DE VRIJE ZEEUW ;ond;, m i I n onzji Martii f VRIJDAG 11 JAN. 1946 No. 119 DE TOESTAND OP JAVA. Mogen wij toepassing der doodstraf vragen? föwmt - De Partij van den Arbeid officieel opgericht. DE VERDACHTE SEYSS-INQUART. F. ■joh -n oz z ua "n OS'8 "is vJm 1 - OS'S U9 'B ofl M-I3H 'ja-iaïr argang Redactie-adresJulianastraat 37, Temeuzen. Administratie-adres: Noordstraat 57, Terneuzen. Redactie: S. W. Henry en P. L. D. J. van Oeveren. Dit F1'"1 wordt gedrukt bij de N.V. Firma P. J. van de Sande, Terneuzen. 7 A.BONNHMENTSPRIJS Binnen Terneuzen 1,50 per 3 maanden, buiten Temeuzen ƒ1,74 per 3 maanden. Bij vooruitbetaling ƒ6,60 per jaar. jnvraRTramSN' Per mm 10 cent, minimum per advertentie ƒ1,50. Rubriek kleine advertentiën 1—5 regels 60 cent; iedere regel meer 12 cent; mSmTrS. ^enXnbieSngen en dienstwagen 1-5 regels 52 cent; iedere regel meer 10 cent. Met vermelding brieven of adres bureau aT^lit ^lad lO cent meer. HandeLsadvertentiën bij regelabonnement tegen verminderd tarief, dat op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentiën uiterlijk 9 uur vm. op den dag der uitgave. Door Dr. A. de Vries. (Slot.) 1 toestand is den laatsten tijd aanmer- verbeterd, hoewel het de laatste 1 hier nog al wat rumoerig is door ge ilde benden, die aanvallen uitvoeren foedang's in Tandjok-PrioK in Z.O.- via. Deze aanvallen worden steeds pt door gecombineerde acties van Rh-Indiërs en Nederlandsche troepen ;anks en mortieren afgeslagen en geli- erd. leiders van de Indonesische republiek n steeds meer de gematigde houding sn trachten de extremisten in toom te en. Dit is hun tot nu toe nog steeds gelukt. Uit de houding en stemming het publiek valt wel steeds meer een tiger sfeer op te maken, zooals het uit meer welwillendheid tot verkoop de Chineezen, waaruit blijkt, dat zij meer zoo onder een zwaren druk tot 3t der verkoop aan Europeanen staan, e trams in Batavia kan men thans in- •s der vroegere opgeruimde leuzen, zin- lezen als: „Wij het volk wenschen f en rust, het bloed der permoeda's is je heet!" stemming onder de Nederlanders is al te rooskleurig. Hier zijn dan ook lende redenen voor. Het ontbreekt aan jende voorlichting. De Nederlandsch- jche regeering hult zich in een waas geheimzinnigheid. Wat in het Dagblad ft gepubliceerd, is natuurlijk het alge- 1e nieuws bestemd voor het publiek, i werkelijke voorlichting onder de irlanders omtrent de gevolgde politiek reekt. Hierdoor ontstaat een gevoel onzekerheid, die zich vooral voordoet r de geïnterneerden in de kampen. menschen, en vooral die in Bandoeng emarang vertoeven, hebben zeer sterk gevoel van absolute onveiligheid en on- hermdheid. Deze duizenden vrouwen en aren die daar in de kampen leven, heb- bijna alle hoop opgegeven en berusten een soort fatalisme. De vrouwen heb- allen onder het bewind der Japs een mderenswaardige moed en vastbera- .eid getoond. Ze hebben honger, slagen andere vernederingen getrotseerd en is geleefd o,p de hcop der bevrijding, ran a!le zorgen een einde zou maken, plaats van deze bevrijding zijn zij thans een veel grooter ellende gestort. Dit en zij niet meer verdragen, het heeft laatste restje energie opgeëischt. Het Werkelijk niet overdreven wat hier is 'geschreven, trouwens ieder normaal rend mensch zal dit kunnen begrijpen, gevoel van voortdurend in gevaar ver in, omringd te zijn door een vijandige sa van millioenen vijandige wezens, die led staan de blanda's met de meest 6de middelen af te maken, kan niet na- r een funeste invloed uit te oefenen op loch al zoo geschokte geesten, et is een feit, dat de toestand thans in doeng en Semarang aanmerkelijk slech ts dan onder de Nippon overheersching ir moet zeer spoedig een einde aan deze .tand worden gemaakt. oogen der wereld moeten worden ge- .a voor dezen noodtoestand en honderd ienden die in veel ongunstiger toestand men dan waar ook een bevolkings ;p in Europa heeft verkeerd. In Ban ig leven duizenden Europeanen in hok- met onvoldoende Water, kleeding, voe enz. enz. en voortdurend in gevaar allende granaten te worden getroffen. Ambarawa en Semarang is de toe- d nog erger, doch gelukkig zijn hier de rpeanen bijna allen inmiddels geëva- ■id. Aangenomen wordt, dat er nog ge duizenden Europeanen, voor het rendeel Hollanders, in Midden-Java ver en Van deze Europeanen weet men s. Ze zijn volkomen in de macht der mesiërs. Wat dit beteekent. kan men wellicht voorstellen. Hoop op bevrtj- lt er voorshands nog niet en deze men- !n worden allen opgeofferd aan het ;e.tempo waarmee tegen de extremis- le' acties der Indonesiërs wordt opge en Wie eenmaal in handen der extre 1 valt, is onherroepelijk verloren. Na ngen en honger wordt men tenslotte w^edste wijze afgemaakt. De wijze m<u uu is te afschuwelijk om te be- ïjven en tart met alle beschaving et gif der Japansche propaganda zit 1 in dit volk. Men kan niet spreken van een actie of strooming voor vrijheid van het Indonesische volk. In waarheid zijn door misdadige elementen de meest bar- baarsche en dierlijke instincten dezer na- tuurmenschen op geraffineerde wijze op gewekt en worden nog steeds opgezweept. Het kwaad zit, en ook al trachten de ge matigde Indonesische leiders het gevaar te beteren, zij zijn thans niet meer bij machte de krachten te beteugelen, die zij zelf heb ben opgewekt. Thans moet gehandeld wor den en in overleg met de Indonesische repu bliek gezamenlijk, zonder verwijl, worden opgetreden tegen het verderf en honger waarmede een millioenen volk wordt be dreigd. De toestand is nog Steeds onoverzichte lijk. Zieken worden thans met spoed ge- evacueerd. Over de toestand die in de kam pen hebben geheerscht tijdens de Japansche bezetting, wil schrijver dezes liever niet schrijven, omdat hij dit zelve niet heeft meegemaakt. Hij bepaalt zich uitsluitend tot "de indrukken die hij hier nu sinds zijn 2 maanden verblijf heeft opgedaan. Omtrent de toestanden der kampen, zal door bekWame journalisten worden geschre ven, die thans onderweg zijn naar Holland. Wanneer men straks zal lezen over wat zich in de kampen heeft afgespeeld, zal men geneigd zijlate zeggen: „dat is niet waar, dat kan niet mogelijk zijn, dat menschen dit kunnen verdragen, het bestaat niet, dit is overdreven". Laat ik U er dan thans op voorbereiden, dat elk woord waarheid is. meer dan waar en eerder minder zal wor den bekend gemaakt dan dat het overdre ven zal wórden voorgesteld, aangezien de scherpe kanten door de trjden en betere omstandigheden zal wórden afgesleten en spoedig vergeten zullen zijn. De menschelijke wrakken, die thans naar Holland worden verscheept, zijn er wel het bewijs voor en spreken een duidelijke taal'. Men diene steeds te bedenken, dat de Japan ners er steeds op' ujt zijn geweest de blanda's.uit te roeien. Hierin zijn ze ge deeltelijk geslaagd en het aantal slacht offers zal zeer zeker percentsgewijze groo ter zijn, dan in Holland of waar dan ook. Maar één ding staat vast. Het Nippon- regiem is er niet in geslaagd de geest te breken; steeds gevoelden de Nippons zich minderwaardig aan het blanke ras en thans zooveel te meer; zij zullen steeds de die naren blijven. Wat zich thans in Nederlandsch-Indië afspeelt, is in feite Wets anders dan een voortvloeisel van de evolutie, welke zich over de geheele wereld voltrekt. De invloed van de Russische geest voltrekt zich hier. De strijd in Indië is niet alleen te beschou wen als georganiseerde extremistische acties, als resultaat van de haat en moord- propaganda der Japanners tegen het blanke ras. Het is 't ontwaken en zichzelf bewust worden van een Oostersch volk. Dit is op zichzelf niet verkeerd. Ik wil uitdrukkelijk vermelden, dat de politiek door de Ned.- Indische Regeering thans gevolgd, de eeni- ge juiste is. Men is in Holland misschien geneigd critiek uit te oefenen. Laat ik nog maals vermelden: men kan volkomen ver trouwen hebben in de politiek van Dr. Van Mook, thans in Indonesië gevolgd. Ik zal niet ontkennen, dat er in het verleden moge lijk door de Regeering in Australië, Londen en elders, misschien fouten zijn gemaakt, doch men bedenke, dat wij betrekkelijk machteloos en berooid uit den oorlog in Europa zijn gèkomen en niet in een half jaar tijd een behoorlijk geoefend en uitge rust leger op de been kunnen krijgen, sterk genoeg om den strijd aan te binden tegen een vijand, die modern gewapend en ge- oefeAd is in jungle-fighting. Wanneer men dan een vergelijking trekt tusschen de geest van het boek: „Er is wat grootsch verricht" en thans, dan is 't beeld van het heden wel zeer treurig. Voor het verleden heeft ons Nederlandsche volk geen blaam, niets anders dan lof. Nippon heeft getracht alle sporen van het grootsche Nederlandsche verleden te vernietigen en uit te wisschen. Wij zelve, die thans, echter eerst kort, in Indië vertoeven, kunnen ons onmogelijk een juist beeld vormen dei- situ atie en kunnen ons alleen bepalen tot een algemeenen indruik. Deze indruk is: geduld en tijd, het proces komt aan de oppervlakte en moet worden uitgeziekt. Het is goed, dat het thans geschiedt, beter dan later. Het vreeselijke is, dat het slachtoffers kost onder geïnterneerde vrouwen en kinderen, en hun lijden van 3'4 jaar wordt thans verlengd. Van dit lijden hééft de wereld geen idee. Maar één ding staat vast: Indonesië zal tot bezinning komen, de symptomen zijn reeds voelbaar. Maar het zal een nieuw Indonesië worden, misschien beter, wellicht in vele opzichten slechter. Men moet niet vergeten, dat wij leven in een tijd van evolutie, van over gang naar andere tijden, van hervorming en nieuwe ideeën en, gezien wat Nederland in het verleden heeft gepresteerd en na dezen oorlog in korten tijd in Holland heeft verricht, behoeft men niet twijfelachtig te staan tegenover de toekomst van onze Overzeesche Gebiedsdeelen. Toch is geduld door den- toestand geboden. Vooral wil schrijver erop wijzen, dat men de handen ineen slaat. Hij heeft sterk den indruk, dat hierin thans tekort wordt geschoten. Laten de Hollanders in Indië compact samen werken tot één gemeenschappelijk doel. Laten zij niet afzonderlijk koninkje spelen, doch elkaar helpen en dienen, geeft Je jongeren en intellectueelen een royale kans, doch, wat thans vaak geschiedt, dat zij niet in een hoek worden gedrukt. Sta royaal een plaats af voor de jongere, frissche krachten, die hiertoe beter in staat blijken te zijn. Het is ten voordeele voor het geheel van Nederlandsch-Indië, voor het heil en den wederopbouw. Het standpunt der O. O. I. W. in Zeeland Talrijk zijn ds stemmen, die zich tegen woordig verheffen om zich vóór of tegen de doodstraf uit te spreken. De berechting der landverraders is een zaak, die heel ons Nederlandsche volk aangaat en, getuige het resultaat van een onlangs ingestelde enquête, het blijkt, dat de overgroote meer derheid onzer landgenooten zich hierover een oordeel heeft verworven. 95 der ondervraagde personen, van onderscheiden stand, ontwikkeling en levensbeschouwing, sprak een onomwonden oordeel uit. De voorstanders van de doodstraf Jplijken een aanzienlijke meerderheid te vormen: met 73 scharen zij zich tegen de 22 tegen standers. Hoewel deze laatsten dus een zeer geringe minderheid vormen, zijn zij een nogal luidruchtige groep: talrijk zijn de persartikelen uit hun kamt) afkomstig. Ze zenden brochures de wereld in en hou den radiotoespraken. Dat is hun goed recht in ons vrije Neder land. vHet is echter opvallend dat zij, die op het oogenblik toepassing van de doodstraf voorstaan, zich slechts spaarzaam laten hooren. Hierom wil ae afdeeling Zeeland der Ge meenschap Oud-Illegale Werkers tegen alle bezWaren de keerzijde der medaille toonen en uiteenzetten, waarom zij er vóór is om Tharts is officieel bericht ontvangen, dat overeenstemming is bereikt tusschen de diverse politieke groepeeringen, waarover in ons hoofdartikel van 8 Januari j.l. sprake was. De Partij van den Arbeid is hiermede ontstaan. Men houdt zich thans bezig met de vorming van het Centraal bestuur en van de Provinciale besturen, waarna de nieuwe plaatselijke besturen zullen volgen. Het spreekt vanzelf, dat de oprichting van een dergelijke nieuwe partij-organisatie met moeilijkheden gepaard gaat en met zorg en tact moet worden beuandeld. De wil tot samenwerken is echter algemeen. drijf te hervatten; ons volk dient definitief tegen hen beveiligd te worden en wij moe ten de zekerheid hebben, dat zij nooit meer in onze samenleving terug kunnen keeren. Natuurlijk geldt dit niet voor alle poli tieke misdadigers. Terdege moet worden gerekend met de zwaarte van hun misdaad en zij, die Ifün straf geboet hebben, dienen weêr in onze maatschappij te worden opge nomen. Hun reclasseering zal een vraag- I stuk van de eerste orde worden. Maar de zwaarste misdadigers, d.w.z. de aanbrengers, de sadistische beulen, de moordenaars mogen niet terugkomen. De veiligheid van den Staat laat niet toe, dat zij misschien nog eens in staat zullen zijn hun sinister en 'duivelsch handwerk we»r op te nemen. Een argument, dat wel tegen de dood straf gebezigd wordt, n.l. de mogelijkheid eener rechterlijke dwaling, snijdt hier geen hout. Dwalen is immers bij deze feiten, die onomstootelijk vaststaan, een onmogelijk heid. Natuurlijk dient de schuld van den verdachte volkomen vast te staan, zoodat geen twijfel aan zjjn misdaad mogelijk is. Vergissen is dan uitgesloten. Vaak hoort men beweren, dat het toepas sen van de doodstraf onbeschaafd zou zijn of, zooals een schrijfster in „De Vlam" het onlangs uitdrukte, een attribuut van een moreel laag staand beschavingscomplex. Hiertegenover stellen wij de vraag of lan den als Engeland en Frankrijk, waar de doodstraf steeds geëxecuteerd is, als onbe schaafd moeten gelden. Vi Als argument tegen de doodstraf wordt ook wel de bewering gebruikt, onlangs nog is zij in de pers naar voren gebracht, dat deze strafoefening het element van wraak insluit. Dit nu willen wij ten stelligste tegenspreken. Van wraakgevoelens is geen sprake, wanneer wij opkomen voor de uit oefening de2er straf. Het recht is geschon den, verkracht op een wijze, die eenig is in de geschiedenis. Dit geschonden recht roept om genoegdoening. Wij vragen niet naar een „bijltjesdag", omdat wij de mee ning zijn toegedaan, dat het de taak onzer Overheid is hier recht te doen. Recht te doen over misdadigers, die een der ernstig ste vergrijpen hebben gepleegd, die maai in dezen tijd en ónder de huidige omstan digheden het doodvonnis uit te spreken en te doen voltrekken. De rechtmatigheid der toepassing van de doodstraf trekt tegenwoordig wel niemand in twijfel. Ieder ziet in, dat de Overheid het mogelijk zijn, zoowel juridisch als moreel recht heeft het hoogste offer van den gezien. mensch te vragen. Zij kan dus beschikken over het menschenleven. Niemand zal wil len betwisten, dat een Overheid rechtmatig handelt, wanneer zij van haar soldaten het offer van hun leven vraagt door hen voor een rechtvaardige zaak ten strijde te zen den. Omgekeerd kan zij ook het leven vra gen van het lid der samenleving, dat zich aan het hoogste vergrepen heeft. Over de onmisbaarheid der doodstraf wordt wél verschillend gedacht. Om een juist oordeel te kunnen vellen over deze zijde van dit vraagstuk, dienen wii na te gaan, waarop het Koninklijk Besluit van 22 December 1943, dat de toepassing van de doodstraf mogelijk maakte, gegrond is. In de z.g. considerans is overwogen, dat „de veiligheid van den Staat het dringend noodzakelijk maakt buitengewone bepalin- geli van strafrecht vast te stellen voor de berechting van zekere gedurende den tijd van den huidigen oorlog begane feiten, welke in zoo ernstige mate strafwaardig zijn, dat hun strafbaarheid daarmede in overeenstemming dient te worden ge bracht". Dit Besluit Buitengewoon Straf recht is dus gebaseerd op de veiligheid van den Staat en dit argument spreekt sterk voor de toepassing van de doodstraf. De landverraderlijke misdadigers, die door hun heulen met den vijand en hun ver raad van landgenooten tallooze moorden en de afschuwelijkste mishandelingenop hun geweten hebben, staan niet alleen schuldig tegenover den persoon van hun slachtoffer, maar tegenover heel ons volk. Zij hebben ons land venaden, zij wilden prcf:teeren van de vijandelijke bezetting, zij traohten met de hun gegeven macht anderen nun wereldbeschouwing op te drin gen Al deze dingen zijn groote fouten ge weest, maar ze zouden te boeten zijn. Maar dat zij hun landgenooten aan den vijand hebben verraden, dat ze onderduikers en Joden hebben opgespoord, dat ze slaven jachten hebben georganiseerd en beuls werk verricht, dat zij de oorzaak zijn ge weest, dat velen hun heldenmoed moesten bekoopen voor de monden van het vuur- peleton, dat zijn daden, waar wij, naar men- Sthelijke maatstaven gemeten, geen ver geving voor kennen, misdaden, die alleen geboet kunnen worden, doordat den bedrij vers ervan in onze samenleving geen plaats meer wordt ingeruimd. Het bloed van onze beste makkers en medestrijders heeft gevloeid door hun toe doen. Voor deze individuen kennen wij maar één bestraffing: de doodstraf, die op onze wet gegrond is en overeenkomt m»t den wil van een aanzienlijke meerderheid in ons voik. De prachtige villa in de Weensche voor stad Dombach, welke door Seyss-Inquart bewoond werd, is thans een tehuis voor kinderen, die de concentratiekampen over leefd hebben, schrijft de N. R. Crt. Seyss- Inquart zelf, die de laatste weken uiterst i nerveus was, is wat gekalmeerd, nu hij een Het moet dezen misdadigers onmogelijk 1 brief van zijn vrouw en kinderen heeft ont worden gemaakt éénmaal hun heilloos be-1 vangen. et tooneel d eggenhet egeert We en heel leven eggen: onze ';n ook wa|| 'ader" door j.7 jan schouwen. 1 Door het -ok de lijn deg| >eze komt eschiedde". eid heeft eef1 -• ijde. De pa^| re moeten lq^H ragen. We' liT unnen zegg hl .even brengt! r .erend, angn reigend ma;i,iA vend hart. .Af! .anden afbrei! ntbreken in oiJL ernst uw we^jl eert, Der trqjJ an Hem die f e actieve gttj .oudt kan orm lod is bezigt if tijk te bouwer ver om, heen, taan. 'Hij wiyl Liettegenstaardjh loen door on.-Ij iere woord: ff dbeiders. En verk in Mijn s er in ons lél >assieve en IjJt' leid Is ee tort om de naakt op een even de pas loorzaamheidi Jethsémané. Ite verscherp; 'lij bidt laai ■oonbijgaan, nil naar gelijk 'r veet dat de Martin NieJI Duitsche pr<J Principieel an ische houdinj og, ja zelfs iet concent) verd gezonde) In den Vas hij duikt tudeerde hijj iredikant te 'an Berlijn, loekje: Van| len kansel. >ewust van lie haar sten ie nat. soc. dH gebiedenden e! niangs een bil liemöller aan iren. De. ens met de veil >elijdenis door e ruttaart fenvvoordïge? <'-"ken afgelegil In groote tre|j bhoud van de ;en, omdat hij 1 S voor NiemöllJ Ik heb nocf Juitsche volk 'erantwoordelijl «huldig was af ïazi's, maar teeds weer ol iet recht missi le slechte uazil loen alsof wijf k heb er ste ip gelegdon liet allemaal nl n sadisten, lig of heelema :en eind te ml lerf, en met nf le kerk, tekon vij wisten zee| usschen den oeden weg en ajï anaiioqHD) •joAno'i II 19 n z "B OS'ji ■ajuaauiao 'jo I ;ps99j -n z ua| (9 'B Z "B OS'f U99UI90 0PJ3 i "lJJI rii'öpci.nloA utTa uaSjpqdo/Tsq m.» jqauaqaSunu uopjooq ua' uariuBA ajguaj ajaaqah ap joao utiz U9p -uuAdiz apiaq sbiuuq prapjiqosob ua pïauiunjaq azfinv abijuaig do si ua siï oo£ u99AaSuo uba apfstA -raddo U99 JBBisaq p>juta\ oa tqonjqaS (PJ9AV puBjs iuaaoiJ9A sapB aip saai[a>juiM. iBjuaij uaa joop aarq Jbav jaiz u9 jpaaajaq [OipnAi ajqouabui ujapoui ua tbbjj azap uaui aaauuBAi. 'auftpuooqas uajjojjaS .ibbavz jaaz la.'A jaq uba uazinu aripsiBx ua upid anu uba irTLi TT -n 7. 1UBBAV Ua jaq yep 'puoo^ao Sm uap jajqaB buuaoApn uaa spaar ajsjBBj ap ua uarooq uajBt uaqqaq qoiz uba raaAi „joisjao -xg ua „MIOA jap Joop 'jpoA l8li 100a" uaSuiSiuaaraA apua>[aq pao# ap jbp 'si uaitaaj puaptjiqraA uag 'uauaAvpraA pfij uazap ut upiz uaSuiSiuaaraAjaauooj ajaA ua ubbp -a3 paob uaa^OuisppreyaniP IIP ubb Sojjoo pp jjatb Mftl-mnyB.NL uaSuiraoA -jm appriooMjuBJaVutzjsunq jtCijaM-iaAi uba ua ,1 JOOP uaABqptreq sjqoajsL" n,I? v - - -qaq jqoais ooz jaq az yep uajaM -UBM afjaaq uaa hou uajsaoui az" •uapöus aj si Suiuuuds ap 'Sooquio joois jsuioMuaafiq ap pioo.f puajptaMdo uaa Jaui jsuiorjdo ap jooA mubp rapuo aajjizrooA ap bu -jbbm 'JJBBH 6 SuprajBZ do pjBBd -aq SuuapBbraA apuahjoA ap pjaAV uaSuirtardsaq ajanua Sou bh •ujjz aj SicaMUBB prap -uiqraA sbay uarapuBBtA-qosMnaaz 'M l!n opSipjBBAaSjjB aa 'uaznau -V -aazinraiZ uaur TUOIBBrti jb aui ÖBBJA -nl 'uaannt ULtz io uapuBq apuaSBpjm aaAij Mtjt -aHMBrpuu jSai jbbpios aa" sjai MnBS jam uauurSaq aninf jubai 'jiq jqoBJM afjaaq uaa [Bjsaam up jaz utSaq otnnf uaSaj Ml sf6 1uba\ 'nof uaSaj jatu SuiS jaq jbbui 'l jbm 'joop laiu qaoj juaq af sra-q'S'u rap uaa jSbbm „iJBAi siuos af iaz" „;qBq 'sraMM^JS 'MflDBnjBu rajaq jaq SutS uapuoM uaddaui rapuB uaa az uaox uapBrauiBM 'dö jBBMia az uajarA 'si jómmIBM ®P ubb MU.tp jaq uaqqaq uaqosuaui ai •uapoqaS jproA\ MtoA suo uba siuapaiqosaS ap mi jbbui ajsjBBj ap jooa uatqossiu: ua Sou nu suo arp 'aproM uaqojs -jaa apBuaS ap uba puBUiaiu jbtmIo 'MIOA auiJB apjoqaS uCtui uba anijvuapuio jaiu qoo ua Mjaq ap uba ajijAuapuio jaiu qoo 'jb uba jatu qi JBB[ jbbp ua qunj ufirn ua apaq lijjui ei jBp 'aiz '9Ajaz ..ibbp do aAjüqaq jqarjaq uaarapai -jtaz aip puq pp ^japaoq srapaorq fiz jBpiuo 'jjoq aj plïJIB Sou jaiqas ua uajoqosaS jroq ai si fiz 'uauuoAi •J9AO jaiu jjaaq qraq ap uaan 'XBBAVSUaAUfjl •unaqjuaSj|i •Pld 'dd 'f 'SG 'B unaqjuaSjag •sa m ua -n OS'H ('O'3'a 'IS UV ■qjayi apraan -jaqjnq ap ui jsua^ sa 'B OS'S ua 'B puourSg UBA 'V m oi dooqos '.xui Luspjajsur r O -pusa n OS'JC

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1946 | | pagina 1