DE VRIJE ZEEUW
*ert
I
2 uje laargang
?G I
nes?
ïachines
rdam
riNSDAG 4 SEPT. 1945
No. $2
H.M. DE KONINGIN VIERDE HAAR f
JAARDAG
zen
iïl
TER HERDENKING.
DOLLE DINSDAG 5 SEPTEMBER 1944.
GENERAAL MONTGOMERY BEZOEKT
AMSTERDAM.
rs.
VT
9
ng"
or
ef.
!rd
;en.
Molendl
ise N.V.
n 20 ce
:uwe ka;
i 47875"
Redactie: S. W. Henry en P. L. D. 4. van Oeveren „,1,^.
Dit Blad wordt op last van het Militair Gezag gedrukt b« de N.V. Firma P. J. van de Sande, Terneuzen anaatraat TerneUzea
Administratie-adres: Noordstraat 57, Terneuzen.
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Terneuzen ƒ1,50 per 3 maanden, buiten Terneuzen ƒ1,74 per 3 maanden Bii vooniithotaHr.» f#c„
ADVERTENTIEN: Per mm 10 cent, minimum per advertentie 1,50. Rubriek kleüie ad^ertent^ c reLnH^We™
maximum 8 regels. Dientsaanbiedingen en dienstaanvragen 1—5 regels 52 cent- iedere resrel meer 10 cent Met led®re reSel meer 12 cent;
van dit blad 10 cent meer. Handelsadvertentiën bij regelabonnement tegen verminderd tarief, dat op aanvraag verkriie-h/nr 7=V6n °f 4(3x63 bufeau
Inzending van advertentien uiterlijk 9 uur v.m. op den dag der uitgave) aanvraag^ verkrijgbaar is.
in den familiekring te Soestdijk. In bet
geheele land door werd die jaardag door
,de bevolking op geestdriftige wijze gevierd.
H. M. de Koningin ontving talrijke geluk-
wenschen. Zij is nu van hare ziekte ge
heel hersteld. Overal in het land werden
parades en volksspelen gehouden. Uit dit
feestbetoon bleek ten volle, dat Vorstin en
Volk één zijn.
Het hoogtepunt van de viering van den
Koninginnedag was te Amsterdam, en mis
schien wel voor het geheele land, vormde
het „Drama van de bezetting" dat in het
Olympisch stadion te Amsterdam werd op
gevoerd door het Comité „Nederland her
denkt 19401945". Op ware grootsche
wijze werd lijden, strijd en nederlaag en
overwinning, de bezetting en bevrijding
van Nederland, in beeld gebracht.
Prinses Juliana en Prins Bernhard be
vonden zich op de eere-tritbune te midden
van een schare van autoriteiten, onder wie
de minister-president Prof. Ir. Schermer-
horn, de Minister van Buitenlandsche Zaken
Van Kleffens, de Minister van Oorlog Mr.
J. Meijnen, de oud-minister Gerbrandy,
Generaal Winkelman en de Burgémeester
van Amsterdam F. de Boer, en verschei
dene Nederlandsche en Geallieerde offi
cieren.
STEN
Heden is het een jaar geleden, dat vijf
llHQ Waterstaatsambtenaren, burgers onzer
3 stad, hun leven lieten in den strijd tegen
den meedoogenloozen vijand, bij een poging
om de aan him zorgen vertrouwde kunst
werken tegen het vijandelijk geweld te
beschermen.
Wij weten hoe deze ambtenaren bezield
waren door den wensch mede te mogen
werken aan den moreeleni en materieelen
lopbouw van ons volk en land. Het heeft niet
feoo mogen zijn. Zij hebben het hoogste
LOVINJoffer gebracht.
Een jaar is voorbij gegaan. Veel nieuwe
ombeer gebeurtenissen hebben de oude verdrongen.
I c|We hebben snel geleefd. Veel is ei- dat
w«niet js gegaan zooals wij ons dat hadden
HULS'gedacht. Nog is er te weinig gemeen-
schapsgevoel. te weinig onderling vertrou
wen. We meten de overheidsmaatregelen te
i veel af naar onze persoonlijke belangen.
rpM We zien dikwijls te weinig de groote lijnen
en vergeten dat de groote armoede waarin
dering. ons volk is vervallen, de schuld is van den
vijand en dat de Overheid dit niet met een
handomdraaien kan veranderen. De fout
iezaken ligt dikwijls bij ons zelf. We waren een
jaar geleden te optimistisch. Zonder harden
arbeid op allerlei gebied, krijgen wij onze
2153 welvaart niet terug. Dat moeten wij in-
.zien, dan eerst zijn wij de offers waardig,
2die voor ons en ons land gebracht zijn door
achthortde Terneuzensche burgers en de vele
WITT' duizenden anderen, die het offer van hun
cej .even brachten voor onze vrijheid.
Laat ons op dezen dag een oogenblik
terreiiitot ons zelf inkeeren en bij de herinnering
Mo. 43raan deze dapperen ons afvragen, of wij
:d. onzen plicht in het afgeloopen jaar hebben
gedaan. W.
ar wittL
mutsen
naarst AMX/TIE VAN DUITSCH GEBIED.
Paal Zé.p
■n, maa Moeten we plotseling Nederland een
idres: Eandere gedaante geven dan die waarmee
Boeregawe zoo vertrouwd zijn geraakt Het kost
jmoeite, daaraan te wennen. Dat is mis-
Ischien voor velen het groote bezwaar tegen
je zijdejjjg gedachte van annexatie,
p- vo° Maar Nederland is in den loop der
irAneeuwen telkens veranderd. We denken nu
'r- VAPniet aan het Vereenigd koninkrijk van Wil-
ischestljem J maar aan onze oostgrens. Is het u
bekend, dat het graafschap Lingen Neder
landsch is geweest, totdat het in 1732 door
Pruisen werd ingepalmd? De Prins van
Oranje was daar graaf en de Staten van
Overijssel waren zijn leenheer. Het graaf
schap Meurs (in de buurt van Limburg)
behoorde evenzeer aan den Prins van
Oranje, maar niet onder eenige opperhoog
heid. Dit bezit sloot mooi aan bij de zgn.
Rijnbarrière Gennep-Emmerik-Wèzel-Burik-
Orsooi-Rijnibeck, een tijd lang zelfs tot
Bonn uitgebreid. Wij verloren die na den
oorlog van 1672. Einden had een Neder-
landsch garnizoen, totdat de koning van
Pruisen het in 1744 erfde; meermalen had
den de Oost-Friezen gevraagd, als achtste
provincie in de Unie opgenomen te worden,
gelijk Kleef (dat door Prins Maurits was
veroverd) ook wenschte. Door zwakke
politiek hebben wij het laatste tijdens het
eerste stadhouderloos tijdperk weer aan
Pruisen verloren. Dit werd zoo gevaarlijk
dat diens koning na den dood van Willem
III aanspraak maakte op een aantal ves-
tingen (Breda bijv.) en op het ambt van
kapitein-generaal. Er was zelfs een partij
in Nederland, die uit vrees voor het huis
Oranje hem wilde steunen, een soort
N.,S.B»ers dus.
De graaf van Bentheim onderhield de
nauwste betrekkingen met Nederland, zoo
dat hij gaarne de bemiddeling van de Sta-
ten-Generaal aanvagrdde, als er moeilijk
heden in zijn land waren. Eén graaf noem
de zelfs zijn zoonmaar de Staten: Statius.
Bij den vrede van Munster hebben de
Nederlandsche gezanten zelfs een groot ge
bied, tot aan Bremen, gevraagd, maar dat
is niet doorgegaan, daar men er tegenover
stelde den eisch, dat Nederland dan een
onderdeel van het Duitsche Rijk zou blij
ven; gelijk men weet, is Nederland in 1648
formeel uit het Rijk getreden, als bevesti
ging van een reeds eeuwenlang bestaanden
toestand.
Maar niet alleen verloren hebben wij,
ook gewonnen. Wel ging na den Spaan-
schen successieoorlog Opper-Gelder (waar
in de stad Gelder ligt, naamgever van onze
provincie Gelderland) Voor ons verloren,
hoewel men het ons had beloofd, maar na
den Franschen tijd heeft Willem I zich
hardnekkig verzet tegen Pruisische aan
spraken. Hij redde wel niet het Linker-
Rijngebied, maar toch den oostelijken Maas
oever. die vooj- 1815 nooit aan Nederland
heeft behoord, evenmin als Zevenaar en de
Lijmers, die wij toen ook verwierven.
Dit zjjn historische argumenten, die niet
bedoelen te betoogen, dat al die verloren
gebieden „eigenlijk" aan Nederland behoo-
ren, maar die alleen willen illustreeren, hoe
veranderlijk onze oostgrens eigenlijk is ge
weest.
Wij hebben sinds den Belgischen opstand
(eindvrede 1839 te Londen gesloten) in
Europa geen oorlog meer gevoerd, maar
bij iederen oorlog zijn onze grenzen ge
wijzigd. Na dezen oorlog moest het dus
niet noodig zijn te bewijzen, dat annexatie
van Duitsch (of, zooals onze Regeering zoo
juist heeft gezegd, Pruisisch, want Pruisen
en de Pruisische geest is onze eigenlijke
vijand) gemotiveerd is; men moest integen
deel vragen, welke bijzondere argumenten
(bijv. dat oorlogen tegenwoordig veel hu
maner gevoerd worden dan vroeger) er zijn
voor het niet-annexeeren.
De eisch tot annexatie wordt nu gesteld
op grond van de onberekenbare schade,
die Duitschland ons in dezen oorlog heeft
toegebracht. Is er een rechtvaardiger
rechtsgrond te bedenken? Het zal ons land
van een kleine mogendheid tot een middel
matige maken. Er bestaat kans, dat het
overheerschen van den Pruisisehen mili-
tairistischen geest plaats maakt voor de
Nederlandsche beschaving, dat het zwaar
tepunt in West-Europa niet bij Pruisen,
maar bij Nederland komt te liggen.
Nederland was niet in oorlog geweest
na 1903 (eind Atjeh-oorlog) en als men
zich tot Europa beperkt, sinds 1839 (Bel
gië). Toen kwam 1940 en wij moesten
wennen aan het idee van oorlog. En daar
na kwam 1945 en nu moeten wij wennen
aan het idee „overwinning". Dat brengt
mee oorlogsschatting, of volgens moderner
opvatting: schadevergoeding. De schade,
door de Duitschers aan ons volk toege
bracht, beloopt nog een veel hooger bedrag
dan 11 miljard, zooals de officieuse schat
ting is, daar niet in rekening is gebracht,
het nadeel, toegebracht aan de gezondheid
van velen en de vernielingen aan particu
liere bezittingen. Maar zelfs die 12 mil
jard is moeilijk te vergoeden door leve
ringen, tenzij men wil beginnen om de
Duitsche industrie op de been te helpen,
wat toch niet de bedoeling kan zijn. En
betaling in goederen is ook moeilijk, want
de meeste goederen, die de Duitschers nog
hebben, hebben ze van ons of van anderen
gestolen. Na aftrekking daarvan blijft niet
veel over, en pluk maar eens veeren van
een kikker. Dat hebben de Duitschers bij
het beginnen van hun oorlog ook wel over
wogen. Er is echter één rijkdom die ze
nog niet kwijt zijn, nl. hun grond. Het is
om die reden, dat alom in den lande ge-
eischt wordt: Duitsche grond zonder Duit
schers.
Rekenen we een bunder (ha) op de
waarde van 1000, dan zou voor de boven
aangegeven schade in aanmerking komen
een gebied van 12 miljoen ha of 120.000
km2. Nederland heeft een oppervlakte van
mim 30.000 km2, dus voor een behoorlijke
betaling zouden we een gebied van viermaal
Nederland er bij moeten krijgen. Natuur
lijk denkt niemand aan een zoo groot ge
bied. maar het geeft een indruk van de
snorme schade die we geleden hebben, en
tevens, dat een eisch van 10 a 20.000 kmf
gelijk hier en daar gesteld wordt, niet
overdreven is.
Iets anders is, of we dat kunnen verdra-
gèn. Teveel eten is niet gezond. En voor
die "gezondheid van onzen staat mogen wé
met meer eischen dan we aan kunnen.
Welnu, men berekent, dat de bevolkings
toename tot het jaar 2000 ongeveer 3 mil
joen zal bedragen. Grond voor deze 3 mil
joen kan er beschikbaar komen. Daarom
heeft men een strook langs de Nederland
sche grens gedacht, waarin ongeveer 2
miljoen Duitschers wonen, die bij de bete"re
bebouwing waartoe Nederlanders in staat
zijn, 3 miljoen Nederlanders zal kunnen
voeden.
Deze kolonisatie zal volgens een vast
plan moeten worden ondernomen. Het is
heel jammer voor de Duitschers, dat ze
hun oude woonplaatsen moeten verlaten,
maar het is toch wel prettig voor hen, dat
ze de kans krijgen, althans een deel te ver
goeden,. wat ze aan ons volk hebben mis
daan. En het verhuizen van Duitschers
her- en derwaarts is niets nieuws: eigenlijk
zijn ze daar al sedert tien jaar aan gewend.
Een schijnbaar bezwaar is: wanneer men
de Duitschers uit die grensstreken weg
jaagt, verdrijft men dat deel der Duitsche
bevolking, dat het, meest Nederlandsch is.
Dat mag voor het verleden gelden, maar
de verduitsching (of eigenlijk verprui-
sching) ervan is onherstelbaar. Men denke
er bijv. aan, dat in Oost-Friesland bij de
ia,atste vrije verkiezingen (1932) 40 der
bevolking op de nazi's stemde. Wat er
eigëhlijk Nederlandsch is (men noemt wel
eens de bevolking die sedert 75 jaar er ge
zeten is, maar dat lijkt ons een gevaarlijk
criterium) kan natuurlijk blijven: men
denke aan gemengd gehuwden e.d. Het zal
hoogstens 5 beloopen.
Natuurlijk brengt zulk een volksverhui
zing groote moeilijkheden met zich mee,
maar onze overbevolking zal er nog veel
ergere meebrengen. Nederland is het
dichtstbevolkte land van Europa.
Wie moet de verdrevenen, die al hun be
zittingen moeten achterlaten, schadeloos
stellen? Natuurlijk de Duitsche regeering,
die op deze manier indirect onze schade
vergoeding bekostigt.
Wij vernemen, dat, een commissie is be
noemd om het vraagstuk te bestudeeren.
Het is te hopen, dat de Nederlanders aan
het idee zullen wennen en eensgezind ach
ter de Regeering staan, die onze belangen
bij de Geallieerden zoo doeltreffend be
hartigt.
Woensdag is het 5 September, 't Is niet
te gelooven, dat 't al een jaar geleden is
dat het „Dolle Dinsdag" was! Er waren
grootsche geruchten geweest. Onze grens
was reeds overschreden. De Prins was al in
Breda en Breda was van ons. Die geruchten
waarschijnlijk voor de Duitschers bestemd,
werden ook door ons vertrouwd.
In elk geval de Duitschers waren wan
hopig en sloegen op de vlucht.
Nooit zullen we dat vergeten. Voor ons
een prachtig gezicht. We zien ze nog gaan.
Vrachtauto's geladen tot op de motorkap
met havelooze, hongerige mannen met en
velen zonder uitrusting. Onafgebroken
ging de stroom door. In de dwaaste vehi
kels trokken ze voorbij, vaak meer in lom
pen gekleed, dan in uniform, bestoven,
vuil, velen met een baard van weken. We
zagen allerlei wonderlijke Fransche karre
tjes met paarden, die toch zulk een ver
moeiende itocht niet uit konden houden.
Die paarden wekten ons meelijden op en
de stroom hield maar aan en dikwijls moest
je maar gauw naar beneden kijken opdat
deze ellendigen niet zouden zien, dat je je
lachen bij een zoo belachelijk gezicht haast
niet inhouden kon.
Huifkarretjes zag je, net als in 't leger
van Napoleon. We zagen de soldaten die
geen plaats in een kar konden krijgen ach
teraan komen sukkelen. Je zag ze op fiet
sen met goede en ook met lekke banden
rijden, zelfs op dames- en op kinderfietsen.
Je zag ze zich nog flink houdend met mili
taire houding. Maar je zag ze ook óp hun
kousen sjokken. Eén armzalige bende
ellendigen, een leger dat op de vlucht is.
Goddank, zou er dan zóó en zóó gemakke
lijk een einde komen. Wij hoopten 't zoo
™ri£. 't Was al laat, maar nog trokken
Iuto'sr<3er,luxeZendetn Duitschers nfet vrachL
SJi,? lulxe, autos, karren, munitie-
wfenSi huifkarren, keukenwagens den
heelen trein en we riepen onze kinderen en
de lalt ny goed' Misschien zijn dit
de laatste Duitschers, die jullie zult zien
en vergeet dit gezicht je leven lang niet
dit is een stukje geschiedenis. Jullie weet
hoe trotsch ze waren en hoe ze alles kapot
maakten en dan overwonnen. Hoe ze
steeds geweldig veel praats hadden en hoe
ze ons vernederd hebben en onderdrukt
IpM® Wd6t 26 je vader en h0« ze zoo
veel andere mannen zochten gevangen te
nemen, jullie weet hoe ze waren als ze
inkwartiering moesten hebben. Vergeet
het nooit, zoo gingen ze weg als een troep
vluchtende bangerds, die niet gauw genoeg
het hazenpad kiezen konden. En al dit
gedoe maakte velen van ons 't hoofd op
hol, door t dolle heen. Men ging er op
uit om meisjes kaal te knippen. Men ging
dreigen bij de N.S.B.-ers, winkels plunde
red de boel kort en klein slaan.
Er weid bij N.:S.B.-ers, onder bedreiging
met messen, levensmiddelen gehaald er
werden radio's buit gemaakt, kortom de
menschen waren hun hoofd kwijt.
ivrDe ®r£ste N.S.B.-ers waren op Augustus
Maandag en Zondag al weggevlucht, anders
beurd waarschiJnIi)k ongelukken ge-
Doch zóó kon 't n'et door gaan Hoe 't
ook was, Duitschers of geen Duitschers, 't
mocht geen moordpartij worden.
De sectiecommandanten van „ie O. D
hadden juist Zaterdag hun laatste vergade-
ophouden, bespied door de N.S.B.-
politie, hun laatste werk voor de viucht.
n™ ^aren klaar en als 't dan moest, bereid
om hun werk te beginnen. O, er waren nog
plenty Duitschers, maar de bedreigingen
werden al erger, 't Dreigde een bende te
worden.Er was al om ingrijpen gevraagd
Welnu dan moest het. En zoo begon de
O. D. zijn werk. k Heb veel moeten lachen
w= H-C l4£f zware J°nge illegale wer-
„6X®' dle °P fens weer in marechaussée-
uniform gestoken waren, niet de gangbare
Koninklijke. Een zat in een uni
form dat veel te krap zat, een ander met
een uitrusting dat om hem heen slobberde
gewapend met gummistokken en
pistolen. Zoo zijn ze dan hun werk be-
ff"nen- Allen togen naar 't stadhuis. De
nieuw opgetreden burgemeester hield een
toespraak waar hij den commandant met de
sectiecommandanten van den O. D. aan de
bevolking van Axel voorstelde en ook
zich zelf en beloofde te zorgen dat er orde
zou zgn en gehandhaafd worden, doch dat
niemand recht in eigen hand zou nemen.
En zoo begonnen zij hun taak en bleven,
ook toen de Duitschers nog geweldig terug
kwamen, tot aan onze bevrijding.
Axel, 5 Sept. '45. c
Generaal Montgomery, die, zooals was
aangekondigd Zaterdag op het vliegveld
Soestdjjk zou arriveeren, werd daar door
H- Prins Bernhard begroet en ver
volgens door H. M. de Koningin in tegen-
woorchghmd van Prinses Juliana en Prins
ontvangen. Bij zijn vertrek werd
Prinsesjes1" to«gewuifd door de kleine
Vervolgens bracht Montgomery het aan
gekondigde bezoek aan Amsterdam, ffij
werd aan de grens te Diemen door den
waarn. burgemeester van Amsterdam be
groet. Zijn tocht naar en door Amsterdam
was een ware zegetocht.
Zooals gemeld, werd in het Amstel hotel
een lunch aangeboden, waarbij de ministers
Schermerhorn, Van Kleffens en Meijnen,
en verschillende andere autoriteiten aan-
,jn taln daar gehouden toespraak
u v naar voren de moeilijk-
„6ld dl® toestond om den Duitschers den
genadeslag toe te brengen zonder het reeds
zwaar getroffen Nederland nog meer te
doen lijden. Het had ook anders gekund
dana>, vol^ns den weg die is bewandeld,
maar dan zou er van Nederland niet veel
overgebleven zijn.
In het bijzonder bracht hij hulde aan de
I hulp die hij had ondervonden van de Neder-
lanasche bmnenlandsche strijdkrachten.
Het gemis daarvan had hij ter deeg* ge-
I voeld m Duitschland, waar hij moest vech-
ten zonder dergelijke hulp.
iran
hu-
gen
ter-
lijk
TA.
}45.
ng,
Don
in-
rij-
ten
aan
en
lie-*
oe-
de
15.
VT.
>er,
len
ed-
ren
op
I.S.,
het
sn-
ers
in
ein
ed-
IE.
er-
ep-
:ht!
>er,
cpt
>tel
;rs-
te
de
PT,
am.
erk
lit-
an-
ien
lag
2
ing
.ei-
ijk.
er-
len
ien
als
eds
la-
NS
oor
oer
ni-
cm
ats
te
?en
an-
er-
ge-
ep-
ags
nt-
cen
in-
3.5
2h?
oge