,o
Lezers die schrijven.
Een groet figuur uit het Duitsche
verzet.
VOOR DEN ZONDAG.
PROVINCIALE BERICHTEN
M
Zeeuwsch-Vlaanderen in
Oorlogsbrand.
ER BIJ BETROKKEN.
Belgische meesterschilders in Amsterdams Rijksmuseum
Predikbeurten.
Door Pater Drs Steltenpool S. V. D.
Jaarvergadering
Afdeeling Terneuzen
van het Ned. Roode Kruis
De vierdaagsche strijd om het bruggehoofd bij Kijkuit,
t
NDANKiS al mijn inspan
ning, om aan het Christen-
tf dom, of tenminste aan zijn
voornaamste eisen, te ontkomen,
voel ik, hoe ik ieder jaar meer
tot het geloof word teruggeleid
door Een, die sterker is dan ik,
vaak tegen alle krietise weten
schap en wijsbegeerte in." Deze
bekentenis van C. F. Meijer, een
der grootste dichters van IZwitser-
land uit de vorige eeuw, zal door
velen onderschreven kunnen wor
den. We komen niet zo heel ge-
makkelik aan Jesus voorbij. Zeker
niet aan Zijn lijden. Maar wat is
het, dat telkens weer onze gedach
ten doet uitgaan naar de Man der
Is het medelijden? Wanneer we
de lijdensgeschiedenis lezen, zijn
er vele gedeelten, waardoor het
medelijden wordt opgewekt. We
denken alleen maar aan het taf
reel, waarin Jesus met een oude
soldatenmantel getooid en met een
doornenkroon gekroond, het voor
werp is van spot van soldaten, die
zich vermaken met de ellende van
een ander. Maar Jesus is van
medelijden niet gediend. Hij laat
de klagende vrouwen uitdrukkelik
horen, dat ze met hun wenen over
Hem moeten ophouden.
Is het bewondering? Wanneer
we de lijdensgeschiedenis lezen
zijn er talrijke passages, die aan
leiding geven om Jesus te toewon
deren. We denken slechts aan
Jesus houding tegenover de hoge
priester, die tevergeefs een be
schuldiging zocht om Hem te kun
nen veroordelen. De vraag echter
of Hij de Christus is, de Zoon van
God, beantwoordt de Heer met
een krachtig ja. hoewel Hij weet,
dat dit antwoord zal aangegrepen
worden om Hem te veroordelen.
Maar Jesus is met bewondering
niet tevreden.
Is het bijgelovige verering?
Wanneer we de lijdensgeschiedenis
lezen, zijn er verscheiden momen
ten, die zulk een bijgelovige ver
ering in de hand kunnen werken.
We noemen enkel de droom van
Pilatus vrouw. Zij laat haar man,
tijdens de rechtzitting weten:
Heb toch niets te doen met die
Rechtvaardige; want ik heb heden
veel geleden in de droom om
Zijnentwil. Maar Jesus kan met
bijgelovige verering niet volsta'an.
Het is onze nood. Wij zijn niet
los van Jesus, omdat we betrok
ken zijn bij, schuldig staan aan
het lijden, dat Hem overkwam.
Deze uitspraak lijkt nog al kras.
Zal wel verzet wekken. Wat heb
ben wij mensen uit de twintigste
eeuw uit te staan met een gebeur
tenis, die ruim negentien eeuwen
geleden plaats vond? Misschien
zeggen we het nog anders. Wan
neer wij in die dagen geleefd had
den, zouden wij een andere hou
ding tegenover Jesus hebben aan
genomen, als de mensen in de lij
densgeschiedenis. Daarmee ver
klaren we, dat Jesus lijden voor
ons vrijVvel waardeloos is. Maar
ook, dat wij wel heel uitzonderlike
mensen zijn.
In de lijdensgeschiedenis komen
we echter in aanraking met heel
gewone mensen. Met mensen, pre-
sies zoals wij, die tonen hoe ze
tegenover Jesus staan.
Daar zijn de mensen van de
kerk. Sommigen nemen het met
het dienen van God verbazend
nauw, anderen staan veel ruimer.
Maar hierin komen zij overeen,
dat hun haat naar Jesus uitgaat.
Hij moet weg.
Daar zijn de mensen van de
wereld. Sommigen leiden een
leven, waarop nauweliks een aan
merking is te maken. Anderen
schijnen zich om geen enkele
norm te bekommeren. Maar hier
in komen zij overeen, dat zij geen
moeite doen om Jesus te redden
van de dood.
Daar zijn de vijanden. De men
sen die er alles voor over hebben,
dat Jesus uit de weg wordt ge
ruimd. De Romeinse soldaten die
onverschillig Jesus aan het kruis
spijkeren. Het verdelen van Zijn
kleren veel belangrijker vinden.
Daar zijn de dissipelen. De men
sen die alles hebben opgegeven
terwille van Jesus. Onder hen is
een Petrus. Hg laat zijn Meester
horen, dat hij met Hem wil ster
ven. Hij toont zijn moed door
Jesus te volgen in het hol van de
leeuw. Daar zegt hij echter, tot
driemaal toe, Jesus niet te kennén.
Onder hen is een Judas. Hij is te
leurgesteld in zijn verwachtingen.
Hij hoopt Jesus te kunnen dwin
gen Zijn koningschap te aanvaar
den. Zo komt hij tot verraad. Ja,
alle dissipelen gaan op het ogen
blik dat Jesus gevangen genomen
tvordt op de vlucht. Ze verlaten
Hem allemaal.
Daar is ook de grote massa, die
geen eigen mehing er op na
houdt. Zij schreeuwt mee met hen,
die haar op een gegeven ogenblik
het meeste bevredigen. Zo klinkt
het Kruis Hem'
Heel gewone mensen, schreven
we. Mensen zoals wij. In onze
houding tegenover- Jesus zullen we
wel lijken op een. van al degenen,
die Jesus hebber, doen lijden, In
een van al die verschillende men
sen vinden we iets van ons zelf
terug. Zo wil de lijdensgeschie
denis ons overtuigen, dat het geen
.vreemde" zondt- was die Jesus
aan het kruis tracht. Het was
dezelfde zonde, die nu ons leven
ontsiert en veroordeelt.
Daarom kunnen we aan het
lijden van Jesus niet voorbijgaan.
We komen van de vraag niet af,
wat zal Jesus' met onze zonde
doen Met onze zonde, die Hem
treft, die ons schuldig stelt?
Wat wij ook doen met Hem, Hij
wil onze zonden verzoenen. D.i.
met Zijn vergevende liefde bedek
ken. Dan zijn ze er niet meer.
Daartoe heeft Christus voor ons
geleden. Hij, de rechtvaardige
voor ons onrech'vaardigen, opdat
Hij ons tot God zou brengen.
Daartoe heeft Christus zelf on
ze zonden in Zijn lichaam gedra
gen op het kruis, opdat wij, der
zonden afgestorven, der gerech
tigheid leven zouden. C. - T
(Vervolg Neurenberg.)
schets een soort verantwoording
waarin het verdrag van Versailles
en de blauwe oogen van Hitier,
die vanaf de eerste kennismaking
een bijzonderen indruk op hem
hadden gemaakt, werden aange
duid als de belangrijkste momen
ten, die zijn politieke gedachten-
gang hadden beïnvloed. Zoo bleek
de strompelende oude man, die
Von Ribbentrop thans geworden
is. en die niets meer gemeen heeft
met den vroegeren „Ehrenmaes-
sigen" ss. Obergruppenfuehrer,
tenslotte zelf nog prat te gaan op
een slaafsche onderworpenheid
aan Hitler, die door de verschillen
de getuigen als zijn voornaamste
eigenschap is aangemerkt. Het
verhoor van Von Ribbentrop zal
heden worden voortgezet en zal
de man, die zich als minister van
buitenlandsche zaken 6 landgoe
deren aanschafte, wat Maxwell
Fyfe Vrijdag belangstellend en
vergeefs deed informeeren naar
zijn salaris, nog zware uren
kosten.
14 R. I. OP JAVA.
Zondag 27 Februari werd ons
bataljon ingescheept op het s.s..
,,Aronda" ,op de rede van Penang.
Den volgenden morgen vertrokken
wij met onbekende bestemming,
in Zuidelijke richting. 10 dagen
vertoleven wij op het schip met
harten vol verwachting en span
ning.
Aller hoop was dat wij naar
Java gingen, en ja in den middag
van 8 Maart gingen we voor
anker op de reede voor Tandjong
Priok. Den anderen dag werd de
haven binnengevaren en om 11
uur zette ons bataljon voet aan
wal. Onze Bataljonscommandant
sprak op de kade een woord tot
ons, waarover ik helaas niets kan
schrijven daar niemand hem ver
stond.
Het eenige wat wel te hooren
was, waren zijn laatste woorden;
„Lang leve de Koningin", waarop
het heele koor geestdriftig 3 maal
hoera riep, en wel met zoo'n ge
luid, dat alle extremisten die het
gehoord hebben er schrik van
kregen.
Hierna marcheerden we af naar
een doorgangskamp, ongeveer 4
Ttin van de haven verwijderd, met
onze volle bepakking op den rug.
In minimum van tijd waren we
doornat van het transpireeren, en
tot overmaat van ramp begon het
te stortregenen, zoodat de loopen
van onze geweren haast over
liepen.
Om 1 uur kwamen we in het
kamp, dat bestond uit een groot
aantal bamboehuizen, onderver
deeld in kamertjes. We doopten
het kamp „Modderlust", gezien de
straten zoo modderig waren, dat
zelfs de wegen bij ons in de bie
tencampagne nog schoon genoemd
kunnien worden.
Ons verblijf was van korten
duur hier, slechts 1% dag. Wij
vertrokken 's morgens met groote
vrachtwagens dwars door Bata
via naar onze posten die wij van
de Britsch-Indiërs zouden over
nemen.
Langs den kant van den weg
stonden vele Hollanders die ons
hartelijk toejuichten. Het was
een ware zegetocht die wat leek
op onze reis Duitschland-Hilver-
sum in Juli 1945. Batavia zelf
biedt een verwaarloosden indruk,
doch er is weinig vernield.
Het is er rustig en incidenten
komen bijna niet voor. maar dat
de inlandsche bevolking zoo
enthousiast is, behoef ik U wel
niet te vertellen.
Om 12 uur betrokken onze jon
gens voor het eerst de wachten.
Onze dienst is zwaar, doch de
stemming onder de Zeeuwsch
Vlamingen is uitstekend, en het
AARDENBURG.
Lezing.
Dinsdagavond hield de heer Van
Amerom in de sociëteit een lezing
over volledig herstel en nieuw
bouw. De zaal was goed bezet en
met groote aandacht werd spreker
aangehoord, hoe men handelen
moet om zijn woning weer volledig
hersteld te krijgen.
Er werden vele vragen gesteld,
welke door spreker op duideliik
wijze beantwoord werden. Spr.
raadde vooral de menschen aan
om aanvragen tot herstel in te
dienen, nu er genoegzaam bouw
materiaal aanwezig is.
Burgemeester Van Dongen
dankte den spreker namens alle
aanwezigen voor zijn raadgevin-
aangaande herstel en herbouw en
hoopte dat de aanwezigen daar
mede hun voordeel, hoe in deze
te handelen, zouden doen.
BIERVLIET.
Uitvoering.
Enkele dagen geleden meldden
gevoel nutteloos te zijn, dat wij op
Malakka hadden, is verdwenen.
Wij zullen het best stellen hier nu
we mee kunnen werken om de
rust op Java te herstellen en Indië
te mogen behouden voor ons Moe
derland.
KEES KDZEE.
wij, dat in de zaal „Het Oude
Raedthuys" te Biervliet ten bate
van de „Stichting Nederland helpt
Indië", een opvoering werd gege
ven van het tooneelspel „Trouwen
is niet makkelijk" van Jan Nie-
meyer.
De heropvoering van dit blijspel
heeft vorige week Zaterdag plaats
gehad voor een stampvolle zaal.
Ook dezen avond werd het stuk
vlot en goed gespeeld, zoodat de
toeschouwers voldaan huiswaarts
keerden.
In de pauze werd weer een ver
loting gehouden, waaraan in rui
me mate deel genomen werd. Een
zeer gezellig bal besloot den
avond. Beide uitvoeringen hebben
ten bate van reeds genoemde
stichting een batig saldo van ruim
400 opgebracht. Voorwaar een
resultaat waar de Biervlietsche
tooneelclub, onder leiding van den
heer Evers, trots op mag zijn.
KOEWACHT.
Duivensport.
Onlangs werd in deze gemeente,
na 7 jaar rusten de duivensport
weer bovengehaald. De toender-
tijd bestaande vereenigingen van
duivenliefhetotoers zijn thans weer
aan het werfk gegaan tot het op
leiden van postduiven. De ver-
eeniging „De Ned. Reisduif", wel
ke gevestigd is in het lokaal bij
L. de Kindt alhier, heeft reeds
Zaterdag 30 Maart 1946.
Ned. Herv. Kerk.
Terneuzen; 7,30 u. Avondgebed.
Zondag 31 Maart 1946.
Ned. Herv. Kerk.
Terneuzen: 10 u. Dr. L- J. Caze-
mier; 2.30 u. Ds. J. C. Sickesz.
Sluiskil: 10 u. de heer Clan, cand.
t d. H. Dienst te Haarlem, 2.30
u. Dr. L. J. Cazemier, bediening
H Doop.
Axel: Geen opgave.
Zaamslag: 10 u. Ds. J. A. Tal™a.
2.30 u. Ds. J. A. Talma, bed.
H. Doop
Hoek: 10 u. Ds. A. J. Kromhout,
2.30 u. Ds. A. J. Kromhout, bed.
H. Doop.
Kloosterzande: 10 u. Ds. J. J.
Saraber
Sas van Gent: 3 u. Ds. vV. L. Her-
manides, van Hulst.
Philippine: 2.3.0 u. Ds. G. van
Yperen van Waterlandkerkie.
Hulst: 10.30 u. Ds.'W. L. Herma-
nides.
Hoofdplaat: 10 u. Ds. Pliester.
Biervliet: 10 u. Ds. A. J. van den
Ham. TT
IJzendijke: 3 u. Ds. Van t Hooft.
Groede: 5.30 u. Ds. G. J. Derksen
Nieuwvliet: 10 u. Ds. G. J. Derk-
sen
Doopsgezinde Gemeente.
Aardenburg: llu. Ds. Nolthemus
Gereformeerde Kerk.
Terneuzen: 10 u. Ds. G. W. van
Houte, bed. H.A.; 3 u. Ds. G.
W. van Houte, bed. H.A. en
dankzegging.
Axel: 10 u. en 2.30 u. Ds. Van
Minnen, van Amsterdam.
Hoek (in de Chr. School): 10 u.
en 2.30 u. de heer A. Vinger
ling, van Goes.
Zaamslag: 9.30 u. en 2.30 u. Ds.
A. Thielen, van Maasland.
Zoutespui: 10 u. en 2.30 u. Ds. A.
B W M. Kok, van Zaamslag.
Groede: 3 u. dienst in de Luther-
sche Kerk.
Gereformeerde Kerk.
(VrlSaemaakt Art. 31. D.K.O.l
Terneuzen: 10 u. de heer Ver
kade, van Vlaardingen; 3 u. Ds.
Zemel, van Axel, voorber. H.A.
en openb. gel.
Hoek: 10 u. en 2.30 u. stud. Boe
sekool, van Kampen.
„Wir sind barbarisch
Katholisch".
Wanneer het doorgaat, zooals
tot dusver het geval was, zal het
nieuwe kardinarlscollege spoedig
zijn uitgestorven. Met kardinaal
Von Galen overleed reeds de der
de der pnlangs nieuwbenoemde
kardinalen. Deze dood kwam wel
zeer onverwacht. Zijn forsche ge
stalte deed al evenmin aan een
spoedig overlijden denken als zijn
ontembare ijver en onverzettelijke
wilskracht. Mediepe droefheid
vernamen wij liet heengaan van
dezen man, die naar onze bereke-
-riisg -ger-oape «rtvAet-
dende rol te spelen bij den op
bouw van een n euw Duitschland.
Kardinaal Von Galen verdient
'nposthume hulde van de geheele
wereld. Hij heeft onder de
moeilijkste omstandigheden met
onverzettelijke wilskracht verzet
geboden aan den machtswellust
van Hitier. Nooit 'schrok hij er
voor terug on- te protesteeren,
wanneer zijn rechtsgevoel in op
stand kwam. Hij verdedigde de
vrijheid van godsdienst, van ge
weten, van leven. Niet slechts
als het om sr'ecifieik kerkelijke
belangen ging.lriaar evenzeer als
het rechtsbesef van het geheele
volk gekrenkt werd, durfde hij
zijn stem laten hooren. Door de
geheele Nederlandsche pers werd
dezer dagen zijn woord herhaald,
dat „Engelsche bommen voor
Duitschland beter zijn, dan het
nationaal socialisme".
Dat was echt Mgr. Von Galen.
De Von Galens zijn geen kunste
naars. Wij zijn' geen geleerden.
Maar wij zijn barbarisch Katho
lisch". Inderdaad dat was hij.
Maar dit „barbarisme" had niets
gemeen met dat van Hitier. Het
was enkel en alleen een onver-
scihrdklken gehechtheid aan de
hoogste zedelijke! waarden, zondei
daarbij al te veel aandacht te
schenken aan formaliteiten en con
venties. Deze graaf had de diep-
christelijke kracht van zijn voor
geslachten bewaard. Beminnelijk
voor iedereen, was hij. evenzeer
toegankelijk vcor het volk als
voor den beambte. Hij was altijd
bereid om te helpen. Hij kende
geen verwaandheid. Maar hij ging
ook voor niets uit den weg.
Toen kardinaal Von Galen zijn
benoeming ontving, was er diepe
vreugde in het hart van menig
Nederlander. Zijn brieven en
preeken werden hier in Nederland
overal verspreid.
Vooral in het eerste jaar van
de bezetting voelden de Katho
lieken zich door zijn woorden ge
sterkt in hun overtuiging, dat
het Hitlerisme niet slechts een ge
vaar beteekende voor ons volk
maar evenzeer voor eigen gods
dienstige opvattingen. In dezen
strijd ging het lom alles in eens
Met levensge- aar werden zijn
vlarr.mc.nda—Sitiesten overgetikt
én gecyclosiy'tïerd. Sommigen
hebben er voor moeten boeten met
concentratiekamp. Velen hebben
zich erdoor sterk gevoeld. Trou
wens de Engelsche radio heeft
meermalen reclame gemaakt met
ziin woorden, iets wat natuurlijk
de positie van dezen bisschop niet
vergemakkelijkte.
Na de bevrijding woonde kar
dinaal Von Galen als een arme te
midden van zijn beroofde kudde.
'Hem stond één kamer ter beschik
king in 'n Katholiek ziekenhuis:
zijn zat-, eet- en slaapkamer. Maai
zijn ijver werd niet gebroken. Had
hij vroeger gevochten voor vrij
heid en recht nu vocht hij voor
naastenliefde en recht. Zijn hou
ding tegenover de bezettende
macht was wederom vast geba
seerd op zijn Katholieke overtui
ging. Wat hij in eerlijke liefde tot
zijn land wenschte, was een nieu
we opvoeding van Duitschland.
Hij was ontsteld, toen de Hit-
leriaansche Gemeinschaftsschule
niet aanstonds, werd afgeschaft.
Hij stond pal voor het recht van
de bijzondere school. Uit Engel
sche bron weten wij van zijn diepe
ontgoocheling over het feit dat de
kerkelijke pers, de eenige die den
strijd tegen Hitler had volgehou
den zoo goed als het maar kon,,
zoozeer aan banden werd gelegd,
dat het bijna gelijk stond met al
geheel verbod.
De door de bezettende macht
toegelaten pers werd door hem
scherp becritiseerd. Van den
plaatselijken commandant ontving
hij nooit een beleefdheidsbezoek
of iets dergelijks. Zijn ijveren
voor de leniging van de ergste
nood van zijn volk vond weinig
weerklank. Zelfs heeft men hem
zijn eigen auto durven ontnemen,
wat voor dezen adelijken bisschop
een uiterst pijnlijke beleediging
moet zijn geweest.
Men vergete niet, dat hij alles
had verloren en vijftien kilometer
an zijn verwoeste bisschopzetel
in Muenster verwijderd zat. Het
is duidelijk dat hier ook veel mis
verstand in het spel is geweest,
maar het teekent de moeilijke si
tuatie voor de meest edele figu
ren van het Duitsche rijk. Zij
staan voor een onmogelijke taak
van opbouw, een opbouw, die moet
gelukken om wille van de geheele
wereld. En het is bijna onmoge
lijk iets te bereiken.
W(ij beschikken niet over ver
dere bijzonderheden van de aller
laatste weken. Wij weten slechts
dat kardinaal Von Galen in Rome
door vriend en vijand werd toege
juicht evenzeer als kardinaal
Spellman en Tien. Zelf verwon-
wert hij zich erover, dat hij zoo
zeer werd geëerd om wat hij zag
als eenvoudige plichtsvervulling.
Hij zal nochtans zelf wel hebben
Batavia, 17 Maart 1946
De buitenstaander beseft waarschijnlijk niet, dat
het arangeeren van een tentoonstelling veel tact en
buitengewoon veel inzicht vereischt. Oppervlakkig
lijkt het 'bijeenbrengen van een groep schilderijen in
smaakvol arrangement in goed geoutilleerde zalen
een eenvoudige zaak.
Maar als men even nadenkt, dat juist bij een der
gelijke tentoonstelling, als thans in het Rijksmuseum
te Amsterdam gehouden wordt, waar alleen meester
werken van het allerhoogste gehalte bijeen zijn, elk
te veel schaden kan en elk weinig overwogen neer
hangen van de stukken aan de sereniteit kan afdoen,
dan moet men bewondering hebben voor wat in zoo
korten tijd in de herschapen zalen van de Drucker-
uitlbouw tot stand werd gébracht.
Daarnaast moet het ons dankbaar stemmen, dat
de Belgische regeering op. zulk een ruime schaal
heeft willen medewerken bij het tot stand brengen
van de keus. Wat ons tijdeijk afgestaan werd is in
alle opzichten representatief voor de Vlaamsche
kunst. Het geeft niet alleen een beeld, maar het
geeft he niveau aan, waarop het schilderen in de
Nederlanden gedurende drie eeuwen gestaan heeft.
Hoe moeten wij ons gelukkig prijzen, hier bijeen te
zien, wat anders over vele musea verspreid is tus-
schen veel middelmatigs dat het oog vermoeit of in
andere gevallen in de duisternis hangt van kerk
kapellen, waar men moeite heeft de fijne nuances
er van te vatten.
Jan van Eyck, 13901440. Portret van zijn
vrouw Margaretha, Sted. Museum, Brugge
In de eerste zaal, nadat men bij het Laatste Oor
deel uit Diest en de Kruisiging uit de Sint Salvator
te Brugge de vroege vormen van de paneelschilder
kunst heeft leeren onderscheiden, kan men de veel
vuldige verschijningsvorm van het eerste realisme m
de Zuidelijke Nederlanden in Van Eyck, den Meester
van Flémalle, R-gier van der Weijden en Petrus
Christus leeren kennen. Men vindt hier Van Eyck
als den meedoogenloozen en toch teederen realist
(Adam en Eva van het Gentsche altaar en het por
tret van zijn vrouw, het laatste, misschien onvoltooi
de, schilderij van zijn hand) en daarnaast denzelfden
kunstenaar in zijn verfijnde vormentaal als hofschil
der (Madonna bg de bron) en als herschepper van
deze wereld in een microkosmos, waarin nij al de
'menschelijke activiteit weet samen te vatten (Hei
lige Barbara). Als tegenpool vormeiijker en ook
vormstrakker hangen er ook Rogier's schilderijen.
Niet fonkelend van kleur zooals Van Eycks Madon
na, maar kristalklaar van lijn, geladen van expressi
A.iwfrnnrlio 1 1T
proefvluchten georganiseerd, wel
ke zullen worden gevolgd door een
grooten wedstrijd op 3 April a.s.
Men hoopt dezen zomer reeds
vluchten vanuit Frankrijk te or-
ganiseeren.
Brandweer.
Door krachtig aanpakken, is het
aan het gemeentebestuur onzer
gemeente gelukt, een nieuwe mo
torbrandspuit aan te koopen, wel
ke door middel van een auto in de
korst mogelijken tijd naar de
plaats van het onheil kan worden
gébracht. Onze brandweerman
nen, die steeds paraat zijn, hebben
reeds verschillende oefeningen ge
houden om aan de nieuwe spuit
te wennen. Bij de gehouden oefe
ningen is gebleken, dat de leiding
correct is en ieder brandweerman
zijn eigen werk spoedig weet aan
te pakken. Dergelijke oefeningen,
waardoor onze mannen routine
verkrijgen, moeten ten sterkste
worden geprezen. Het is voor
onze gemeente, waar brandgevaar
zoo groot is, van zeer veel belang
dat een goede brandweer met goe
de leiding steeds in een minimum
van tijd te bereiken is. De brand
weer is nu beter georganiseerd,
dan ooit te voren en wij hopen dat
dit in de toekomst zoo blijven zal.
SCHOONDIJKE.
Gezelschap Van Lunen.
Voor een zeer goed bezetten
bunker trad Woensdagavond het
Tilburgsche Variété- en Cabaret
gezelschap „Van Lunen" op.
Een gevarieerd programma
werd over het algemeen op vlotte
en verdienstelijke wijze uitge
voerd. De jeugdige accordeonist
Henkie van Rijswijk, toonde zich
op zijn instrument goed thuis te
gevoelen. The Tahiti Hawaiïans
vielen bijzonder in den smaak van
het publiek. Jammer was het, dat
bij de gezongen tekst de gitaar
begeleiding veelal te hard was.
waardoor deze tekst onverstaan
baar werd. Hetzelfde geldt voor
de door „The two Singing Girls"
gebrachte liedjes. „Bavadonie",
illusionist en telepaath, wist het
publiek door eenige aardige staal
tjes van zijn kunnen te boeien.
Ton van Lunen zelf, die als humo
rist en conferencier optrad, oogst
te veel succes. Zijn liedjes, imi
taties en moppen deden het goed,
al heeft van deze laatste een en
kele zoo zachtjes aan den pen
sioengerechtigden leeftijd wel be
reikt.
De komische stukjes „Mijne
Mina" en „Ga je mee visschen?",
beiden door Van Lunen en Bava
donie gebracht, vormden ware
lach-successen.
Al met al heeft Van Lunen het
Schoondijksche publiek een ge
noeglijken en vroolijken avond
bezorgd en een ieder keerde na
afloop dan ook voldaan huis-
wsiaxts
Tiidens de pauze kreeg men
nog een „extra", gebracht door
den Gemeente-Ontvanger, den
heer I. Luteijn. Deze betrad het
podium en deelde mede, dat
Woensdag 3 April a.s., Ir. van
Amerom, Hoofd van Streek-Bouw-
bureau, hier zal komen spreken
over wederopbouw en definitief
herstel. Misschien dat bij die ge-
legenheid ook Ir. Rothuijzen. liet
woord zal voeren.
Historisch overzicht van de
werkzaamheden.
Op Donderdag 28 Maart verga-
r l 1 - 1 1 ,ro r-l J-J/-.tol
viteit (portret van Anton van Bourgondie) en m T> TrTdèTkleTnè zaal van Hotel
zijn beperking dikwijls ook van grootere dramatische er(jam de Afd. Terneuzen van
kracht dan Van Eyck. Een dramaturgie, die door Koueraam^ae^e Kruis
de latere generaties nog lang algemeen aanvaard het welkomstwoord van den
Men moet het betreuren, dat de Belgische musea
geen overtuigend werk bezitten van den grooten
Zuidelijken realist den Meester van Flemalle. De
Brusselsche Verkondiging is even een kleine daling
in de hoog opgevoerde lijn van de eerste zaal.
Daarentegen behoudt Petrus Christus, meestal
slechts navolger, in zijn late Beweening een groote
gedragenheid, die zich naast de groote voorgangeis
blijft openbaren.
Quinten Metsijs (1466—1530) Maria Magdalena.
en dat wij evenmin wenschen af te houvast voor het vertrouwen, dat
zien van een rechtmatige schade- wij niet in een chaos verward
K. G. BOON.
geweten wat het hem kostte om.
in de macht van Hitier, zich tegen
deze macht te verzetten.
Wat ons van zeer groote waar
de lijkt, is de volgende gedachte.
Het is bekend geworden, dat Hit-
Ier dezen onverschrokken verde»
diger van recht en vrijheid wilde
laten fusilleeren. Men heeft hem
overtuigd dat dit onmogelijk was.
daar een groot deel van het Duit
sche leger dit niet zou dulden.
Hitier moest er van afzien.
Het spreekt vanzelf, dat het
Duitsche onrecht door ons in geen
enkel opzicht wordt goed gepraat
vergoeding door het Duitsche volk
Maar uit een dergelijk feit blijkt,
dat er in het Duitsche leger en dus
ook in het geheele Duitsche volk
nog een machtige kern aanwezig
was, die den weerstand eerbiedig
de van de grootste Duitsche figu
ren tegen de Nazi-tirannie.
Dit geeft ons een meer opti-
mistisehen kijk op de toekomst.
Wij weten, dat het in Duitschland
in menig opzicht hopeloos is.
Maar deze groote groep menschen
van goeden wil biedt nog eenig
zullen blijven. Wij zeggen met
opzet „wij". Want ons land zit
vast aan het lot van Duitschland.
Zonder een gezond Duitschland.
geen gezond Nederland en geen
gezond Europa. Het is daarom,
dat wij het betreuren, dat een
krachtige en ruimdenkende figuur
als kardinaal Von Galen zoo spoe
dig is gevallen.
Drs TH. STELTENPOOL S.V.D.
voorzitter, den heer PTeilegen,
en de goedkeuring der notu
len, las de heer Joh. de Vries het
historisch overzicht voor der
Roode Kruiswerkzaamheden, het
welk door den heer Standaert
welke niet ter vergadering aan
wezig kon zijn, was samengesteld.
Wij ontleenen hieraan het vol-
Op 4 September 1944 den dag
waarop de Duitsche terugtocht op
een vlucht begon te gelijken, wer
den al de ploegen gemobiliseerd
n 1 27 helpers en 27 helpsters.
Een centrale post werd ingericht
in Hotel Rotterdam bij het be-
stuurslid, den heer P. F. Standaert
waar deze post nog is gevestigd.
Men had aanvankelijk enkel de
beschikking over de personenauto
van den commissaris van mate
riaal en vervoer.
Met de 25 bedden, welke in zijn
magazijn waren, werd een nood
ziekenhuis in de z.g. bomvrije
kazerne te Terneuzen ingericht.
Tot den dag der bevrijding werden
door de kolonne 18 burgers en 29
Dagboekbladen
door W. den Hamer.
IV.
in een put schijnt ^voldoende te
zijn. Een poosje latei- kraaien een
paar meisjes van de buren aan de
deur: „Baas, de Duitschers heb
ben je kalkoen doodgemaakt en
met eieren en al meegenomen,
zeggen zij „IVel, die smeerlappen
van Moffen!" zeg ik. Tegelijker
tijd klapt het hekje open en komt
hun vader, gevolgd door een Duit-
scher. Ik denk, zou hij mijn op-
merking gehoord hebben, doch net
blijkt van niet, want ik krijg te
hooren, dat ik 's anderendaags op
een zekere plaats melk en eieren
moet leveren. Mij wordt een pa
piertje vertoond, waar mijn naam
onder een achttal andere opprijkt.
Ik kijk mijn buurman aan, ook hij
bekijkt mij eenigszins hulpelo<^,
alsof hij zeggen wil: „Ik kam er
odk niets aan doen. Zij vertrek
ken daarop en daar verder alles
rustig is, sluiten wij onze woning
en toegeven ons weldra ter ruste.
Zoo breekt Zaterdag 16 Septem
ber aan. Het is een mooie herfst
dag. Wij melken de koeien en
ikzelf verricht de meest noodige
werkzaamheden aan het vee. Vier
werkpaarden en een drietal veu
lens worden op stal gehaald, op
dat één van mijn idealen, eén der
dekhengsten, zich nog eens
gedurende een uur of vier zou
Chr. Geref. Kerk.
Zaamslag: 9.30 u. en 2.30 u. Ds.
J. C. van Ravenswaay.
Gereformeerde Gemeente
Terneuzen: 9.30 u., 2 u. en 6 u.
leesdienst.
Axel: 10 u. en 2,30 u. leesdienst.
Hoek: 9.30 u. en 2 u. leesdienst.
Oud-Geref. Gemeente.
Terneuzen: 9.30 u., 2 u. en 6 u..
Ds. A. de Reuver.
Roomsch-Katholieke Kerk.
pprneuzen7 u.. 8.30 u. en 10 u
H.H. Missen; 2.30 u. Lof.
Mijn stemming is niet bepaald
gunstig. De ééne buurman ziet
het somber in en een ander geeft
als zijn meening te kennen, dat
het wel los zal loopen. Een derde
vraagt mij, of de schrik er nog
niet uit is, waarop ik iet wat kre
gelig ten antwoord geef: „Pas
maar op, dat je de eerste weer
niet hent, die hem gaat smeren!
Dit was een kleine herinnering
aan de beschieting in begin 1940
Ik krijg een knipoogje van een
buurman, die het begrijpt, waarna
ik mij weer naar mijn boerderij
begeef. Ik constateer intusschen,
dat thans de stellingen betrokken
worden. Dit zijn n.l. gangen van
1 meter diepte, waar eén persoon
in kan liggen. De dag verstrijkt
zoo met van alles en toch mets te
doen. Het is zoo'n toestand, waar
in men niet weet, wat men wil.
Het begint naar den avond te
draaien, ik hoor een helsch ge
brul en wil er het mijne van
weten. Twee jonge soldaten zit
ten met zijn beiden in één put en
worden door een meerdere van
I hen eens op hun plaats gezet, één
kunnen luchten in de weide. Later
kunnen de werkpaarden en de
veulens weer tefug ih de weide,
want men kan nooit weten wat
zich voordoet en dan hebben ze
het vrije veld.
Een werkvrouw van den over
kant komt tot aan de Brug; zij
was de eenige, die steeds door
kwam om haar arbeid te verrich
ten, ook na de bevrijding, welk
gevaar er ook dreigde. Op mijn
vraag welk nieuws er is, krijg ik
ten antiwoord, dat alles nog rus
tig is. Vervolgens komt een
arbeider om zijn gewone twee
liter frauduleuze melk. Hij deelt
mede dat in Axel alles zijn ge
wone loop neemt. Nog een derde
komt, eveneens om zijn twee liter
melk. De berichten blijven eens
luidend: Toestand rustig en sta
biel! „Ziezoo", denk ik, „die melk
kunnen de Moffen toch niet op
slorpen." Mijn vrouw is echter
eenigszins ongerust en vraagt.
„Man, waar blijf je? De melk
moet weg! Je bent veel te laat!
Ze zijn er al allemaal!" Ik ant
woord: „Wat geeft dat
komen ze er zelf maar om.
waarop zij zegt: „Ja, dan kunnen
ze ie nog meenemen ook!
Ik zie intusschen buren met
emmers komen en pak de mijne
ook op om gezamenlijk naar de
opgedragen plaats te gaan. Er
bliikt, ondanks de vele herrie,
niets in regel. Als wij ter plaatse
zijn aangekomen, kippen wij
onze melk in een gereedstaande
kuip over. Of het vereischte aan
tal liters er is, daarom hekomme
ren wij ons niet. Er zal wel wat
aan ontbroken hébben, maar wij
maakten ons daarover geen ver
dere zorg. Wij wachten nog een
tijdje en dan komt de betaalmees
ter die naar ik hoorde, de bijnaam
had van Spits, maar erg spits of
slim ziet hij er niet uit, integen
deel, meer stom of dom. Hierop
komt een luitenant of zooiets, die
er zoo'n echte krilbbebijter uitzie,.
Hii vraagt ons in half-Duitsch de
prijs van de melk. Mijn buren be
duiden, dat ik de prijs maar moet
opgeven. Ik voel er niet veel
voor maar noem de vastgestelde
prijs van 16 cent per liter. Daarop
wordt de eierprijs gevraagd en ik
ueef mijn buren te kennen, dat zg
het maar moeten zeggen. Eén
hunner zegt: 15 cent: en op zgn
gezicht meen ik te lezen: „Ik zou
je vel nog wel wat verder van je
neus willen stroopen Mof! Bij
mezelf denk ik: „Pus °P> man
En Inderdaad, deze buurman
wordt ongenadig in het Duitsch
uitgéborsteld en het slot van het
liedje is, dat wij voor de melk 15
cent per liter en voor de eieren
10 cent .per stuk worden uitge
keerd Zoo kunnen we inpakken
en welke gedachten wij daarbij
koesteren, laat zich denken. Ieder
onzer verwenschte natuurlijk
allerhartgrondigst den allerlaat-
sten Mof. We nemen intusschen
op deze hoeve even den toestand
waar en komen tot de ontdekking,
dat hier zooiets als de staf geves
tigd moet zijn, maar het lijkt ons
echt opgeraapt zoodje.
Als wij met ons drieen huis
waarts stappen, komt ons een
arbeider tegen, die afkomstig is
van Koewacht en kans gezien
heeft met de „vischbak' over het
kanaal te komen. Wij zijn natuur
lijk zeer nieuwsgierig en vragen,
hoe het aan de kant van Stekene
is, waar nogal gevochten schijnt te
zijn met de daar ter plaatse ver
schenen Geallieerde voorposten.
„Goed, mannen, goed!" luidt het
antwoord. „.Vanmorgen is er hg
ons een groote colonne auto s en
pantsers gepasseerd van wel 5
km lang." Wij gelooven hem nog
niet half, doch hij houdt stokstgf
Vol, dat het de waarheid is. „Ze
rijden zoo naar Axel' zegt hij,
„dat is maar tikken met zulke
monsters".
Wij helpen ook hem aan zijn
twee liter melk en ik geef hem de
raad zoo gauw mogelijk over h"
kanaal te komen, hetgeen hij d
ook doet. Als hij een minuut
tien weg is, ben ik benieuwd,
het hem gelukt is weg te kome
want dan moet ik hem kunne
zien gaan. Inderdaad, het is hom
gelukt en naar later bleek, stuitte
deizelfde arbeider op 200 Meter
van de brug van de 2e Verkorting
al op de eerste Poolsche voel
hoorns. Deze post vroeg onzen
arbeider om de noodige inlichtin
gen en is daarna tot op 50 meter
van de brug geweest, waar hjj aan
de twee landbouwers weer om in
lichtingen betreffende de Duit
schers vroeg en onderwijl zelf ae
situatie opnam.
Dit was een staaltje van koen
heid en durf, want zij waren niet
meer dan 50 tot 60 meter van
elkander verwijderd, terwijl de
Duitschers, ten getale van een
honderd in hun stellingen zaten
en de vischbak onder hun beheer
hadden. De wakkere Pool heeft
natuurlijk geluk gehad, want hij
is rustig naar zijn commando
teruggekeerd met waardevolle in
lichtingen.
(Wordt vervolgd.)