w
I
leder productief werk dient thans het Vaderland.
Ledigheid is des Duitschers oorkussen!
I. H. BANNIER
Red*c" p. L. D. J. VAN OEVEREN
Redactie-adresAxelschestraat 24, Terneuzen
Dit Blad wordt op last van het Militair Gezag
gedrukt bij de N.V. Firma P. J. van de Sande,
Terneuzen. M
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Terneuzen
f 1,50 per 3 maanden; buiten Terneuzen f 1.74
per 3 maanden. Bij vooruitbetaling f 6.60
p. jaar. Verschijnt Dinsdag- en Woensdagavond.
DE ÉE ZEEUW
DINSDAG 28 NOVEMBER
Ie Jaargang
No. 3
ADVERTENTIËN Per mm 10 cent. minimum
per advertentie f 1.50 1 Rubriek kleine adverten-
tiën 1-5 regels 60 cent; iedere regel meer 12 cent:
maximum 8 regels Dienstaanbiedingenen dieast -
aanvragen 1-5 regels 52 cent, iedere regel rueer
10 cent Met vermelding brieven of adres bureau
van dit blad 10 cent meer Handelsadvertentiën
bij regelabonnement tegen verminderd tarief, dat
op aanvraag verkrijgbaar is Inzending van
advertentiën uiterlijk 9 uur v.ra, op den dag van
verschijning.
Toespraak van
Hare Majesteit de Koningin.
In de uitzending van Radio-Oranje
heeft H. M. de Koningin heden het
Nederlandsche Volk in het bevrijde en het
bezette gebied toegesproken.
Zij verklaarde behoefte te gevoelen
zich tot het Neder landsche Volk te rich
ten, in dezen tijd, nu de nood zoo hoog
gestegen is en de vernielingen en ver
woestingen door den onderdrukker een
vorm en uitbreiding hebben aangenomen,
die wij ons nimmer hebben kunnen in
denken.
H.M. bracht hulde aan de spoorweg
mannen, die met opoffering van eigen
belangen en ook van hunne gezinnen, in
eendrachtige samenwerking hun vader-
landschen plicht hebben vervuld en nog
vervullen. Dit is een voorbeeld van saam-
hoorigheid en krachtig verzet tot steun
van het geheele volk, in dezen tijd, die
uiterste krachtsinspanning vereischt.
H.M. doet een beroep op alle landge-
nooten, om elkaar in dezen tijd van ont
beringen van allerlei aard, waar mogelijk,
te steunen.
Zij zeide toe, dat de aanvoer van
levensmiddelen en andere benoodigdheden
zal volgen. De moeilijkheid zit voor het
oogenblik nog hierin, dat het bezwaar
ondervindt die bij de bevolking te bren
gen, door de wegvoering en vernieling
van alle vervoermiddelen en door de
eischen van de oorlogvoering. H.M. voor-
ziet echter, dat in dit opzicht voort
durend verbetering zal komen.
H.M. bracht hulde aan de jonge mannen,
die na de bevrijding van een deel van het
vaderland de wapens hebben opgevat en
aan de zijde der Geallieerden mede strijden
tegen den vijand. Hun werk wordt zeer
gewaardeerd. Het schept aan H.M. steeds
voldoening, dit van Geallieerde zijde
voortdurend te mogen vernemen.
Zich tot" de bewoners van het bevrijde
gebied richtende, vermeent H.M. dat die
bevolking zich zal kunnen indenken, wat
het voor Haar beteekent, zich weer recht
streeks tot hen te kunnen wenden. Zij
dankt die bevolking ten zeerste voor'de
boodschappen en blijken van medeleven,
die Zij van hen mocht ontvangen. Ook
de gedachten van H.M. gaan echter uit
naar de bewoners van het niet-bevrijde
deel van het land, die nog steeds onder
den toenemenden druk van den vijand
en onder het geweld van den wereld
oorlog voortleven.
H.M. herdenkt ook speciaal de bevolking
van Walcheren en Westelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen, die gave en goed, die letterlijk
alles kwijt zijn, terwijl die van Walcheren
ook worstelen met het hun land binnen-
stroomende water. H.M. vertrouwt, dat
de geestkracht der bevolking ook in staat
zal stellen dezen toestand te boven te
komen. Alle krachten zullen worden in
gespannen om ten spoedigste over de
noodige materialen te kunnen beschikken,
om met de drooglegging van het eiland
een aanvang te maken. „Walcheren en
Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen zullen
aldus H.M. herrijzen".
H.M. verklaart ook ten zeerste mede
te leven met de huismoeders en te besef
fen hunne moeilijkheden om in dezen tijd
de behoeften van het gezin te verzorgen.
Zij doet een beroep op de landbouwers
om alle krachten in te spannen voor de
voorziening van voedsel ten behoeve van
de geheele bevolking.
Ook doet Zij een speciaal beroep op
de mijnwerkers om hun taak met ijver te
blijven vervullen. Door de resultaten van
hun werk toch, zal het mogelijk zijn, dat
steeds meer arbeiders in de fabrieken hun
taak zullen kunnen hervatten, hetgeen ten
goede zal komen aan de voeding van de
geheele bevolking, maar bovendien zal
daardoor ook in het bittere jaargetijde de
koude uit de woningen kunnen worden
geweerd.
Hare Majesteit eindigde Haar toespraak
met de hoop uit te spreken, dat ieder zal
doordrongen zijn van de overtuiging, dat
algemeene inspanning en samenwerking
ij tot de overwinning zullen leiden en tot
algeheele bevrijding,
j ,,Leve het Vaderland 1"
INTERNEERING
Na veel gejubel over de hooge waardij
van vrijheid begrijpelijk na vier en
een half jaar van ongehoorde knechting
is het plicht een woord te zeggen over
de tegenstelling van vrijheidinterneering.
Het is ons gebleken, dat nog de vreemd
ste voorstellingen heerschen over de vraag.
welke lieden in aanmerking komen voor
de berooving van het hoogste goed,
't welk de vrijheid is.
De rechtszekerheid kan er slechts mede
gebaat zijn, dat een ieder weet, waar hij
aan toe is. Er mag hier geen willekeur
heerschen, omdat arresteeringen zonder
rechtsregelen een toestand van terreur in
het leven roepen. Een toestand van
„heden gij, morgen ik". Wij weten uit
de historie der Fransche revolutie, hoe
tijdens het Schrikbewind niemand van zijn
leven en vrijheid verzekerd was en hoe
willekeur het burgerbloed deed vloeien in
stroomen.
En hoe oneindig veel verscher liggen
in het geheugen de gewetenlooze methodes
der Gestapo en' groene politie, die welis
waar officieel onder den Staat stonden,
maar in feite aan niemand rekenschap
verschuldigd waren en straffeloos hebben
getierd en gemarteld en met het leven
van tienduizenden hebben gespeeld
God behoede ons land voor terreur
Maar hiervan is geen sprake. Er moet
en er zal recht worden gedaan en de
helers en heulers met den doodsvijand
zullen zwaar moeten boeten. Diep in hun
hart moet de beteekenis gegrift worden
van wat het is om in eenigen vorm het
Merkwaardig is, dat reeds voldoende
voor de strafbaarheid is het dreigen
gebruik te maken van macht, middelen
enz., onverschillig of er inderdaad gebruik
van gemaakt is. En terecht: want wij
weten allen, hoe menig N.S.Ber gaarne
reeds maar alléén hanteerde het wapen
der dreiging van naar z'n Duitsche vriend
jes te loopen, om hiermede alléén reeds
allen weerstand te verlammen en z'n
tegenpartij de stuipen op het lijf te jagen.
Wat hebben niet tallooze onkreukbare
vaderlanders het hoofd moeten buigen,
inwendig barstend van woede en ver
ontwaardiging, wanneer een beroeps
landverrader gnuivend hem bedreigde met
Vught, met Amersfoort of de Gestapo.
Wat is ons volk niet weerloos gemaakt,
doordat de macht berustte bij een gepa
tenteerde boevenbende als N.S.B. en con
sorten, die leefden van misdaad, afpersing,
dreiging en chantage! Wij zullen het
nooit vergeten!
Ad b.) Deze groep levert de minste
moeilijkheden op. Zij die donateur, lid of
sympathiseerend lid zijn, of na 1 Februari
1941 zijn geweest, van de N. S. B.
voorts W.A.-mannen, leden der Ger-
maansche S.S., van den Jeugdstorm (met
eenige leeftijdsbeperkingen), die mede-
meer.
Werkt! Volvoert Uw eigen taak en doet dan nog wat
vaderland verraden te hebben. We mogen
het gelukkig weer zeggen, dat ieder, die
het met den vijand heeft gehouden, een
misselijk landverrader is geweest, een ge
wetenloos sujet, die uit de maatschappij
moet worden verbannen.
De Chef van den Staf van het Militair
Gezag,die de bevoegdheden uitoeFenl
welke toegekend zijn aan het militair gezag
in het bevrijde deel van het Rijk, heeft
last gegeven om slechts bepaaldelijk om
schreven groepen van personen aan te
houclen en op te bergen. Deze groepen zijn
drieërlei
a.) Zij, te wier aanzien verdenking
bestaat, dat zij zich schuldig hebben ge
maakt aan eenig misdrijf genoemd in art. 1
van het Besluit Buitengewoon Strafrecht
b.) zij, die lid zijn: of zijn geweest van
landsverraderlijke partijen of organisaties
c.) zij, te wier aanzien verdenking be
staat, dat zij behooren tot onder b. be
doelden.
Over elk dier groepen een enkel woord.
Ad a.) Reeds de verdenking is vol
doende, het bewijs is van later zorg.
Natuurlijk zal een nauwgezet opsporings
ambtenaar niet tot arrestatie van dier
gelijke lieden overgaan, als hij niet over
enkele gegevens beschikt, die vast staan
Het aangehaalde art. 1 van het Besluit
Buitengewoon Strafrecht spreekt in hoofd
zaak over misdrijven tegen de veiligheid
van den Staat en de Koninklijke waar
digheid; een aantal misdrijven tegen de
openbare orde, de algemeene veiligheid
van personen en goederen, het openbaar
gezag, de persoonlijke vrijheid en het
leven. De berechting dezer misdrijven is
aan geenerlei voorwaarde gebonden, ter
wijl andere, met name genoemde mis
drijven alléén onder het Besluit vallen,
indien de schuldige gebruik heeft gemaakt
of heeft gedreigd te maken van macht,
gelegenheid of middelen, hem door den
vijand of door het feit der vijandelijke
bezetting geboden.
Een nieuwe groep wandaden, die zeer
veel zijn voorgekomen in den bezettings
tijd, en die niet te brengen waren onder
eenig bestaand artikel van ons Straf-
wetbpek, zijn bij art. 1 van meergemeld
Besluit, gestempeld tot misdrijven, die
eveneens speciaal zullen worden berecht.
Het zijn de volgende:
lo. het gedurende den tijd van den
oorlog opzettelijk een ander blootstellen
aan opsporing, vervolging, vrijheidsberoo-
ving of -beperking, eenige straf of eenigen
maatregel door of vanwege den vijand
of diens helpers.
2o. het 'gedurende den tijd van den
oorlog opzettelijk gebruik maken of dreigen
te maken van macht of middelen, hem
door den vijand of door het feit der vijande
lijke bezetting geboden, om een ander in
zijn vermogen te benadeelen of om zich
zelf of een ander te bevoordeelen.
gewerkt hebben in leidende functies aan
nat. soc. dagbladen of tijdschriften, moeten
allen onvoorwaardelijk worden opgepakt
op last van het militair gezag.
Wij achten het van veel belang op te
merken, dat de lastgeving volstrèkt geen
onderscheid maakt naar gelang van de
motieven, die iemand hebben bewogen
lid of sympathiseerend lid te worden der
N.S.B. Niet weinigen zijn er, die dood
eenvoudig dit gedaan hebben om een
baantje te krijgen, om hun radio te mogen
houden, om een buurman eèn plezier te
doen, welke gloeiend N.S.B.-er was, om
zich te dekken voor de toekomst, wijl zij
in de verwachting leefden, dat Duitsch-
land winnen zou. Al deze lieden hadden
niet het geringste besef van het wezen
van het nationaal-socialisme. Zij waren
en zijn beginsellooze lieden, die hun God
en hun vaderland er voor over hadden,
als zij maar beter uit de bus kwamen.
Wij kunnen nog eenige waardeering
koesteren voor beginselvaste N.S.B.-ers
al valt het moeilijk in dit stelsel eenig
nieuw beginsel te ontdekkenwelken
een zeker idealisme niet vreemd was. Hun
aantal is wellicht op een half procent te
schatten! Terwijl99'/2°/o bestaat uit schur
ken, aartsdommerikken, baantjesjagers en
teleurgestelde eerzuchtigen, die reeds onder
de vroegere maatschappij door onbekwaam
heid niet aan den slag konden geraken en
die zichzelven in het hoekje drongen van
miskende genieën. In het „intellectueele"
kamp kwamen deze figuren niet zelden
voor. We mogen nu na jaren de waar
heid schrijven, dat er geen N.S.B.-er was,
aan wien niet in maatschappelijk, zede
lijk of financiëel opzicht èen steek los was.
Al deze knapen zijn terecht van een troon
gestooten, waarop een vijand van uiter
mate slechte regeerkunst hen geheschen
heeft.
De lastgeving spreekt duidelijke taal,
door uitdrukkelijk aan te knoopen aan
een' bepaalden datum. Is iemand lid of
symp. lid geweest van de N.S.B., al was
het maar van 1 Febr. tot 5 Febr. 1941,
dan moet hij gearresteerd worden. Natuur
lijk kunnen tragische toevalligheden een
rol spelen, maar reeds de oude Romeinen
zeiden dura lex, sed lexde wet is hard,
maar wet.
Een veelvoorkomend misverstand is ook
het volgendeOnder de gèarresteerden
zijn er heusch wel enkelen, die wel eens
een goede daad hebben begaan in vader-
landschen zin. Die b.v. een onderduiker
hebben geholpen of geld hebben gegeven
voor de goede zaak (er waren lieden, die
5 van hup grove winsten, aan de
Duitschers verdiend, afstonden aan de
onderduikersorganisatiegewetensgeld 1).
Dit alles neemt niet weg, dat ze schuldig
zijn en zullen gestraft worden. Een ge
woon misdadiger wordt toch ook niet
vrijgesproken, omdat hij zoo veel van zijn
The News in Headlines.
On Saturday and again on Monday
American Super-Fortresses from Saipan
attacked Tokio. Allied heavies have made
a daylight-raid on Munich in which a
new kind of 12.000 pound blast-bomb
has been used. 300 German fighters were
in the air. In the biggest dogfight of the
war 98 of them were shot down, bringing
the total destroyed in 48 hours up to 240.
Cordell Hull has resigned for health
reasons. The ne\t> Secretary of State is
to be Mr. Edward Stettinius. General
Browning, of Arnhem fame, is to be
Chief of Staff S.E/A.C.
Demonstrations against the Belgian
Government have led to a clash between
the police and the Forces of the Interior.
vrouw en kindertjes houdt, of b.v. wel
eens een' drenkeling uit het water heeft
gehaald
Ad c.) Deze groep is het moeilijkst
te hanteeren. De toelichting op de Al
gemeene lastgeving omschrijft hen als volgt
zij, ten aanzien van wie het gedurende
jaren op zwaren proef gestelde rechts
gevoel van de bevolking eischt dat zij,
wat er later ook over hen zal worden
besloten, ten spoedigste na het verdwijnen
der Duitsche bezetting worden opgesloten.
Dit is een zoogenaamde kapstok-clau
sule, waaraan men veel kan ophangen,
wat onder een der andere rubrieken
valt. Een categorie springt dadelijk in
het oog: de moffenmeiden, die ons bont
en blauw hebben geërgerd door hun v
ontuchtigheden met den vijand van ons
volk. Hoe hooger ze in stand waren,
hoe zwaarder moeten ze worden gestraft
De bevolking hebbe toch vooral geen
angst om dames ,-,van stand" aan te bren
gen. Worden deze gevallen in den doof
pot gestopt, dan is er rechtsongelijkheid,
maar men is daar dan zelf verantwoordelijk
voor!
Onder deze rubriek vallen voorts ook
lieden, die uitermate slim en geslepen zijn
geweestzij hebben zich wel gewacht, om
lid te worden van N.S.B. of zelfs maar
„symp. lid"zij dekten zich naar twee
kanten, want praatten anti-Duitsch of pro-
Duitsch, al naar gelang zij met een vijand
of een vriend van het Derde Rijk te doen
hadden. Zij konden altijd in geval van
verlies van Duitschland wijzen op trans
acties, die wezen op pro-gealliëerde ge
zindheid, terwijl zij in het omgekeerde
geval er voor zorgden bewijzen bij de
hand te hebben, waaruit hun voorkeur
bleek. In alle gevallen zorgden ze er in
de allereerste plaats voor, dat hun dierbaar
hachje geen oogenblik gevaar liep. Deze
lieden zijn in feite vaderlandlooszij zijn
niet pro-Duitsch, niet pro-Engelsch, niet
pro-Nederlandsch, alléén pro de centen
Een ieder kent diergelijke lieden uit- zijn
omgeving. De lastgeving acht hun arre
statie noodzakelijk, wat er later ook over
hen worde beslpten. Mogelijk worden
sommigen hunner dus later zelfs vrijge
sproken. Dan is hun arrestatie nog niet
erg geweest, want hun voorarrest is dan
een repressie geweest op hun weergalooze
karakterloosheid en misselijkheid.
Ten slotte heeft steller dezes een vrien-
-delijk verzoekhem niet te vermoeien
met anonieme brieven. lederen anoniem^n
briefschrijver acht hij een gewetenloos en
laf sujetdie wél anderen aanklaagt en
belastert, maar naamloos, is nu eenmaal
een lafbek, die in het riool tluiis hoort.
Over de berechting der misdrijven een
ander maal.
Mr. G. TICHELMAN.
Levensverdieping»
„De ziel des menschen groeit niet van
„het loon, maar van den arbeid die
het loon verdient."
(Max Havelaar in zijn toespraak tot
de hoofden van Lebak.)
Gulden woorden zijn dit
Eenvoudig, maar vol diepen zin.
Opgeweld uit een dichterlijk gemoed
en getuigend van werkelijké zieje-adel.
Want immers, de bewoners van Bantan-
Kidoel waren arm. Was door allerlei
droevige omstandigheden hun landstreek
niet ontvolkt? En, daar er arbeid <Jk~
noeg, maar zoo weinig arbeiders waren,
lag en wachtte daar niet een geweldige
taak? En voor de bevolking, èn voor
den bestuurs-ambtenaar Havelaar. Hij
die als betrekkelijk vreemde de landstreek
binnenkomende aanstonds als werktuige
lijk de vraag voelde rijzen„Waar zijn
de dorpen en waar de landbouwers
Treffende, maar bittere analogie, dacht
Éi