DE VRIJE ZEEUW
:ond
Martii
EN
—A
IT ON2_Ij
15 c
L
1
voorjaar.;; -
vergun! Jaargang
I
VRIJDAG 25 JAN. 1946
No. 123
Wif
Liitsch gebied zonder Duitschers of
Nederlandsch gebied met Nederlanders?
and
St
belastingplannen van den
ia|t H VHnister van Financiën.
DE KONINGIN
BESTEEDT ONTVANGEN GIFTEN.
WAAROM ZOO WEINIG HAAST MET DE
DOODVONNISSEN?
De Veiligheidsraad
der Vereenigde Volken.
if#-
ro'H a is w
liter.
Redactie-adres
Administratie-adres
Julianastraat 37, Temeuzen.
Noordstraat 57, Terneuzen.
8 uur
ISA'
:n:
eries
n
ng
0 uur
elling
Redactie: S. W. Henry en P. L. D. J. van Oeveren.
Dit Blad wordt gedrukt bij de N.V. Firma P. J. van de Sande, Terneuzen.
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Terneuzen ƒ1,50 per 3 maanden, buiten Temeuzen ƒ1,74 per 3 maanden. Bij vooruitbetaling ƒ6,60 per jaar,
ADVERTHNTIËN: Per mm 10 cent, minimum per advertentie ƒ1,50. Rubriek kleine advertentiën 1—5 regels 60 cent; iedere regel meer 12 cent
maximum 8 regels. Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen 1—5 regels 52 cent; iedere regel meer 10 cent. Met vermelding brieven of adres bureau
van dit blad 10 cent meer. Handelsadvertentiën bij regelabonnement tegen verminderd tarief, dat op aanvraag verkrijgbaar is.
Inzending van advertentiën uiterlijk 9 uur v.m. op den dag der uitgave.
de annexatie-litteratuur begint een
liging op te treden: inplaats van ge-
riften die het heele probleem behande-
gaat men zich meer op enkele onder-
len bezinnen. Dat is gelukkig, want over
taak zelf is men wel zoowat uitgepraat:
de bestaande geschriften kan men
rtuigen wie te overtuigen is. Een van
onderwerpen die thans in het brandpunt
tn, is het probleem der /bevolking,
aanvankelijk was de stelling: het grond-
lied moet „schoon" opgeleverd worden,
deze reden sprak men van „gebieds-
breiding". omdat het woord „annexatie"
|l indruk wekte, dat men de bevolking
AAL r wilde inlnven. Dit ligt echter geheel
t in de beteekenis dier woorden (annexa-
J beteekent niets dan: aanhechting), en
,T aivrnc woord annexatie wordt thans gebruikt
".fhankelijk van de houding tegenover de
'olking.
n beginsel is het te begrijpen, dat men
afwijzende houding aannam. De ge-
e ihte, dat we met een minderheidspro-
em zouden worden opgescheept, dat we
ltschers op ons grondgebied zouden krij-
FN iCr i1' is onaanvaardbaar Hierover f-> allen
lv"-' der uitzondering het eens. Maar bij
lere studie kwam steeds meer naar
en de overweging, of een deel der in-
/msche bevolking niet te assimileeren
i zijn.
ïelukkig zijn de gegevens al lang ge
en bijeengebracht. De historische en
itieke relaties tot de vele kleine staatjes
i onze Oostgrens, die slechts langzamer-
id, soms na zeer heftig verzet (Hanno-
in 1866, maar nog in 1870 streden Han-
[eranen aan de Fransche zijde tegen
lisen, en ook is er een Hannoveraansch
rtje op de Veluwe gestationneerd ge-
st, terwijl een Hannoveraansche of
end:
:.M.-
:- of
aan
:.M.-
ange
:rso-
5 en
zijn:
35.
131.
falen), dan zou men daar op bepaalde
plaatsen de Duitschers kunnen concentree-
ren, voorzoover hun vertrek naar Pruisen
niet of nog n!et mogelijk is. Wij behouden
daarmee de zaak in eigen hand.
De stichting van een mandaatgebied, wat
insluit een verdeeling van Duitschland in
zijn oude deelen, is op zichzelf iets anders
dan annexatie, en zelfs heeft men wel een
tegenstelling gezien in deze twee denk
beelden. Ten onrechte: het een maakt het
ander juist mogelijk.
Wie zijn nu die Duitschers, die moeten
worden uitgewezen? In beginsel allen die
niet in de streek thuis hooren, speciaal de
Pruisen en Hoogduitschers, die als ambte
naren of handelaars daar zijn komen wonen.
Maar bovendien allen die zich ingenomen
hebben getoond met het Derde Rijk, dus de
leden der N.S.D.A.P. en verbonden .orga
nisaties. Die hebben nu eenmaal voor het
Grootduitsche Rijk gekozen. Kloeke be
spreekt dit probleem slechts in een noot,
maar dan positief: „Het spreekt vanzelf
dat Nazi's nimmer als Nederlanders kunnen
worden aanvaard."
Een andere zaak is, dat tusschen aan
vaarden als Nederlander en beschouwen als
Duitsoher nog verschillende tusschenwegen
zijn. Men kan de bevolking tot Nederland
sche onderdanen maken en na vijf jaar al
of niet, stuk voor stuk of groepsgewijs, na-
turaliseeren; daarbij kan men ook na een
proeftnd eventueele verdachte elementen
nog uitzetten. Bij dit alles blijft het crite
rium: is men Nederlandsch geworden of
niet
Hierbij moet nog iets worden opgemerkt
wat de Zeeuwen niet zoo vreemd zal lijken
maar wat misschien den Hollander onaan
genaam is: Nederlandsch is niet hetzelfde
als Hollandsch. De Noord- en Zuid-Hollan
fische partij, die o.a. het gebruik van der is maar al te zeer geneigd, „Duitsche'
ederduitsche landstaal propageerde, tot
in den Duitschen Rijksdagiafgevaar-
en had) door Pruisen zijn opgeslorpt,
door onze historici reeds lang bestu-
rd, en ook over de verwantschap der
lecten over de grens is veel bekend ge-
den. Men hoeft dus slechts de gegevens
troepeeren.
i een brochure2) heeft Prof. Kloeke de
kundige zijde naar voren gebracht op
,r leeken begrijpelijke manier, in het
tspoor van een vroeger geschrift van
-f. Muller. 3). Deze komt tot de conclu-
„dat die geheele strook van Oost-
'esland tot het Rijnland, van Emden tot
merik, ja tot Crefeld toe, bij een ander
,>op der staatsgeschiedenis voor onze
I en onze beschaving te "winnen en te
.den ware geweest". Kloeke zegt van
el zelfde streek „dat het autochthone
nent der bevolking ten nauwste verwant
ebleven met het Nederlandsche volk."
'oor het Rijnland is iets dergelijks van
iburgsche zijde -beweerd en tévens is
getoond, dat juist in het Rijnland de
iste nazi's aanwezig zijn °-eweest (on-g.
Dit brengt ons op een nieuw punt.
ten kan over de mogelijkheid van ver-
erlandsching verschillend denken, en
eder geval gaat dit niet vanzelf, maar
:t het gebeuren onder leiding en met
ies van hen die van de zaken op de
gte zijn, die land en volk daar kennen,
ar niemand wenscht Duitschers te be
den, en dus alles wat niet geassimileerd
Kin- - worden, moet worden verwijderd. Het
STOF- Pnt' dat de geallieerden, speciaal de
t 95 fclschen, bezwaar hehben tegen een uit-
ing op groote schaal, gelijk in de West-
lsiche streken Is gebeurd: zij zouden
S een conditio sine qua non daarvan wil-
maken. Maar indien Nederland naast
.-«annexeerde strook nog een mandaat-
led kon krijgen (het voormalige konink-
Hannover bijv., vergroot met West
gin
iet
Over-
5 jaar.
?en t'
sbroek.
r. P.
5 L,
-entje;,
eigenschappen te ontdekken waar juist
Limiburgsche, Geldersche of Groningsche
aanwezig ziin, gelijk hij den Zeeuwsch-Vla-
ming dikwijls voor een soort van Belg
houdt. Daarom wordt dan ook aanbevolen,
de opvoeding van de jeugd in de gean
nexeerde gebieden te geven in handen van
Groningsche, Drentsche e.d. onderwijzers,
die met de kinderen in hun eigen dialect
kunnen spreken.
Vermakeliik is eigenlijk het verloop van
de beoordeeling van dit probleem: de bevol
king eruit. Aanvankelijk kwam het sterk
ste verzet tegen annexatie van hen die ar
gumenteerden met: we willen geen Duit
schers. Daarom sprak de annexatie-propa-
ganda zich in beginsel uit voor algeheele
verwijdering (behoudens uitzonderingen)
van de bevolkin°\ Maar toen -begon de
tegenpartij zich te werpen op het barbaar-
sche van deze maatregel. Het resultaat
zou men kunnen samenvatten in de for
mule: men behoudt de bevolkin0- behalve
vobrzoover ze niet te vemederlandscben is,
of andersom gezien: men verwijdert de be
volking. behalve voorzoover ze te verneder-
landschen is.
Maar waar blijft dan de grond voor
Nederlandsche boeren, waar het eigenlijk
om begonnen is? Die is er: genoemde stre
ken zijn zeer onderbevolkt, het graafschan
Bentheim heeft bijv. 70 inwoners per km2!
1) Tot 1918 was zii in één oppositieblok
vereenigd met de urincipieele bestrijders
van Prirsen-Duitschland: Polen, Elzassers,
Sleeswij-kers.
2) Prof. Dr. G. G. Kloeke, De taalkun-
dig-cultureele kant van het annexatie-
vraagstuk. Uitgave no. 3 van het Genoot
schap Neerlands Toekomst, Delft.
3) Prof. Dr. J. W. Muller, De uitbrei
ding van het Nederlandsche taalgebied,
1939.
e Minister van Financiën heeft in een
n een aan de Tweede Kamer mededeelingen
kachel lan van de op het gebied der Rijksbe-
>1. Te 4
PIEN-
it73.
prima
maat
-f Kin-
irkster
VARD
ngen te treffen maatregelen. Hij acht
iening van het belastingstelsel noodza-
k en zal bevorderen, dat een ontwerp
wet hierover suoedig aan de Kamer
worden aangeboden.
dit.ontwerp is de afschaffing van de
iiootschapsbelasting voorzien. Evenmin
naar de meening van den Minister, de
logensbelasting voor lichamen gehand-
d blijven. Daartegenover zal de Minis-
hooge belasting bevorderen, welke van alle
ondernemingen, onverschillig of zij door
natuurlijke personen of rechtspersonen
•brden gedreven, zal worden geheven naar
de z.g. overwinst. Voor de berekening van
de overwinst zullen belangrijke reservee-
r'ngen, zoomede een vast percentage van
het in de onderneming gestoken kapitaal
en een vergoeding voor ondernemersloon
op de winst in mindering mogen worden
gebracht.
De uit bovenstaande voorzieningen voort
vloeiende vermindering van inkomsten en
de ook overigens voor 's-Rijks schatkist
bestaande noodtoestand dwingen den Mi-
n'ster ander'"ds uit te zien naar maatrege
len tot versterking van de inkomsten. H'i
plaats in aanmerking komt een verhooging
van de rechten van successie en van schen
king. Die verhooging zal in het bijzonder
betrekking hebben op de grootere verkrij
gingen in rechte lijn, welke tot dusverre
met een zeer matige belasting worden ge
troffen.
In de tweede plaats zal worden voorge
steld om de ondernemingsbelasting, welke
tot dusver nagenoeg alle landbouwbedrijven
vrij laat, cm te zetten in een algemeene
belasting op alle binnenlandsche bedrijven
zulks voorloopig in afwachting van do
vraag, welke herzieningen overigens deze
belangrijke bron van inkomsten behoeft.
Daarnaast heeft de Minister in overwe
ging een verhooging van het algemeene
tarief van de omzetbelasting van 2 procent
tot 3 procent. Hij onderschat niet de be
zwaren, welke daaraan zijn verbonden, doch
van alle kwaden heeft hij dezen maatregel
gekozen, die over een groot vlak wordt ge
dragen en in staat is een belangrijke bate
op te brengen.
Hij heeft daarbij mede overwogen, dat
tijdens de bezetting een zoodanige sterke
verschuiving van druk naar de directe be
lastingen heeft plaats gehad men be
denke dat ook de invoerrechten zijn weg
gevallen dat een algemeene verhooging
van de tarieven in den sector der directe
belastingen niet in aanmerking komt.
De Minister is tot de overtuiging gekomen,
dat het aanbeveling verdient met betrek
king tot naamlooze vennootschappen en
andere winstverdeelende lichamen, als
voorheffing op de inkomstenbelasting, een
z.g. winstgerechtigdenbelasting te heffen.
Deze belasting zal verschuldigd zijn door
winstverdeelende lichamen naarmate winst
wordt gemaakt, teneinde op de aandeelhou
ders en andere winstgerechtigden te wor
den verhaald, zoodra zij wordt uitgedeeld
De Minister merkt nog op, dat, naar zijn
meening, te gelegener tijd ook de onder
nemersbelasting op de helling zal moeten
komen.
In verband echter met de omstandigheid,
dat bij zoodanige herziening het netelige
onderwerp der financieele betrekking van
het Rijk tot gemeenten ten nauwste is be
trokken, zal dit punt in de thans in het
oog gevatte gedeeltelijke herziening niet
principieel aan de orde komen. Wel bestaat
aanleiding om onverwijld de voor de onder-
nemmgsbeiasting geldende, doch niet vol
doende gemotiveerde vrijstellingen voor
landbouwbedrijven in te trekken. De baten
van dien maatregel zullen ten goede komen
aan de gemeenten.
Bij den Minister bestaat intusschen geen
twijfel, dat onverwijld de omzetbelasting
in dien zin moet worden gewijzigd, dat een
hoog tarief op weelde-artikelen moet wor
den ingevoerd, terwijl aan den anderen
kant, vooral ten bate van de minst draag-
krachtigen en van de groote gezinnen, som
mige vóór den oorlog bestaand, doch door
den bezetter ingetrokken, vrijstellingen van
omzetbelasting voor noodzakelijke levens
behoeften moeten worden hersteld
Behalve bijzondere heffingen ineens, zijn
er voorts nog meer plannen. Noodig zal
het zijn in het algemeen te herzien, welke
belastingen bij de bestaande situatie in ons
land, niet, uit internationaal oogpunt de
meest juiste zijn.
Daarbij zullen ook de invoerrechten en
accijnzen, vooral in verband met de met
België gesloten douane-overeenkomst, aan
de orde moeten komen.
Tenslotte zal een technisch-juridische her
ziening van de belastingwetgeving ter hand
moeten worden genomen.
De Koningin heeft gedurende den oorlog
en na de bevrijding uit alle deelen van de
wereld vele giften ontvangen groot en
klem geschonken door Nederlanders of
door burgers uit bevriende landen, die met
Nederland sympathiseerden. Meestal waren
deze giften vergezeld van de mededeeling,
dat de geschonken bedragen bestemd waren
óf voor het Nederlandsche volk, öf voor
Nederlandsche kinderen
™?ev3°ningin,heeft *«meend de ontvan
gen bedragen als volgt te moeten besteden-
het Groene Kruis f50.000; het Wit-Gele
Kruis 50.000; de Nederlandsche Vereeni-
f140 OW61" orijd?Pf van tuberculose
140.00°, het Comité voor Kinderuitzen
ding naar Engeland 40.000 Eng. ponden
de totstandkoming van een niet te I is van oordeel, dat daarvoor in de eerste
Mr. Sikkel geeft het antwoord:
„Het gaat niet goed".
Tijdens een gehouden informatieve be
spreking met vertegenwoordigers van de
pers heeft de procureur-fiscaal bij het Bij
zonder Gerechtshof te Amsterdam, Mr. N.
J. G. Sikkel, geantwoord op de vraag, of
er niet opmerkelijk weinig haast gemaakt
wordt met de voltrekking van de doodvon
nissen, welke tot nu toe zijn uitgesproken.
Het antwoord hierop luidde, dat de oor
zaken hiervan in de eerste plaats gezocht
moeten worden in den bijzonderen vorm
van rechtspleging, welke sterk afwijkt van
den normalen. Daar is de mogelijkheid tot
cassatie, welke bij de gewone rechtsspraak
de gele-enheid opent, om het hoogste col
lege te doen onderzoeken, of wetsuitleg en
toepassing juist z'm geweest, doch welke
bij de bijzondere rechtspleging eigenliik den
vorm kan krijgen»van een hooger beroep
met daaraan verbonden een mogelijkheid
tot herziening van de opgelegde straf. Dat
is een mogelijkheid, waarvan vrijwel alle
veroordeelden gebruik zouden wenschen te
maken, doch zou men dit ongelimiteerd
moeten toelaten, dan zou de Raad van Cas
satie zoozeer overbelast worden, dat van
r v°nni-ssen vrijwel niets zou
kunnen komen. Daarom heeft men het Hof
het recht toegekend, bij het vonnis te be-
ma|ngaanV al °f niet 111 cassatie
Aanvankelijk is dit recht zeer veel ver
leend. In Amsterdam worden thans echter
vele vonnissen uitgesproken zonder het cas
satierecht aan den veroordeelde toe te ken-
ml- f uitspreken van het definitieve
j staat voor den verdachte dan echter
altijd nog het recht open, gratie te vragen
Geschiedt dit bmnen acht dagen, dan dient
de tenuitvoerlegging van het vonnis te wor-
oUot "'r?6? tot over dit verzoek is be-
nitstei sat 1S een niemY®, mogelijkheid tot
"d®te1, dat zeer aanzienlijk kan worden, in
dien de lange weg, welken een gratie-
verzoek via O.M., het veroordeelende Hof,
Raad van Cassatie en ten slotte het
gecomphceerde departement van Justitie
moet volgen, niet overal vlot wordt afge-
Jegd. Er zijn inderdaad tal van herbergen
langs dezen weg en daaronder kunnen ook
al te gastvrije herbergiers zijn.'
Verraad blijft verraad.
Mr. Sikkel keerde zich scherp tegen de
opvatting, dat lichte gevallen zouden moe
ten worden losgelaten. Hij zeide, geen lich
te gevallen van land- en volksverraad te
kennen. Verraad in dezen vorm, is niet in
minder en meer ernstie-e graden te onder-
doodstraf verraders past alleen de
°°k de opvatting, dat lichte straffen
wenschelijk waren voor jeugdige delinquen
ten achtte de procureurfiscaal verwerpelijk.
Het absurd aan te nemen, dat jeugdige
NjS.B.-ers zich minder bewust van hun
.aden zouden z-n dan andere kinderen, die
m bezettingstijd zich op de lagere school
reeds realiseerden, dat de Duitschers onze
vijanden waren, N.S.B.-kinderen hebben
met alleen in hun gezin geleefd. Zij leefden
ook m de gemeenschap en deze al was
het een kindergemeenschap heeft duide-
'imêtnTg getoond, welk een afkeer ons
volk had van dit landverraderlrjk gespuis,
dat zelfs in hun kringen al uitgestooten
werd. Het verraderselement moet eigenlijk
voorgoed uit ons volk worden uitgebannen.
Invloed der oml-lllegalen.
"Pe, huidige stemming, zorgvuldig ge
kweekt door een daarbij belanghebbende
groep, gaat echter al aardig den verkeer-
n uit. Men onderschatte dit gevaar
niet Om deze reden waarschuwde de heer
bikkel ernstig voor het zaaien van wantrou
wen tegen de organen, welke met de op
sporing van landverraders zijn belast, om
dat dit de geheele zuivering op losse
schroeven zet. Daarom bepleitte de procu-
reur-fiscaai ook ernstig, zeer grooten in-
vloed in deze zaken (zoo mogelijk met uit-
i van a"e z.g. legalen) te geven aan
oud-illegale werkers, omdat, naar zijn mee-
rung, zij de eenigen zijn, die, met voorbij
zien van alle eigenbelang, alle baantjes-
jagerij, niets anders hehben gedaan dan vijf
jaar lang met de grootst mogelijke opoffe
ringen hun volk te dienen en het kwaad
te bestrijden. Daartoe zijn de oude strijders
nog altijd bereid. Een dergelijke opoffe-
rmgsgezindheid zullen zij thans weer too-
nen, nu ons volk dit behoeft. En het be
hoeft dit, want, zoo besloot hij: „Het gaat
niet goed met ons volk."
(„Het Parool".)
De plenaire zitting van de algemeene ver
gadering van de Vereenigde Volken heeft
F.
et tooneel div."
- eggen: het
egeert. We
en heel lever
eggen: onze
in ook waUH
'ader" door
anschouwen.
-Door het
ok de lijn defjj
>eze komt
eschiedde".
eid heeft eelM
ijde. De pa.'l
re moeten kjjllj
ragen. Wefïjl
unnen zegg- U
'.even breng/"nM
croud, angtsH
reigend maJ^L
.'end hart. A*®
.anden afbrej
ntbreken In off
.ernst uw wd^^
eert. Der t« j
an Hem die ijT
e actieve nL.
.oudt kan on- Dl
ïod is bezig f' 1
tijk te bouwenal
■ver on^heen,
taan. Hij
liettege ns taai jPi
loen dooi onsF"!
iere woord: 1
.rbeiders. En 3|
verk in Mijn
s er in ons lal
>assieve en
leid Is een
cort om dez:
naakt op een l
even de pan*I
loorzaamheid 'it J
iethsémané. 1
Ite verscherp: jt
'lij bidt laaj P
'oonbijgaan, n|
naar geljj-k
reet dat de
Martin Nieil
duitsche priJI
irincipieeJ ar
ische houding
og, ja zelfs
iet concent!_
verd gezonde*
In den oij|
vas hij duikt
itudeerde hijj
(ledikant te
'an Berlijn,
loekje: Van|
len kansel.
>ewust van
lie haar ster
ie nat. soc. dl
;ebiedenden el
-niangs een bil
diemöller aan
iren. Deze v;
lens metd 'veij
lelijdenis door
e fduttgart
- i i v/ oo rdïgëïïr^
-ken af gelee
In groote trej|
nhoud van de
jen, omdat hij 1
s voor NiemöilJ
Ik heb noca
duitsche volk
'eran twoordeldl
ichuldig was af
ïazi's, maar
I
iet recht missl
Ie slechte nazil
loen alsoft wijf
k heb er stee
ip gelegdonB
liet allemaal nl
-n sadisten, ma"
lig of haelemaft
en eind te ml
lerf, en met na
Ie kerk, tekoiT
vijl wisten zee|
usschen den
:oeden weg enl
'J<yq n 0S 2
ua -n 0S"8 "p->
831 aMMIoMUn if
uaAnoiT
ia -n z "B OS'.J
•ajuaauiao 'ja j
;psaai 'n z ua'
la -n z "n OSj
iiaaiuao apjoi
•iteeMsuaAuHI
'uappfiSSA ü?/Tu^&q(ïo73-q .iooa jaq TBP
jqcajqaSupp uapjooq ua' uaqqPA
apbuaj ajaaqaS ap uaAO uCiz uap
-ubjaCiz apiaq sSiuccj paapiiqasaS
ua piauxuiTjaq azfiAv oh'ijna^ do
si ua >.k oo® uaa/iaguo uba ajgPiA
-iaddo uaa ;ppisaq taquiM au
•jqopaqaS
(puaAV pupjs joj juaaojuaA sap®
aip saaqaiiuiAV ipjuai) uaa joop
aaiq Jpa\ 'jaiz ua jpaa.ij.aq pJlupvi
ajiptaaSui uuapoui ua ippjj
azap uaui aaauupiw 'aiifipuooqos
uajjoajaS uppACZ uaaz ia.w jaq uba
uazinu ojjodcij ua upid apB uba
2 JJ.JIZ "O
■puoojrtö 4.+OOH »!l'
Snu uap JajqoB JbutaaoAjin uaa
spaau ajsjPPi ap "ua uajooq uajp[
uaqqaq qoiz uba .iaoA\ „uoisjaD
-xg ua „MIOA jaq Jo°P 'MI°A )aii
jooa" uaSuiSiuaaaaA apuaqaq paoS
ap jpp 'si uaqaaj puaptpquaA uaa
uauaAvpuaA pfij uazap ui ufiz
uaSuiStuaajaAjaauooj apA ua uppp
-aS paoh uaajd auxsijupjaiilP IIP
ubb Sopoo dp jjaaq >]fipnnjBK
uaSuiaaoA
-jm appaoo/AjuBja ruizjsunq
qCqaqaaM uba ua, Joop
uaABqpupq sjqaap qoiz
-qaq jqoajs ooz jaq az jpp uajaq
-UBa afjaaq uaa hou uajsaoiu az"
•uapCius aj si huiuupds ap 'hooquio
I II.-I'UIII' U >t\
•joojs jsuio>iuaaCiq ap paoor-f
puaippAido uaa jaui isuioJido ap
jooa quBp aapuo uajjtzaooA ap bu
-JBBM jaBBM 6 SBPJ3JBZ do PIBBd
-aq SuuapBhiaA apuahpA ap paaAV
aahutqaadsaq apqua Sou bn
•ufiz aj SicaMUBB paap
-uiqaaA SBAl uaaapuBBiA-qosMnaaz
'AV lm epSipjBBAaSjje aa 'uaznau
uam twwBB/A jb aui «bima ^ii
'uaannj r.uz
lo uapuBq apuaSBpjm aaMj qilj
-anqnapBu jSai jbbpjos aa" sjai
MnnS jaiu uatuLiaSaq ailinL' jubia
'Bq jqoBan afjaaq uaa [Bjsaara bh
jaz uiSaq aitinf uaSaj qt sjb jubm
'not uaSaj jatu SuiS jaq jbbui
'i jieM 'joop Vara qaoj juaq af
saa-q sra aap
uaa jSbbm „ïjbm suios af iaz"
„;qBq 'saaqqBjs -qfiiannjBU aajaq
jaq SuiS uapuoq uaüdaut aapuu
uaa az uaoj, uapBj.auiBH •db
aBBjqa az uajaaA 'sj adqqraii ap ubb
.i„~rï n ly.u
gnap jaq uaqqaq uaqosuaui «u
•uapoqaS jpao.vv
ifjoA suo uba siuapaiqo-saS ap
ai jbbui ajsjBBj ap iooa uajqossiur
ua Sou nu suo aip 'apaoM uaqojs
-i0A apsuaS ap uba puBuiaiu jbjkIo
'hjoa araiB apjaijaS uCira uba
ajjiAvaopuio jara qoo ua jjaaq ap
uba ajjiAuaprao jaiu qoo "jb uba
J8IU JJT JBB'l ibbp ua ijbbj utjui ua
apaq uBra si jBp 'aiz "aAjaz ..ibbu
do aAjéqaq jqaajaq uaaaapai
-jjaz aip pBq fi ^aapaoq saapaoaq
fiz jBpuio 'jaoq aj pftjpe Sou jaiqos
lia uajoqosaS jaoq ai s! Bz 'uauuoM
-aaAO jaiu jjaaq qaaq ap uaatj
X OS'2 «3 'n t|f
•qaa3I 'JSJajfjj
■raiaqjuaSa
-Pld Ud 'f 'SG
unaqjuaSaag
•sa 'O «3 'n OS'
'qaayi apaaa'
-aaqjnq; ap ui jsuajl
sa 'n OE'2 os "n g
puoraSa uba V
•n 01 dooqos '-iul
-raBpaajsurj
O puna -n 0S'£ i
OA