DE VRIJE ZEEUW HOLLAND EN WIJ. VRIJDAG 26 JANUARI 1945 le Jaargang No. 19 Redactie: J. H. Bannier en P. L. D. J. van Oeveren Redactie-adres: Axelschestraat 24, Terneuzen Dit Blad wordt op last van het Militair Gezag gedrukt bij de N.V. Firma P. J. van de Sande, Terneuzen Administratie-adres Noordstraat 57, Terneuzen. ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Terneuzen ƒ1,50 per 3 maanden: buiten Terneuzen ƒ1,74 per 3 maanden. Bij vooruitbetaling 6,60 per jaar. ADVERTENTIËN Per mm 10 cent', minimum per advertentie 1,50, Rubriek kleine advertentiën 1—5 regels 60 cent: iedere regel meer 12 cent: maximum 8 regels. Dienstaanbiedingen en dienst- aanvragen 1—5 regels 52 cent: iedere regel meer 10 cent. Met vermelding brieven of adres bureau van ditjblad 10 cent meer. Handelsadvertentiën bij regelabonnement tegen verminderd tarief, dat op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentiën uiterlijk 9 uur v.m. op den dag der uitgave. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. In Nederland boven de rivieren is de nood hoog gestegen. En hij klimt nog met den dag. Ontstellend zijn de berichten, die ons door de radio bereiken. Géén licht, géén vuur, géén eten. Vrouwen en kinde ren, uitgaande om eten te zoeken, vallen uitgeput langs den weg neer. Urenlang staat men in de rij vooraardappel schillen. Voor kinderen beneden twee jaar, jonge en aanstaande Moeders zijn de levenskansen gering. Want er is geen melk en er zijn geen versterkende midde len. Besmettelijke ziekten, typhus, begin nen hun sloopend werk te doen. En boven dit alles is daar, als de grootste verschrik king, de vijand, de meedoogenlooze vijand, die mannen en jongens wegsleept, die zich niet ontziet hen als honden neer te schie ten als zij het wagen aan zijn greep te ontkomen; de vijand, die bezig is de bloem van ons volk langzaam uit te moorden. Zoo leeft men daarginds in voortdu- renden angst; angst voor den hongerdood, angst voor wegvoering. En tóch strijdt men door, toch geeft men het verzet niet op. Weigert men te bukken voor een vijand, die geen middel, hoe laag ook, on beproefd laat om den weerstand van ons volk te breken. Zóó lijdt Holland, zóó strijdt Holland, zóó toont het een volk te zijn, dat opnieuw bereid is voor zijn vrij heid zware offers te brengen! En wij? Wij zijn van de verschrikking van den vijand bevrijd. In^öffie straat, in ónze buurtschap houdt geen overvalwagen meer stil, óns komen ze 's nachts niet meer van het bed lichten. Wij worden niet ge dwongen op bloote voeten in de modder van het veld te werken. Wij behoeven onze kinderen geen boterham te weigeren, wij hebben weer wat om óp ons brood te smeren, wij behoeven ons middagmaal niet met suikerbieten te doen. Wij behoe ven niet werkeloos ondergedoken te zitten, maar kunnen in vrijheid 's morgens naar ons werk gaan en 's avonds een vriend en bondgenoot op de thee ontvangen. Want wij zijn vrij!!! En hoe gedragen wij ons nu onder die vrijheid? Onder al die voorrechten? Is onze dankbaarheid voor de herwonnen vrijheid Hr. Ms. KANONNEERBOOT „FLORES" IN ACTIE ONDER DE FRANSCHE KUST door Ltz. Ill A. C. VAN BEERS, Marine-correspondent. Een heiige morgen aan de Normandisclie kust. Een licht waas hing: over de zee en de verre, hooge wal was in een grijzen nevel ge huld. Als dat. zoo bleef werd het een verloren dag. Maar er was één troost; de barometer liep omhoog en het kon dus nog goed worden, als behalve het weer tenminste ook de vijand meewerkte, s Nachts was hij zeer be drijvig geweest en aan boord van de Flores had men steeds de alarmposten bezet moeten houden, zoodat het wachtschema van zes uur op, zes uur af voor de meesten in de war was geloopen. Van rusten was er maar heel wei nig terecht gekomen. En dat was nu al nacht na nacht het geval geweest. Zouden de men- schen aan wal daar eenig begrip van hebben7 De Flores voer haar gebruikelijke patrouille langs de grens van het mijnveld. Het succes van vorige dagen waardoor een paar Duitsche batterjjen het met boter en suiker gekregen hadden, maakte een aansporing tot oplettend heid vrijwel overbodig. Men wist nu iets meer van die kustbatterijen af en toen het beter zicht werd, hielden de wachtposten de ver dachte plekjes steeds in den kijker. De vijand paste echter terdege op zijn tel len. Het was en bleef „koppen weg" daar aan den wal. De tijd verstreek zonder dat er ook maar iets gebeurde. Je kon er echter van op aan dat de leiding van de strijdmacht, waar toe de Flores behoorde, de noodige plannen zou ameden om te probeeren toch contact met den vijand te krijgen. Al heel spoedig werd een boodschap naar de brug doorgegeven en toen «toomden de Flores, de Britsche destroyer groot? Zijn we bereid voor den gemeen- schappelijken strijd ook ons aandeel te leveren? Hebben we maar één verlangen: te werken, zooveel wij kunnen, dankbaar dat we mogen werken, zonder vrees voor wegvoering naar Duitschland? Willen we werken, opdat er voor ons lijdend Neder land zooveel mogelijk voedsel verzameld wordt? Willen we heenzien over vroegere verdeeldheid, om in eendrachtig samen werken mee te helpen aan den opbouw van ons Vaderland? Het mócht wat! We klagen en kankeren weer even hard als vroeger. We vinden het een schandaal, dat we nóg geen kolen en kleeren hebben. We zijn diep veront waardigd, als ze Voor het landsbelang ónze auto komen vorderen. We verkiezen niet hard te werken, als we in vroeger jaren geld genoeg verdiend hebben en dan op veel gemakkelijker manier! We hebben kritiek op de leiding in onze dagen, op de overheid, op alles en nog wat. Wij zouden het in ieder geval beter en anders doen! Opbouwen? Samenwerken? Ja, maar ónze vereeniging, ónze partij, óns beginsel moet de leiding hebben! En Holland boven de rivieren lijdt en strijdt zijn vreeslijken strijd. Wat voor verschrikkelijke dingen zullen wij straks nog hooren, als het eenmaal vrij is? Maar óók, wat een heldendaden en bewijzen van moed en opofferings-gezindheid! Maar wat zullen zij van óns hooren? Zullen we hen ponder de oogen durven kómen, als we ónze vrijheid alléén gebruikt hebben om te klagen en te critiseeren (want we mogen nu immers weer alles zeggen!!) en niet om te werken? Zullen ze 't ons niet in het gezicht slingeren: is dat het éénige, wat gij gedaan hebt terwijl wij leden en streden voor onze vrijheid?! Is dat Uw bijdrage aan den opbouw van ons geteisterd Vaderland geweest, dat ge in het geheel niet wenschte op te bouwen en samen te werken, maar alleen Uw oude leventje wenschte voort te zetten van vóór 1940? Er is maar één kans, dat wij ons niet behoeven te schamen voor bezet Neder land; dat het anders wordt, radicaal anders. Dat we ophouden met klagen en kankeren, dat we onze afbrekende critiek Scorpion en de Noorsche destroyer Stord beroemd door zijn actie tegen de Scharnhorst verder dan gewoonlijk onder de vijandelijke kust. Een der officieren van de Flores ver telde de bemanning door de luidspreker-instal latie wat het doel van deze onderneming was. „We gaan probeeren de batterijen uit te lok ken. Extra scherp uitkijken naar mondinvs- vuur". De bemanning wist wat dit beteekende. Zoo was het immers ook gegaan onder de kusten van Italië. De vijand zou de eerste kans krjjgen, doch daarna kwam het op ieder van hen persoonlijk aan om snel en goed te reageeren. Uitdagend stoomden de geallieerde schepen verder. Als de Duitschers de Stord herken den, dan moesten ze wel het vuur openen. En het werkte! Plotseling vlamde mon- dingsvuur op de verre kust. Drie zware gra naten vielen in de buurt van een der schepen. De spanning was gebroken. De batterij, had z'n positie verraden. Maar het was een teleurstelling. De vijand was buiten het bereik van onze kanons. Was dan al dit werk vergeefs geweest? Het antwoord op deze vraag werd gegeven toen het Britsche slagschip Ramilies aan den horizon verscheen en dwars aan bakboord van onze Flores ligplaats koos. Gespannen wacht ten we af wat er ging gebeuren. Het duurde nog al een tijdjede officier van artillerie daar aan boord scheen een erg secure te zijn. Maar zjjn moeite werd dan ook rijkelijk beloond, want het eerste salvo van de Ramilies lag meteen dekkend. Regelmatig slingerde de reus toen zijn gra naten op de batterij een der zwaarste in dit gedeelte van de kust. Ontzaglijke rook kolommen stegen op. Zelfs onder de zware betonbescherming moet het leven voor de Duitschers een hel zijn geweest. De batterij althans zweegals een mof. laten varen, werken en aanpakken, de handen ineenslaan, opdat de geestelijke winst van dezen oorlog een eendrachtig samenwerken zij, met voorbijzien van vroegere verschillen. Dan zijn we onze vrijheid waard. Dan toonen we goede Vaderlanders te zijn! J. E. D, EEN REGEERINGSMEDEDEEUNG. De Regeering heeft vernomen, dat, onder den druk van de voedselpositie en de ver lokkingen van de Duitschers, enkele leden van het Nederlandsche spoorwegpersoneel zijn overgegaan tot hervatting van hun werk en dat anderen na razzia's onder lijfsdwang aan het werk zijn gegaan. De Regeering geeft te kennen, dat, on danks alle moeilijkheden en druk van de zijde der bezetters, de spoorwegstaking moet worden voortgezet. Het is onjuist, dat de hongersnood in het bezette deel van Nederland een gevolg zou zijn van de spoorwegstaking. Die hongersnood is veroorzaakt door de roekelooze wegvoe ring van voedselvoorraden door de Duit schers en door de belemmering, die de bezetter in het vervoer heeft veroorzaakt door de beslaglegging op transportmidde len en de razzia's op de bevolking. Voorts wijst de Regeering er op, dat de functioneering van het spoorwegver keer in Nederland moet verhinderd wor den en dat, wanneer de spoorwegen zou den gaan rijden, de Geallieerde lucht macht gedwongen zal zijn deze te bom bardeeren en de wegen en het materiaal te vernielen, ondanks het gevaar dat daar door voor het bedienend personeel en de bevolking ontstaat. De Regeering moet daarom een onver zwakt volhouden der staking bevelen. PENSIOENAANSPRAKEN voor echtgenooten en/of familieleden van beroeps- of reservepersoneel der Marine dat in dienst was in Mei 1940 Aangezien het niet mógelijk is in contact te komen met alle betrokkenen, heeft een vertegenwoordiger van het Nederlandsche Departement van Marine zich via den Maar in de onmiddellijke nabijheid van het slagschip viel plotseling een granaat en degenen, de deze hadden afgevuurd, moesten 'wel uitstekende artilleristen zijn. De alarm- sohel op de Flores rinkelde en de 15 cm kanons werden over stuurboord gebakst. Want de bootsman van de Flores had terdege uitgekeken, en het mondingsvuur van een meer nabije batterij gezien, die nu de Rami lies aanviel. Nog vielen enkele aanslagen bij <Je Rami lies, maar voor en aleer de vijand een treffer kon plaatsen, dreunden de kanons van de Flores en... het tweede salvo zat hoven op de batterij. De Duitschers legden er met een het bijltje fojj neer, terwijl de Ramilies, zwarte rookwolken uitblazend, retireerde. De Flores had den goeden afstand te pak ken en dekte deze manoeuvre van het slag schip op afdoende wijze. Toen bovendien twee andere Geallieerde schepen zich mét de bat terij gingen bemoeien, was de zaak snel be keken. Twee batterijen tot zwijgen gebracht het was een welbestede dag. Den volgenden ochtend verbruikte de Flo res het restant van haar munitie door een kruispunt van wegen te beschieten, waar een aanzienlijke concentratie van troepen en materieel was geconstateerd. Het was indirect vuur, van de wal geleid door een waarnemer. Het eerste salvo lag tweehonderd yards naast het doel maar de overige waren er alle boven op en de waar nemer seinde, dat de 15 cm granaten met hun groote scherfwerking groot succes had den gehad. Als slot van deze episode zette de Flores toen als escorte schip van een convooi koers naar Engeland om munitie bij te laden en de bemanning eindelijk weer eens behoorlijk te laten uitslapen.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1945 | | pagina 1