,o Lezers die schrijven. Een groet figuur uit het Duitsche verzet. VOOR DEN ZONDAG. PROVINCIALE BERICHTEN M Zeeuwsch-Vlaanderen in Oorlogsbrand. ER BIJ BETROKKEN. Belgische meesterschilders in Amsterdams Rijksmuseum Predikbeurten. Door Pater Drs Steltenpool S. V. D. Jaarvergadering Afdeeling Terneuzen van het Ned. Roode Kruis De vierdaagsche strijd om het bruggehoofd bij Kijkuit, t NDANKiS al mijn inspan ning, om aan het Christen- tf dom, of tenminste aan zijn voornaamste eisen, te ontkomen, voel ik, hoe ik ieder jaar meer tot het geloof word teruggeleid door Een, die sterker is dan ik, vaak tegen alle krietise weten schap en wijsbegeerte in." Deze bekentenis van C. F. Meijer, een der grootste dichters van IZwitser- land uit de vorige eeuw, zal door velen onderschreven kunnen wor den. We komen niet zo heel ge- makkelik aan Jesus voorbij. Zeker niet aan Zijn lijden. Maar wat is het, dat telkens weer onze gedach ten doet uitgaan naar de Man der Is het medelijden? Wanneer we de lijdensgeschiedenis lezen, zijn er vele gedeelten, waardoor het medelijden wordt opgewekt. We denken alleen maar aan het taf reel, waarin Jesus met een oude soldatenmantel getooid en met een doornenkroon gekroond, het voor werp is van spot van soldaten, die zich vermaken met de ellende van een ander. Maar Jesus is van medelijden niet gediend. Hij laat de klagende vrouwen uitdrukkelik horen, dat ze met hun wenen over Hem moeten ophouden. Is het bewondering? Wanneer we de lijdensgeschiedenis lezen zijn er talrijke passages, die aan leiding geven om Jesus te toewon deren. We denken slechts aan Jesus houding tegenover de hoge priester, die tevergeefs een be schuldiging zocht om Hem te kun nen veroordelen. De vraag echter of Hij de Christus is, de Zoon van God, beantwoordt de Heer met een krachtig ja. hoewel Hij weet, dat dit antwoord zal aangegrepen worden om Hem te veroordelen. Maar Jesus is met bewondering niet tevreden. Is het bijgelovige verering? Wanneer we de lijdensgeschiedenis lezen, zijn er verscheiden momen ten, die zulk een bijgelovige ver ering in de hand kunnen werken. We noemen enkel de droom van Pilatus vrouw. Zij laat haar man, tijdens de rechtzitting weten: Heb toch niets te doen met die Rechtvaardige; want ik heb heden veel geleden in de droom om Zijnentwil. Maar Jesus kan met bijgelovige verering niet volsta'an. Het is onze nood. Wij zijn niet los van Jesus, omdat we betrok ken zijn bij, schuldig staan aan het lijden, dat Hem overkwam. Deze uitspraak lijkt nog al kras. Zal wel verzet wekken. Wat heb ben wij mensen uit de twintigste eeuw uit te staan met een gebeur tenis, die ruim negentien eeuwen geleden plaats vond? Misschien zeggen we het nog anders. Wan neer wij in die dagen geleefd had den, zouden wij een andere hou ding tegenover Jesus hebben aan genomen, als de mensen in de lij densgeschiedenis. Daarmee ver klaren we, dat Jesus lijden voor ons vrijVvel waardeloos is. Maar ook, dat wij wel heel uitzonderlike mensen zijn. In de lijdensgeschiedenis komen we echter in aanraking met heel gewone mensen. Met mensen, pre- sies zoals wij, die tonen hoe ze tegenover Jesus staan. Daar zijn de mensen van de kerk. Sommigen nemen het met het dienen van God verbazend nauw, anderen staan veel ruimer. Maar hierin komen zij overeen, dat hun haat naar Jesus uitgaat. Hij moet weg. Daar zijn de mensen van de wereld. Sommigen leiden een leven, waarop nauweliks een aan merking is te maken. Anderen schijnen zich om geen enkele norm te bekommeren. Maar hier in komen zij overeen, dat zij geen moeite doen om Jesus te redden van de dood. Daar zijn de vijanden. De men sen die er alles voor over hebben, dat Jesus uit de weg wordt ge ruimd. De Romeinse soldaten die onverschillig Jesus aan het kruis spijkeren. Het verdelen van Zijn kleren veel belangrijker vinden. Daar zijn de dissipelen. De men sen die alles hebben opgegeven terwille van Jesus. Onder hen is een Petrus. Hg laat zijn Meester horen, dat hij met Hem wil ster ven. Hij toont zijn moed door Jesus te volgen in het hol van de leeuw. Daar zegt hij echter, tot driemaal toe, Jesus niet te kennén. Onder hen is een Judas. Hij is te leurgesteld in zijn verwachtingen. Hij hoopt Jesus te kunnen dwin gen Zijn koningschap te aanvaar den. Zo komt hij tot verraad. Ja, alle dissipelen gaan op het ogen blik dat Jesus gevangen genomen tvordt op de vlucht. Ze verlaten Hem allemaal. Daar is ook de grote massa, die geen eigen mehing er op na houdt. Zij schreeuwt mee met hen, die haar op een gegeven ogenblik het meeste bevredigen. Zo klinkt het Kruis Hem' Heel gewone mensen, schreven we. Mensen zoals wij. In onze houding tegenover- Jesus zullen we wel lijken op een. van al degenen, die Jesus hebber, doen lijden, In een van al die verschillende men sen vinden we iets van ons zelf terug. Zo wil de lijdensgeschie denis ons overtuigen, dat het geen .vreemde" zondt- was die Jesus aan het kruis tracht. Het was dezelfde zonde, die nu ons leven ontsiert en veroordeelt. Daarom kunnen we aan het lijden van Jesus niet voorbijgaan. We komen van de vraag niet af, wat zal Jesus' met onze zonde doen Met onze zonde, die Hem treft, die ons schuldig stelt? Wat wij ook doen met Hem, Hij wil onze zonden verzoenen. D.i. met Zijn vergevende liefde bedek ken. Dan zijn ze er niet meer. Daartoe heeft Christus voor ons geleden. Hij, de rechtvaardige voor ons onrech'vaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen. Daartoe heeft Christus zelf on ze zonden in Zijn lichaam gedra gen op het kruis, opdat wij, der zonden afgestorven, der gerech tigheid leven zouden. C. - T (Vervolg Neurenberg.) schets een soort verantwoording waarin het verdrag van Versailles en de blauwe oogen van Hitier, die vanaf de eerste kennismaking een bijzonderen indruk op hem hadden gemaakt, werden aange duid als de belangrijkste momen ten, die zijn politieke gedachten- gang hadden beïnvloed. Zoo bleek de strompelende oude man, die Von Ribbentrop thans geworden is. en die niets meer gemeen heeft met den vroegeren „Ehrenmaes- sigen" ss. Obergruppenfuehrer, tenslotte zelf nog prat te gaan op een slaafsche onderworpenheid aan Hitler, die door de verschillen de getuigen als zijn voornaamste eigenschap is aangemerkt. Het verhoor van Von Ribbentrop zal heden worden voortgezet en zal de man, die zich als minister van buitenlandsche zaken 6 landgoe deren aanschafte, wat Maxwell Fyfe Vrijdag belangstellend en vergeefs deed informeeren naar zijn salaris, nog zware uren kosten. 14 R. I. OP JAVA. Zondag 27 Februari werd ons bataljon ingescheept op het s.s.. ,,Aronda" ,op de rede van Penang. Den volgenden morgen vertrokken wij met onbekende bestemming, in Zuidelijke richting. 10 dagen vertoleven wij op het schip met harten vol verwachting en span ning. Aller hoop was dat wij naar Java gingen, en ja in den middag van 8 Maart gingen we voor anker op de reede voor Tandjong Priok. Den anderen dag werd de haven binnengevaren en om 11 uur zette ons bataljon voet aan wal. Onze Bataljonscommandant sprak op de kade een woord tot ons, waarover ik helaas niets kan schrijven daar niemand hem ver stond. Het eenige wat wel te hooren was, waren zijn laatste woorden; „Lang leve de Koningin", waarop het heele koor geestdriftig 3 maal hoera riep, en wel met zoo'n ge luid, dat alle extremisten die het gehoord hebben er schrik van kregen. Hierna marcheerden we af naar een doorgangskamp, ongeveer 4 Ttin van de haven verwijderd, met onze volle bepakking op den rug. In minimum van tijd waren we doornat van het transpireeren, en tot overmaat van ramp begon het te stortregenen, zoodat de loopen van onze geweren haast over liepen. Om 1 uur kwamen we in het kamp, dat bestond uit een groot aantal bamboehuizen, onderver deeld in kamertjes. We doopten het kamp „Modderlust", gezien de straten zoo modderig waren, dat zelfs de wegen bij ons in de bie tencampagne nog schoon genoemd kunnien worden. Ons verblijf was van korten duur hier, slechts 1% dag. Wij vertrokken 's morgens met groote vrachtwagens dwars door Bata via naar onze posten die wij van de Britsch-Indiërs zouden over nemen. Langs den kant van den weg stonden vele Hollanders die ons hartelijk toejuichten. Het was een ware zegetocht die wat leek op onze reis Duitschland-Hilver- sum in Juli 1945. Batavia zelf biedt een verwaarloosden indruk, doch er is weinig vernield. Het is er rustig en incidenten komen bijna niet voor. maar dat de inlandsche bevolking zoo enthousiast is, behoef ik U wel niet te vertellen. Om 12 uur betrokken onze jon gens voor het eerst de wachten. Onze dienst is zwaar, doch de stemming onder de Zeeuwsch Vlamingen is uitstekend, en het AARDENBURG. Lezing. Dinsdagavond hield de heer Van Amerom in de sociëteit een lezing over volledig herstel en nieuw bouw. De zaal was goed bezet en met groote aandacht werd spreker aangehoord, hoe men handelen moet om zijn woning weer volledig hersteld te krijgen. Er werden vele vragen gesteld, welke door spreker op duideliik wijze beantwoord werden. Spr. raadde vooral de menschen aan om aanvragen tot herstel in te dienen, nu er genoegzaam bouw materiaal aanwezig is. Burgemeester Van Dongen dankte den spreker namens alle aanwezigen voor zijn raadgevin- aangaande herstel en herbouw en hoopte dat de aanwezigen daar mede hun voordeel, hoe in deze te handelen, zouden doen. BIERVLIET. Uitvoering. Enkele dagen geleden meldden gevoel nutteloos te zijn, dat wij op Malakka hadden, is verdwenen. Wij zullen het best stellen hier nu we mee kunnen werken om de rust op Java te herstellen en Indië te mogen behouden voor ons Moe derland. KEES KDZEE. wij, dat in de zaal „Het Oude Raedthuys" te Biervliet ten bate van de „Stichting Nederland helpt Indië", een opvoering werd gege ven van het tooneelspel „Trouwen is niet makkelijk" van Jan Nie- meyer. De heropvoering van dit blijspel heeft vorige week Zaterdag plaats gehad voor een stampvolle zaal. Ook dezen avond werd het stuk vlot en goed gespeeld, zoodat de toeschouwers voldaan huiswaarts keerden. In de pauze werd weer een ver loting gehouden, waaraan in rui me mate deel genomen werd. Een zeer gezellig bal besloot den avond. Beide uitvoeringen hebben ten bate van reeds genoemde stichting een batig saldo van ruim 400 opgebracht. Voorwaar een resultaat waar de Biervlietsche tooneelclub, onder leiding van den heer Evers, trots op mag zijn. KOEWACHT. Duivensport. Onlangs werd in deze gemeente, na 7 jaar rusten de duivensport weer bovengehaald. De toender- tijd bestaande vereenigingen van duivenliefhetotoers zijn thans weer aan het werfk gegaan tot het op leiden van postduiven. De ver- eeniging „De Ned. Reisduif", wel ke gevestigd is in het lokaal bij L. de Kindt alhier, heeft reeds Zaterdag 30 Maart 1946. Ned. Herv. Kerk. Terneuzen; 7,30 u. Avondgebed. Zondag 31 Maart 1946. Ned. Herv. Kerk. Terneuzen: 10 u. Dr. L- J. Caze- mier; 2.30 u. Ds. J. C. Sickesz. Sluiskil: 10 u. de heer Clan, cand. t d. H. Dienst te Haarlem, 2.30 u. Dr. L. J. Cazemier, bediening H Doop. Axel: Geen opgave. Zaamslag: 10 u. Ds. J. A. Tal™a. 2.30 u. Ds. J. A. Talma, bed. H. Doop Hoek: 10 u. Ds. A. J. Kromhout, 2.30 u. Ds. A. J. Kromhout, bed. H. Doop. Kloosterzande: 10 u. Ds. J. J. Saraber Sas van Gent: 3 u. Ds. vV. L. Her- manides, van Hulst. Philippine: 2.3.0 u. Ds. G. van Yperen van Waterlandkerkie. Hulst: 10.30 u. Ds.'W. L. Herma- nides. Hoofdplaat: 10 u. Ds. Pliester. Biervliet: 10 u. Ds. A. J. van den Ham. TT IJzendijke: 3 u. Ds. Van t Hooft. Groede: 5.30 u. Ds. G. J. Derksen Nieuwvliet: 10 u. Ds. G. J. Derk- sen Doopsgezinde Gemeente. Aardenburg: llu. Ds. Nolthemus Gereformeerde Kerk. Terneuzen: 10 u. Ds. G. W. van Houte, bed. H.A.; 3 u. Ds. G. W. van Houte, bed. H.A. en dankzegging. Axel: 10 u. en 2.30 u. Ds. Van Minnen, van Amsterdam. Hoek (in de Chr. School): 10 u. en 2.30 u. de heer A. Vinger ling, van Goes. Zaamslag: 9.30 u. en 2.30 u. Ds. A. Thielen, van Maasland. Zoutespui: 10 u. en 2.30 u. Ds. A. B W M. Kok, van Zaamslag. Groede: 3 u. dienst in de Luther- sche Kerk. Gereformeerde Kerk. (VrlSaemaakt Art. 31. D.K.O.l Terneuzen: 10 u. de heer Ver kade, van Vlaardingen; 3 u. Ds. Zemel, van Axel, voorber. H.A. en openb. gel. Hoek: 10 u. en 2.30 u. stud. Boe sekool, van Kampen. „Wir sind barbarisch Katholisch". Wanneer het doorgaat, zooals tot dusver het geval was, zal het nieuwe kardinarlscollege spoedig zijn uitgestorven. Met kardinaal Von Galen overleed reeds de der de der pnlangs nieuwbenoemde kardinalen. Deze dood kwam wel zeer onverwacht. Zijn forsche ge stalte deed al evenmin aan een spoedig overlijden denken als zijn ontembare ijver en onverzettelijke wilskracht. Mediepe droefheid vernamen wij liet heengaan van dezen man, die naar onze bereke- -riisg -ger-oape «rtvAet- dende rol te spelen bij den op bouw van een n euw Duitschland. Kardinaal Von Galen verdient 'nposthume hulde van de geheele wereld. Hij heeft onder de moeilijkste omstandigheden met onverzettelijke wilskracht verzet geboden aan den machtswellust van Hitier. Nooit 'schrok hij er voor terug on- te protesteeren, wanneer zijn rechtsgevoel in op stand kwam. Hij verdedigde de vrijheid van godsdienst, van ge weten, van leven. Niet slechts als het om sr'ecifieik kerkelijke belangen ging.lriaar evenzeer als het rechtsbesef van het geheele volk gekrenkt werd, durfde hij zijn stem laten hooren. Door de geheele Nederlandsche pers werd dezer dagen zijn woord herhaald, dat „Engelsche bommen voor Duitschland beter zijn, dan het nationaal socialisme". Dat was echt Mgr. Von Galen. De Von Galens zijn geen kunste naars. Wij zijn' geen geleerden. Maar wij zijn barbarisch Katho lisch". Inderdaad dat was hij. Maar dit „barbarisme" had niets gemeen met dat van Hitier. Het was enkel en alleen een onver- scihrdklken gehechtheid aan de hoogste zedelijke! waarden, zondei daarbij al te veel aandacht te schenken aan formaliteiten en con venties. Deze graaf had de diep- christelijke kracht van zijn voor geslachten bewaard. Beminnelijk voor iedereen, was hij. evenzeer toegankelijk vcor het volk als voor den beambte. Hij was altijd bereid om te helpen. Hij kende geen verwaandheid. Maar hij ging ook voor niets uit den weg. Toen kardinaal Von Galen zijn benoeming ontving, was er diepe vreugde in het hart van menig Nederlander. Zijn brieven en preeken werden hier in Nederland overal verspreid. Vooral in het eerste jaar van de bezetting voelden de Katho lieken zich door zijn woorden ge sterkt in hun overtuiging, dat het Hitlerisme niet slechts een ge vaar beteekende voor ons volk maar evenzeer voor eigen gods dienstige opvattingen. In dezen strijd ging het lom alles in eens Met levensge- aar werden zijn vlarr.mc.nda—Sitiesten overgetikt én gecyclosiy'tïerd. Sommigen hebben er voor moeten boeten met concentratiekamp. Velen hebben zich erdoor sterk gevoeld. Trou wens de Engelsche radio heeft meermalen reclame gemaakt met ziin woorden, iets wat natuurlijk de positie van dezen bisschop niet vergemakkelijkte. Na de bevrijding woonde kar dinaal Von Galen als een arme te midden van zijn beroofde kudde. 'Hem stond één kamer ter beschik king in 'n Katholiek ziekenhuis: zijn zat-, eet- en slaapkamer. Maai zijn ijver werd niet gebroken. Had hij vroeger gevochten voor vrij heid en recht nu vocht hij voor naastenliefde en recht. Zijn hou ding tegenover de bezettende macht was wederom vast geba seerd op zijn Katholieke overtui ging. Wat hij in eerlijke liefde tot zijn land wenschte, was een nieu we opvoeding van Duitschland. Hij was ontsteld, toen de Hit- leriaansche Gemeinschaftsschule niet aanstonds, werd afgeschaft. Hij stond pal voor het recht van de bijzondere school. Uit Engel sche bron weten wij van zijn diepe ontgoocheling over het feit dat de kerkelijke pers, de eenige die den strijd tegen Hitler had volgehou den zoo goed als het maar kon,, zoozeer aan banden werd gelegd, dat het bijna gelijk stond met al geheel verbod. De door de bezettende macht toegelaten pers werd door hem scherp becritiseerd. Van den plaatselijken commandant ontving hij nooit een beleefdheidsbezoek of iets dergelijks. Zijn ijveren voor de leniging van de ergste nood van zijn volk vond weinig weerklank. Zelfs heeft men hem zijn eigen auto durven ontnemen, wat voor dezen adelijken bisschop een uiterst pijnlijke beleediging moet zijn geweest. Men vergete niet, dat hij alles had verloren en vijftien kilometer an zijn verwoeste bisschopzetel in Muenster verwijderd zat. Het is duidelijk dat hier ook veel mis verstand in het spel is geweest, maar het teekent de moeilijke si tuatie voor de meest edele figu ren van het Duitsche rijk. Zij staan voor een onmogelijke taak van opbouw, een opbouw, die moet gelukken om wille van de geheele wereld. En het is bijna onmoge lijk iets te bereiken. W(ij beschikken niet over ver dere bijzonderheden van de aller laatste weken. Wij weten slechts dat kardinaal Von Galen in Rome door vriend en vijand werd toege juicht evenzeer als kardinaal Spellman en Tien. Zelf verwon- wert hij zich erover, dat hij zoo zeer werd geëerd om wat hij zag als eenvoudige plichtsvervulling. Hij zal nochtans zelf wel hebben Batavia, 17 Maart 1946 De buitenstaander beseft waarschijnlijk niet, dat het arangeeren van een tentoonstelling veel tact en buitengewoon veel inzicht vereischt. Oppervlakkig lijkt het 'bijeenbrengen van een groep schilderijen in smaakvol arrangement in goed geoutilleerde zalen een eenvoudige zaak. Maar als men even nadenkt, dat juist bij een der gelijke tentoonstelling, als thans in het Rijksmuseum te Amsterdam gehouden wordt, waar alleen meester werken van het allerhoogste gehalte bijeen zijn, elk te veel schaden kan en elk weinig overwogen neer hangen van de stukken aan de sereniteit kan afdoen, dan moet men bewondering hebben voor wat in zoo korten tijd in de herschapen zalen van de Drucker- uitlbouw tot stand werd gébracht. Daarnaast moet het ons dankbaar stemmen, dat de Belgische regeering op. zulk een ruime schaal heeft willen medewerken bij het tot stand brengen van de keus. Wat ons tijdeijk afgestaan werd is in alle opzichten representatief voor de Vlaamsche kunst. Het geeft niet alleen een beeld, maar het geeft he niveau aan, waarop het schilderen in de Nederlanden gedurende drie eeuwen gestaan heeft. Hoe moeten wij ons gelukkig prijzen, hier bijeen te zien, wat anders over vele musea verspreid is tus- schen veel middelmatigs dat het oog vermoeit of in andere gevallen in de duisternis hangt van kerk kapellen, waar men moeite heeft de fijne nuances er van te vatten. Jan van Eyck, 13901440. Portret van zijn vrouw Margaretha, Sted. Museum, Brugge In de eerste zaal, nadat men bij het Laatste Oor deel uit Diest en de Kruisiging uit de Sint Salvator te Brugge de vroege vormen van de paneelschilder kunst heeft leeren onderscheiden, kan men de veel vuldige verschijningsvorm van het eerste realisme m de Zuidelijke Nederlanden in Van Eyck, den Meester van Flémalle, R-gier van der Weijden en Petrus Christus leeren kennen. Men vindt hier Van Eyck als den meedoogenloozen en toch teederen realist (Adam en Eva van het Gentsche altaar en het por tret van zijn vrouw, het laatste, misschien onvoltooi de, schilderij van zijn hand) en daarnaast denzelfden kunstenaar in zijn verfijnde vormentaal als hofschil der (Madonna bg de bron) en als herschepper van deze wereld in een microkosmos, waarin nij al de 'menschelijke activiteit weet samen te vatten (Hei lige Barbara). Als tegenpool vormeiijker en ook vormstrakker hangen er ook Rogier's schilderijen. Niet fonkelend van kleur zooals Van Eycks Madon na, maar kristalklaar van lijn, geladen van expressi A.iwfrnnrlio 1 1T proefvluchten georganiseerd, wel ke zullen worden gevolgd door een grooten wedstrijd op 3 April a.s. Men hoopt dezen zomer reeds vluchten vanuit Frankrijk te or- ganiseeren. Brandweer. Door krachtig aanpakken, is het aan het gemeentebestuur onzer gemeente gelukt, een nieuwe mo torbrandspuit aan te koopen, wel ke door middel van een auto in de korst mogelijken tijd naar de plaats van het onheil kan worden gébracht. Onze brandweerman nen, die steeds paraat zijn, hebben reeds verschillende oefeningen ge houden om aan de nieuwe spuit te wennen. Bij de gehouden oefe ningen is gebleken, dat de leiding correct is en ieder brandweerman zijn eigen werk spoedig weet aan te pakken. Dergelijke oefeningen, waardoor onze mannen routine verkrijgen, moeten ten sterkste worden geprezen. Het is voor onze gemeente, waar brandgevaar zoo groot is, van zeer veel belang dat een goede brandweer met goe de leiding steeds in een minimum van tijd te bereiken is. De brand weer is nu beter georganiseerd, dan ooit te voren en wij hopen dat dit in de toekomst zoo blijven zal. SCHOONDIJKE. Gezelschap Van Lunen. Voor een zeer goed bezetten bunker trad Woensdagavond het Tilburgsche Variété- en Cabaret gezelschap „Van Lunen" op. Een gevarieerd programma werd over het algemeen op vlotte en verdienstelijke wijze uitge voerd. De jeugdige accordeonist Henkie van Rijswijk, toonde zich op zijn instrument goed thuis te gevoelen. The Tahiti Hawaiïans vielen bijzonder in den smaak van het publiek. Jammer was het, dat bij de gezongen tekst de gitaar begeleiding veelal te hard was. waardoor deze tekst onverstaan baar werd. Hetzelfde geldt voor de door „The two Singing Girls" gebrachte liedjes. „Bavadonie", illusionist en telepaath, wist het publiek door eenige aardige staal tjes van zijn kunnen te boeien. Ton van Lunen zelf, die als humo rist en conferencier optrad, oogst te veel succes. Zijn liedjes, imi taties en moppen deden het goed, al heeft van deze laatste een en kele zoo zachtjes aan den pen sioengerechtigden leeftijd wel be reikt. De komische stukjes „Mijne Mina" en „Ga je mee visschen?", beiden door Van Lunen en Bava donie gebracht, vormden ware lach-successen. Al met al heeft Van Lunen het Schoondijksche publiek een ge noeglijken en vroolijken avond bezorgd en een ieder keerde na afloop dan ook voldaan huis- wsiaxts Tiidens de pauze kreeg men nog een „extra", gebracht door den Gemeente-Ontvanger, den heer I. Luteijn. Deze betrad het podium en deelde mede, dat Woensdag 3 April a.s., Ir. van Amerom, Hoofd van Streek-Bouw- bureau, hier zal komen spreken over wederopbouw en definitief herstel. Misschien dat bij die ge- legenheid ook Ir. Rothuijzen. liet woord zal voeren. Historisch overzicht van de werkzaamheden. Op Donderdag 28 Maart verga- r l 1 - 1 1 ,ro r-l J-J/-.tol viteit (portret van Anton van Bourgondie) en m T> TrTdèTkleTnè zaal van Hotel zijn beperking dikwijls ook van grootere dramatische er(jam de Afd. Terneuzen van kracht dan Van Eyck. Een dramaturgie, die door Koueraam^ae^e Kruis de latere generaties nog lang algemeen aanvaard het welkomstwoord van den Men moet het betreuren, dat de Belgische musea geen overtuigend werk bezitten van den grooten Zuidelijken realist den Meester van Flemalle. De Brusselsche Verkondiging is even een kleine daling in de hoog opgevoerde lijn van de eerste zaal. Daarentegen behoudt Petrus Christus, meestal slechts navolger, in zijn late Beweening een groote gedragenheid, die zich naast de groote voorgangeis blijft openbaren. Quinten Metsijs (1466—1530) Maria Magdalena. en dat wij evenmin wenschen af te houvast voor het vertrouwen, dat zien van een rechtmatige schade- wij niet in een chaos verward K. G. BOON. geweten wat het hem kostte om. in de macht van Hitier, zich tegen deze macht te verzetten. Wat ons van zeer groote waar de lijkt, is de volgende gedachte. Het is bekend geworden, dat Hit- Ier dezen onverschrokken verde» diger van recht en vrijheid wilde laten fusilleeren. Men heeft hem overtuigd dat dit onmogelijk was. daar een groot deel van het Duit sche leger dit niet zou dulden. Hitier moest er van afzien. Het spreekt vanzelf, dat het Duitsche onrecht door ons in geen enkel opzicht wordt goed gepraat vergoeding door het Duitsche volk Maar uit een dergelijk feit blijkt, dat er in het Duitsche leger en dus ook in het geheele Duitsche volk nog een machtige kern aanwezig was, die den weerstand eerbiedig de van de grootste Duitsche figu ren tegen de Nazi-tirannie. Dit geeft ons een meer opti- mistisehen kijk op de toekomst. Wij weten, dat het in Duitschland in menig opzicht hopeloos is. Maar deze groote groep menschen van goeden wil biedt nog eenig zullen blijven. Wij zeggen met opzet „wij". Want ons land zit vast aan het lot van Duitschland. Zonder een gezond Duitschland. geen gezond Nederland en geen gezond Europa. Het is daarom, dat wij het betreuren, dat een krachtige en ruimdenkende figuur als kardinaal Von Galen zoo spoe dig is gevallen. Drs TH. STELTENPOOL S.V.D. voorzitter, den heer PTeilegen, en de goedkeuring der notu len, las de heer Joh. de Vries het historisch overzicht voor der Roode Kruiswerkzaamheden, het welk door den heer Standaert welke niet ter vergadering aan wezig kon zijn, was samengesteld. Wij ontleenen hieraan het vol- Op 4 September 1944 den dag waarop de Duitsche terugtocht op een vlucht begon te gelijken, wer den al de ploegen gemobiliseerd n 1 27 helpers en 27 helpsters. Een centrale post werd ingericht in Hotel Rotterdam bij het be- stuurslid, den heer P. F. Standaert waar deze post nog is gevestigd. Men had aanvankelijk enkel de beschikking over de personenauto van den commissaris van mate riaal en vervoer. Met de 25 bedden, welke in zijn magazijn waren, werd een nood ziekenhuis in de z.g. bomvrije kazerne te Terneuzen ingericht. Tot den dag der bevrijding werden door de kolonne 18 burgers en 29 Dagboekbladen door W. den Hamer. IV. in een put schijnt ^voldoende te zijn. Een poosje latei- kraaien een paar meisjes van de buren aan de deur: „Baas, de Duitschers heb ben je kalkoen doodgemaakt en met eieren en al meegenomen, zeggen zij „IVel, die smeerlappen van Moffen!" zeg ik. Tegelijker tijd klapt het hekje open en komt hun vader, gevolgd door een Duit- scher. Ik denk, zou hij mijn op- merking gehoord hebben, doch net blijkt van niet, want ik krijg te hooren, dat ik 's anderendaags op een zekere plaats melk en eieren moet leveren. Mij wordt een pa piertje vertoond, waar mijn naam onder een achttal andere opprijkt. Ik kijk mijn buurman aan, ook hij bekijkt mij eenigszins hulpelo<^, alsof hij zeggen wil: „Ik kam er odk niets aan doen. Zij vertrek ken daarop en daar verder alles rustig is, sluiten wij onze woning en toegeven ons weldra ter ruste. Zoo breekt Zaterdag 16 Septem ber aan. Het is een mooie herfst dag. Wij melken de koeien en ikzelf verricht de meest noodige werkzaamheden aan het vee. Vier werkpaarden en een drietal veu lens worden op stal gehaald, op dat één van mijn idealen, eén der dekhengsten, zich nog eens gedurende een uur of vier zou Chr. Geref. Kerk. Zaamslag: 9.30 u. en 2.30 u. Ds. J. C. van Ravenswaay. Gereformeerde Gemeente Terneuzen: 9.30 u., 2 u. en 6 u. leesdienst. Axel: 10 u. en 2,30 u. leesdienst. Hoek: 9.30 u. en 2 u. leesdienst. Oud-Geref. Gemeente. Terneuzen: 9.30 u., 2 u. en 6 u.. Ds. A. de Reuver. Roomsch-Katholieke Kerk. pprneuzen7 u.. 8.30 u. en 10 u H.H. Missen; 2.30 u. Lof. Mijn stemming is niet bepaald gunstig. De ééne buurman ziet het somber in en een ander geeft als zijn meening te kennen, dat het wel los zal loopen. Een derde vraagt mij, of de schrik er nog niet uit is, waarop ik iet wat kre gelig ten antwoord geef: „Pas maar op, dat je de eerste weer niet hent, die hem gaat smeren! Dit was een kleine herinnering aan de beschieting in begin 1940 Ik krijg een knipoogje van een buurman, die het begrijpt, waarna ik mij weer naar mijn boerderij begeef. Ik constateer intusschen, dat thans de stellingen betrokken worden. Dit zijn n.l. gangen van 1 meter diepte, waar eén persoon in kan liggen. De dag verstrijkt zoo met van alles en toch mets te doen. Het is zoo'n toestand, waar in men niet weet, wat men wil. Het begint naar den avond te draaien, ik hoor een helsch ge brul en wil er het mijne van weten. Twee jonge soldaten zit ten met zijn beiden in één put en worden door een meerdere van I hen eens op hun plaats gezet, één kunnen luchten in de weide. Later kunnen de werkpaarden en de veulens weer tefug ih de weide, want men kan nooit weten wat zich voordoet en dan hebben ze het vrije veld. Een werkvrouw van den over kant komt tot aan de Brug; zij was de eenige, die steeds door kwam om haar arbeid te verrich ten, ook na de bevrijding, welk gevaar er ook dreigde. Op mijn vraag welk nieuws er is, krijg ik ten antiwoord, dat alles nog rus tig is. Vervolgens komt een arbeider om zijn gewone twee liter frauduleuze melk. Hij deelt mede dat in Axel alles zijn ge wone loop neemt. Nog een derde komt, eveneens om zijn twee liter melk. De berichten blijven eens luidend: Toestand rustig en sta biel! „Ziezoo", denk ik, „die melk kunnen de Moffen toch niet op slorpen." Mijn vrouw is echter eenigszins ongerust en vraagt. „Man, waar blijf je? De melk moet weg! Je bent veel te laat! Ze zijn er al allemaal!" Ik ant woord: „Wat geeft dat komen ze er zelf maar om. waarop zij zegt: „Ja, dan kunnen ze ie nog meenemen ook! Ik zie intusschen buren met emmers komen en pak de mijne ook op om gezamenlijk naar de opgedragen plaats te gaan. Er bliikt, ondanks de vele herrie, niets in regel. Als wij ter plaatse zijn aangekomen, kippen wij onze melk in een gereedstaande kuip over. Of het vereischte aan tal liters er is, daarom hekomme ren wij ons niet. Er zal wel wat aan ontbroken hébben, maar wij maakten ons daarover geen ver dere zorg. Wij wachten nog een tijdje en dan komt de betaalmees ter die naar ik hoorde, de bijnaam had van Spits, maar erg spits of slim ziet hij er niet uit, integen deel, meer stom of dom. Hierop komt een luitenant of zooiets, die er zoo'n echte krilbbebijter uitzie,. Hii vraagt ons in half-Duitsch de prijs van de melk. Mijn buren be duiden, dat ik de prijs maar moet opgeven. Ik voel er niet veel voor maar noem de vastgestelde prijs van 16 cent per liter. Daarop wordt de eierprijs gevraagd en ik ueef mijn buren te kennen, dat zg het maar moeten zeggen. Eén hunner zegt: 15 cent: en op zgn gezicht meen ik te lezen: „Ik zou je vel nog wel wat verder van je neus willen stroopen Mof! Bij mezelf denk ik: „Pus °P> man En Inderdaad, deze buurman wordt ongenadig in het Duitsch uitgéborsteld en het slot van het liedje is, dat wij voor de melk 15 cent per liter en voor de eieren 10 cent .per stuk worden uitge keerd Zoo kunnen we inpakken en welke gedachten wij daarbij koesteren, laat zich denken. Ieder onzer verwenschte natuurlijk allerhartgrondigst den allerlaat- sten Mof. We nemen intusschen op deze hoeve even den toestand waar en komen tot de ontdekking, dat hier zooiets als de staf geves tigd moet zijn, maar het lijkt ons echt opgeraapt zoodje. Als wij met ons drieen huis waarts stappen, komt ons een arbeider tegen, die afkomstig is van Koewacht en kans gezien heeft met de „vischbak' over het kanaal te komen. Wij zijn natuur lijk zeer nieuwsgierig en vragen, hoe het aan de kant van Stekene is, waar nogal gevochten schijnt te zijn met de daar ter plaatse ver schenen Geallieerde voorposten. „Goed, mannen, goed!" luidt het antwoord. „.Vanmorgen is er hg ons een groote colonne auto s en pantsers gepasseerd van wel 5 km lang." Wij gelooven hem nog niet half, doch hij houdt stokstgf Vol, dat het de waarheid is. „Ze rijden zoo naar Axel' zegt hij, „dat is maar tikken met zulke monsters". Wij helpen ook hem aan zijn twee liter melk en ik geef hem de raad zoo gauw mogelijk over h" kanaal te komen, hetgeen hij d ook doet. Als hij een minuut tien weg is, ben ik benieuwd, het hem gelukt is weg te kome want dan moet ik hem kunne zien gaan. Inderdaad, het is hom gelukt en naar later bleek, stuitte deizelfde arbeider op 200 Meter van de brug van de 2e Verkorting al op de eerste Poolsche voel hoorns. Deze post vroeg onzen arbeider om de noodige inlichtin gen en is daarna tot op 50 meter van de brug geweest, waar hjj aan de twee landbouwers weer om in lichtingen betreffende de Duit schers vroeg en onderwijl zelf ae situatie opnam. Dit was een staaltje van koen heid en durf, want zij waren niet meer dan 50 tot 60 meter van elkander verwijderd, terwijl de Duitschers, ten getale van een honderd in hun stellingen zaten en de vischbak onder hun beheer hadden. De wakkere Pool heeft natuurlijk geluk gehad, want hij is rustig naar zijn commando teruggekeerd met waardevolle in lichtingen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1946 | | pagina 2