DE VRIJE ZEEUW
BLIEK
DINSDAG 28 AUG. 1945
No 80
DE R. H. B. S. TE OOSTBURG
BESTAAT 25 JAAR!
18, Ter- ANNEXATIE VAN DUITSCH GEBIED.
Herdenken
dcc* sekenkenj
Herdenkingsweek
„Stichting 1940-1945"
^twiflnifmiiiiiiHiniimiiiitiinffliiniiininiiinniiitmiimnimnminniiumiiiiffliiiiiiniiiiiiiiiHiimiiiiiiiijiiiP
EEN GEMEENTEZUSTER VERTELT OVER
GEZINSZORG.
Breskens
euzen)
htwerkeru T
n hebben?e jaargang
itband in
an:
L
en oven
;schappij.
Kant.
OTOREÜ
t voor-
LS YOYlj
ÏER
YKERS
v:
iING
SIBERIE
Julianas trant 81, Terneuzen
Redactie: S. W. Henry en P. L. D. J. van Oeveren Redactie-adres-
Dit Blad wordt op last van het Militair Gezag gedrukt by de N.V. Firma P. J. van de Sande, Terneuzen
Administratie-adres: Noordstraat 57, Terneuzen.
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Terneuzen ƒ1,50 ^per 3 maanden, buiten Terneuzen ƒ1,74 per 3 maanden. By vooruitbetaling- ƒ6 60 oer Uu>r
ADVERTENTIËN: Per mm 10 cent, minimum per advertentie 1,50. Rubriek kleine advertentiën 1—5 regels 60 cent- iedere resrel meeVi2
maximum 8 regels. Dientsaanbiedmgen en dienstaanvragen 15 regels 52 cent; iedere regel meer 10 cent. Met vermelding hri*v<„f
van dit blad 10 cent meer. Handelsadvertentiën by regelabonnement tegen verminderd tarief, dat op aanvraag verkrijgbaar is adres bureau
Inzendmg van advertentiën uiterüjk 9 uur v.m. op den dag der uitgave. Jë ui-
les var
son:
3N
in Antor
3LORIE
Kinder-J
oor leve
.ees- e
"iendelii
an men^
:stochten September a.s. jubileert de R. H. B. S.!
Helaas is door het oorlogsgeweld het fraaie
gebouw vernield, maar, evenals in de voor
bijgegane 25 jaren, tal van jonge menschen
door hun verkregen ontwikkeling bijgedra
gen hebben aan de echte, Nederlandsche
cultuur, zoo zal in de komende jaren ook
de Zeeuwsche jeugd belangrijk meewerken
aan den opbouw van ons Vaderland. Reeds
vóór 25 jaren was de verkrijging van een
H. B. S. op energieke wijze nagestreefd
door de heeren A. Mijs uit Oostburg, Ds.
N. Pattist uit Aardenburg en D. H. van
uijen uit Breskens. Als gevolg hiervan
erscheen in het Alg. Adv. 'Blad van de
Irma Bronswijk op 3 Maart 1920 ee'n
ennisgeving dat leerlingen zich vóór 1
pril konden opgeven bij den Burgemees-
Iter Gratama uit Oostburg. Het eerste
'ERS! spreekuur van den directeur werd gehouden
1 seizoeifP 1 April ten gemeentehuize van Oost-
iipn 'burg. Op 7 September werd de H. B. S.
"tit- officieel geopend door Minister De Visser,
A A jvergezeld van de heeren Jhr. Mr. C. Feith,
secretaris-generaal, W. de Boer, chef afd.
UIJNm. O., en Dr. G. H. Coops, inspecteur M. O.
lANEELjook enkele leden van Gedeputeerde Staten
ingstr. 3jtVaren aanwezig. Nadat Minister De Visser
ïerst een kijkje had genomen in het gebouw
vopr dapi-an de Ambachtsschool, waar voorloopig de
de huis-jessen van de R. H. B. S. zouden plaats
J. DEhebben, kwam hy in het Beursgebouw.
3reskensAlvorens de Burgemeester Gratama de
p Koffeijvelkomstrede uitsprak, werd door het
sluitingjOostburgsche Meisjeskoor onder leiding
OLIJ-Van Ds. E. van Ruijtenberg het eerste cou-
eillstraatip'et van het Zeeuwsch-Vlaamsche Volks
lied ten gehoore gebracht. Daarna spraken
jaog de heeren A. Mijs, J. H. Blum, waar-
Rriowobpemend Commissaris der Koningin, en Ds.
waarna de Minister op welspre-
nost - kende wijze de openingsrede hield. De
uost (jjrecteur ir, J. A. Spruijt dankte voor alle
joede wenschen en sprak de leerlingen toe.
Bakkers- Mej. Madeleine Martens uit Aardenburg
komende overhandigde den Minister een album, uit
Brievenjnaam van de Zeeuwsch-Viaamsche jeugd,
-eau vanlvan het personeel, dat in 1920 begon, zijn
alleen nog de heeren A. Hoolhorst en A. C.
ir tegen|Kiviet over.
csambte- De R. H. B. S. jubileert op 7 September,
ngemeu-maar er is geen feestelijke stemming in ons
v.m. a.s. hart. Daarvoor heeft Zeeuwsch-Vlaanderen
i onder te veel geleden, maar de wil en de kracht
van dit|oni ons eigen landje weer tot bloei te bren
gen is onaangetast gebleven.
En zoo zal ook onze H. B. S. door den
wil en de kracht van personeel en leerlin-
Terneu-
s. Brie-,
lNHEIN.Sen weer gaan bloeien en groeien.
■neuzen. j - j A SPRUIJT.
n 1-pers.
ABBEP
Winkel-I Aandachtige lezing der krantenberich-
met vak ten is in deze dagen wel geschikt, om ons
n Werk- °P tiet terrein der buitenlandsche politiek
Donder-.juiste proporties voor oogen te stellen die
J VAN t>ti theoretische beschouwing in onze bin-
r ij straat "enkamer wel eens te loor gaan. Dat geldt
''voor ons Nederlanders in het bijzonder t.a.v.
de bevrijding van Indië en ons aandeel
rjaUW° daarin. De capitulatie van Japan behoeft,
veg van zoo lezen-wij, nog niet automatisch de be-
h e^en vrijding van geheel Ned.-Indië te beteeke-
P®?2^rjnen, de kans is groot, dat het onderwerpen
der Japanners op de eilanden nog gerui-
amsiag. 'men tiid en aanzienlijke strijdkrachten zal
Ier Bas- vergen, - en tegelijk met dit perspectief
worden verschijnt de officieele mededeeling, dat
3ERTUS dq herbezetting van ons Indië hoofdzake-
kstr. 31,liijk door Brltsche troepen zal geschieden;
aanvoer van voldoende Nederlandsche con-
Overall.'iUngenten zou scheepsruimte hebben ver-
Winter-jeischt. die dringender noodig was voor de
rRUIJK,'aPProvian(ieering van Europa,
neuzen. Wij zullen op den zin dezer berichten
iroorloe-hier verder ingaan: die zin komt glo-
choenen'haa'J P-ieroP neer, dat op het internationale
roneens-donie*n' en nie' all8en militair maar ook
r one lon.rl Tiin wptusp1 rr> vnoof oon.
ROB.
:ker te
politiek, ons land zijn wensc'. n moet aan
passen aan hetgeen mogelijk is. en het
mogelijke wordt vooral bepaald door onze
groote geallieerden. Er zijn dan wenschen,
die geheel of ten deele onbereikbaar moe
ten worden geacht: er zijn andere die.
hoewel miièschien niet wortelend in onzen
nationalen aard'', vanzelf worden aange
scherpt door de onmogelijkheid om dat-
:en voor gene waarop ons volk recht heeft en wat
litgaven. het noodig heeft in zijn geheel vervuld te
lOORN- Zien.
10, Ter- Zoo staat het met ons recht en onze
absolute noodzaak tot het verkrijgen van
.schadevergoeding van Duitschland. Het
Striik-
220 Volt
van 120
der no
t blad.
vooruitzicht, dat Nederland uit het uitein-
eindelijk totaal der herstelleveranties maar
voor een zeer bescheiden percentage aan
zijn tr§k zal komen, zet eens te meer klem
bij aan den eisch tot verwerving van Duit-
schen grond met wat zich daarop, daarin,
daaronder bevindt. Wat van nature wel
licht niet als een echt Nederlandsch desi
deratum werd beschouwd, wordt onder den
druk der omstandigheden een Nederland
sche onmisbaarheid. Er komt een oogen-
blik, dat het fierste ,,neen" gebaseerd op
nationale traditie of welke andere over
weging ook, steriel wordt, erger, een ver
zaking van onze elementairste rechts-
gevoelens, een zelfwegcijfering met conse
quenties in haar nasleep, waarvan ieder
verstandig; mensch, voor- of tegenstander
van „annexatie", de onafzienbare draag
wijdte 'zal begrijpen.
Wij zijn van berichten omtrent Indië
uitgegaan: zoodra van annexatie sprake is,
zijn wij gedwongen, opnieuw over Indië te
spreken. De bevrijding van Neerlands
overzeesch gebied is, al zou zij nog eenige
jaren duren, iets tijdelijks gezien in het
licht van de toekomst van ons volk. Als
straks de instelling van een burgerlfjk be
stuur en' de wederopbouw worden aange
vat, zal er emplooi komen voor een flink
aantal dier jonge menschen die zich met
zoo prachtige geestdrift voor dienstneming
hebben aangemeld. In Indië ligt voor dit
i jonge geslacht opnieuw een heerlijke taak.
Edoch, de ervaring leert, dat ook in het
gunstigst geval ons tropisch rijksdeel niet
voor massakolonisatie uit het moederland
in aanmerking komt. „Emigratie" daar
heen is reeds om klimatologische rede
nen slechts op beperkte schaal mogelijk.
Anderzijds is het juist het tijdelijke verlies
van „onze Oost" geweest, en is het nog
voor langen tyd de vernietiging van het
productieapparaat aldaar, gelhjksoortig
aan de vernietigingen in het moederland,
welke mede, oorzaak zijn, dat de toch al
overspannen bevolkingsdichtheid van vóór
den oorlogj in na-oorlgsch Nederland het
centrale probleem zal zijn geworden, te
meer daar door het nemen van tal van uit
economisch oogpunt geboden maatregelen
vele menschen vrijkomen, voop. wie em
plooi moet worden gezocht.
Wie daartegen inbrengt, dat nu al ten
onzent een tekort aan arbeidskrachten be
staat en dat dit tekort weldra nog zal toe'
nemen, verwart een conjunctuurverschijn-
sel met de logische ontwikkeling van
zaken. Dit tekort aan arbeidskrachten is
.reeds daarom van tijdelijken aard te ach
ten, wijl het vooral berust op de nog onge
ordende sodiale verhoudingen, zeker gemis
aan werklust en de politieke moeilijkheid
Van het overhevelen der arbeidskracht
daarheen waar zij allereerst noodig is.
Met heti totale vraagstuk van onzen bevol
kingsdruk heeft dit niets te maken, en de
eenig denkbare oplossing van dit vraagstuk
im ingrijpenden zin ware hoogstens te vin
den in een versterkte industrialisatie met
i bijbehoorenden trek van het platteland
naar de steden zoo de gelegenheid tot
zulk een versterkte industrialisatie, aange
nomen zij ware al wenschelijk, ons ten
minste geboden was. Maar het heeft er
zachit gesproken, den schijn van, dat deze
gelegenheid ons niet geboden zal zijn.
Onzer verregaande verarming als gevolg
vap, dé Duitsche vernielingen is nog dieper
geworden door het tijdelijk verlies van, en
wordt; zeer verlengd door de structureele
vernielingen in Ned. Oost-Indië. Daar
waar de bestaansbronnen niet meer toe
reikend zijn, moet genoegen worden ge
nomen met een blijvende verlaging
van het welvaartspeil, om men moet emi-
greeren. Indië biedt geen gelegenheid tot
massa-emigratie, die in het kader der rijks-
eenheid nog als „migratie" ware op te vat
ten en dus verre te verkiezen boven een
dubieuze en voor onze volkskracht noodlot
tige uitwijking naar gebieden onder vreem
de vlag. Er valt voorts rekening mee te
houden, dat de banden met Indië op den
duur losser zullen worden, dat de verhou
ding moederland-kolonie zich beweegt in
de richting van twee min of meer gelijk
gerechtigde partners. Bevrijding en
wederopbouw van Indië zullen dus bij lange
niet voldoende zijn. om Nederlands „demo
grafische'1 toekomst uiteindelijk te verze
keren.
Wat Indië aan krachten uit ops volk
vraagt, zijn en blijven in hoofdzaak mili
tairen en hoofdarbeiders: z.g. „qualita-
tieve" krachten dus. Het probleem van
den massalen. den „quantitatieven" bevol
kingsdruk is daarmee op den duur niet op
te lossen. Alleen vergrooting van gebied
in Europa, naast de deur, op rekening van
den) Duitschen overweldiger, die het door
zijn optreden langs andere wegen onoplos
baar heeft gemaakt, kan uitkomst bieden.
Nederland zal de menschen moeten en kun
nen leveren, om de herkolonisatie van het
over te dragen gebied met volle kracht aan
te pakken. Daarvoor zijn vereischt hoofd
arbeiders en handarbeiders. De eerste
categorie wordt aldus wel het zwaarste be
last, doch daartegenover staat een zeker
even groote ontlasting, doordat dan voor
loopig gedeeltelijk kan worden uitgescha
keld de schier hopelooze en daardoor on
evenredig veel arbeidskracht vergende
taak. Nederland zelf op te bouwen zon
der! Duitsche compensatie. Want en wij
noteeren slechts da;t ook bij de meeste
„anti-annexionisten" dit punt voorop staat
iedere oplossing, hoe ook beredeneerd,
waarbij de Duitscher aan zijn vergoedings-
pljcht ontkomt, is uit den booze.
Ned. Comité voor Gebiedsuitbreiding
g Van 25 30 Augustus
J voor allen die slachtoffers zijn van 1
1 het binnenlandsch verzet.
't Was niet zoo eenvoudig haar te
vinden maar wie volhoudt, slaagt tenslotte.
Het aares was genoteerd, en na een zorg
vuldige studie van de kaart, leek het ge-
makkelijk te vinden. Onder de wandeling
repeteerde ik de straatnamen, en dacht
aan: hoe warm het was en hoever...
Voor het huis met het gezochte nummer
stond juist een vrooiyk groepje te praten,
k Was wat blij te hooren, dat mijn moeite
beloopd werd, toen ik vroeg of de gemeen-
tezuster thuis was?
„Jawel hoor, dat hen ik", zei een vriende
lijk meisje, „wilt u maar binnen komen?"
'k Werd in een eenvoudige, nette kamer
gebracht, waar juist een noodbed voor een
onverwachte gast werd opgemaakt.
„U vroeg me, wat over mijn werk te ver
tellen?" begon mijn gastvrouw. „U hebt
toch geen haast, want het is niet zoo ge
makkelijk daar erg kort over te zijn?" Nee,
ik had tijd genoeg. Wedzaten daar rustig
in een koele kamer, terwijl de zuster, die
een aardig, vriendelijk gezicht had met
een prettige stem begon te vertellen over
haar ervaringen. „Ik doe dit werk nu onge
veer 8 jaar, eerst ruim 6 jaar voor het
Groene Kruis, de laatste jaren voor de
Gereformeerde diaconie".
.„Hebt u een speciale opleiding gehad",
onderbrak ik haar even.
„Nee, dat niet. 'k Ben op een huishoud
school geweest en heb een poos in een
kinderziekenhuis gewerkt. Toen kreeg ik
werk bij het Groene Kruis en werd daar
door al spoedig aangesteld als gezinsver
zorgster-huisbezoekster. Ik was graag hij.
het Groene Kruis, 'k vond het prettig werk!
Je komt zoo in allerlei gezinnen, meer ge
varieerd dan ik nu heb over 't algemeen.
Ik kreeg adressen op, die ik ging bezoeken,
om te zien of, en welke hulp er noodig was.
Soms kon door enkele raadgevingen 't gezin
voldoende geholpen worden, in andere ge
vallen moest directe hulp verschaft wor
den. Ik doe dat niet altijd zelf. Ook huren,
kennissen of familie kunnen dat soms doen.
Alleen moet ik 'dat even uitzoeken en hen
kunnen inlichten over den toestand van het
gezin. Dat is in een grootere plaats niet
vreemd, daar de buren vaak weinig of niets
van elkaar afweten".
„Dus u staat alleen hier voor alle werk.
Zoowel het huisbezoek als de verzorging
van de gezinnen?"
„Ja. zoo is het. Er is wel een dames
comité „Zusterhulp", dat adressen waar
hulp gevraagd wordt, aan mij doorgeeft,
maar ik ga er zelf heen èn voor huis
bezoek en voor eventueele hulp, j nee val de
bieden!n^' al zei' Mp kan
de kaatste ja^en^ VOor^elden kernen uit
£.€zin met dri« kinderen, 2 gaan
is ziekeb k 6riP Je aS thuis' De moeder
n^Pr I vader 13 los-werkman. Wan-
bhtf p w glzm helpen met een zieke,
blijf ik hoogstens drie weken. Ze weten
uft I?0""1 en het een Pikkel voor hen
uit te zien naar andere, blijvende hulp of
zelf, zoo mogelijk, aan te pakken, 'k Houd
me er absoluut aan en 't is ook werkelijk
noodig zei ze met nadruk, in antwoord
op mijn vragenden blik.
„Met de kinderen was het een eigenaar-
d f...feY 2 van de 3 waren nog niet zin-
er kwam- Wanneer de vader
5U1S Wa?' zorgde ik- dat ze na 's mid-
dafs3 Vur «jet meer dronken of pap aten,
dat hielp uitstekend. Maar tijdens mijn
afwezigheid werd daar de hand niet aan
gehouden. Toen er sprake was van uitzen-
ding naar het Noorden, dacht ik het te
winnen. Men had in 't Noorden uitdruk-
kehjk bepaald, dat alleen kinderen, die
zindelijk waren, werden aangenomen Ik
hield dus de ouders voor, dat alle mede
werking nu zeker noodzakelijk was, wan
neer ze er op stonden de kinderen uit te
zenden. Jammer genoeg bleven ze bij de
zelfde slappe houding, ja werkten soms
opzettelijk tegen, zoodat ook de kinderen
met werden geaccepteerd. Ze verweten
mij toen van alles ja, er zijn wonder
lijke menschen
Wordt er door dat damescomité „Zus
terhulp" noemde u dat, meen ik; eigenlijk
geen huisbezoek gedaan? Dat zou uw zor
gen kunnen verlichten, daar dan de ver
antwoordelijkheid gedeeltelijk door een van
hen als „adviseerend iid kon overgenomen
worden?"
„Nee, ze doen niet het eigenlqke huis
bezoek. In dezen moeilijken winter is er
veel goeds gedaan door het comité en ook
door de U. V. V., maar hun werk (niet van
de U. V. V.) bepaalt zich nu in hoofdzaak
tot stop- en verstelwerk voor enkele groo
tere gezinnen Een paar leden zijn meer
actief, momenteel echter gebeurt er niet
zooveel, 't Zou ook wenschelijk zijn, dat er
eens meer afwisseling gebracht werd in de
gezinnen, die met verstelwerk geholpen
worden, 't zijn nu steeds dezelfde en ande
ren hebben 't ook wel eens noodig was het
antwoord.
Maar nog een ander geval.
Kort geleden ontdekten menschen dat
hun nieuwe buren (iboven) geëvacueerden
uit Scheveningen, ziek te bed lagen en
niet verzorgd werden. Ik trof er een
verschrikkelijken toestand aan. De man en
vrouw, een paar ouwetjes, lagen uitgeteerd
te bed. Ze hadden dagen lang niets te
eten gehad, daar niemand van hun aan
wezigheid af wist. Door hun zwakheid
was er weken lang niets aan 't werk °e-
daan. Er was geen stukje schoon goed
meer te vinden en het vuile waschgoed lag
hoog opgestapeld, zoodat er geen doo£
komen aan leek te zijn. 't Huishouden
was eén hopelooze warboel, dat begrijpt u".
„En dat moest u alleen gaan opknap
pen vroeg ik ongeloovtg?"
•,'k Zal u zeggen hoe het kon", vertelde
ze verder, ,,'k Heb de heele buurt mobiel
gemaakt. Om de beurt zorgden de buren
voor de boodschappen en de huishouding.
Een slager, een bakker, een groot qezin
met wat voorraad, hielpen aan levensmid
delen, anderen ontfermden zich over een
gedeelte van de enorme wasch, o.a de
domineesfamilie die dichtbij woonde. Ik
heb intusschen het huis schoongemaakt.
Eten koken mocht ik ook bij den' dominee
doen, want er was geen kacheltje en geen
brandstof. Na de schoonmaak moest ik
weer weg, maar de buurt is goed blijven
zorgen voor die arme stakkers, 'k Ga er
af en toe heen om te zien of alles goed loopt
en de menschen zoonoodig weer wat aan
te zetten. Maar over 't algemeen gaat dat
goed, die „burenhulp", 't Moet wel zoo,
want ik kan niet overal gelijk zijn.
„Nee, 't komt mij al onbegrijpelijk voor,
dat u hier al het werk alleen aan kunt. Is
dat niet wat erg druk?"
„Nee, over 't algemeen gaat dat toch wel.
U weet. dat ik thans voornamelijk werk
voor de diaconie, en in deze gemeente
wonen zeer veel gepensionneerden en ge
goede burgers. Wel heb ik ook vrij vaak
in déze gezinnen tijdelijk de huishouding
waargenomen, wanneer mevrouw ziek was
en ook geen andere hulp kon krijgen.