DE VRIJE
W
•len
!e Jaargang
DINSDAG 9 OCT. 1945
No. 92
EN
:kek.
LUCTOR ET EMERGO.
DE N. V.B. EN DE VERKIEZINGEN.
SAMENWERKEN.
rings-
iTCGE,
iroede
per
n.
ienst-
ag en
CNS
straat
Huis-
leef-
tdres:
Kerk-
een
Mevr.
le 32,
Srood-
Vdres
kkerii
Ter-
ncisje.
Mevr.
ekade
n met
ragen
Dolder
Bak-
VAN
sand.
icis.ie.
Axel-
azen.
rs bij
Vleisje
Wed.
•VER-
:hestr.
lienst-
ilES—
Drdstr.
Z.-Vl.
Strijk-
lijzon-
i der
n half
tandig
nacht.
J. DE
,andb„
•oede.
Soest,
VIeisje,
Hoo.<;
deling,
bij A.
dijk 17
Jieuw-
t, een
k met
Ge-
sn aan
Iroede.
ie Kip
beloo-
;en bij
jlsche-
p
:n aan
iontoe-
Bak-
iboden
Wan-
VAN
ordstr.
Redactie: S. W. Henry en P. L. D. J. van Oeveren.
M, Blad ward, „p hat MUM, 5^, da N.V. Fa P. J. de Saada,
ABONNEMENTSPRIJS: Bi™ T.rnauaan 1,50 par 3 maandan. M,a„ Tan,aua,„ 1.74 per 3 maand.» B» .oorul^MM^T» ""'"m
ADVERTENTIEN: Per mm 10 cent, minimum per advertentie ƒ150 Rubriek kleine advertentie 7vooruitbetaling 6,60 per jaar.
maximum 8 regels. Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen 1—5 regels 52 cenf iedere regel meer 10 cent Z vü ,7? regel meer 12 cent:
van dit blad 10 cent meer. Handelsadvertentiën bij regelabonnement tegen verminderd tarief dat op aanvr^g veXSar ir^ °f adr6S bUr6aU
Inzending van advertentiën uiterlijk 9 uur v.m. op den dag der uitgave. Jë
(Ik worstel en ontzwem.)
Kent U Eede in Zeeuwsch-Vlaanderen
iet ligt voor het grootste deel in puin. In,
usschen en op de puinhoopen wonen en
:ven menschen. In krotten, in stallen,
iakibedekking is daar luxe, ruiten beteeke-
n rijkdom.
Zeeuwsch-Vlaanderen een
vergeten oord.
Maar toen in het Westen het honger-
riook rondtvaarde, toen hebben de men-
ihen daar wel degelijk aan hen gedacht,
aten zij dat niet vergeten! Nu kunnen
j het toonen: Zeeuwsch-Vlaanderen is een
;el van Nederland, het is Nederlandsoh
rondgebied en het heeft recht op aller
Leun.
„Een bevrijd Europa voor een
verdronken Walcheren".
Deze zin kan men overal in Middelburg
ezen. Er heerschen daar, in wat eens de
uin van Nederland genoemd werd, toestan
en, welke elke 'beschrijving tarten. Dat
olkende schuimende water, dat klotsend
ver de vensterbanken gulpt; die deuren,
elke steeds maar weer open en dicht
wiepen; die lampen, welke aan flarden
1 de verdronken kamers zwaaien, het is
en gezicht zóó intens treurig, zóó sinister,
at het hart ervan ineen krimpt.
Er wonen daar menschen, kinderen,
abies, grijsaards, op zolders en vlieringen,
irwijl het water met den vloed steeds was-
ende is. Langs ladders klimt men om
oog naar zijn huiskamer, die gelijkertijd
euken en slaapkamer is. Door de straten
aart men in zelfgetimmerde bootjes om
oodschappen te doen. Drinkwater is een
i robleem, de sanitaire toestanden zijn meer
.an verschrikkelijk. En tochwij zagen
r opgeruimde menschen, die van aanpak-
en weten. De Zeeuwen zullen slagen,
aarvan hebben zij in den loop der tijden
ewijzen te over geleverd, maarde
rinter staat voor de deur. Wat dit betee-
ient, weten slechts zij, die deze inundaties
pet eigen oogen hebben aanschouwd.
Zeeland is nu sinds een jaar bevrijd. De
venschen worden begraven onder een
apierlawine van vergunning hiervoor, ver-
unning daarvoor, maar zij hebben nu toch
el zoo langzamerhand het recht op daad-
erkelijke hulp. Hier moet bureaucratie
orden uitgeroeid, zooals men de ratten-
l| aag bestrijdt. Hier moet steun worden
i rleend, spontaan, met het hart. Hier mag
et gewacht worden. Te lang heeft men
menschen op sleeptouw gehouden. Het
eenvoudig een Nationale Plicht eindelijk
■ns een aanvang te maken eiken Zeeuw
en menschwaardig toestaan te verschaffen.
De H. A. R. K. heeft zich tot taak ge
teld den nood te lenigen in de getroffen
ebieden. Zeeland, door het water en gra-
aatvuur geteisterd, heeft reeds veel van
ieze hulp ondervonden, maar iedere land-
[enoot moet ervan doordrongen worden,
lat er nog veel meer gegeven moet worden
haar dan, zonder papieren rompslomp.
Laat de verzuchting van een der burge-
eesters uit Zeeuwsch-Vlaanderen „De
'emel spare ons voor deze bureaucratie",
iet tot doovemansooren gezegd zijn.
m een
oenen,
n paar
J DER
Ter-
lames-
ischikt
djack)
sr jasje
D. J.
r. 118,
een
tames-
voor
k. H.
sstraat
In „Je Maintiendrai" schrijft W. V.:
Naast begrip van waardering, waarvan
v. de artikelen in „De Tijd" en „De Nieu-
e Nederlander" getuigden, blijkt de reso-
(tie van het congres der Nederlandse
olksbeweging over de verhouding tot de
i olitiek toch ook misverstand te hebben
ewekt in sommige kringen. Beschouwin-
en in „De Volkskrant" en „Het Vrije
olk" hebben daaraan ook uiting gegeven.
Dat is jammer; en wel vooral daarom,
mdat de waardering, die in rooms-katho-
eke kringen en in de sociaal-democratische
rbeidersbeweging was uitgesproken voor
loei en streven van de N. V. B., meestal
etoonden was aan het voorbehoud: „mits
ij geen politieke partij wordt". Juist op
it punt zouden misverstanden dus onge
wenste gevolgen hebben.
Voor wie zich een duidelijk beeld vormt
an wat de N. V. B. is en wil, is de congres-
isolutie in het minst niet geheimzinnig,
pn door dit doel en streven dus nog eens
'uidelijk uiteen te zetten hopen wij dit mis-
■erstand uit de weg te kunnen ruimen.
De N. V. B. bepleit een vernieuwing van
ns volksleven, gegrond op de solidariteit
n het gemeenschappelijk verzet, op de be
iinning, die de-vrucht is van de geestelijke
itrijd met het nationaal-socialisme en op
de onbaatzuchtigheid waarmee de velen
met een vernieuwd Nederland voor ogen
grote offers hebben gebracht, tot die van
hun leven toe
De N. V. B. bepleit deze vernieuwing op
sociaal, economisch, cultureel, en weJ
degelijk ook op politiek terrein. Zij heeft
dadelijk bij haai eerste oproep reeds dui
delijk uitgesproken, dat zij de politieke
scheidslijnen, die het gevolg zijn van de
doortrekking van de godsdienstige anti
these op politiek gebied en van de abso
luutheid, waarmee het feit van de klassen
strijd, als drijfkracht van de maatschappe
lijke ontwikkeling is gezien, in de huidige
geestelijke en economische sfeer verouderd
acht en dus een rem voor een juiste poli
tieke vormgeving. Het kan en mag de
N. V. B. dus niet onverschillig laten, hoe de
politieke partijverhoudingen zich nu in het
Nederland van na de oorlog ontwikkelen.
Dat zij ziCh op dit punt uitspreekt kan nie
mand verbazen. Hoogstens hen verontrus
ten, die zich voor bepaalde waarheden doof
houden en dan opschrikken als de feiten
gaan spreken.
En een feit is het, dat degenen, die het
met de zienswijze van de N.V. B. op politiek
terrein eens zijn, met tienduizenden, mis
schien wel met honderdduizenden kunnen
worden geteld. Want dit zijn niet alleen de
„politiek-daldozen", maar ook talloze leden
van de huidige politieke partijen; ook van
de R K. S. P. en de S. D. A. P. Iets wat
trouwens /ook tot uiting komt in de samen
stelling van het hoofdbestuur en in de lijst
van ondertekeningen van het program der
N. V. B.
Op de N. V. B. rust dus de plicht alles te
doen om het mogelijk te maken, dat deze
stroming in ons volk zich kan uiten. Zij had
dit kunnen doen door zelf politieke partij
te worden. Maar dan zou zij die harer
geestverwanten, die vertrouwen hebben in
de vernieuwing, die bezig is zich ook bin
nen hun partijen te voltrekken, in een on
aangenaam conflict van plichten hebben
geplaatst.
Dit heeft het N. V. B.-congres bewust niet
gewild. Ook niet die congressisten, die zich
niet of niet meer in een van de bestaande
politieke partijen thuis kunnen voelen.
Waarom? Omdat hun op het congres dui
delijk is geworden, dat de kansen op één
werkelijk zeer grote socialistische volks
partij met een personalistische achtergrond
alleen op een langer termijn zijn te Ver
wezenlijken, dan in de paar maanden, die
ons nog van de verkiezingen scheiden.
.Daarom heeft het congres zich vrijwel een
stemmig uitgesproken, dat de N. V. B. niet
zelf politieke partij moest worden, maar
dat zij moest voortgaan duidelijk te maken
dat de vooronderstellingen, die in de XIXde
eeuw volkomen reëel waren als basis voor
de politieke tegenstellingen, thans niet of
in veel mindere mate wezenlijk zjjn. Dit als
een belangrijk onderdeel der opvoedende
taak der N. IV. B.
Kon iemand verwachten, dat het daarbij
zou blijven? In dat geval hadden de poli
tieke partijen haar met name het verwijt
kunnen maken, dat zij oyer hen „school
meesterde" en veel overeenkomst vertoon
de met den beruchten „stuurman aan de
wal". De N. V. B. heeft daarom dan ook
een weg gewezen, waarlangs een begin zou
kunnen worden gemaakt met een politieke
samenwerking op torede basis, zonder de
omvorming van het historisch gegroeide in
ons partijleven te overhaasten: de moge
lijkheid ,van een gemeenschappelijk pro
gram van actie en een gemeenschappelijke
candidatenlijst van al die groepen, die een
politiek van herstel en vernieuwing, als
het huidige ministerie die heeft aangekon
digd, wensen voort te zetten. Een reëel
voorstel dus, al is het niet zonder practi-
sche bezwaren. Wanneer men de politieke
hervorming, zoals de N. V. B. die bepleit,
werkelijk wil, zijn deze bezwaren wel te
overwinnen. Er zijn trouwens variaties op
het voorstel mogelijk en de N. V. B. slaat
ook open voor elk tegenvoorstel, dat het
zelfde doel op andere wijze weet te bevor
deren. Als de bovengeschetste stroming in
ons volk, ook voorzover zij in de bestaande
politieke partijen geen tehuis meer vindt,
zich maar kan uitspreken voor een sociaal-
radicale en democratische politiek.
Kan dit niet door een stem voor een ge
meenschappelijke candidatenlijst, dan zal
er voor hen een afzonderlijke lijst moeten
komen. Het zou er voor de democratie in
Nederland triest uitzien, wanneer iemand
als- prof. Schermerhorn alleen als volks
vertegenwoordiger gekozen zou kunnen
worden, als hij daarvoor zou moeten aan
kloppen bij een politieke partij, waarmede
hij het niet voldoende eens was om er lid
van te kunnen worden.
Is nu de indiening van een dergelijke lijst
„toch een politieke partij" zoals sommigen
bewerenNeen, want de aanhangers
daarvan willen niet met elkaar een
nieuwe kleine partij 'vormen, /maar een
grote partij met allen, die thans nog
over verschillende partijen verdeeld het
in grote lijnen met elkaar eens zijn.
Is de groep, die |een dergelijke lijst zal
indienen hetzelfde als de N.V. B.? Nog
e e 1 minder. Want al zullen er onge
twijfeld leden van de N. V. B. in zitten, al
zullen zij daarop een stempel drukken in
de geest van de N. V. B„ er zullen toch
steeds vele leden van de N. V. B. buiten deze
groep blijven, omdat zij in politiek opzicht
de yernieuwingsgeest in hun eigen oude
partij willen blijven steunen. De N. V. B. zal
dan ook geen propaganda voor deze groep
kunnen |maken. Zij zal het alleen kunnen
doen voor de partijen en groepen g e z a-
m e n 1 ij k, bij wie zij de politiek van her
stel en vernieuwing veilig weet.
De N. V. B. is dus evenmin een politieke
partij als vóór de oorlog „Eenheid door
Democratie" dat was; deze beweging zweeg
ook niet in verkiezingstijd, maar zij waar
schuwde alleen tegen het kiezen van com
munisten. N. S. B.-ers en andere niet-demo-
cratische partijen, maar sprak zich niet uit
over een keus tussen de democratische lijs
ten.
Zo zal de N. V. B. straks ook geen keus
doen tussen de partijen en groepen, die op
komen voor het program van herstel en
vernieuwing, omdat zij de verschillen tussen
hen öf onbelangrijk óf onjuist gesteld acht.
Maar zij is allerminst onverschillig voor de
regeringskoers, waarover deze verkiezingen
zullen lopen. Zij zal opkomen voor een zo
krachtig mogelijke samenwerking op een
duidelijke grondslag. En zich met inspan
ning van alie krachten geven voor de over
winning van die [samenwerking.
In „De Boerengemeenschap", het week
blad tot toevordering van de eensgezinde
opbouw van het platteland, lezen wij onder
staand interessant artikel van Dr. L. J.
Cazemier, hetwelk wij in zijn geheel over
nemen
Dit is een onderwerp, dat in het laatste
jaar herhaaldelijk ter sprake is geweest. Een
onderwerp, waarover het laatste woord nog
lang niet gesproken is.
De oorlogstijd heeft de samenwerking in
de hand gewerkt. De gemeenschappelijke
vijand, het gemeenschappelijke gevaar
bracht mensen van allerlei levensopvatting
bij elkaar. Vooral zij die tezamen in een
beperkte ruimte waren opgesloten, zijn met
elkaar gaan praten, naar elkaar gaan luis
teren. Zij hebben gemerkt, dat er nog een
andere houding mogelijk was dan elkaar
te bestrijden en te veroordelen. Het ver
schil in inzicht op geestelijk terrein, op
politiek gebied werd niet ontkend. Niette
min ontstpnd er een geest van saamhoorig-
heid. Er was iets dat allen verbond, on
danks de meest uiteenlopende meningen
Er groeide vertrouwen, dat gelbaseerd wae
op het respecteren van eens anders opvat
ting. K
De vraag was echter: zou dit alles ook
mogelijk wezen na de bezettingstijd Wat
zoo zulk een houding van grote betekenis
zijn bij de opbouw van ons vaderland. Niet
enkel op materieel gebied, maar bovenal
bij de morele en geestelijke opbouw.
Nu is er ongetwijfeld een groep, die, nu
de bezetter niet langer dringt, niets liever
wil dan naar het oude terug keren. Terwille
van de beginselen, die hooggehouden moe
ten worden. Terwille van de veiligheid
welke men verwacht achter de schotjes, die
weer opgericht worden. Terwille zelfs van
de afzondering, waarin God beter gediend
kan worden dan in een wereld, die van God
met wil weten.
Aan de andere kant wordt het aantal
steeds groter van hen, die het oude niet
weer terug willen, maar een grotere samen
werking verlangen dan vóór de oorlog.
Terwille van de verantwoordelijkheid voor
het geheel. Terwille van het ganse volk,
dat alleen gebaat is door de samenbunde-
ling* van alle krachten, welke het Welzijn
van het gehele land beogen. Terwille ook
van de opdracht, waarmee God ieder mens
stelt midden in de wereld, n.l. de verkon
diging dat zij ondanks alles Gods wereld is
Vóór de oorlog bestonden er ook op land
bouwgebied konfessionele en neutrale ver
enigingen. (Moet deze toestand gekonti-
nueerd worden? Is het noodzakelijk om de
groté* tegenstelling, die er ligt tussen
Christenen en paganisten, ui* te werken od
ieder terrein y
We bedoelen met dit artikel geenszins de
betekenis van de antithese-politiek-op-
ïeder-terrein in het verleden te beoordelen.
f-iÏ1 jer €nkel aan herinneren, dat de
antithese dikwels meer is opgedrongen dan
begeerd. We willen er ook de nadruk op
leggen, dat de antithese voor velen iets
onnatuurlijks was, iets abnormaals, iets dat
noodgedwongen als een tijdelijke maatregel
werd aanvaard, in geen geval prinsipieel.
De erkenning dat de antithese niet iets
pnnsipieels is, is heel belangrijk. Daarmee
is de noodzakelijkheid om cbristelijke en
neutrale verenigingen fe hebben, vervallen.
Daarmee is de dwaasheid aangetoond om
hen die aan de ene kant van de scheiding
staan echte christenen te noemen, hen aan
de andere zijde twederangs christenen, toe
heidenen toe. Wanneer -men de scheiding
wil handhaven, dan op praktiese of oppor-
tunistiese gronden. Die zijn er. Vele zelfs
Maar dat dan ook royaal erkend. En ze in
de sfeer van zakelijkheid behandeld.
We waren gewend aan onze eigen ver
eniging met haar eigen cachet. We zorg
den op eigen wijze voor onze belangen
Trokken ons van de anderen, die niet
presies dachten zoals wij, eigenlik weinig
aan. We sloten ons op in eigen kring en
vonden dat gemakkelik! We waren ons
niet bewust van enige verantwoordelijkheid
ten aanzien van hen die naast ons leefden
Zouden we nu samenkomen met ande
ren, we zien er enigszins tegen op. Vinden
t vreemd. Zijn misschien bang voor ver
vaging van grenzen. Denken aan gevaren
die daaruit voort kunnen vloeien.
De oorlogstijd heeft ons inderdaad dichter
bij elkaar gebracht. Was het toen be
angstigend, gevaarlijk, ten aanzien van wat
ons als hoogste levenswaarden gold? Het
ging toch zonder prijsgeving van eigen
standpunt. Met respektering van anderer
mening.
Wanneer we in de verschillende land-
bouwverenigingen samenkomen, is het ver
schil inderdaad zo groot, dat samenwerking
onmogelijk is? Op deze vergaderingen
worden presies dezelfde zaken behandeld.
Presies dezelfde gedachten ontwikkeld
Vaak in dezelfde woorden gesproken. Ver
schil bestond maar al te dikwels alleen
hierin, dat de ene vergadering met gebed
geopend en gesloten werd, de andere niet.
Of dit dan geen belangrijk verschil is
Ongetwijfeld slaan wij de waarde van het
gebed hoog aan. Zelfs achten wij bepaalde
vormen mits ze niet enkel als vlag die
nen van waarde. Maar of dit opweegt
tegen het zich afwenden van anderen
tegen de verbrokkeling, tegen de verbitte
ring die maar al te dikwels het gevolg is?
Wanneer het komt tot één boerengemeen
schap wil dat niet zeggen, dat er een eind
Komt aan net vasthouden aan eigon over-
™S7ng. Zeker niet als de overtuiging, dat
Gods Woord het richtsnoer is en blijft.
Eén algemene boerengemeenschap mag
zeker niet een neutraal karakter dragen
m de zin dat daar voor God geen olaats is'
Het moet mogelijk zijn, dat bepaalde
vraagstukken besproken worden in 't licht
van de Bijbel. Wat niet inhoudt dat ieder
heeft te denken zoals de spreker van dat
ogenblik. De eigen mening, hoe zeer tol bels
gefundeerd, mag niet aan anderen opge
drongen worden.
We merken echter, dat steeds meerderen
blijk geven van de erkenning van de geeste
lijke waarden voor ons volksleven. Er- zijn
aanwijzigingen, dat verenigingen die als
neutraal worden doodgeverfd. zich niet
langer in de onchristelijke hoek laten
«uwen. Velen schamen zich niet te erken-
nen dat de toekomst niet enkel van men
selijke voornemens en krachten afhangt
maar van God, die door christelijke vereni
gingen niet alleen voor zich zelf mag
opgeëist worden.
Als Christen kunnen we niet anders dan
daar dankbaar voor zijn. Moeten we
tevens beseffen, dat wij juist in een alge-
mene boerengemeenschap een verantwoor
delijke plaats kunnen innemen. Al is het
niet steeds gemakkelijk in een kring van
niet-gfeiijkdenkenden voor onze overtuiging*
Uit te komen, we mogen dit niet nalaten,
noch ter wille van hen, in wier hart ook de
vragen naar God leven, noch terwille van
Hem, die ons het voorrecht heeft geschon-
Tx-i?'ian kan<^ door het leven te gaan.
Willen we aan de ophouw van ons vader
land werken enkel met de .bouwstenen van