OFFICIËELE PUBLICATIES. HULP AAN LIJDENDE LANDGENOOTEN. BEZOEK VAN H.K.H. PRINSES JULIANA AAN 'TNED. JONGENS-KAMPTE ABINGTON DE EERSTE TRIBUNAALZITTING TE BREDA. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS (B.B.C.) Militair Gezag. Regeering zelf in het land zal komen. Deze (benoeming doet niets af aan de bevoegd heden van het Militair Gezag. Tot vertrouwensmannen zijn benoemd: Jhr. Mr. L. H. N. Bosch Ridder van Rosenthal, Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht en voordien burge meester van 's-Gravenhage Prof. Mr. R. P. Cleveringa, hoogleeraar te Leiden, die indertijd de bekende rede hield, die aanleiding werd tot het sluiten der Leidsche Universiteit en die hem voor geruimen tijd in de gevangenis bracht; Mr. J. Cramer, directeur der Vereeniging voor den Opbouw van Drenthe; W. Drees, sociaal-dem. lid van de Tweede Kamer en wethouder van 's-Gravenhage; J. van der Gaag, geoloog van de Kon. Mij in Ned.-Indië en Venezuela; L. Neher, hoofdambtenaar der P.T.T. te 's-Gravenhage; Prof. Mr. J. Oranje, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam; Mr. Dr. W. G. A. van Sonsbeek, Com missaris van de Koningin in de Provincie Limburg; Mag. Dr. J. G. Stockman O.F.M. direc teur der ontwikkelingscentrale van het R. K. Werklieden Verbond. De Voorzitter van het College van Ver trouwensmannen, Jhr. Bosch Ridder van Rosenthal, heeft zich met een proclamatie, die vanaf de pui van het Haagsche stadhuis nevens van de steeds zoo geroemde „snelle" rechtspraak achten wij het gewenscht de wijze der berechting hier voor deze eerste maal uitvoerig weer te geven. (Ontleend aan Anep-Aneta.) Als eerste beschuldigde verschijnt de 26- jarige H. A. van der Sanden, vischhande- laar te Breda, die thans geïnterneerd is in het kamp te Vught, evenals de andere ver dachten, die zich heden te verantwoorden hebben. Nadat de verdachte is binnengeleid wordt ook zijn echtgenoote binnengeroepen. Volgens het Triibunaalbesluit moet zij nl. ook gehoord worden in hare belangen, in verband met een eventueele verbeurdver klaring van vermogen. Verd. wordt ten laste gelegd, dat hij in 1943 ongeveer twee maanden lid is ge weest van den hulpdienst der z.g. alarm troepen, de uniform daarvan heeft gedra gen en de oefeningen daarvan heeft mee gemaakt. Hij erkent zulks en motiveert zijn handelwijze met de woorden: ,,Ik moest in krijgsgevangenschap en niemand wilde mij helpen onderduiken, omdat mijn heele familie uit N.S.B.-ers bestaat en ik daar ook algemeen voor werd aangezien." Na een kort verhoor verkrijgt de verde diger Mr. W. A. J. van der Hurk, het woord „Men moet dezen verdachte zien in zijn milieu", zoo betoogde hij. „De heele familie was N. S. B'er en hij was inwonend uie vanai ue pui vu.ii uci nddKöiuc i., - t„ werd voorgelezen, tot de bevolking gericht, bg zijn schoonvader, die het ook was. In dit milieu wordt hij opgeroepen voor ne De uitvoerende macht van dit college is opgeheven bij de komst van het Militair Gezag in het bevrijde gebied, hetgeen uit drukkelijk is vastgelegd in het eerste on derhoud met den chef van het Militair Ge zag en later ook nog bevestigd in het onderhoud met den voorzitter van den Ministerraad Prof. Gerbrandy. Vermoede lijk zal de Regeering nog relaties met dit college van vertrouwensmannen onderhou den, omdat dit vele zaken heeft voorbereid. Onderhandelingen daaromtrent zijn nog hangende. Vrijdag 18 Mei zijn, onder auspiciën van het Ned. Roode Kruis (Afd. Terneuzen), twee medical feeding teams uit Terneuzen vertrokken, teneinde hulp te bieden aan de hongerende landgenooten in Noord-West- Nederland. Wij ontvingen uit Engeland onderstaand artikel, waaraan wii, ondanks het feit, dat door de langzame briefcommunicatie met dit land, de actualiteit wat vervaagd is, toch volgaarne plaatsruimte verleenen. Een lichte voorjaarszon werpt opgewekt haar stralen tusschen de stompe heuvel toppen door, op 232 zingende Hollandsche jongens neer, die door enkele achtergeble venen tot netheid en stilte worden ge maand, omdat „Ze er al is!'' Het enthou siasme stijgt ten top en springt eindelijk in een juichenden stormloop los op H. K. Hoogheid, die onder- een lagen eikenboom op de komst van haar jeugdige landgenoo ten staat te wachten. Ze praten in hun Vlaamsen-, Brabantsch- en Limburgsch dialect en stellen allerlei vragen: Bent u in een vliegtuig uit Amerika gekomen Is Prins Bernhard er niet bij? Waar is Beatrixje nou Die kan zeker wel Engelsch praten?" Even later klinkt rondborstig „Op U zoo wil ick bouwen" en „God save our noble King" door de Schotsche Laaglanden, ge volgd door driewerf „Hiep, Hiep" voor de heele Kon. Familie. Aan tafel eet Zij, op eigen verzoek, tus schen de kinderen mee en luistert belang stellend naar de vele verhalen van nieuwe schoenen en truien, Amerikaansch speel goed, maar ook van beschietingen en bom bardementen, waarvan onze jongens uit Breskens, Oostburg, Sluis en Aardenburg, onze West Zeeuwsch-Vlamingen, zoo vol zijn. In de feestelijk getooide ontvangzaal wordt Haar later een prachtig bouquet nar cissen met oranjelint aangeboden en enkeie van de meest getroffen jongens brengen „Hun Prinses" tot ontroering, wanneer ze spontaan chocolade en speelgoed meegeven voor de Prinsesjes. Op de slaapzalen werd dien avond, na de vermoeienissen, extra geslapen, zoodat de meester, niet gemerkt hebben, dat ze 's avonds nog zijn bezocht en soms moe derlijk werden toegedekt. Na een gezellig vertrouwelijken avond met de kampleiding te hebben doorge bracht en een korte nachtrust op een kampbed vertrok H. K. H. den volgenden morgen vroeg, omgeven door een cordon van jongens, die zwaaiden en zongen tot de auto uit 't zicht achter de heuvels weg gleed. Het is voor Glengonnar-camp een groote eer en een eenvoudige, maar altijd blijven de herinnering. G. J. SCHIPHORST, Glengonnar near Abington. Op V E-day heeft het tribunaal te Breda na ruim 7 maanden bevrijding, zijn zittin gen aangevangen. Teneinde onze lezers een indruk te geven van de „ernstige" gevallen, die vanzelf sprekend allereerst worden behandeld, be voor de krijgsgevangenschap, hij kon niet onder duiken, want men zag hem ook aan voor een N. S. B'er. Nu had hij ruggegraat moe ten hebben en principieel moeten zijn, maar hij heeft zich laten aanmelden bij de alarm troepen van den K. T. D. Dit is in het algemeen niet onschuldig, want deze men- schen werden gewapend. Hij behoorde even wel tot den hulpdienst, die geen andere taak had dan hulp te verleenen bij het in laden. wanneer de Duitschers zouden weg trekken." „Wat deze man gedaan heeft is laakbaar en hij verdient straf. Het is alleen de vraag, of hij daarbij heeft doorgedacht. Vaststaat, dat hij geweigerd heeft lid der N.S.B. te worden. Nadat hij 8 weken "bij de alarm- troepen was geweest, is van hem geëischt, dat hij lid der N.S.B. werd. Hij weigerde en deed niet meer mee. Nog andere dingen spreken in zijn voordeel. Hij heeft, ofschoon daarom verzocht, de Duitsche adelaar niet op zijn Nederlandsch uniform gedaan." Verd. verklaart nog: „Zij, die mij kenden, wisten dat ik niet voor Duitschland was, maar de anderen vertrouwden mij natuur lijk niet." Voorz.: „Begreep U niet, dat het voor de bevolking een ergernis moest zijn, U in zoo'n pak te zien rondloopen?" Verd.: „Juist daarom ging ik ook pas 5 minuten vóór het begin der oefeningen mijn huis uit." Voorz.: „Het tribunaal acht het deze zaak werkelijk niet van een dergelijken aard, dat een zware maatregel zal moeten worden opgelegd. In verband met de mogelijkheden, die op het oogenblik niet wel voorzien zijn om een maatregel op te leggen, die in overeenstemming is met Uw gedragin gen, wordt de uitspraak voor onbepaal- den tijd aangehouden." Vervolgens verschijnt de 68-jarige café houder J. H. van Schuppen, wien wordt ten laste gelegd, dat hij na 10 Mei 1940 lid is gebleven van den N.S.N.A.P. tot de fusie dezer partij met de N.S.B. en tijdens de be zetting in 1940 de Duitsche Weermacht aanwijzingen heeft gegeven met betrekking tot het vliegveld te Gilze-Rijen. De Voorzitter deelt den beschuldigde mede, dat de te laste legging wordt aange vuld en hij alsnog beklaagd wordt, dat hij voordeel heeft getracht te trekken uit van wege den vijand genomen maatregelen om trent Joodsch bezit door grond en eigen- dommen, welke 3,an Joden toebehoorden, te koopen van den beheerder der N. V. Bank voor Onroerende Zaken. Verdachte, ofschoon grijs en gebogen van uuderdom, is in zijn verdediging zeer adrem cn geconcentreerd. Hij erkent lid te zijn geweest der N.S.N.A.P. Ten aanzien van de beschuldiging met betrekking tot het vlieg veld. verklaart hij, slechts een Feldwebel te hebben gezegd: „dat een vliegveld met zoo'n groote frontbreedte aan den openba ren weg altijd voor spionnage vatbaar is. Voorz.: „U schrijft in een brief van 1941, dat U zich bevond onder den druk en de uitbuiting van Amsterdamsche Joden." Verd.: „Dit was indertijd ook zoo. Dat onroerend goed is oorspronkelijk van m:j geweest. Ik had daarop een te hooge hypo theek en door de boetes liep die steeds hooger. Zij hebben het goed geëxueuteerd en voor de hypotheek ingekocht. Er was een conditie, dat ik het recht had, het binnen 6 jaren terug te koo pen, wanneer ik het tekort op de hypotheek aanzuiverde. Dat is gebeurd. Toen ik daar in 1943 kwam, was mijnheer Van Dam daa r ook nog werkzaam en de procuratiehouders waren er ook allemaal nog." Op grond van de nieuwe feiten, die uit d'e verklaringen van den beschuldig de kunnen blijken, wijst het Tribunaa de zaak terug naar de Raadkamer ter her-opening van het voofbereidenc onderzoek. Vervolgens staat terecht A. P. Koevoets 31 jaar, wonende te Breda, machine-bank werker. Hem wordt te laste gelegd, dat hg van Juni 1940 tot September 1941 lid was der N.S.N.A.P., vanaf begin 1943 lid van het N.A.F. en daarvoor bij zijn mede-arbei ders propaganda maakte. Verdachte wordt verdedigd door Mr. Struycken. Op de desbetreffende vraag van den Voorzitter zegt verdachte, dat hij tot de N.S.N.A.P. is toegetreden, omdat hij meen de, dat samenwerking met Duitschland mogelijk zou zijn en in het belang der ar beiders-klasse. Het doel heiligde de midde len. „Men moest er voor de arbeiders-klasse uithalen, wat er uit te halen was." Voorz.: „U bent van de N.S.N.A.P. lid gebleven tot 14 dagen vóór Uw huwelijk. Waarom bent U in 1943 dan toegetreden tot het N.A.F. Verd.: „Uit dezelfde overwegingen eigen lijk. Om de sociale verbeteringen, die er toch nog eenigszins uit voortgekomen zijn." Voorz.„In 1943 wist ieder, die een beetje onderscheidingsvermogen had, wat achter die dingen zat. Dat U in 1940 den kop kwijt was, kan ik mij voorstellen, maar in 1943 Verdachte verklaart vervolgens, dat de fabriek, waar hij werkte, volgepropt zat met onderduikers en menschen, die zich trachtten te onttrekken aan het werken in Duitschland, doch dat hij nimmer iemand in deze richting heeft gedreven. Hij erkent in het begin wel eens den Hitlergroet te hebben gebracht. Mr. Struycken vraagt den verdachte, of hij zich vóór den oorlog altijd goed heeft gedragen. Verdachte antwoordt daarop met stemverheffing: „Ook tijdens den oorlog." Mr. Struycken: „Waar waren Uw offi cieren, toen U nog in het vuur zat?" Voorz.: „Daar zullen wij maar niet ver der op ingaan." Mr. Struycken zegt, dat dit toch van be lang is. Verd.: „De officieren hebben ons moeder ziel alleen gelaten en dat is van grooten invloed geweest op mijn houding tijdens de bezetting.' Voorz.: „Dat maakt Uw stemming duide lijk in 1940 en 1941. maar niet dat U in 1943 weer met die N.A.F.-propaganda be- gint." Verd.: „Alleen mijn gevoel als arbeider. In de oorlogsdagen hebben wij als arbeiders veel op eigen initiatief gedaan." Mr. Struycken zeide, dat verdachte geen opportunist is, maar wel een idealistische jongeman, die niet altijd kon overzien, wat hij deed. Hij moest zorgen voor ouders, zijn vader was invalide. Zijn teleurstelling over den gang van den oorlog, maar vooral over hen. die hem leiding hadden moeten geven, was groot geweest en het is volkomen te begrijpen, wat dit voor een verwoesting moet aangericht hebben In een dergelijke primitief-idealistische natuur. De ziekte in zijn krijgsgevangenschap heeft hem er niet uitgeholpen. Integendeel, hij kwam er dieper door in den put: hij kon het niet meer aan en, thuis gekomen, heeft hij zich daardoor laten bepraten door een Duitscher en is lid geworden van de N.S.N.A.P. Uit deze psychologische dwangpositie kon verdachte niet meer komen. Hij heeft ons land door zijn zonden geen groot nadeel berokkend en hij heeft deze maanden natuurlijk zeer geleden, want de kwelling van een dergelijk voorarrest is natuurlijk zeer groot. Spreker wil niet zeggen, dat hiermee voldoende is geboet, maar gelooft toch, dat er alle reden is om de reeds ondergane straf reeds nu in volle mate uit te meten. Bij de weinige mogelijkheden, die het Triibunaalbesluit biedt, en waar er geen vermogen is, om verbeurd te worden ver klaard. doet spreker een beroep op het Tri bunaal om clementie te betrachten. De uitspraak wordt bepaald op 22 Mei, waarna de zitting wordt gesloten. Prinses Juliana bezocht Walcheren. Woensdag heeft H. K. H. Prinses Juliana een bezoek gebracht aan het overstroomde Walcheren, 's Avonds 7 uur keerde de Prinses terug naar Middelburg, waar Haar van de zijde der bevolking een enthousiaste ontvangst te beurt viel. Padvindsters boden de Prinses een bloemruiker aan, ter wijl een afdeeling van de stoottroepen een eerewacht vormde voor het Hotel De Burg, waar de ^Prinses tijdelijk haar intrek nam. Het Ministerie heeft zijn ontslag aangeboden. De Regeeringsvoorlichtingsdienst deelt volgens Radio-Oranje mede, dat de Minis ter-president Prof. Gerbrandy, daartoe door den ministerraad met algemeene stem men gemachtigd, aan H. M. de Koningin het ontslag van het Kabinet heeft aange boden, zulks ter voldoening aan de meer malen gedane toezegging, dat de tegen woordige ministers na de algeheele bevrij ding van Nederland hunne portefeuilles be schikbaar zouden stellen. H. M. de Koningin heeft de ontslagaan vraag in overweging genomen en de ministers verzocht, zich te willen belasten met de afdoening der loopende zaken, en tot aan het tijdstip dat een nieuw kabinet zal kunnen optreden, ook alle maatregelen te willen nemen, die in 's lands belang noodig zullen blijken. Deze laatste toevoeging, die een afwij king is van den gewonen vorm, is gedaan uit overweging, dat de beslissingen van H. M. de Koningin in verband met het op treden van een nieuw kabinet, indien de vorming wat veel tijd zou vergen, niet be hoeven te worden beïnvloed door de over weging, dat gedurende dien tijd maatrege len zouden achterwege blijven, die in het belang van het land dienen te worden ge nomen. De Kabinetscrisis. H. M. de Koningin heeft Donderdag in verband met de kabinetscrisis in gehoor ontvangen de heer W. Drees, voorzitter van het tijdens de bezetting gevormde con vent der politieke partijen. De oud-Minister de heer J. J. C. van Dijk, die de vorige week door de Geallieer den in Italië werd bevrijd, is Woensdag in Nederland aangekomen. Volgens het Limburgsch Dagblad is Ir. W. J. Dewez benoemd tot waarn. direc teur-generaal van den landbouw. Woensdag is weer een schip uit Gothen burg met een lading levensmiddelen naar Nederland vertrokken. In totaal heeft Zweden reeds 15 millioen kilogrammen levensmiddelen naar Nederland verscheept. Een vredesaanbod van Japan. Uit San Francisco wordt gemeld, dat daar een Japansch vredesaanbod aan Enge land en de Vereenigde Staten is ontvan gen. Dit aanbod is door Russische diploma tieke kringen gedaan, alldus wordt van bevoegde zijde vernamen. De Geallieerde mogendheden hebben ge weigerd op het voorstel in te gaan, om dat het niet voldoet aan den eisch van on voorwaardelijke overgave. De speciale correspondent van Reuter voegt hier nog aan toe, dat het vredesaan bod, dat in een memorandum was neerge legd, door een aaijtal Japansche personen te Moskou is overhandigd. Het memoran dum was blijkbaar afkomstig van een groep groot-industrieelen en het zou de passage bevatten, dat de Keizer Hiro be reid was onderhandelingen aan te gaan, om een einde te maken aan den oorlog, met de mogelijkheid de Japansche militaire regeering omver te werpen. Japan zou bereid zijn, de veroverde ge bieden op te geven, doch het aanbod was gebaseerd op behoud van de Keizerlijke constitutie. Het aanbod beteekende de vol ledige omverwerping van de Japansche politiek, met inbegrip van vrije verkiezin gen, om een democratische regeering te vormen. In het memorandum wordt gezegd, dat de Japanners nog steeds een zeer groote macht hebben en dat zij nog in staat zijn een langdurigen oorlog te voeren, maar, zoo gaat het voort, ontelbare levens zou den gespaard kunnen worden, indien een overeenkomst zou worden bereikt, om de vijandelijkheden te staken. Kringen, die nauw contact onderhouden met de Sovjet-delegatie, hebben aan Reu ter verklaard, dat het aanvaarden van het aanbod de mogelijkheid zou scheppen van een nieuwe Japansche agressie. Verordening van den Militairen Commissa ris van het District Zeeuwsch-Vlaanderen, d.d. 15 Mei 1945, No. 11. (Verordening Jeugdbescherming.) De Militaire Commissaris van het District Zeeuwsch-Vlaanderen, mede uitoefenende de bevoegdheden, toegekend aan het Mili tair Gezag in het vorengenoemde gedeeltt van het in bijzonderen staat van beleg ver- keerende grondgebied van het Rijk in Europa; Overwegende, dat de veiligheid van den Staat vordert, dat voorschriften worden gegeven ter bescherming van de Jeugd; Gelet op de desbetreffende bepalingen van het Besluit op den bijzonderen staat van beleg; Stelt vast de volgende VERORDENI NG. Artikel 1. Deze verordening verstaat onder: a. kinderen: ongehuwde mannelijke en vrouwelijke personen beneden den leeftijd van zeventien jaar; b. jeugdige personen: ongehuwde manne lijke en vrouwelijke personen van zeven tien en1 achttien jaar; c. opvoeders: ouders en voogden. Artikel 2. Het is aan kinderen en jeugdige perso nen verboden: a. te verblijven in café's, restaurants, lunchrooms en openbare vermakelijkhe den. Onder openbare vermakelijkheden worden ten deze niet begrepen filmvoor stellingen toegelaten voor alle leeftijden; b. te verblijven in de open lucht tusschen 22 uur en één uur vóór zonsopgang. Artikel 3. De verbodsbepalingen genoemd in artikel 2, gelden niet ten aanzien van jeugdige personen, die: a. zich bevinden in gezelschap en onder toe zicht van een hunner opvoeders, of

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1945 | | pagina 2