DE VRIJE ZEEUW
P
.V
f
wi
Ie Jaargang
DINSDAG 1 MEI 1945
No. 46
I No. 67
Bezinning.
HAAREN EN VUGHT
EEN BRABANTSCH SANATORIUM
TE TILBURG.
HET ANNEXATIEVRAAGSTUK.
NOORD HIELP ZUID.
Redactie: S. W. Henry en P. L. D. J. van Oeveren Redactie-adres: .Julianastraat 37, Terneuzen
Dit Blad wordt op last van het Militair Gezag gedrukt bij de N.V. Firnia P. J. van de Sande, Terneuzen
Administratie-adres: Noordstraat 57, Terneuzen.
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Terneuzen 1,50 per 3 maanden, buiten Terneuzen ƒ1,74 per 3 maanden. Bij vooruitbetaling ƒ6,60 per jaar.
ADVERTENTU2NPer mm 10 cent, minimum per advertentie ƒ1,50. Rubriek kleine advertentiën 1 5 regels 60 cent; iedere regel meer 12 cent,
maximum 8 regels. Dientsaanbiedingen en dienstaanvragen 15 regels 52 cent; iedere regel meer 10 cent. Met vermelding brieven of adres bureau
van dit blad 10 cent meer. Handelsadvertentiën bij regelabonnement tegen verminderd tarief, dat op aanvraag verkrijgbaar is.
Inzending van advertentiën uiterlijk 9 uur v.m. op den dag der uitgave.
Het kan wel niet anders of 5 lange jaren
oorlogvoering heeft zijn stempel gedrukt
op land en volk. En dat niet alleen in
materieel opzicht, doch ook in geestelijken
zin. Ons volk heeft zijn innerlijk evenwicht
nog lang niet teruggevonden. Nu is dat
geen wonder. Tal van factoren zijn er die
maken dat de geest, die de innerlijke rust
zoo zeer van noode heeft, deze niet of moei
lijk kan verwerven.
Maar toch zijn wij van meening dat een
waarschuwend woord tegen de steeds toe
nemende geprikkeldheid, pvergeïrriteerd-
heid en overgevoeligheid van ons anders
zoo kalm en bezadigd volk, hier op zijn
plaats is. J,
Dat ons volk door het geweldig wereld
gebeuren der laatste jaren diep geschokt
is spreekt vanzelf. Dat zij zich echter
over allerlei kleine gebeurlijkheden, over
in den grond onbelangrijke fouten die
voortvloeien uit de ongetwijfeld zeer groote
problemen waar de autoriteiten na de be
vrijding mee hebben te worstelen, opwindt
alsof het staatszaken van de eerste orde
betreft, is minder te begrijpen. Ons blijkt
dit o.a. door den stroom van ingezonden
stukken over de meest nietige onderwer
pen, waarvan wij slechts een deel kunnen
plaatsen en waarbij wij ons soms afvragen
waar de werkelijkheidszin en de zin voor
juiste proportie's van een deel onzer is
gebleven.
Doch wij willen zelfs verder gaan. Ook
in de allerbelangrijkste zaken achten wij
meerdere malen een bezadigder oordeel op
zijn plaats. Het bespreken van diverse
vormen van overgeïrriteerdheid zou ons te
ver voeren. Zoowel de critiek op de voed
selvoorziening, het Militair Gezag, de be
rechting der landverraders, spreekt in dit
opzicht voor zichzelf. De storm, die aan
het opsteken is, rond de benoeming van den
heer De Quay tot Minister van Oorlog,
waarbij sommigen reeds zoover gaan de
deur van het concentratiekamp op een kier
te zetten, is een ander voorbeeld. Niet dat
wij van meening zijn dat wij rustig dienen
af te wachten wat er met ons gebeurt of
wat men ons gelieft voor te zetten. Die
tijd is gelukkig voorbij.
Wfflzelf hebben onlangs over de langzame
berechting der landverraders, de onjuist
heden die voorkomen bij de diverse vormen
van vorderen, het onze gezegd. Het gaat
ons slechts om de uitwassen, om het gevaar
dat we door de boomen het bosch niet meer
zien en op den duur 'vervallen in een vol
komen onvruchtbaren kankergeest, waarbij
het opbouwende element soms zeer in het
gedrang komt en waarbij de beste stuurlui
werkelijk nog steeds aan den wal staan.
Wij willen volstaan met het aanstippen
van een enkel voorbeeld, ongetwijfeld ech
ter het allerbelangrijkste: Onze houding
in de ramp die Noord-West-Nederland op
dit oogenblik treft. Wij mogen zeggen dat
er niemand is die met het lot van onze zoo
zwaar beproefde landgenooten in het
Noord-Westen des lands niet innig begaan
Wij weten, dat alles wat ons daarom
trent door radio en pers is medegedeeld
volkomen juist is. Wij allen hebben in dit
deel van het land onze naaste verwanten
waarvan wij niet weten of zij nog leven dan
wel of zij in een zeer deerniswekkenden
toestand verkeeren. Het is inderdaad niet
mogelijk bij dit verschrikkelijke leed kalm
en rustig als steeds onzen gang te gaan
en met de armen over elkaar af te wachten
wat er uiteindelijk zal gebeuren.
Nu bereiken ons uit andere deelen van
bevrijd gebied berichten over voorgenomen
demonstratie's, over oproepen- aan de be
volking door vooraanstaande personen enz.
die allen ten doel hebben de Geallieerden
als het ware te dwingen hun krachten
allereerst te wijden aan de bevrijding van
het nog bezette deel van ons Vaderland.
Het komt ons voor, dat hier sprake is van
nuttelooze energie-verspilling en het drijven
in een richting die onze uiteindelijke positie
niet ten goede kan komen.
In één van zijn zeer gewaardeerde en
interessante redevoeringen voor Her
rijzend Nederland" drong ,,de Fox" verder
aan op het sluiten der vermakelijkheids
inrichtingen, in verband met het leed in
Noord-West-Nederland. Wij kunnen het
ook met dergelijke ver doorgevoerde bepa
lingen niet eens zijn. Hoezeer ons het
vernemen der ellende van de bezette ge
bieden drukt, wij hebben ons leven te lei
den zooals het geleid behoort te worden,
in een wereld die oorlog voert.
Hoe denkt men zich de innerlijk ge
moedsgesteldheid van den Geallieerden sol
daat na meer dan 5 jaren oorlog? Ook
zij hebben in hun land tallooze slachtoffers
te betreuren; meerderen zijn jaren van huis
en hebben nog langen en inspannenden
strijd voor den boeg.
Het laat zich slechts moeilijk indenken
hoeveel innerlijke kracht er voor die men-
schen noodig is hun plicht tot het einde toe
met vastberadenheid en blijmoedigheid te
vervullen.
Wij kunnen als volk niet gaan rouwen
om niets en niemand al was het alleen
tegenover onze Geallieerde bondgenooten
die zelf door een zee van „bloed en tranen"
met groote offers en met volkomen ter
zijdestelling van hun eigen persoon, deze
jaren zijn doorgegaan. Ook zij verloren
verwanten en vrienden en ook zij moeten
verder tot de vrijmaking der wereld is
voltooid.
Nogmaals wij voelen zelf het leed te goed
dan dat wij hierover niet dan met den
grootsten schroom spreken, doch onze
meening is, dat het sterker is met de tan
den op elkaar door te gaan, zooals wij
reeds bijna 5 jaar gegaan zijn; en al moge
ons hart breken, onze bondgenooten zullen
ook bij ons hun opgewektheid en hun
levensmoed moeten kunnen verwerven, die
noodig is om zich ook verder ten volle te
kunnen geven.
Onze regeering te Londen zou dien naam
niet waardig zijn \yanneer zij niet reeds
aJie denkbare mpeite had gedaan om de
Geallieerde leiders van den nood in ons land
te overtuigen en onze bondgenooten zouden
dien naam niet waardig zijn indien zij niet
al het mogelijke zouden doen om hierin
spoedig redding te brengen. Deze gedach
ten mogen tot kalmte en .bezinning manen.
En dan gaan we niet protesteeren, dan
houden we geen meetings en sluiten we
geen bioscopen; neen, dan doe een ieder
zyn plicht in zijn eigen kring en diegene
die kan, zette zich in voor de goede zaak.
En dan buigen we het hoofd en vouwen
de handen, want wij weten zoo heel zeker
en dat is wel het allerbelangrijkste:
annexatie in aanmerking komen, verklaarde
de heer Van Kleffens, dat militaire over
wegingen een rol zullen spelen, doch geen
hoofdrol. Hij legde er echter den nadruk
op, dat de Nederlanders zelf moeten be
slissen, op welke wijze zij moeten worden
schadeloos gesteld.
Minister Van Kleffens geloofde, dat het
niet waarschijnlijk is, dat het vraagstuk
van annexatie in San Francisco zal worden
behandeld. Hij voegde aan zijn verklarin
gen nog toe, dat Nederland geen Duitsche
arbeiders wenscht om mee te helpen aan
den wederopbouw, tenzij in dringende ge
vallen, bij voorbeeld indien groote massa's
Nederlanders zoo verzwakt zullen blijken
te zijn, dat er geen arbeiders gevonden
kunnen worden om uiterst noodzakelijken
arbeid te verrichten, zooals het herstel van
dijken. In andere gevallen zullen geen
Duitsche arbeiders noodig zijn.
door G. F. Bruijnzeel.
(2. Slot.)
Recht over onze cellen waren de verhoor
kamers. U begrijpt we hoorden en zagen
nogal eens wat door het gat in de deur.
We hoorden ze vaak kermen, die verhoord
werden, want dit ging meestal met schop
pen en slaan en verder gemeene handelingen
gepaard. Hier moet men Duitscher voor
zijn om dat te bedenken. Dit alles ging
niet zoomaar aan je voorbij. Maar ook
waren er leuke dingen; ik heb nog nooit
zooveel Hollandsche liederen gezongen als
daar. Van de parachutisten boven ons
leerden we het volgende legioenslied:
Wij zonen van een staat
Die nimmer heeft gebogen,
Nooit zullen wjj gedoogen
Dat vrijheid ondergaat.
Nooit zullen wij berusten
Dat onze schioone kusten,
In vreemde heerschappij
Ons Holland wordt weer vrij.
Wjj maken ons gereed
Wij zullen opmarcheeren,
Verdrijven vreemde heeren
Die brachten zooveel leed.
Dan zullen wjj weer bouwen
In vrede en vertrouwen,
Want eenmaal keert het tij
Dan wordt ons Holland vrij'.
Ik denk dat we dat lied wel iederen dag
gezongen hebben, zeer tot ongenoegen van
de bewakers. Dan ook Engelsche liedjes
It is a long way, enz. Het kwartiertje
luchten is de grootste attractie van
den geheelen dag. Heerlijk even rond te
mogen loopen en weer frissche lucht te
ademen, want een cel is toch zoo klein,
vier stappen rond de tafel en twee naar
de deur, dat is alles. Het celleven valt
Hij kan en wil en zal in nood
Zelfs bij het naderen van den dood
Volkomen uitkomst geven.
H.
Eindhoven (A.-A.). Beschikking werd
verkregen over het gebouw „Mariahof" te
Tilburg, dat nu als sanatorium van de al
eerder opgerichte Sanatorium-Stichting
,,De Klokkenberg" spoedig zal worden in
gericht.
'Het Bestuur der Stichting mocht er in
slagen Dr. C. Dijkstra te Breda voor zijn
plannen te winnen en deze zal de leiding
van het sanatorium op zich nemen.
Minister Van Kleffens heeft op een pers
conferentie te San Francisco een verkla
ag afgelegd over de nieuwe overstroo-
mingsramp, welke de Duitschers in West-
Nederland hebben aangericht. Na een
uiteenzetting te hebben gegeven omtrent
het gebied, dat de inundaties beslaan, zeide
de heer Van Kleffens dat er nog vier en
een kwart millioen Nederlanders ten prooi
zijn aan den hongersnood. Teneinde het
Nederlandsche volk over het noodige voed
sel te doen beschikken zou annexatie van
Duitsch grondgebied misschien noodzakelijk
ijn. Dit is de reden, waarom de Neder
landsche regeering dit vraagstuk aan de
orde heeft gesteld. De grootte van het
gebied, dat bij Nederland zal worden ge
voegd zal afhankelijk zijn van den omvang
van de aangerichte verwoestingen, maar
het Nederlandsche volk moet zelf beslissen
of zij deelen van Duitschland wenscht te
annexeeren, natuurlijk zonder Duitschers.
In antwoord wat betreft de vraag, welke
deelen van Duitschland het meest voor
niet mee, ik heb er zelf goed tegen gekund,
maar veel vrouwen hebben celangst en
lijden aan slapeloosheid; klaagde je er
over bij den dokter dan zei hij; slaap je den
vierden nacht nog niet, den zesden des te
beter. De eerste maanden kregen we geen
brieven en mochten ook niet schrijven
Wel kregen we na enkele weken boeken
en werkelijk de mooiste boeken kon men
dan lezen, dat was voor ons een reuze
genot. Wanneer men zoo enkele maanden
zit, wordt men ook vindingrijk. Wie waagt
die wint. Meermalen hebben we bood
schappen, waarschuwingen betreffende
gezochte personen, naar buiten weten te
krijgen via het bezoek of met degenen die
ontslagen werden. Anderen borduurden het
in de zoomen van de vuile wasch die ze
naar huis stuurden. En wanneer zooiets
gelukt is, dan geniet je er d^gen van
Natuurlijk hadden we voor al die wacht
meesters en führers bijnamen zooals Ouwe
Taaie, Hinka Loch, Zwijn I, Brulaap enz.
Die Scharführer daar kan ik het nog koud
van krijgen als ik aan hem denk. Hij was
ook eigenlijk de beul van Haaren. U
begrijpt wel hoedanig mensch het was.
Veel gezelligheid brachten ons de flur-
werters, dat waren gevangenen die werken
mochten bijv. met de etenswagen langs de
cellen komen en de gangen schrobben.
Maar die etenswagen werd al gauw
afgeschaft daar de flurwerters teveel met
de gevangenen spraken.
Op het binnenplein werden we altijd
gelucht, ook de mannen; als we door het
celraampje keken zagen we de mannen
loopen, en werd er nogal eens naar hun
gezwaaid. Op zekeren dag waren ze zeker
in 't geheel niet te spreken, en schoten ze
een meisje door het raampje dood, ze zat
al zeven maanden omdat ze vier Joden
kindertjes verborgen had. Op 15 Maart
van het vorig jaar werden we met een
groep van 40 naar Vught gebracht. Het
deed je weer goed de buitenwereld te zien
Roosendaal (A.-A.). Dezer dagen ont
ving een familie hier ter stede een brief
van hun priesterzoon, die met vele burgers
van Roermond indertijd via Duitschland
naar Friesland was geëvacueerd door de
Duitschers. De Pater schreef over de
voortreffelijke manier, waarop de Noorder
lingen de Zuiderlingen te hulp zijn geko
men. Men ondervond bij het inkwartieren
niét de minste moeite. Er bleek geen ver
schil tusschen Noord en Zuid. Ook het
verschil van religie speelde geen rol. Inte
gendeel, de Protestantsche predikanten
stonden hun kerken onmiddellijk zeer be
reidwillig aan de Katholieke geestelijken
af en in St. Augustinusga werd de eva
cuatie-pastoor bij den dominéé onderge
bracht. De Limburgers betuigden voor dit
alles hun buitengewone erkentelijkheid.
Een grootsch moment voor de opgejaagden
was het Pontificale Lof, hetwelk Mgr.
Lemmens, de Roermondsche Bisschop, te
Groningen in de groote Martinikerk op
droeg, bij welke gelegenheid de Opper
herder een treffende predikatie hield.
We wisten niet waarheen, we dachten
Duitschland, maar dit viel mee. alhoewel
Vught een slechten klank heeft. Het kamp
is juist een modern dorp, met mooie wegen
en midden in de bosschen, alleen met dit
groote verschil: een dorp heeft altijd een
kerk en hier was het een gevangenisbunker
genaamd.
We kregen allen kampkleeren aan, de
bekende streepen, een heerenoverjas (met
de Jodenster er nog op) en een paar klom
pen. Onze eigen kleeren gingen in een
zak tot men weer naar huis ging. Die over
gang van Haaren naar Vught is wel heel
groot, meer vrijheid en werk. Vaak was
het hard werken daar. hard werken en
slecht en weinig eten; zes weken aan een
stuk aten we wortelsoep. Maar wat
hygiëne betreft, dat was af. Een groote
badinrichting was er en een douche waar je
dan met 150 a 200 mannen tegelijk baadde,
dit was verplicht 1 maal in de week.
Den eersten dag moest men naar 't zieken
huis om onderzocht te worden, bleek men
ziek te zijn of besmettelijk, dan kwam
men in het ziekenhuis. Het personeel van
het ziekenhuis bestond ook uit gevangenen,
ook de doktoren en tandartsen, wat voor
ons gevangenen heel prettig was. Alleen
als men een temperatuur van 39' had,
mocht men in bed blijven, tenminste als
men eerst een half uur door de kou naar
den dokter geweest was.
In dien tijd waren er nog ongeveer 500
Jodinnen en kinderen in Vught. Eenmaal
heb ik meegemaakt dat ze op transport
gesteld werden.' Allen werden in één zaal
uitgekleed, alles wat ze hadden bleef daar
achter, in een andere zaal kregen ze een
stel kunstzijden ondergoed en een dunne
jurk, dat was alles. Na 4 uur in de kou
te hebben staan wachten, kwam het be
richt dat het transport niet doorging,
enkele weken later ging het dan wel door.
Wie zal er nog van in leven zijn Vroeg
in den morgen, vaak als het nog donker
-neuzen
2 cent;
bureau
leuzen de
ndsch- en
/an Bëlgi-
aor de bij-
lederlagd-
iodswe
de heer
waren
ds Direc-
was, stonden we al op appèl, zoo'n 1000
vrouwen en een eind verder 3 k 4000 man
nen met kale hoofden en streeppakken.
Vaak heb ik gezien dat ze geslagen en ge
schopt werden, heel dikwijls ook door de
capo's. Wekelijks zag ik ook gevangenen
wegvoeren om doodgeschoten te worden,
bleeke smalle gezichten; wie weet hoe lang
ze al in die bunker gezeten hadden, de
zooveel besproken bunker, waar menig
Hollander het leven liet. Dan het ont
vluchten, hoe is het mogelijk zult U zeg
gen als U het kamp in Vught gezien hebt.
Toch is het zoo. Van de buitencommando's
liepen er geregeld iedere week weg, doch
uit het kamp gebeurde het ook. Daarvoor
kregen we gezamenlijk straf, dat bestond
in uren op appèl staan, en bijna altijd Zon
dagsmiddags, onzen vrijen middag. De
mannen stonden vaak tot 's nachts. Op
het terrein waren groote barakken ge
bouwd, afdeeling van de Philips. Ik denk
dat de helft van de gevangenen hier in
werkten. Dan was er in Den Bosch een
gasmaskerfabriek waar de gevangenen ook
in een kamp ondergebracht werden; hier
werd flink gesaboteerd. Wat het „Roode
Kruis" voor Haaren en Vught gedaan
heeft, dat is werkelijk enorm veel geweest.
Was dat er niet geweest, dan waren er
nog veel meer dooden en uitgeputte men-
schen geweest. Van het wekelijksche pak
dat men kreeg van het ..Roode Kruis", kon
men ruim drie dagen leven. Want hard
werken en weinig eten, dat houdt men niet
lang vol. Ik dank U allen namens hen die
in Haaren en Vught gevangen hebben
gezeten voor de gaven, hoe U het ook
geschonken hebt, Hetzij in geld of natura
aan het „Roode Kruis". Ik hoop dat U
zult worden of blijven een blijde gever of
geefster aan het „Roode Kruis", zoodat
straks, wanneer Nederland heelemaal vry
komt, de middelen er zullen zijn om den
grooten nood te lenigen. Helpt allen mee
aan den wederopbouw van Nederland.
ovelen ^e-
noodiging
'igiihr van
ig gedrag
p hetwelk
èt aan de
raan. Het
op voor
arme. aan
Tj. Span-
férdienste.
Godsdienst
ren, waar-
behield hij
n nam hij
rtscheping
-, vaartuig
hem toe-
jwederom
een schip
ride hecht-
avezen de
Fd°.n Leer
'gevoelige
monteerde
•scheiding,
er op aan
corps van
:trachting,
st critieke
kan wcy-
ns kunnen
ikan met
st .spreker
Wt reucen
e*rde ver-
pte cfet zjj
steup aai
ïooie doc$^
lierop den
ig van de
i#|iten fn
n 'tplang-
efti oreerjje
'efling van
ren.
rioodigden
e®al v<ui
nuttigen
g voorval
bleek, tl at
helden in
art pnfler-
>n§
b enkele
over, de
vertrouw-
dsii heer
(mlekschd
leftherja'T™
Terneuzen -
iet betre-
jriekschea
pgsjbande-
nirtg zich
er.tijdens i
'.hestonck
voldeed
moe.,i hó
llen V&or-
rogte van.,
n convcc^
de heer
et redden
piei op er*
scltiff dat
>nk Hfe-
|an het
er kaak
lijn a, off-
n Ameri-
le laatste
scorer op
ond s.iel-
f te hulp
hken dat