DE VRIJE ZEEUW
;ond;,
m
i
I
n onzji
Martii
f
VRIJDAG 11 JAN. 1946
No. 119
DE TOESTAND OP JAVA.
Mogen wij toepassing der
doodstraf vragen?
föwmt -
De Partij van den Arbeid officieel
opgericht.
DE VERDACHTE SEYSS-INQUART.
F.
■joh -n oz z
ua "n OS'8 "is
vJm
1
- OS'S U9 'B ofl
M-I3H 'ja-iaïr
argang
Redactie-adresJulianastraat 37, Temeuzen.
Administratie-adres: Noordstraat 57, Terneuzen.
Redactie: S. W. Henry en P. L. D. J. van Oeveren.
Dit F1'"1 wordt gedrukt bij de N.V. Firma P. J. van de Sande, Terneuzen. 7
A.BONNHMENTSPRIJS Binnen Terneuzen 1,50 per 3 maanden, buiten Temeuzen ƒ1,74 per 3 maanden. Bij vooruitbetaling ƒ6,60 per jaar.
jnvraRTramSN' Per mm 10 cent, minimum per advertentie ƒ1,50. Rubriek kleine advertentiën 1—5 regels 60 cent; iedere regel meer 12 cent;
mSmTrS. ^enXnbieSngen en dienstwagen 1-5 regels 52 cent; iedere regel meer 10 cent. Met vermelding brieven of adres bureau
aT^lit ^lad lO cent meer. HandeLsadvertentiën bij regelabonnement tegen verminderd tarief, dat op aanvraag verkrijgbaar is.
Inzending van advertentiën uiterlijk 9 uur vm. op den dag der uitgave.
Door Dr. A. de Vries.
(Slot.)
1 toestand is den laatsten tijd aanmer-
verbeterd, hoewel het de laatste
1 hier nog al wat rumoerig is door ge
ilde benden, die aanvallen uitvoeren
foedang's in Tandjok-PrioK in Z.O.-
via. Deze aanvallen worden steeds
pt door gecombineerde acties van
Rh-Indiërs en Nederlandsche troepen
;anks en mortieren afgeslagen en geli-
erd.
leiders van de Indonesische republiek
n steeds meer de gematigde houding
sn trachten de extremisten in toom te
en. Dit is hun tot nu toe nog steeds
gelukt. Uit de houding en stemming
het publiek valt wel steeds meer een
tiger sfeer op te maken, zooals het
uit meer welwillendheid tot verkoop
de Chineezen, waaruit blijkt, dat zij
meer zoo onder een zwaren druk tot
3t der verkoop aan Europeanen staan,
e trams in Batavia kan men thans in-
•s der vroegere opgeruimde leuzen, zin-
lezen als: „Wij het volk wenschen
f en rust, het bloed der permoeda's is
je heet!"
stemming onder de Nederlanders is
al te rooskleurig. Hier zijn dan ook
lende redenen voor. Het ontbreekt aan
jende voorlichting. De Nederlandsch-
jche regeering hult zich in een waas
geheimzinnigheid. Wat in het Dagblad
ft gepubliceerd, is natuurlijk het alge-
1e nieuws bestemd voor het publiek,
i werkelijke voorlichting onder de
irlanders omtrent de gevolgde politiek
reekt. Hierdoor ontstaat een gevoel
onzekerheid, die zich vooral voordoet
r de geïnterneerden in de kampen.
menschen, en vooral die in Bandoeng
emarang vertoeven, hebben zeer sterk
gevoel van absolute onveiligheid en on-
hermdheid. Deze duizenden vrouwen en
aren die daar in de kampen leven, heb-
bijna alle hoop opgegeven en berusten
een soort fatalisme. De vrouwen heb-
allen onder het bewind der Japs een
mderenswaardige moed en vastbera-
.eid getoond. Ze hebben honger, slagen
andere vernederingen getrotseerd en
is geleefd o,p de hcop der bevrijding,
ran a!le zorgen een einde zou maken,
plaats van deze bevrijding zijn zij thans
een veel grooter ellende gestort. Dit
en zij niet meer verdragen, het heeft
laatste restje energie opgeëischt. Het
Werkelijk niet overdreven wat hier is
'geschreven, trouwens ieder normaal
rend mensch zal dit kunnen begrijpen,
gevoel van voortdurend in gevaar ver
in, omringd te zijn door een vijandige
sa van millioenen vijandige wezens, die
led staan de blanda's met de meest
6de middelen af te maken, kan niet na-
r een funeste invloed uit te oefenen op
loch al zoo geschokte geesten,
et is een feit, dat de toestand thans in
doeng en Semarang aanmerkelijk slech
ts dan onder de Nippon overheersching
ir moet zeer spoedig een einde aan deze
.tand worden gemaakt.
oogen der wereld moeten worden ge-
.a voor dezen noodtoestand en honderd
ienden die in veel ongunstiger toestand
men dan waar ook een bevolkings
;p in Europa heeft verkeerd. In Ban
ig leven duizenden Europeanen in hok-
met onvoldoende Water, kleeding, voe
enz. enz. en voortdurend in gevaar
allende granaten te worden getroffen.
Ambarawa en Semarang is de toe-
d nog erger, doch gelukkig zijn hier de
rpeanen bijna allen inmiddels geëva-
■id. Aangenomen wordt, dat er nog
ge duizenden Europeanen, voor het
rendeel Hollanders, in Midden-Java ver
en Van deze Europeanen weet men
s. Ze zijn volkomen in de macht der
mesiërs. Wat dit beteekent. kan men
wellicht voorstellen. Hoop op bevrtj-
lt er voorshands nog niet en deze men-
!n worden allen opgeofferd aan het
;e.tempo waarmee tegen de extremis-
le' acties der Indonesiërs wordt opge
en Wie eenmaal in handen der extre
1 valt, is onherroepelijk verloren. Na
ngen en honger wordt men tenslotte
w^edste wijze afgemaakt. De wijze
m<u uu is te afschuwelijk om te be-
ïjven en tart met alle beschaving
et gif der Japansche propaganda zit
1 in dit volk. Men kan niet spreken van
een actie of strooming voor vrijheid van
het Indonesische volk. In waarheid zijn
door misdadige elementen de meest bar-
baarsche en dierlijke instincten dezer na-
tuurmenschen op geraffineerde wijze op
gewekt en worden nog steeds opgezweept.
Het kwaad zit, en ook al trachten de ge
matigde Indonesische leiders het gevaar te
beteren, zij zijn thans niet meer bij machte
de krachten te beteugelen, die zij zelf heb
ben opgewekt. Thans moet gehandeld wor
den en in overleg met de Indonesische repu
bliek gezamenlijk, zonder verwijl, worden
opgetreden tegen het verderf en honger
waarmede een millioenen volk wordt be
dreigd.
De toestand is nog Steeds onoverzichte
lijk. Zieken worden thans met spoed ge-
evacueerd. Over de toestand die in de kam
pen hebben geheerscht tijdens de Japansche
bezetting, wil schrijver dezes liever niet
schrijven, omdat hij dit zelve niet heeft
meegemaakt. Hij bepaalt zich uitsluitend
tot "de indrukken die hij hier nu sinds zijn
2 maanden verblijf heeft opgedaan.
Omtrent de toestanden der kampen, zal
door bekWame journalisten worden geschre
ven, die thans onderweg zijn naar Holland.
Wanneer men straks zal lezen over wat
zich in de kampen heeft afgespeeld, zal men
geneigd zijlate zeggen: „dat is niet waar,
dat kan niet mogelijk zijn, dat menschen
dit kunnen verdragen, het bestaat niet, dit
is overdreven". Laat ik U er dan thans op
voorbereiden, dat elk woord waarheid is.
meer dan waar en eerder minder zal wor
den bekend gemaakt dan dat het overdre
ven zal wórden voorgesteld, aangezien de
scherpe kanten door de trjden en betere
omstandigheden zal wórden afgesleten en
spoedig vergeten zullen zijn.
De menschelijke wrakken, die thans naar
Holland worden verscheept, zijn er wel het
bewijs voor en spreken een duidelijke taal'.
Men diene steeds te bedenken, dat de Japan
ners er steeds op' ujt zijn geweest de
blanda's.uit te roeien. Hierin zijn ze ge
deeltelijk geslaagd en het aantal slacht
offers zal zeer zeker percentsgewijze groo
ter zijn, dan in Holland of waar dan ook.
Maar één ding staat vast. Het Nippon-
regiem is er niet in geslaagd de geest te
breken; steeds gevoelden de Nippons zich
minderwaardig aan het blanke ras en thans
zooveel te meer; zij zullen steeds de die
naren blijven.
Wat zich thans in Nederlandsch-Indië
afspeelt, is in feite Wets anders dan een
voortvloeisel van de evolutie, welke zich
over de geheele wereld voltrekt. De invloed
van de Russische geest voltrekt zich hier.
De strijd in Indië is niet alleen te beschou
wen als georganiseerde extremistische
acties, als resultaat van de haat en moord-
propaganda der Japanners tegen het blanke
ras. Het is 't ontwaken en zichzelf bewust
worden van een Oostersch volk. Dit is op
zichzelf niet verkeerd. Ik wil uitdrukkelijk
vermelden, dat de politiek door de Ned.-
Indische Regeering thans gevolgd, de eeni-
ge juiste is. Men is in Holland misschien
geneigd critiek uit te oefenen. Laat ik nog
maals vermelden: men kan volkomen ver
trouwen hebben in de politiek van Dr. Van
Mook, thans in Indonesië gevolgd. Ik zal
niet ontkennen, dat er in het verleden moge
lijk door de Regeering in Australië, Londen
en elders, misschien fouten zijn gemaakt,
doch men bedenke, dat wij betrekkelijk
machteloos en berooid uit den oorlog in
Europa zijn gèkomen en niet in een half
jaar tijd een behoorlijk geoefend en uitge
rust leger op de been kunnen krijgen, sterk
genoeg om den strijd aan te binden tegen
een vijand, die modern gewapend en ge-
oefeAd is in jungle-fighting.
Wanneer men dan een vergelijking trekt
tusschen de geest van het boek: „Er is wat
grootsch verricht" en thans, dan is 't beeld
van het heden wel zeer treurig. Voor het
verleden heeft ons Nederlandsche volk geen
blaam, niets anders dan lof. Nippon heeft
getracht alle sporen van het grootsche
Nederlandsche verleden te vernietigen en
uit te wisschen. Wij zelve, die thans, echter
eerst kort, in Indië vertoeven, kunnen ons
onmogelijk een juist beeld vormen dei- situ
atie en kunnen ons alleen bepalen tot een
algemeenen indruik. Deze indruk is: geduld
en tijd, het proces komt aan de oppervlakte
en moet worden uitgeziekt.
Het is goed, dat het thans geschiedt,
beter dan later. Het vreeselijke is, dat het
slachtoffers kost onder geïnterneerde
vrouwen en kinderen, en hun lijden van
3'4 jaar wordt thans verlengd. Van dit lijden
hééft de wereld geen idee. Maar één ding
staat vast: Indonesië zal tot bezinning
komen, de symptomen zijn reeds voelbaar.
Maar het zal een nieuw Indonesië worden,
misschien beter, wellicht in vele opzichten
slechter. Men moet niet vergeten, dat wij
leven in een tijd van evolutie, van over
gang naar andere tijden, van hervorming
en nieuwe ideeën en, gezien wat Nederland
in het verleden heeft gepresteerd en na
dezen oorlog in korten tijd in Holland heeft
verricht, behoeft men niet twijfelachtig te
staan tegenover de toekomst van onze
Overzeesche Gebiedsdeelen. Toch is geduld
door den- toestand geboden. Vooral wil
schrijver erop wijzen, dat men de handen
ineen slaat. Hij heeft sterk den indruk, dat
hierin thans tekort wordt geschoten. Laten
de Hollanders in Indië compact samen
werken tot één gemeenschappelijk doel.
Laten zij niet afzonderlijk koninkje spelen,
doch elkaar helpen en dienen, geeft Je
jongeren en intellectueelen een royale
kans, doch, wat thans vaak geschiedt, dat
zij niet in een hoek worden gedrukt. Sta
royaal een plaats af voor de jongere,
frissche krachten, die hiertoe beter in staat
blijken te zijn. Het is ten voordeele voor
het geheel van Nederlandsch-Indië, voor
het heil en den wederopbouw.
Het standpunt der O. O. I. W. in Zeeland
Talrijk zijn ds stemmen, die zich tegen
woordig verheffen om zich vóór of tegen
de doodstraf uit te spreken. De berechting
der landverraders is een zaak, die heel ons
Nederlandsche volk aangaat en, getuige
het resultaat van een onlangs ingestelde
enquête, het blijkt, dat de overgroote meer
derheid onzer landgenooten zich hierover
een oordeel heeft verworven. 95 der
ondervraagde personen, van onderscheiden
stand, ontwikkeling en levensbeschouwing,
sprak een onomwonden oordeel uit. De
voorstanders van de doodstraf Jplijken een
aanzienlijke meerderheid te vormen: met
73 scharen zij zich tegen de 22 tegen
standers. Hoewel deze laatsten dus een
zeer geringe minderheid vormen, zijn zij
een nogal luidruchtige groep: talrijk zijn
de persartikelen uit hun kamt) afkomstig.
Ze zenden brochures de wereld in en hou
den radiotoespraken.
Dat is hun goed recht in ons vrije Neder
land. vHet is echter opvallend dat zij, die op
het oogenblik toepassing van de doodstraf
voorstaan, zich slechts spaarzaam laten
hooren.
Hierom wil ae afdeeling Zeeland der Ge
meenschap Oud-Illegale Werkers tegen alle
bezWaren de keerzijde der medaille toonen
en uiteenzetten, waarom zij er vóór is om
Tharts is officieel bericht ontvangen, dat
overeenstemming is bereikt tusschen de
diverse politieke groepeeringen, waarover
in ons hoofdartikel van 8 Januari j.l. sprake
was.
De Partij van den Arbeid is hiermede
ontstaan. Men houdt zich thans bezig met
de vorming van het Centraal bestuur en
van de Provinciale besturen, waarna de
nieuwe plaatselijke besturen zullen volgen.
Het spreekt vanzelf, dat de oprichting
van een dergelijke nieuwe partij-organisatie
met moeilijkheden gepaard gaat en met
zorg en tact moet worden beuandeld. De
wil tot samenwerken is echter algemeen.
drijf te hervatten; ons volk dient definitief
tegen hen beveiligd te worden en wij moe
ten de zekerheid hebben, dat zij nooit meer
in onze samenleving terug kunnen keeren.
Natuurlijk geldt dit niet voor alle poli
tieke misdadigers. Terdege moet worden
gerekend met de zwaarte van hun misdaad
en zij, die Ifün straf geboet hebben, dienen
weêr in onze maatschappij te worden opge
nomen. Hun reclasseering zal een vraag-
I stuk van de eerste orde worden.
Maar de zwaarste misdadigers, d.w.z. de
aanbrengers, de sadistische beulen, de
moordenaars mogen niet terugkomen. De
veiligheid van den Staat laat niet toe, dat
zij misschien nog eens in staat zullen zijn
hun sinister en 'duivelsch handwerk we»r
op te nemen.
Een argument, dat wel tegen de dood
straf gebezigd wordt, n.l. de mogelijkheid
eener rechterlijke dwaling, snijdt hier geen
hout. Dwalen is immers bij deze feiten, die
onomstootelijk vaststaan, een onmogelijk
heid. Natuurlijk dient de schuld van den
verdachte volkomen vast te staan, zoodat
geen twijfel aan zjjn misdaad mogelijk is.
Vergissen is dan uitgesloten.
Vaak hoort men beweren, dat het toepas
sen van de doodstraf onbeschaafd zou zijn
of, zooals een schrijfster in „De Vlam" het
onlangs uitdrukte, een attribuut van een
moreel laag staand beschavingscomplex.
Hiertegenover stellen wij de vraag of lan
den als Engeland en Frankrijk, waar de
doodstraf steeds geëxecuteerd is, als onbe
schaafd moeten gelden. Vi
Als argument tegen de doodstraf wordt
ook wel de bewering gebruikt, onlangs nog
is zij in de pers naar voren gebracht, dat
deze strafoefening het element van wraak
insluit. Dit nu willen wij ten stelligste
tegenspreken. Van wraakgevoelens is geen
sprake, wanneer wij opkomen voor de uit
oefening de2er straf. Het recht is geschon
den, verkracht op een wijze, die eenig is in
de geschiedenis. Dit geschonden recht
roept om genoegdoening. Wij vragen niet
naar een „bijltjesdag", omdat wij de mee
ning zijn toegedaan, dat het de taak onzer
Overheid is hier recht te doen. Recht te
doen over misdadigers, die een der ernstig
ste vergrijpen hebben gepleegd, die maai
in dezen tijd en ónder de huidige omstan
digheden het doodvonnis uit te spreken en
te doen voltrekken.
De rechtmatigheid der toepassing van de
doodstraf trekt tegenwoordig wel niemand
in twijfel. Ieder ziet in, dat de Overheid het mogelijk zijn, zoowel juridisch als moreel
recht heeft het hoogste offer van den gezien.
mensch te vragen. Zij kan dus beschikken
over het menschenleven. Niemand zal wil
len betwisten, dat een Overheid rechtmatig
handelt, wanneer zij van haar soldaten het
offer van hun leven vraagt door hen voor
een rechtvaardige zaak ten strijde te zen
den. Omgekeerd kan zij ook het leven vra
gen van het lid der samenleving, dat zich
aan het hoogste vergrepen heeft.
Over de onmisbaarheid der doodstraf
wordt wél verschillend gedacht. Om een
juist oordeel te kunnen vellen over deze
zijde van dit vraagstuk, dienen wii na te
gaan, waarop het Koninklijk Besluit van
22 December 1943, dat de toepassing van
de doodstraf mogelijk maakte, gegrond is.
In de z.g. considerans is overwogen, dat
„de veiligheid van den Staat het dringend
noodzakelijk maakt buitengewone bepalin-
geli van strafrecht vast te stellen voor de
berechting van zekere gedurende den tijd
van den huidigen oorlog begane feiten,
welke in zoo ernstige mate strafwaardig
zijn, dat hun strafbaarheid daarmede in
overeenstemming dient te worden ge
bracht". Dit Besluit Buitengewoon Straf
recht is dus gebaseerd op de veiligheid van
den Staat en dit argument spreekt sterk
voor de toepassing van de doodstraf.
De landverraderlijke misdadigers, die
door hun heulen met den vijand en hun ver
raad van landgenooten tallooze moorden en
de afschuwelijkste mishandelingenop hun
geweten hebben, staan niet alleen schuldig
tegenover den persoon van hun slachtoffer,
maar tegenover heel ons volk.
Zij hebben ons land venaden, zij wilden
prcf:teeren van de vijandelijke bezetting, zij
traohten met de hun gegeven macht
anderen nun wereldbeschouwing op te drin
gen Al deze dingen zijn groote fouten ge
weest, maar ze zouden te boeten zijn.
Maar dat zij hun landgenooten aan den
vijand hebben verraden, dat ze onderduikers
en Joden hebben opgespoord, dat ze slaven
jachten hebben georganiseerd en beuls
werk verricht, dat zij de oorzaak zijn ge
weest, dat velen hun heldenmoed moesten
bekoopen voor de monden van het vuur-
peleton, dat zijn daden, waar wij, naar men-
Sthelijke maatstaven gemeten, geen ver
geving voor kennen, misdaden, die alleen
geboet kunnen worden, doordat den bedrij
vers ervan in onze samenleving geen plaats
meer wordt ingeruimd.
Het bloed van onze beste makkers en
medestrijders heeft gevloeid door hun toe
doen. Voor deze individuen kennen wij
maar één bestraffing: de doodstraf, die op
onze wet gegrond is en overeenkomt m»t
den wil van een aanzienlijke meerderheid
in ons voik.
De prachtige villa in de Weensche voor
stad Dombach, welke door Seyss-Inquart
bewoond werd, is thans een tehuis voor
kinderen, die de concentratiekampen over
leefd hebben, schrijft de N. R. Crt. Seyss-
Inquart zelf, die de laatste weken uiterst
i nerveus was, is wat gekalmeerd, nu hij een
Het moet dezen misdadigers onmogelijk 1 brief van zijn vrouw en kinderen heeft ont
worden gemaakt éénmaal hun heilloos be-1 vangen.
et tooneel d
eggenhet
egeert
We
en heel leven
eggen: onze
';n ook wa||
'ader" door j.7
jan schouwen. 1
Door het
-ok de lijn deg|
>eze komt
eschiedde".
eid heeft eef1 -•
ijde. De pa^|
re moeten lq^H
ragen. We' liT
unnen zegg hl
.even brengt! r
.erend, angn
reigend ma;i,iA
vend hart. .Af!
.anden afbrei!
ntbreken in oiJL
ernst uw we^jl
eert, Der trqjJ
an Hem die f
e actieve gttj
.oudt kan orm
lod is bezigt if
tijk te bouwer
ver om, heen,
taan. 'Hij wiyl
Liettegenstaardjh
loen door on.-Ij
iere woord: ff
dbeiders. En
verk in Mijn
s er in ons lél
>assieve en IjJt'
leid Is ee
tort om de
naakt op een
even de pas
loorzaamheidi
Jethsémané.
Ite verscherp;
'lij bidt laai
■oonbijgaan, nil
naar gelijk 'r
veet dat de
Martin NieJI
Duitsche pr<J
Principieel an
ische houdinj
og, ja zelfs
iet concent)
verd gezonde)
In den
Vas hij duikt
tudeerde hijj
iredikant te
'an Berlijn,
loekje: Van|
len kansel.
>ewust van
lie haar sten
ie nat. soc. dH
gebiedenden e!
niangs een bil
liemöller aan
iren. De.
ens met de veil
>elijdenis door
e ruttaart
fenvvoordïge?
<'-"ken afgelegil
In groote tre|j
bhoud van de
;en, omdat hij 1
S voor NiemöllJ
Ik heb nocf
Juitsche volk
'erantwoordelijl
«huldig was af
ïazi's, maar
teeds weer ol
iet recht missi
le slechte uazil
loen alsof wijf
k heb er ste
ip gelegdon
liet allemaal nl
n sadisten,
lig of heelema
:en eind te ml
lerf, en met nf
le kerk, tekon
vij wisten zee|
usschen den
oeden weg en
ajï anaiioqHD)
•joAno'i II
19 n z "B OS'ji
■ajuaauiao 'jo I
;ps99j -n z ua|
(9 'B Z "B OS'f
U99UI90 0PJ3
i "lJJI rii'öpci.nloA utTa uaSjpqdo/Tsq m.»
jqauaqaSunu uopjooq ua' uariuBA
ajguaj ajaaqah ap joao utiz U9p
-uuAdiz apiaq sbiuuq prapjiqosob
ua pïauiunjaq azfinv abijuaig do
si ua siï oo£ u99AaSuo uba apfstA
-raddo U99 JBBisaq p>juta\ oa
tqonjqaS
(PJ9AV puBjs iuaaoiJ9A sapB
aip saai[a>juiM. iBjuaij uaa joop
aarq Jbav jaiz u9 jpaaajaq [OipnAi
ajqouabui ujapoui ua tbbjj
azap uaui aaauuBAi. 'auftpuooqas
uajjojjaS .ibbavz jaaz la.'A jaq uba
uazinu aripsiBx ua upid anu uba
irTLi TT -n 7. 1UBBAV Ua
jaq yep 'puoo^ao
Sm uap jajqaB buuaoApn uaa
spaar ajsjBBj ap ua uarooq uajBt
uaqqaq qoiz uba raaAi „joisjao
-xg ua „MIOA jap Joop 'jpoA l8li
100a" uaSuiSiuaaraA apua>[aq pao#
ap jbp 'si uaitaaj puaptjiqraA uag
'uauaAvpraA pfij uazap ut upiz
uaSuiSiuaaraAjaauooj ajaA ua ubbp
-a3 paob uaa^OuisppreyaniP IIP
ubb Sojjoo pp jjatb Mftl-mnyB.NL
uaSuiraoA
-jm appriooMjuBJaVutzjsunq
jtCijaM-iaAi uba ua ,1 JOOP
uaABqptreq sjqoajsL" n,I? v
- -
-qaq jqoais ooz jaq az yep uajaM
-UBM afjaaq uaa hou uajsaoui az"
•uapöus aj si Suiuuuds ap 'Sooquio
joois jsuioMuaafiq ap pioo.f
puajptaMdo uaa Jaui jsuiorjdo ap
jooA mubp rapuo aajjizrooA ap bu
-jbbm 'JJBBH 6 SuprajBZ do pjBBd
-aq SuuapBbraA apuahjoA ap pjaAV
uaSuirtardsaq ajanua Sou bh
•ujjz aj SicaMUBB prap
-uiqraA sbay uarapuBBtA-qosMnaaz
'M l!n opSipjBBAaSjjB aa 'uaznau
-V -aazinraiZ
uaur TUOIBBrti jb aui ÖBBJA -nl
'uaannt ULtz
io uapuBq apuaSBpjm aaAij Mtjt
-aHMBrpuu jSai jbbpios aa" sjai
MnBS jam uauurSaq aninf jubai
'jiq jqoBJM afjaaq uaa [Bjsaam up
jaz utSaq otnnf uaSaj Ml sf6 1uba\
'nof uaSaj jatu SuiS jaq jbbui
'l jbm 'joop laiu qaoj juaq af
sra-q'S'u rap
uaa jSbbm „iJBAi siuos af iaz"
„;qBq 'sraMM^JS 'MflDBnjBu rajaq
jaq SutS uapuoM uaddaui rapuB
uaa az uaox uapBrauiBM 'dö
jBBMia az uajarA 'si jómmIBM ®P ubb
MU.tp jaq uaqqaq uaqosuaui ai
•uapoqaS jproA\
MtoA suo uba siuapaiqosaS ap
mi jbbui ajsjBBj ap jooa uatqossiu:
ua Sou nu suo arp 'aproM uaqojs
-jaa apBuaS ap uba puBUiaiu jbtmIo
'MIOA auiJB apjoqaS uCtui uba
anijvuapuio jaiu qoo ua Mjaq ap
uba ajijAuapuio jaiu qoo 'jb uba
jatu qi JBB[ jbbp ua qunj ufirn ua
apaq lijjui ei jBp 'aiz '9Ajaz ..ibbp
do aAjüqaq jqarjaq uaarapai
-jtaz aip puq pp ^japaoq srapaorq
fiz jBpiuo 'jjoq aj plïJIB Sou jaiqas
ua uajoqosaS jroq ai si fiz 'uauuoAi
•J9AO jaiu jjaaq qraq ap uaan
'XBBAVSUaAUfjl
•unaqjuaSj|i
•Pld 'dd 'f 'SG 'B
unaqjuaSjag
•sa m ua -n OS'H
('O'3'a 'IS UV
■qjayi apraan
-jaqjnq ap ui jsua^
sa 'B OS'S ua 'B
puourSg UBA 'V
m oi dooqos '.xui
Luspjajsur r
O -pusa n OS'JC