De politieke situatie in Indonesië. Normalisatie der Schelde De tragedie van ex-Koning Umberto, Wecddnieuws flitsen. De Conferentie te Bournemouth. Dr* Hirschfeld toont Seyss in zijn ware gedaante* ^waranH v. >:ksv erwaohting ZATERDAG 15 JUNI 1946. I FRANKEER ALS REGEL MET EEN NATIONALE HULPZEGEL. luiuniiinim Waardeerbare critiek en beschouwing van het Scheldeplan. 9 Tc waterlating van de „Schelde No. 214'.'. Een proclamatie vol verwijt en protest. Proclamatie van Umberto door Radio gepubliceerd. Communiqué van de Gasperi. Men zij gewaarschuwd. Revolutie in Bolivia. medegedeeld door het K.N. gj M.I. te De Bilt geldig tot hedenavond. Veranderlijke wind. Wind aanvankelijk noch jj tusschen Noord en West, later veranderlijk. gedeelte- n Ijk bewolkt. Overwegend droog. Na een kouden macht j overdag iets wanner. Hoofdredacteur Herm. Steggerda. Redacteuren P. L. D. J. van Oeveren. S. W. Henry. Redactie-adres: Noord tr. 55-57, Terneuzen. Tel. 2510 - Na 6 uur 2073. Hoofdagentschap voor West Zeeuwsch-Vlaanderen Willemsweg 83, Schoondijke Jitgave: Stichting „De Vrije Zeenw" VprsfhHnt daupliiks 2de Jaargang No. 224. v Drukkerij N.V. Firma P. J. van de Sande - Terneuzen. Advertentieprijs; per mm 10 ct.; minimum per advertentie f 1.50 inzendingen advertenties tot des namiddags 4 uur. Rubriek kl. advertenties: 1—5 regels 60 ct.; iedere regel meer 12 ct. Ver melding brieven onder nr. Bur. van dft Blad 10 ct meer t Abonnementsprijs ƒ3,25 per kwartaal. yilliuiuliiliiilwllllliiillliliillmjlliii;!!!!;, iiil!lillilllll!lllilllil|li!liililililllllii!l|l!!llli<ji Aan den vooravond van de In donesische tegenvoorstellen'is hot beeld van de politieke $-tuat;e n Indonesië ingewikkeldei dan co t. Ten aanzien van de onderhandelin gen valt aan beide zijden, vooral echter aan de Indones'sche, een licht pessimisme te constateeren. Aanvankelijk koesterden de In donesiërs n.l. nogal hooggespan nen verwachtingen inzake de aan vaarding van de voorstellen, d--e waren opgesteld naar analogie van de staatsrechterlijke construc tie van Viet-nam tijdens de aan- weaigheid van Lord Inverchapel te Batavia. Hums echter zijn de Indones. n 5 teleurgesteld, daar volgens hun zeggen, Dr. Van Mook. hoewel hij geen bezwaren had tegen den vorm. die aan de voorstellen was gegeven, bedenkingen zou hebben tegen dén inhoud. Q.a. tegen de opneming van.Sumatra in een een heidsrepubliek. bestaande uit Java en Sumatra. Deze voorstellen., waarbij men, vólgens de Indonesische bron, bleef vasthouden aan een repu bliek binnen het raam van bet Koninkrijk, waren door de Indo- nèsiërs zelf ingediend als 'n amen dement op een eerste plan. dat door Dr. Van Mook wag opge steld, dit eerste plan was geba seerd op Viet-nam en geïnspiree d door suggesties van Indonesische en Nederlandsche zijde, als ook door suggesties, afkomstig van Lord Inverchapel. Dr. Van Mook had nochtans het schema van de Indonesiërs ais fundament voldoende geacht voor de besprekingen in Nederland, hetgeen overigens tevens ver- eischt was met het oog op de om- staadtgheid, dat zijn mandaat met zoo ver reikte, dat hij zich accoord zou kunnen verklaren met dit tamelijk vergaande voorstel. Soewandi en Soedarsono. der le de* van de delegatie, die in April Nederland heeft bezocht, ervoe ren na kennisneming van de open bare meening in Nederland en de grenzen. waartoe de Nederland sche regeering mede met het oog daarop bereid en in staat was te gaan. dat deze, zooals ook bleek uit dé Kamerrede van Minister Logemaan, minder omvattend wa ren dan de naar Nederland mee genomen voorstellen zoo wilde men in Nederland aan Indonesië geen tractaatsluitende bevoegd heid verleenen en wilde men net grondgebied van'de republiek be perken tot Java met uitzondering van de door de Geallieerden be zette gebieden. Naast deze teleurstelling, die als ee» soort anti-climax volgde op het aanvankelijk tamelijk groote optimisme, geven ook eenige feite lijke factoren aanleiding tot het huidige pessimisme onder de In donesiërs. Ten eerste zijn daar de moeilijk heden in Soerakarta, waar de toe stand verward is en waar zelfs sprake is geweest van een kleine revolutie tegen de republiek. Er zün nog te weinig gegevens bin nengekomen om te kunnen beoor- deelen, of de toestand aldaar reeds gestabiliseerd of zelfs maar bezig is in evenwicht te'komen. Vervolgens nemen Soetomo en zijn volgelingen op Oost-Java tegenover het republikeinsehe ge zag op zijn minst genomen een ondisciplinaire houding aan. Ten derde zijn er de gebeurtenissen te Tangerang. Tenslotte zijn er inlichtingen van deskundigen binnengekomen, die melding maken van- een uit eenvallen van het gezag op eco nomisch- en bestuursgebied in het binnenland van Java. Al deze feiten leiden ertoe, dat het beweerde feitelijke gezag van de republiek en dé uitwerkings- kraeht daarvan een der hoofd argumenten der republikeinen voor de buitenwereld, inclusief Nederland, een min of meer twij felachtig aanzien krijgen. Voor de republikeinsehe kringen, die dit terdege heseffen, zijn deze feiten even zoo vele redenen om pessi- m'st uh~te zün. Zjj vreezen, dat dr>:re iaiten hij de onderhandelin gen als tegenargumenten zullen woiden aangevoerd en dat in het bijzonder de verwarde toestanden op Sumatra zullen gebruikt wor den tegen den eisch van de repu blikeinen om dit eiland in de repu bliek op te nemen. Bovendien zouden de gebeurtenissen te Tan gerang op internationaal terrein een ongunstigen invloed kunnen hebben, meer_in het bijzonder op de houding van China. Ook zou den hierop operaties kunnen vol gen, die weinig oevoi aeriijk zou den zijn voor de sfeer waai in de cnderiian JeHhgen moeten plaats hebben - aan den anderen kant vallen er lichtpun en aan te wij zen, die de partijen althans eeni- gen moed geven. Ten eerste is liet bezwaar van NedetlaUdsche zijde tegen de op neming van Sumatra in de repu bliek vooralsnog niet ar., princ - pieelen aard. In Nederlandsche regeeringskringen wènscht men, dat afdoende bewijzen geleverd worden, dat de bevolking zelve ae opneming in de republiek v. t nscht en niet een federatie; verband. Het probleem-Sumatra is dus voor de Nederlanders allereerst een kwestie van feiten en toestanden. Ten tweede zouden, aldus een gezaghebbende bron, Neder- landsch-Indisehe regeeringskrin gen minder dan de Nederlandsche autoriteiten geneigd zijn om de zaak te doen afsluiten op het vraagstuk Soekarno, indien ten minste op de andere punten vol ledige overeenstemming werd be reikt. Van hun kant hebben Soekai no en Mohamed Hatta zich bereid verklaard hun positie op te offe ren, -indien het republikeinsehe kabinet dit te eeniger tijd in het belang van land en volk zou achten. Ten derde is daar de gewijzigde opvatting van de Nederlanders ten aanzien van den overgangs termijn. zooals die in de regee- ringsverkiaring van Februari 1946 is vermeld en die eerst zou moe ten verloopen, alvorens den Indo nesiërs de vrije keuze werd gela ten. Te Checquers meenden de Nederlandsche autoriteiten dezen termijn op een generatie te moe ten stellen, thans zou men echter zooal niet om practische redener dan toch uit politieke overwegin gen. bereid zijn om deze periode tot de helft of tot een derde te verkorten. Ten vierde de voorkeur jn off - cieeie Indonesische kringen om direct met de Nederlanders te on derhandelen hoven voor legging van de kwestie aan de Vereenigde Naties, hetgeen een wijziging be- teekent in het standpunt der In donesiërs, die immers aan het ein de van het vorig jaar nogal voor inmenging van de Vereenigde Na ties geporteerd waren. Bovengeschetst geheel vari or. gunstige en gunstige factoren voor het welslagen van de nieuwe onderhandelingen kan echter wor den doorkruist door allerlei ge beurtenissen en, men is zich daar van aan beide zijden terdege be wust. Soerakarta en Tangerang hebben bewezen, hoezeer ieder. toch reeds gewaagde, prognose door nieuwe ontwikkelingen kan worden gelogenstraft. In ,,De Vrije Zeeuw" van 20 April kwam een artikel voor over een mogelijke vaste verbinding tusschen Zeeuwsch-Vlaanderen en Zuid-Beveland. De aard van dit artikel, dat, naar mij gebleken is, zijn ontstaan vond volkomen los en onafhankelijk van sinds jaren door mij zelf gekoesterde plannen doet niettemin dermate denken aan hetgeen in het vlugschrift ,,Erop of eronder" over mijn plan Is gerept, dat ik niet kan laten hierover iets te zeggen. Ik stel daarbij op den voorgrond, dat heel deze zaak, met haar grootschen omvang, wat mij betreft en voor- zoover mij hekend nog verkeert in een stadium van allereerste ver kenning. Vooral het feit, dat hier gewich tige internationale belangen in het spel zijn, noopt tot groote be dachtzaamheid. Juist dit feit, drijft mij echter thans mede tot spreken, omdat zeker op dit terrein geen verkeerde gedachten dienen post te vatten. Heel deze zaak kan en zou moeten uitgroeien tot een prachtig werk, door Nederlandsch- Belgische samenwerking tot stand gebracht. Hier kunnen sarrren-t gaan de scheepvaartbelangen van Antwerpen met die der volledige ontsluiting van Zeeuwsch-Vlaan deren en de opheffing uit zijn af zondering, met het openen van den weg tot de aanwinst van een belangrijke oppervlakte vrucht baar land met de toekomstige uitschakeling voor de zeewering van vele kilometers zwaar aange vallen oevers van calamiteuze polders. Er liggen stellig in Zeeuwsch- Vlaanderen met zijn dunne be volking van ongeveer 100 per km- tegen ongeveer 270 per km2 voor heel Nederland, groote kansen, zoodra door samenwerking met België, op gezonden grondslag, de economische slagboomen kun nen worden weggenomen die Tlz "Koning Umberto heeft de nneht doorgebracht in een paleis t_ Barcelona. Hij zou gisteren per vliegtuig naar Lissabon ver trekken en heeft daartoe den autoriteiten om ongeveer 1000 liter benzine verzocht. Uit Napels wordt gemeld, dat de burgemeester en de raad hun ontslag hebben ingediend, nadat bekend is geworden dat ex- Koning Umberto het land verla ten heeft. Het vermeende zeven-cn-twin- tigste slachtoU van den eenige weken geleden terechtgestelden moordenaar Dr. Petiot, blijkt in leven te zijn. Het is mej. Hottin, een rijke boerin. De Belgische Kamer heeft na debat een motie aangenomen, waarin zij haar vertrouwen uit spreekt in de algemeene politiek de? regeering. Voor zijn vertrek heeft de Ame- rikaansche senator Conally, voor zitter van de senaatscommissie voor buitenlandsche zaken, ver klaard dat de V. S. niet alleen §een deel uitmaken van eenige lok maar ook gekant zijn tegen blokvorming door andere staten. Door een auto-ongeluk zijn de Luxemburgsche minister van ge zondheid en zijn echtgenoote nabij Meaux om het leven gekomen. Dr. Dadoo, voorzitter van het congres der Voor-Indiërs in Transvaal heeft op een hij een komst van eenige duizenden In diërs meegedeeld, dat in Septem ber a.s. het vraagstuk der positie van de Indiërs in Zuid-Afrika voor de V. N. zal komen. De Deensche regeering wil eerst haar onderhandelingen met de Sovjet-Unie beëindigen zoo wordt uit Kopenhagen gemeld alvorens te denken over een han delsverdrag met Engeland op langen termijn. Denemarken zou dan in 1948 levensmiddelen aan Engeland leveren tegen minimum prijzen. Dr. John Dalton Bisschop van Meath, is te Belfast als Aartsbis schop van Armagh en primaat van Ierland, geïnstalleerd. Hij is de opvolger van wijlen Kardinaal Macroy. Dr. Karl Gruber, gevolmachtigd minister van het departement van buitenlandsche zaken in Oosten rijk, heeft hij zjjn terugkeer uit Londen verklaard, dat de bezet tende mogendheden het in. begin sel eens waren over het terug- keeren der troepen uit Oostenrijk, maar nog van meening verschil len over de procedure. Gruber hoopt op een spoedige overeen stemming. Onder leiding van Monroe Smith bezoeken honderden jongens en meisjes uit New-York Frankrijk, Luxemburg en Nederland tenein de mede te helpen aan den weder opbouw van gebombardeerde in ternaten. Zij brengen hun eigen proviand voor tien weken mee. De beroemde filmactrice Mary Pickford heeft ter herinnering aan de Amerikanen en Canadeezen d e te Arnhem hebben gevochten, te Burbank een schip den naam City of Arnhem" gegeven, Ds Nederlandsche consul Adriaan I Hartog was tegenwoordig. Zeeuwsch-Vlaanderen tot dusver scheidden van zijn achterland, immers eéri der dichtst bevolkte en meest welvarende hoekjes van West-Europa. De in den maak zijnde tolunie tusschen Nederland en België opent hier een wijd verschiet dat echter, wil het goed zijn, voor Zeeuwsch-Vlaanderen gepaard moet kunnen gaan met een nauwe oriëntatie op Noord- Nederland. Het is een hachelijke zaak om in een allereerste stadium van voorbereiding, zonder gedegen studie, technische plannen te op peren van grooten omvang. Nu er een keer plannen geopperd zijn, zoo uitvoerig als Uw blad dit deed, is het noodig om hier enkele dingen over op te merken. Het betrokken hoofdartikel werpt de gedachte van een nor maliseering dér Westerschelde op zij, daar deze onuitvoerbaar zou zijn. Men stelle dit niet te zeer als een vanzelfsprekendheid. Om economische redenen dat wil zeg gen vanwege de scheepvaartbe langen, verdient normalisatie zoo zeer de voorkeur boveil afsluiting met een schutsluis, dat ik de ge dachte der normalisatie princi pieel als grondslag neem. Op de verbinding van Zeeuwsch-Vlaan deren met den overwal, zoowel voor gewoon als voor spoorweg verkeer door middel van een tun nel, heeft deze wijziging geener lei invloed. Overigens echter verandert de-opzet hiermee gron^| mum eis dig van gedaante. Het is overigens om practische redenen onwaarschijnlijk, dat men met een schutsluis in de doorgra ving. het peil van het afgesloten Scheldegebied zoodanig zou kun nen bepalen, dat van daaruit schutting naar de dokken van Antwerpen kan worden uitge schakeld. In deze dokken ligt het bestaande peil ongeveer 1.70 m N.A.P., dus 0.400.80 m beneden gemiddeld hoog water. Wanneer dit peil voor het afgesloten gebied moest worden aangehouden, zou dit beteekenen dat de dijken daar langs aan veel hooger rechtstreek- sche belasting worden blootge steld dan tot dusver. Zij zouden, tot boven het peil van maaiveld binnendijks, voortdurend water te keeren krijgen. Bij eiken stornr zou de golfslag zich ernstig doen gevoelen. Stormen bjj laag water zouden niet meer bestaan. De tegenwoordige steenglooiïngen zouden grootendeels voorgoed onder water komen te liggen, zoo dat het onderhoud der dijken op den duur geheel nieuwe en kost bare voorzieningen zou gaan eischen. Alleen zou men kunnen zeggen dat door de blijvend hooge waterstanden het gevaar voor dijk- en oevervallen was ver dwenen. Voor de afwatering der polders zou een blijvend hooge stand van het water in het afgesneden ge bied stellig geen voordeel zijn. Dat dwingt niet alleen tot voort durende bemaling, maar eischt ook een noodeloos groote opvoer- hoogte en het uitslaan van stellig beteekenende hoeveelheden kwel water, hetgeen blijvende kosten meebrengt. Bovendien zou men voor de dokken van Antwerpen, als deze in open verbinding gebracht wa ren met het afgesneden Schelde gebied, in verband met het ver schijnsel van opwaaüng, alsook onder den invloed van grooteren of kleineren afvoer van het regen water der Bovenschelde, het wa terpeil niet meer in de hand heb ben. Een zoo radicale wijziging zal in het dokkengebied, waar alle werken op een bepaald peil zijn ingesteld, zoo goed als zeker onaanvaardbaar zijn. Het normaliseeren der Schelde zou inhouden dat in dezen rivier mond, tevens zeeboezem, een na tuurlijke evenwichtstoestand werd I gezocht. Dat wil zeggen, dat de ook door mij gedachte doorgra ving van den kop van Walsoorden een zoodanige wijdte zou moeten verkrijgen, dat de waterverplaat- sing van eb en vloed daar door heen „normaal" zou kunnen ge schieden. De vraag is slechts hoe breed en diep dit kanaal zou moe ten worden gekozen. Dat is dus een zaak van berekening. De uit gestrekte zandplaten in de Wes- erschelde bewijzen dat het be staande stroombed maar zeer ten deele een „nuttige" doorsnede is, dat wil zeggen dat het maar zeel ten deele een volwaardige rol speelt in de waterverplaatsing bij eb en vloed. De verplaatsing van den stroom van de bestaande geu len in de Westerschelde naar de doorgraving zou natuurlijk niet op stel en sprong mogen, noch kunnen gebeuren. Men denke zich echter een geleidelijke ver vanging, waai.jj het kanaal waarschijnlijk ten deele door kunstmatig bevorderde uitschu ring zou kunnen tot stand komen. Het middel der uitschuring werd indertijd,' naast andere ook toe gepast bij den aanleg van den io.terdamschen Waterweg. Het bezwaar van onmetelijke water massa's die zich door het gegra ven kanaal zouden moeten persen, behoeft zich hij een oordeelkundige werkwijze niet voor te doen. Men beseffe dat dit kanaal zeer groote afmetingen zou moeten hebben, zoo naar schatting van 1200— 1400 m breedte. Een schutsluis in de doorgraving zou, gelijk reeds opgemerkt, uiterst bezwaarlijk zijn voor de scheepvaart. De verkorting van den vaarweg met een aantal kilo meters en het hesparen van bag- gerwerk wegen daar stellig niet legen op. De gedachte" aan een schutsluis valt trouwens geheel weg, van het oogenblik dat men een open vaarweg rrfcgelijk acht. Immers, a,an vdezen zijn dezelfde ppgesomde groote voordeelen ver bonden, ten aanzien der verbin dingen voor Zeeuwsch-Vlaanderen en de scheepvaart op Antwerpen en Hansweert zonder de nadeelen. Het-lijkt mij voorts niet mogelijk zonder berekening, of, nog heter, zonder laboratoriumproeven, vast te steljenj wat hij stormvloed, hoo ger de rivier op de gevolgen zul len zijn van de normalisatie. De opstuwing der vloedgetijen tot vlak heneden Antwerpen onder gaat daardoor een grondige wij ziging. De vermindering van de bij hoog water voor opwaaiïng in aanmerking komende oppervlakte zal in elk geval bij stormvloed gunstig jA-erken. 'Het lijkt mij on waarschijnlijk dat de stormvloed standen boven Antwerpen door de normalisatie van be teekenis zul len stijgen. Overigens* zou een geringe stijging dooreenvoudige werken te keeren zijn. De keuze der ligging van den dam door de Westerschelde in het plan van 20 April kan mij "weinig bekorqn. In „De Vrije i Zeeuw" van 11 Mei wordt hierop reeds kritiek geoefend. Ik had i dien dam ook gedacht in elk ge- val Westwaarts van het kanaal door Zuid-Beveland, waarbij de j verbinding van Antwerpen met dit kanaal' gewaarborgd en zoo j mogelijk zelfs verbeterd zou moe ten worden. Bij totstandkoming j van een normalisatie dus bij handhaving van een open rivier j ligt er dan ook voor de scheep vaartverbinding tusschen Terneu- zenHansweert geen enkele moeilijkheid. In de berekening van de ge- wenschte waterbeweging zal een groote rol moeten spelen de be- vordering van een zooveel moge- lijk aanslibben van het gebied j beoosten den te leggen dam. Ik i meen dat gebied te mogen zien als j BMBT vatbaar voor toe- j komstige bedijking; omtrent den tijdsduur, dien men hiervoor zou mogen, schatten, ontbreken voor alsnog de gegevens. Daar in Uw artikel van 20 April enkele kostenbedragen worden I genoemd, meen ik dat het noodig I is erop te wijzen, dat deze vbor de Scheldeplannen naar evenredig heid en in orde van grootte zeer ver zouden uitgaan hoven die van de Noord-Bevelandsche brug. Het zou hier niet gaan om miljoenen of tientallen miljoenen, maar om honderden miljoenen. Evenwel staan in dit geval ook buitenge woon veel grootere belangen op het spel. Voor een vaste verbin ding met Zeeuwsch-Vlaanderen alleen zou men zich deze offers nooit kunnen getroosten, zelfs niet wanneer men daarbü rekent de voordeelen van landaanwinst en op j^en langen duur van vermin dering van onderhoud van dijken. De beheerschende vraag is hoe in deze de belangen der scheepvaart liggen en hoe de ontwikkeling zal zijn van de samenwerking met België. Voor de belangen van een wereldhaven is bet rekenen met zeer groote sommen gerechtvaar digd. Maar dat is in dit geval niet in onze handen. Den alge- meenen economischen toestand in de wereld hebben wij overigens helaas allerminst mee. Hierbij zou ik 't willen laten. Van harte hoop ik dat. gelijk her soms schijnt, de tijd inderdaad rijp moge blijken voor een groot schen aanpak van het Schelde- vraagstuk, voorshands dan ten fninste van de bestudeering daar van en dat ons mooi en vrucht baar Zeeuwsch-Vlaanderen daar van de vruchten moge plukken. Delft, 7 Juni 1946. C. S. H. K. H. Prinses Juliana zal als Voorzitster van Nederlandsch Volksherstel, Maandag a.s. 20.40 uur, een radio-toespraak houden over „Volk in nood". De te waterlating van het 22.000 ton groote passagiersschip voor de Rotterdamsche Lloyd, dat reeds meer dan zes jaar op de helling van de werf „De Schelde" te Vlis- singen heeft gelegen en bestaat als „Schelde 214", is thans vast gesteld op 1 Juli 1946. Er wordt thans koortsachtig gewerkt om het schip op tijd gereed te hebben. HULPACTIE SCHELDEMONDE In het kader van de hulpactie Scheldemonden" zal de gemeen schap van Katholieken voor too- neel, muziek, dans en film „De Keten" op Zaterdag 22 Juni a.s. tusschen 12 en 6 uur een viertal opvoeringen geven van De Drie Burgers", een spel der bezetting. Voor dat doel zal voor het Paleis op den Dam een podium worden opgericht. Verder verleenen hun medewerking de gemengd* zang- vereeniging „Beatrix" uit Arne- muiden en de vereeniging „Volka" die internationale volksdansen zal demonstreeren.. Tijdens de voor stelling zal een inzameling wor den gehouden. De zaak Seyss-Inquart werd Vrijdagochtend beëindigd met het verhoor van de getuigen Hirscn- feld en Schwebel. Het getuigenis van Dr. Hirschfeld wierp een heter licht op de houding van Seyss dan menig langdurig ver hoor in de voorgaande dagen. Hirschfeld merkte op, dat de ge dragingen van Seyss in Nederland voor en na den herfst 1914 be langrijk verschilden. De vragen, waarmede de verdediger, Stein- bauer, trachtte ontlastende ver klaringen voor Seyss te krijgen, sloegen dan ook hoofdzakelijk op de houding in de dagen waarin de Duitschers wisten, dat hun zaak verloren was. De vragen, waarmee hij de verantwoording voor den hongersnood van den Rijkscommissaris wilde 'afwente len, werden evenwel door Dr. Hirschfeld zoodanig beantwoord, dat hier een van de zwaarste be schuldigingen tegen Seyss zeer nadrukkelijk bekrachtigd werd Hirschfeld vertelde uitvoerig over het bezoek, dat Vonderwense 22 Sept. 1944 aan hem en Louwes bracht, waarbij namens Seyss de eisch gesteld werd een Nederland- schen oproep te richten tot bet spoorwegpersoneel, om de staking op te geven. „Wanneer de oproep niet zou verschijnen, zouden ter stond maatregelen worden geno- Bij zijn vertrek heeft de ex Koning Umberto een proclamatie aam het Italiaanscjie volk achter gelaten waarin hij de regeering een onwettige handeling tóe- schrijft en zegt: Plotseling, in strijd met de wet ten en met de onafhankelijkheid en souvereine machten der over heid verrichtte de regeering een revolutionaire daad door eenzijdig en willekeurig macht tot zich te trekken, die haar niet toekomt, terwijl zij mij: voor het alternatief stelde, bloedige botsingen uit te lokken of voor geweld te buigen. Verder teekent hij in naam van de Kroon en van het geheele; volk een ernstig protest aan tegen het geweld dgt gepleegd is, en maant allen die de monarchie trouw bleven aan. alle geschillen en moeilijkhedeni zooveel mogelijk te vermijden. Hij besluit deze pro clamatie met de woorden: Met een door smart bezwaard hart, maar in het klare besef, dat ik alles in het" werk heb gesteld mijn plichten te vervullen, verlaat ik het land. Laten allen, die een eed aan mij hebben afgelegd en m veel zware beproevingen mij trouw bleven, zich ontslagen ach ten van hun eed aan den Koning, niet van hun eeh aan het land. Mijn gedachten gaan uit naar al len die voor Italië en voor het be houd van. alle Italiailen zijn ge vallen. Wat ons land overkomt, het kan altijd op mij rekenen als een van zijn meest toegewijde zonen. Leve Italië, w.g. Umberto, 13 Juni. De eerste indruk, die de bood schap van Umberto onder de Ita lianen heeft gewekt is deze dat zij een ernstige aanhitsing tot tweedracht onder de burgers bevat. Men is van meening. dat het ant woord van De Gasperi van het hoogste belang zal zijn voor het geven van een richtlijn aan het land na het vertrek van Umberto. Nadere berichten, zeggen, dat De Gasperi van oordeel is. dat deze proclamatie de zaken op on juiste en leugenachtige wijze voor stelt. De proclamatie van Umberto den tweeden is Vrijdagmorgen door de Italiaansche radio gepu bliceerd. Daarna werd de tekst van de verklaring der Italiaansche regeering met betrekking tot die proclamatie en het vertrek van Umberto voorgelezen. De voorzitter van den Italiaan- schen- ministerraad, Alcide de Gasperi heeft een communisué uitgegeven, waarin wordt gezegd, dat de Italiaansche regeering door "den Koning niet op de hoogte is gebracht van zijn besluit om het land te verlaten. De organisators van het ver trek, aluds .het communiqué, die aan het ministerie van luchtvaart de beschikking over een vlieg tuig moesten vragen, deelden op het laatste fflbment telefonisch mede, dat zij zelf den minister president op de hoogte hadden ge bracht, hetgeen klaarblijkelijk on waar was. Het communiqué geeft vervolgens een overzicht van de gebeurtenissen en zegt, dat de pfticlamatie van Umberto aan de Italianen op „valsche gronden" berust, „De Koning zou rustig het verslag van het hof van cas satie hebben kunnen afwachten", aldus wordt in het communiqué verklaard, ,De regeering wilde zijn vrijheid volledig respecteeren. De verantwoordelijkheid van Um berto is zwaai een tijdperk zon der waardigheid is op onwaardige wijze afgesloten". Het kan in de grensstreek wel eens gebeuren, dat een auto, of autobus, onverwachts staande wordt gehouden en het vehikel aan een nauwkeurige inspeatie wordt onderworpen. Het resultaat is meestentijds verrassend. Dezer dagen deden de douane beambten te Roosendaal hetzelfde met een Pullmantrein. Een der wagens werd afgehaakt. Onder de zitbanken vond men een groote hoeveelheid smokkelwaar als rij wielbanden tabak en textiel. De eigenaars bleven l'ever onbekend.. de buit werd in beslag genomen. Een merkwaardige toespraak van Leon Blum op het congres der qabourpartq te Bournemouth heeft Leon Blum, de vergrijsde socialistenleider gesproken nadat een plechtigheid had plaats ge vonden. Aan de bestuurstafel was zijn vrouw gezeten, die met bloemen werd gehuldigd. Professor Laski vertelde de conferentie hoe me vrouw Blum naar Buchenwald was gegaan om het lot van haar echt genoot te deelen. Door haar toe wijding is Blums' leven gered. Professor Laski bood Blum een boek aan, geschreven door een in 1789 naar Frankrijk teruggekeer- dé emigrant. Hij noemde Blum de belichaming van het geloof in het socialisme. Diep bewogen herinnerde Leon Blum aan zijn tegenwoordigheid op het Labourcongres van 1940, op het oogenblik, dat een Duitsche pantserdivisie door de Fransche linies was gebroken en de cata strophe zich voltrokj Erbarmelijk is de staat, waarin de door Hitier bezette gebieden verkeeren. De bevolkingen hebben echter een groote meerderheid der socialis tische denkbeelden aanvaard. De communistische winst is te ver klaren door het aandeel van Rus land in den oorlog en door de rol van de communisten in de verzets beweging. De katholieke winst is een ge volg van de opleving van «en godsdienst, een algemeen ver schijnsel na elke wereldcata- strophe. De werkelijk socialis tische partijen verkeeren echter in moeilijkheden. In Frankrijk be staan de tegenstanders uit de katholieke democraten die zich socialistisch noemen, en de com munisten, die zich democratisch noemen. Alleen een regeering van "en partii of een homogene regee- ring kan den toestand meester worden. Een meerderheidsregee- ring kan alleen een regeering zijn van proletarische eenheid en deze kan alleen tot stand komen, indien blijkt, dat de communisten werke lijke democraten zijn en dat zij on afhankelijk zijn van Rusland. Zoo lang dit niet het geval is, moet er een coalitieregeering worden gevormd. De Fransche socialis tische partij is nog even sterk als vroeger en dooi denzelfden wi! bezield. Over de Labourregeering sprekende zeide Blum, dat de mogelijkheden van een socialis tische regeering in een kapitalis tisch land altijd beperkt zijn en zekere teleurstellingen dan ook niet kunnen uitblijven. Zij kan evenwel de politieke atmospheer van zulk een land in socialisti- schen geest beïnvloeden en veran deren. Blum wilde"' gtien afscheiding van het Ruhrgebied, maar inter nationalisatie, evenals van het Rijnland en Westfalen. Dit is echter niet genoeg, wanneer er niet boven de landen een inter nationale organisatie staat, die de idealen van universeele vei'bond- heid zal kunnen verwerkelijken. Op 13 Juni is des morgens te La Paz een revolutie uitgebroken onder leiding van kolonel Illanes. Volgens een officieel communiqué is de beweging onderdrukt en zijn er dooden en gewondèft te be treuren. In weerwil van het officieele communiqué der Boliviaansche regeering, zeggende, dat de revo- lutionnaire beweging onder lei ding van kolonel Illanes onder drukt is, wordt uit La Paz ver nomen, dat de beweging zich uit breidt en dat eenige leden der re geering de hoofdstad zouden heb ben verlaten. Aan de grens zijn voorzorgsmaatregelen genomen. men, om de bevolking van Neder land onmiddellijk voor den honger te plaatsen", zoo zeide Hiwh- feld. Wij hebben den eisch afgewezen en daarbij uitdrukkelijk vastge steld dat represailles tegen de burgerbevolking in verband met de staking de verantwoording voor den hongersnood geheel oy> den Rijkscommissaris zouden wer pen. Desondanks werd het em bargo doorgevoerd". Verder verklaarde hij, dat de helft van de Nederlandsche dia mantreserve nog steeds zoek is. Alle diamant, zoo verklaarde hjj, lagen in een safe te Arnhem. Hij heeft den Duitschers herhaal delijk geweigerd de sleutels van deze safe te overhandigen. Toen de Geallieerde luchtlandingstroe pen landden, bliezen de Duitschers de- safe op en brachten alle dia mant, die zij vonden naar de Reichsbank over. Dr. Hirschfeld verklaarde voorts, dat hij den Duitschers herhaalde lijk om teruggave van de diaman ten verzocht had. Dit bleef zonder resultaat en sinds het einde van den oorlog wérd tot dusver niets teruggevonden. De Nederlandsche economisclie verliezen door Duitsche plunde ring en roof van industrieele uit rusting en schepen wordt geschat op vijfentwintig milliard gulden. De bezetting kostte den Neder landers aéht-en-een-half milliard gulden. Aan Dr. Hirschfeld werd ge vraagd of hij aan Dr. Hjalmar Schacht advies had gegeven om het tempo van de herbewapening gezien het effect op de leening- en credietpositie in Europa, Te verlangzamen. Hirschfeld antwoordde: „Gedu rende een gesprek te Berlijn in 1936 over economische aange legenheden zei Dr. Schacht bijna ironisch: „Duitschland heeft her bewapening noodig. Ik wensch een groot en sterk Duitschland en daarvoor zou ik zelfs met den duivel een overeenkomst willen sluiten." Later hij het kruisverhoor voeg de Hirschfeld daar nog mededee- lingen over het opblazen van de Haagsche Courant aan toe, waar uit overduidelijk de instelling van Seyss-Inquart bleek. Hirschfeld zeide namelijk dat de Rijkscommissaris persoonlijk opdracht gegeven heeft het ge bouw van de Haagsche Courant op te blazen, nadat het personeel van dit blad geweigerd bad.de krant te drukken met de propa ganda van den persdienst van den Rijkscommissaris tot het opgeven van de staking. Hirschfeld gaf een overzicht vaa Seyss-Inquarts bemoeiingen in het laatste stadium van den oorlog om Nederland te sparen voor de uitvoering van het bevel- Bormann tot het toepassen der tactiek van de verschroeide aarde. Hirschfeld hesprak deze zaak voor de eerste maal met Seyss in Dec. 1944, toen deze reeds vreesde, dat een dergelijke order zou komen. Seyss wilde de mogelijkheid over wegen het Westen buiten verdere oorlogshandelingen te laten. Het gesprek werd in Januari 1945 voortgezet, waarna Hirschfeld vergeefs getracht had zich met Londen in verbinding te stellen. Eindelijk deelde Seyss hem 2 April mede dat het bevel inderdaad Was uitgegeven en dat hij erover met Speer had onderhandeld. Speer had daarbij gezegd, dat voor zoover het burgerlijke instel lingen betrof he" bevel niet be hoefde uitgevoerd te worden. Voor zoover het de weermacht aanging had Speer evenwel niets te zeggen. Daarna had Seyss met Blaskowiffc gesproken, die op het standount stond Befehl is'. Be- fehl"," doch overigens toezegde mogelijkheden tot versa*.iii.ing te zoeken. Twee dagen later had Hirschfeld opnieuw met Seyss ge sproken en een telegram aan Lon den gestuurd, waaruit onderhan delingen zijn voortgevloeid. Toen Steinbauer vroeg of Hirschfeld kon bevestigen dat de Duitschers de door hen na de op heffing van deviezengrens in Nederland gemaakte schulden als reëele schulden erkende, luidde het antwoord: ,,De geheele ont wikkeling zonder meer deed vast stellen, dat de Duitsche deviezen geen enkele waarde hadden. Hirschfeld bevestigde, dat Funk zich tegen de aanstelling van den „verrader Rost" verzet heeft, doch dat Goering het besluit genopaen heeft, op voorstel van Seyss. Trip's voornemen om ook af te treden als bestuurder der Bank voor Betalingen, had de Duitschers zoodanig doen schrikken, dat zij hem haastig vroegen aan te blij ven. „Over de door Rost van Tonningen in de jaarberichten dei' Ne<3. Bank gehouden beschouwin gen over de "verhouding mark tot pond sterling hebben wij slechts gelachen^ zeide Hirschfeld nadat hij nog^eens uitdrukkelijk had vastgesteld, dat Seyss dezen ver rader had binnen gehaald. Steinbauer wilde voorstellen alsof Seyss zich niet heeft be ijverd N.S.B.-invloed op het be stuur te geven, doch Hirschfeld zeide, dat Seyss weliswaar nief persoonlijk, doch zijn organen des te meer hebben getracht de nazi's op belangrijke bestuursplaatsen te krijgen en dat Seyss later de N.S.B.-invloeden toch heeft door gezet, door benoeming van nazi- gezinde secretarissen-generaal. De ontvoering van mannelijke personen in 1944 was volgens HirschfelcL inderdaad een door de Wehrmacht doorgevoerden maat regel. Seyss had beweerd het ef fect van dezen maatregel te heb ben verzacht door een groot aan tal vrijstellingen te geven doch Hirschfeld zeide, dat van het geven van vrijstellingen in de practijk nauwelijks iets gekomen (Zie verder pag. 2, 3e kolom.)

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1946 | | pagina 1