m DE VRIJE ZEEUW VORDEREN. deze: Redactie i S. W. Henry en P. L. D. J. van Oeveren Redactie-adres i Juiianastraat 37 Terneuzen Dit Blad wordt op last van het Militair Gezag gedrukt bij de N.V. Firma P. J. van de Sande, Terneuzen Administratie-adres Noordstraat 57, Terneuzen. ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Terneuzen 1,50 per 3 maanden; buiten Terneuzen 1,74 per 3 maanden. Bij vooruitbetaling 6,60 per jaar. ADVERTENTIËN: Per mm 10 cent, minimum per advertentie 1,50, Rubriek itionAP «ï"7 MA ACT in AC k'eine advertentiën 1—5 regels 60 cent; iedere regel meer 12 cent; maximum 8 regels. Dienstaanbiedingen en dienst DINSDAG 27 IVIAART 1945 aanvragen 15 regels 52 cent; iedere regel- meer 10 cent. Met vermelding brieven of adres bureau van dit blad 10 cent meer. Handelsadvertentiën bij regelabonnement tegen verminderd tarief, dat op aanvraag verkrijgbaar is. Ie Jaargang No. 36 Inzending van advertentiën uiterlijk 9 uur v.m. op den dag der uitgave. Het woord vorderen roept bij velen van ons onaangename herinneringen op. Wij denken hierbij aan menschen, die onder den Duitschen bezettingstijd op volkomen willekeurige wijze uit hun huizen werden gezet. Wij denken aan het vor deren van alle mogelijke gebruiksartikelen, welke de Duitschers voor hun oorlogs voering beweerden noodig te hebben en wij denken vooral aan het vorderen van menschen voor werkzaamheden in Duitsch- land of hier te lande aan de Duitsche oorlogsmachine. Ook na de bevrijding echter is het begrip vorderen blijven bestaan, op een wijze echter die vanzelfsprekend in de verste verte niet vergeleken kan worden met het vorderen onder de Duitsche be zetting. Hoe onaangenaam ook, wij zullen hebben te aanvaarden, dat enkelen onzer hun woning, hun auto e.d., zullen hebben te missen, doch thans ten bate van het algemeen belang. Toch zijn hierover klachten gerezen. Naar het ons voorkomt echter betreffen deze klachten niet zoozeer het feit dat er gevorderd wordt, dan wel dat de ver goeding voor 'het gevorderde niet vaststaat en in verschillende gevallen zelfs tot op heden geen vergoeding werd gegeven, hetgeen voor verschillende personen be zwaarlijk moet worden geacht. Het is hierover, dat wij een enkel woord willen zeggen. In het algemeen is de regeling volgens de jongste publicaties aldus, dat vorderingen ten behoeve van de Geallieerde legers geschieden op basis van een overeenkomst met de Neder- landsche regeering en moet worden gezien als een bijdrage van Nederland aan de Ge allieerden oorlogvoering. Hiervoor wordt door de Geallieerden niet betaald. Ver antwoordelijk voor de betaling is de Nederlandsche regeering en wel het Departement van Oorlog, hetwelk daar voor een afzonderlijke afdeeling, de Af- deeling Vorderingen, in het leven heeft geroepen. De vorderingen nu moeten worden uit gevoerd door den burgemeester van de gemeente, waar het te vorderen object zich bevindt. Dit geldt zoowel ten aan zien van onroerende goederen, als van diensten en alle denkbare roerende goederen welke kunnen worden gevorderd. Het eenige contact dat de eigenaar van het gevorderde met de Geallieerden behoeft te hebben is de aflevering van het gevorderde, waarvoor door de ont vangende instantie op het vorderings formulier moet worden afgeteekend. Voor gevorderde roerende goederen geldt, dat de leverancier het vorderingsformulier inlevert bij den burgemeester tezamen met zijn rekening voor het geleverde, waarna de betaling geschiedt door den bur gemeester volgens door het Departement van Oorlog bepaalde regelen. Ten aanzien van gevorderde onroerende goederen is dezelfde werkwijze voor geschreven. Indien evenwel voor de vergoeding voor bepaalde onroerende goederen nog geen normen zijn vastgesteld, zendt de burgemeester de betreffende vorderings- bewijzen, aan de pas ingestelde z.g. re gionale vorderingscommissie toe, welke commissie de juiste vergoeding vaststelt. In groote lijnen is hiermede de gang van zaken aangegeven. In bepaalde ge vallen kan de burgemeester direct tot be taling overgaan, in andere gevallen niet. Dit is afhankelijk van de grootte van het bedrag, doch het zou ons te ver voeren hier in bijzonderheden te treden. Het opmerkelijke bij deze geheele regeling is, dat hoewel het theoretisch alles heel aardig lijkt, er althans in deze streek, nog zooveel personen zijn, die tot op heden geen cent hebben ontvangen voor het gevorderde góed. Wij zouden er dan ook bij de betref fende instanties ten sterkste op willen aandringen hierin ten spoedigste de noodige voorzieningen te treffen. Merkwaardig is ook' de Volgende op? merking welke voorkomt in het verslag, dat wij ontvingen van „Herrijzend Neder land", aan welk verslag ook verschillende van bovengenoemde gegevens zijn ont leend „er moge nogmaals aan herinnerd wor den, dat de burgemeester ingevolge het rondschrijven van den Chef van den Staf van het Militair Gezag van 1 December 1944 Nr. S. 411 gemachtigd is, zoo hij zulks noodig acht, aan den eigenaar of huurder van gevorderde onroerende goe deren voorschotten te verleenen voor het verrichten van noodzakelijke betalingen voor water, gas en electriciteit enz., en ter voorziening in hun tk'geh levensonder houd." Hieruit volgt dus, dat alle kosten voor water, gas, electriciteit, telefoon enz. door den eigenaar van het gevorderde goed moeten worden betaald ongeacht of er veel of weinig water, gas of electriciteit is gebruikt en of veel of weinig telefoon gesprekken zijn gevoerd. Hoewel deze bekendmaking reeds dateert van 1 December 1944 zijn nog geen voorschotten verleend, daar men meende dat hier een vergissing in het spel zou zijn. Van Geallieerde zijde n.l. werd steeds beweerd dat dergelijke vergoedin- dingen evenals in België en Frankrijk door de gemeeenten zouden worden be taald. Ih de circulaire van 1 Maart van het Militair Gezag werd over deze kwestie met geen woord gesproken en men acht deze zaak dus blijkbaar voldoende toegelicht. Zoolang door de gemeenten geen voor schotten worden verleend spreekt het ook vanzelf dat de eigenaar er niets voor voelt de bij hem ingediende rekeningen voor het gebruik van telefoon, electrici teit enz. enz. voor de Geallieerden te vol doen en zoo wordt deze materie een bron van ontevredenheid. Wij zien hier een terrein vol voetangels en klemmen en wij zouden het logischer achten dat de gemeente deze kosten be taalde. Men zal toch ook de vergoedin gen aan de eigenaar te geven niet afhan kelijk willen maken van zekere kosten die door de Geallieerden in zijn woning zijn gemaakt en waarop de eigenaar vanzelf sprekend niet de minste invloed heeft. Enkele gemeenten betalen trouwens weer wèl dergelijke vergoedingen rechtstreeks aan de Openbare Nutsbedrijven. Onze meening hierover is kort gezegd Een ieder dient zoo spoedig mogelijk de juiste vergoeding te ontvangen voor zijn gevorderd goed. Deze vergoeding moet onafhankelijk zijn van factoren zoo- l als gebruik van gas, water, enz. waarop de eigenaar geen invloed kan uitoefenen. Hoe men dat aan de hand van de be staande voorschriften wil bereiken is nog volkomen onduidelijk. Ook hier is een snellere, uitvoeriger en juister voorlichting een gebiedende eisch, die wij, in het belang van alle betrokke nen meenen met recht te mogen stellen. H. HET BEZOEK VAN H. M. DE KONINGIN AAN WALCHEREN EN ZUID-BEVELAND. Den derden dag van Haar verblijf in bevrijd Nederland maakte H. M. een tocht per „duck" door het overstroomde gebied van Walcheren. Zes uur lang reed en voer H. M. in dit amphibie-voertuig over het zwaar getroffen eiland. Via Middelburg, Serooskerke, Oost- kapelle en Domburg ging de tocht naar Westkapelle. Groot was de ontroering van de luttele honderden menschen, die nog in dit vrijwel geheel verwoeste dorp wonen, toen de Koningin te voet een be zoek bracht aan de plaats van. den groo- ten dijkdoorbraak, welke dijk op 3 Oct, I.1. door de R.A.F. werd gebombardeerd en doorgebroken als een eerste fase van den strijd voor de bevrijding van Wal cheren. In dezen strijd is Westkapelle letterlijk van den aardbodem weggevaagd. Niets, letterlijk niets, is van Westkapelle overgebleven. Hier en daar staan nog stukken van de enkele huizen die van steen waren gebouwd. Toch wonen er nog eenige honderden menschen tusschen deze ruïnes. H.M. liet cigaretten onder hen uitdeelen. Het hoofd van de illegale beweging maakte van deze gelegenheid gebruik, om H. M. op de hoogte te stel len van de grieven, die de bewoners tegen de autoriteiten koesteren. De verdeeling van kleedingstukken en speelgoed is, vol gens de bewoners van het dorp, niet eerlijk geschied. H. M. beloofde naar een en ander een onderzoek in te stellen. Geen klacht kwam echter over de lippen der bewoners over het leed, dat over hen gekomen was. In den morgen had H. M. eerst Vlis- singen bezocht, waar eveneens een bezoek werd gebracht aan de plaats van de dijk doorbraak. Den vierden en den laatsten dag van Haar bezoek aan Zeeland, heeft H. M. een kleine groep Zeeuwen toegesproken in het Paleis van Justitie te Middelburg. Onder dit gezelschap bevonden zich ouders van gefusileerden, de oud-illegale werkers en de voornaamste oorlogsslacht offers. In haar rede wees de Koningin er op dat Haar bezoek aan Zeeuwsch-Vlaanderen en Walcheren steeds zal behooren tot de grootste belevenissen van Haar leven. Zij bracht Hulde aan den taaien, onver- zettelijken weerstand van al die Zeeuwsche mannen en vrouwen in de donkere jaren die achter ons liggen. Nadat de Commissaris der Koningin, Jhr. Mr. J. W. Quarles van Ufford, H.M. in een rede voor Haar komst had bedankt, hield het hoofd van de illegale beweging in Walcheren een eenvoudige maar diep treffende rede waarin hij de groote trouw der Zeeuwen jegens H.M. schilderde. Deze rede van den leider van de verzetsbeweging in Walcheren was een demonstratie van groote beteekenis. Hier stond de woordvoerder van de nieuwe

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1945 | | pagina 3