraving zou natuurlijk niet
op stel en sprong mogen, noch
kunnen gebeuren. Men denke
zich echter een geleidelijke ver
vanging, waai.jj het kanaal
waarschijnlijk ten deele door
kunstmatig bevorderde uitschu
ring zou kunnen tot stand komen.
Het middel der uitschuring werd
indertijd,' naast andere ook toe
gepast bij den aanleg van den
io.terdamschen Waterweg. Het
bezwaar van onmetelijke water
massa's die zich door het gegra
ven kanaal zouden moeten persen,
behoeft zich hij een oordeelkundige
werkwijze niet voor te doen. Men
beseffe dat dit kanaal zeer groote
afmetingen zou moeten hebben,
zoo naar schatting van 1200—
1400 m breedte.
Een schutsluis in de doorgraving
zou, gelijk reeds opgemerkt,
uiterst bezwaarlijk zijn voor de
scheepvaart. De verkorting van
den vaarweg met een aantal kilo
meters en het hesparen van bag-
gerwerk wegen daar stellig niet
legen op. De gedachte" aan een
schutsluis valt trouwens geheel
weg, van het oogenblik dat men
een open vaarweg rrfcgelijk acht.
Immers, a,an vdezen zijn dezelfde
ppgesomde groote voordeelen ver
bonden, ten aanzien der verbin
dingen voor Zeeuwsch-Vlaanderen
en de scheepvaart op Antwerpen
en Hansweert zonder de nadeelen.
Het-lijkt mij voorts niet mogelijk
zonder berekening, of, nog heter,
zonder laboratoriumproeven, vast
te steljenj wat hij stormvloed, hoo
ger de rivier op de gevolgen zul
len zijn van de normalisatie. De
opstuwing der vloedgetijen tot
vlak heneden Antwerpen onder
gaat daardoor een grondige wij
ziging. De vermindering van de
bij hoog water voor opwaaiïng in
aanmerking komende oppervlakte
zal in elk geval bij stormvloed
gunstig jA-erken. 'Het lijkt mij on
waarschijnlijk dat de stormvloed
standen boven Antwerpen door de
normalisatie van be teekenis zul
len stijgen. Overigens* zou een
geringe stijging dooreenvoudige
werken te keeren zijn.
De keuze der ligging van den
dam door de Westerschelde in
het plan van 20 April kan mij
"weinig bekorqn. In „De Vrije i
Zeeuw" van 11 Mei wordt hierop
reeds kritiek geoefend. Ik had i
dien dam ook gedacht in elk ge-
val Westwaarts van het kanaal
door Zuid-Beveland, waarbij de j
verbinding van Antwerpen met
dit kanaal' gewaarborgd en zoo j
mogelijk zelfs verbeterd zou moe
ten worden. Bij totstandkoming j
van een normalisatie dus bij
handhaving van een open rivier j
ligt er dan ook voor de scheep
vaartverbinding tusschen Terneu-
zenHansweert geen enkele
moeilijkheid.
In de berekening van de ge-
wenschte waterbeweging zal een
groote rol moeten spelen de be-
vordering van een zooveel moge-
lijk aanslibben van het gebied j
beoosten den te leggen dam. Ik i
meen dat gebied te mogen zien als j
BMBT vatbaar voor toe- j
komstige bedijking; omtrent den
tijdsduur, dien men hiervoor zou
mogen, schatten, ontbreken voor
alsnog de gegevens.
Daar in Uw artikel van 20 April
enkele kostenbedragen worden I
genoemd, meen ik dat het noodig I
is erop te wijzen, dat deze vbor de
Scheldeplannen naar evenredig
heid en in orde van grootte zeer
ver zouden uitgaan hoven die van
de Noord-Bevelandsche brug. Het
zou hier niet gaan om miljoenen
of tientallen miljoenen, maar om
honderden miljoenen. Evenwel
staan in dit geval ook buitenge
woon veel grootere belangen op
het spel. Voor een vaste verbin
ding met Zeeuwsch-Vlaanderen
alleen zou men zich deze offers
nooit kunnen getroosten, zelfs niet
wanneer men daarbü rekent de
voordeelen van landaanwinst en
op j^en langen duur van vermin
dering van onderhoud van dijken.
De beheerschende vraag is hoe in
deze de belangen der scheepvaart
liggen en hoe de ontwikkeling zal
zijn van de samenwerking met
België. Voor de belangen van een
wereldhaven is bet rekenen met
zeer groote sommen gerechtvaar
digd. Maar dat is in dit geval
niet in onze handen. Den alge-
meenen economischen toestand in
de wereld hebben wij overigens
helaas allerminst mee.
Hierbij zou ik 't willen laten.
Van harte hoop ik dat. gelijk her
soms schijnt, de tijd inderdaad rijp
moge blijken voor een groot
schen aanpak van het Schelde-
vraagstuk, voorshands dan ten
fninste van de bestudeering daar
van en dat ons mooi en vrucht
baar Zeeuwsch-Vlaanderen daar
van de vruchten moge plukken.
Delft, 7 Juni 1946. C. S.
H. K. H. Prinses Juliana
zal als Voorzitster van
Nederlandsch Volksherstel,
Maandag a.s. 20.40 uur, een
radio-toespraak houden over
„Volk in nood".
De te waterlating van het 22.000
ton groote passagiersschip voor
de Rotterdamsche Lloyd, dat reeds
meer dan zes jaar op de helling
van de werf „De Schelde" te Vlis-
singen heeft gelegen en bestaat
als „Schelde 214", is thans vast
gesteld op 1 Juli 1946. Er wordt
thans koortsachtig gewerkt om
het schip op tijd gereed te hebben.
HULPACTIE SCHELDEMONDE
In het kader van de hulpactie
Scheldemonden" zal de gemeen
schap van Katholieken voor too-
neel, muziek, dans en film „De
Keten" op Zaterdag 22 Juni a.s.
tusschen 12 en 6 uur een viertal
opvoeringen geven van De Drie
Burgers", een spel der bezetting.
Voor dat doel zal voor het Paleis
op den Dam een podium worden
opgericht. Verder verleenen hun
medewerking de gemengd* zang-
vereeniging „Beatrix" uit Arne-
muiden en de vereeniging „Volka"
die internationale volksdansen zal
demonstreeren.. Tijdens de voor
stelling zal een inzameling wor
den gehouden.
De zaak Seyss-Inquart werd
Vrijdagochtend beëindigd met het
verhoor van de getuigen Hirscn-
feld en Schwebel. Het getuigenis
van Dr. Hirschfeld wierp een
heter licht op de houding van
Seyss dan menig langdurig ver
hoor in de voorgaande dagen.
Hirschfeld merkte op, dat de ge
dragingen van Seyss in Nederland
voor en na den herfst 1914 be
langrijk verschilden. De vragen,
waarmede de verdediger, Stein-
bauer, trachtte ontlastende ver
klaringen voor Seyss te krijgen,
sloegen dan ook hoofdzakelijk op
de houding in de dagen waarin
de Duitschers wisten, dat hun
zaak verloren was. De vragen,
waarmee hij de verantwoording
voor den hongersnood van den
Rijkscommissaris wilde 'afwente
len, werden evenwel door Dr.
Hirschfeld zoodanig beantwoord,
dat hier een van de zwaarste be
schuldigingen tegen Seyss zeer
nadrukkelijk bekrachtigd werd
Hirschfeld vertelde uitvoerig
over het bezoek, dat Vonderwense
22 Sept. 1944 aan hem en Louwes
bracht, waarbij namens Seyss de
eisch gesteld werd een Nederland-
schen oproep te richten tot bet
spoorwegpersoneel, om de staking
op te geven. „Wanneer de oproep
niet zou verschijnen, zouden ter
stond maatregelen worden geno-
Bij zijn vertrek heeft de ex
Koning Umberto een proclamatie
aam het Italiaanscjie volk achter
gelaten waarin hij de regeering
een onwettige handeling tóe-
schrijft en zegt:
Plotseling, in strijd met de wet
ten en met de onafhankelijkheid
en souvereine machten der over
heid verrichtte de regeering een
revolutionaire daad door eenzijdig
en willekeurig macht tot zich te
trekken, die haar niet toekomt,
terwijl zij mij: voor het alternatief
stelde, bloedige botsingen uit te
lokken of voor geweld te buigen.
Verder teekent hij in naam van
de Kroon en van het geheele; volk
een ernstig protest aan tegen het
geweld dgt gepleegd is, en maant
allen die de monarchie trouw
bleven aan. alle geschillen en
moeilijkhedeni zooveel mogelijk te
vermijden. Hij besluit deze pro
clamatie met de woorden:
Met een door smart bezwaard
hart, maar in het klare besef, dat
ik alles in het" werk heb gesteld
mijn plichten te vervullen, verlaat
ik het land. Laten allen, die een
eed aan mij hebben afgelegd en m
veel zware beproevingen mij
trouw bleven, zich ontslagen ach
ten van hun eed aan den Koning,
niet van hun eeh aan het land.
Mijn gedachten gaan uit naar al
len die voor Italië en voor het be
houd van. alle Italiailen zijn ge
vallen. Wat ons land overkomt,
het kan altijd op mij rekenen als
een van zijn meest toegewijde
zonen. Leve Italië, w.g. Umberto,
13 Juni.
De eerste indruk, die de bood
schap van Umberto onder de Ita
lianen heeft gewekt is deze dat
zij een ernstige aanhitsing tot
tweedracht onder de burgers bevat.
Men is van meening. dat het ant
woord van De Gasperi van het
hoogste belang zal zijn voor het
geven van een richtlijn aan het
land na het vertrek van Umberto.
Nadere berichten, zeggen, dat
De Gasperi van oordeel is. dat
deze proclamatie de zaken op on
juiste en leugenachtige wijze voor
stelt.
De proclamatie van Umberto
den tweeden is Vrijdagmorgen
door de Italiaansche radio gepu
bliceerd. Daarna werd de tekst
van de verklaring der Italiaansche
regeering met betrekking tot die
proclamatie en het vertrek van
Umberto voorgelezen.
De voorzitter van den Italiaan-
schen- ministerraad, Alcide de
Gasperi heeft een communisué
uitgegeven, waarin wordt gezegd,
dat de Italiaansche regeering door
"den Koning niet op de hoogte is
gebracht van zijn besluit om het
land te verlaten.
De organisators van het ver
trek, aluds .het communiqué, die
aan het ministerie van luchtvaart
de beschikking over een vlieg
tuig moesten vragen, deelden op
het laatste fflbment telefonisch
mede, dat zij zelf den minister
president op de hoogte hadden ge
bracht, hetgeen klaarblijkelijk on
waar was. Het communiqué geeft
vervolgens een overzicht van de
gebeurtenissen en zegt, dat de
pfticlamatie van Umberto aan de
Italianen op „valsche gronden"
berust, „De Koning zou rustig
het verslag van het hof van cas
satie hebben kunnen afwachten",
aldus wordt in het communiqué
verklaard, ,De regeering wilde
zijn vrijheid volledig respecteeren.
De verantwoordelijkheid van Um
berto is zwaai een tijdperk zon
der waardigheid is op onwaardige
wijze afgesloten".
Het kan in de grensstreek wel
eens gebeuren, dat een auto, of
autobus, onverwachts staande
wordt gehouden en het vehikel aan
een nauwkeurige inspeatie wordt
onderworpen. Het resultaat is
meestentijds verrassend.
Dezer dagen deden de douane
beambten te Roosendaal hetzelfde
met een Pullmantrein. Een der
wagens werd afgehaakt. Onder de
zitbanken vond men een groote
hoeveelheid smokkelwaar als rij
wielbanden tabak en textiel. De
eigenaars bleven l'ever onbekend..
de buit werd in beslag genomen.
Een merkwaardige toespraak
van Leon Blum op het congres der
qabourpartq te Bournemouth
heeft Leon Blum, de vergrijsde
socialistenleider gesproken nadat
een plechtigheid had plaats ge
vonden.
Aan de bestuurstafel was zijn
vrouw gezeten, die met bloemen
werd gehuldigd. Professor Laski
vertelde de conferentie hoe me
vrouw Blum naar Buchenwald was
gegaan om het lot van haar echt
genoot te deelen. Door haar toe
wijding is Blums' leven gered.
Professor Laski bood Blum een
boek aan, geschreven door een in
1789 naar Frankrijk teruggekeer-
dé emigrant. Hij noemde Blum
de belichaming van het geloof in
het socialisme.
Diep bewogen herinnerde Leon
Blum aan zijn tegenwoordigheid
op het Labourcongres van 1940,
op het oogenblik, dat een Duitsche
pantserdivisie door de Fransche
linies was gebroken en de cata
strophe zich voltrokj Erbarmelijk
is de staat, waarin de door Hitier
bezette gebieden verkeeren. De
bevolkingen hebben echter een
groote meerderheid der socialis
tische denkbeelden aanvaard. De
communistische winst is te ver
klaren door het aandeel van Rus
land in den oorlog en door de rol
van de communisten in de verzets
beweging.
De katholieke winst is een ge
volg van de opleving van «en
godsdienst, een algemeen ver
schijnsel na elke wereldcata-
strophe. De werkelijk socialis
tische partijen verkeeren echter in
moeilijkheden. In Frankrijk be
staan de tegenstanders uit de
katholieke democraten die zich
socialistisch noemen, en de com
munisten, die zich democratisch
noemen. Alleen een regeering van
"en partii of een homogene regee-
ring kan den toestand meester
worden. Een meerderheidsregee-
ring kan alleen een regeering zijn
van proletarische eenheid en deze
kan alleen tot stand komen, indien
blijkt, dat de communisten werke
lijke democraten zijn en dat zij on
afhankelijk zijn van Rusland. Zoo
lang dit niet het geval is, moet
er een coalitieregeering worden
gevormd. De Fransche socialis
tische partij is nog even sterk als
vroeger en dooi denzelfden wi!
bezield. Over de Labourregeering
sprekende zeide Blum, dat de
mogelijkheden van een socialis
tische regeering in een kapitalis
tisch land altijd beperkt zijn en
zekere teleurstellingen dan ook
niet kunnen uitblijven. Zij kan
evenwel de politieke atmospheer
van zulk een land in socialisti-
schen geest beïnvloeden en veran
deren.
Blum wilde"' gtien afscheiding
van het Ruhrgebied, maar inter
nationalisatie, evenals van het
Rijnland en Westfalen. Dit is
echter niet genoeg, wanneer er
niet boven de landen een inter
nationale organisatie staat, die de
idealen van universeele vei'bond-
heid zal kunnen verwerkelijken.
Op 13 Juni is des morgens te
La Paz een revolutie uitgebroken
onder leiding van kolonel Illanes.
Volgens een officieel communiqué
is de beweging onderdrukt en zijn
er dooden en gewondèft te be
treuren.
In weerwil van het officieele
communiqué der Boliviaansche
regeering, zeggende, dat de revo-
lutionnaire beweging onder lei
ding van kolonel Illanes onder
drukt is, wordt uit La Paz ver
nomen, dat de beweging zich uit
breidt en dat eenige leden der re
geering de hoofdstad zouden heb
ben verlaten. Aan de grens zijn
voorzorgsmaatregelen genomen.
men, om de bevolking van Neder
land onmiddellijk voor den honger
te plaatsen", zoo zeide Hiwh-
feld.
Wij hebben den eisch afgewezen
en daarbij uitdrukkelijk vastge
steld dat represailles tegen de
burgerbevolking in verband met
de staking de verantwoording
voor den hongersnood geheel oy>
den Rijkscommissaris zouden wer
pen. Desondanks werd het em
bargo doorgevoerd".
Verder verklaarde hij, dat de
helft van de Nederlandsche dia
mantreserve nog steeds zoek is.
Alle diamant, zoo verklaarde
hjj, lagen in een safe te Arnhem.
Hij heeft den Duitschers herhaal
delijk geweigerd de sleutels van
deze safe te overhandigen. Toen
de Geallieerde luchtlandingstroe
pen landden, bliezen de Duitschers
de- safe op en brachten alle dia
mant, die zij vonden naar de
Reichsbank over.
Dr. Hirschfeld verklaarde voorts,
dat hij den Duitschers herhaalde
lijk om teruggave van de diaman
ten verzocht had. Dit bleef zonder
resultaat en sinds het einde van
den oorlog wérd tot dusver niets
teruggevonden.
De Nederlandsche economisclie
verliezen door Duitsche plunde
ring en roof van industrieele uit
rusting en schepen wordt geschat
op vijfentwintig milliard gulden.
De bezetting kostte den Neder
landers aéht-en-een-half milliard
gulden.
Aan Dr. Hirschfeld werd ge
vraagd of hij aan Dr. Hjalmar
Schacht advies had gegeven om
het tempo van de herbewapening
gezien het effect op de leening-
en credietpositie in Europa, Te
verlangzamen.
Hirschfeld antwoordde: „Gedu
rende een gesprek te Berlijn in
1936 over economische aange
legenheden zei Dr. Schacht bijna
ironisch: „Duitschland heeft her
bewapening noodig. Ik wensch
een groot en sterk Duitschland en
daarvoor zou ik zelfs met den
duivel een overeenkomst willen
sluiten."
Later hij het kruisverhoor voeg
de Hirschfeld daar nog mededee-
lingen over het opblazen van de
Haagsche Courant aan toe, waar
uit overduidelijk de instelling van
Seyss-Inquart bleek.
Hirschfeld zeide namelijk dat
de Rijkscommissaris persoonlijk
opdracht gegeven heeft het ge
bouw van de Haagsche Courant
op te blazen, nadat het personeel
van dit blad geweigerd bad.de
krant te drukken met de propa
ganda van den persdienst van den
Rijkscommissaris tot het opgeven
van de staking.
Hirschfeld gaf een overzicht
vaa Seyss-Inquarts bemoeiingen
in het laatste stadium van den
oorlog om Nederland te sparen
voor de uitvoering van het bevel-
Bormann tot het toepassen der
tactiek van de verschroeide aarde.
Hirschfeld hesprak deze zaak voor
de eerste maal met Seyss in Dec.
1944, toen deze reeds vreesde, dat
een dergelijke order zou komen.
Seyss wilde de mogelijkheid over
wegen het Westen buiten verdere
oorlogshandelingen te laten. Het
gesprek werd in Januari 1945
voortgezet, waarna Hirschfeld
vergeefs getracht had zich met
Londen in verbinding te stellen.
Eindelijk deelde Seyss hem 2 April
mede dat het bevel inderdaad
Was uitgegeven en dat hij erover
met Speer had onderhandeld.
Speer had daarbij gezegd, dat
voor zoover het burgerlijke instel
lingen betrof he" bevel niet be
hoefde uitgevoerd te worden.
Voor zoover het de weermacht
aanging had Speer evenwel niets
te zeggen. Daarna had Seyss met
Blaskowiffc gesproken, die op het
standount stond Befehl is'. Be-
fehl"," doch overigens toezegde
mogelijkheden tot versa*.iii.ing te
zoeken. Twee dagen later had
Hirschfeld opnieuw met Seyss ge
sproken en een telegram aan Lon
den gestuurd, waaruit onderhan
delingen zijn voortgevloeid.
Toen Steinbauer vroeg of
Hirschfeld kon bevestigen dat de
Duitschers de door hen na de op
heffing van deviezengrens in
Nederland gemaakte schulden als
reëele schulden erkende, luidde
het antwoord: ,,De geheele ont
wikkeling zonder meer deed vast
stellen, dat de Duitsche deviezen
geen enkele waarde hadden.
Hirschfeld bevestigde, dat Funk
zich tegen de aanstelling van den
„verrader Rost" verzet heeft, doch
dat Goering het besluit genopaen
heeft, op voorstel van Seyss.
Trip's voornemen om ook af te
treden als bestuurder der Bank
voor Betalingen, had de Duitschers
zoodanig doen schrikken, dat zij
hem haastig vroegen aan te blij
ven. „Over de door Rost van
Tonningen in de jaarberichten dei'
Ne<3. Bank gehouden beschouwin
gen over de "verhouding mark tot
pond sterling hebben wij slechts
gelachen^ zeide Hirschfeld nadat
hij nog^eens uitdrukkelijk had
vastgesteld, dat Seyss dezen ver
rader had binnen gehaald.
Steinbauer wilde voorstellen
alsof Seyss zich niet heeft be
ijverd N.S.B.-invloed op het be
stuur te geven, doch Hirschfeld
zeide, dat Seyss weliswaar nief
persoonlijk, doch zijn organen des
te meer hebben getracht de nazi's
op belangrijke bestuursplaatsen te
krijgen en dat Seyss later de
N.S.B.-invloeden toch heeft door
gezet, door benoeming van nazi-
gezinde secretarissen-generaal.
De ontvoering van mannelijke
personen in 1944 was volgens
HirschfelcL inderdaad een door de
Wehrmacht doorgevoerden maat
regel. Seyss had beweerd het ef
fect van dezen maatregel te heb
ben verzacht door een groot aan
tal vrijstellingen te geven doch
Hirschfeld zeide, dat van het
geven van vrijstellingen in de
practijk nauwelijks iets gekomen
(Zie verder pag. 2, 3e kolom.)