NATDCRRECHT
BIJ VOEGSEL
van
van 27 Maart 1915.
lileine bericlitcn.
65. In Genesis III 15 is voorspeld
omtrent Satan, dat hij verplicht is ge
durig te strijden tegen de Koningin
des Hemels met de voorwetenschap,
dat hij steeds op het einde den strijd
zal verliezen. Wij stelden De Volks
wil onder bescherming van de Koningin
des Hemels en het einde van eiken
aanslag tegen haar was eene bescha-
ming onzer belagers. Dit beweesdat
tegen ons streed de geest der Duis
ternis, en Maria, de Koningin des He
mels, onder wier bescherming De
Volkswil was gesteld, haar beschermde.
Niemand is in staat de onmacht tegen
ons, van alle machten der wereld, te
verklaren, als hij niet erkent deze be
scherming, en deze onmacht moet ieder
erkennen en heeft ook ieder erkend
door zijne daad.
66. Wij leven in eenen grooten
tijd, leidende met vrijen wil of anders
door den weg van wie niet wil moet
voelen, tot de wedergeboorte van de
oude Christenheid tot den christelijken
geest.
67. Wat De Volkswil ook heeft doen
apenbaren is dit, dat burgerlijk-, ker
kelijk- en volksgezag waren in opstand
gen zich zeiven, dat is tegen eigen
eer en tegen eigen overtuiging.
68. Er was een partij die had ge
zworen ons te vernietigen. Het einde
echter zal de lasten dragen, en wij
zullen het niet zijn die de lasten dragen.
69. Wij herinneren, dat De Volks
wil reeds in 1912 had een rubriek,
waarin zij deed voorzien de ineenstor
ting van alle partijen in Nederland.
70. Als eenmaal de wettelijke tijd
van aftreden daar is, wenschen wij
geen vernieuwing van ons mandaat
van lid van den Raad en van de Sta
ten, niet alsof wij bevreesd zijn dat
wij niet zullen worden herkozen, wat
niemand zal durven te beweren, maar
omdat het getal der oprechten zoo
gering is geworden en wij van de
anderen geen gunst verlangen.
71. Is het niet treffend dat, tegelijk
met het sterven van het volkslied van
De Volkswil in ons gewest, ook zijn
gestorven de natuurlijke vreugde der
harten en het onderling vertrouwen
72. Het Clericalisme, dat wij be
streden als en omdat man van geloof,
ligt niet in de politieke christelijkheid,
die slechts een gevolg is van zijn grond
dwaling, maar in zijne gronddwaling,
bestaande in den wil om aan den
Heiligen Geest te beletten Zijne gaven
te schenken gelijk Hij wil. (Volkswil
266.)
73. De Volkswil heeft in haren
/ollen omvang doen openbaren de
dwaling van de politieke christelijk
heid als in waarheid de dwaling, die
kent God noch bloed, de wereldge
zindheid in haar meest gevaarlijken
vorm, valiende onder het woord Nooit
heb Ik u gekend. (Math. 723). Die
waling had in het christendom den
boom aangetast in zijn stam, in zijne
wortels en in zijne takken. Zij beves
tigt als waar de zoogenaamde profetie
van den H. Malachias, voorzeggende
als toestand der kerk tijdens Benedic-
tus XV als die van „de verwoeste
godsdienst."
74. Terwijl de Irenische polemiek
heet het geheel bijzonder eigendom
der Katholieke kerk was er geen enkel
van de katholieken die ons veroordeel
den, die er zich aan waagde noch
geestelijk noch leek. Dit bewees dat
zij het ook niet konden, er. dat zij ons
veroordeelden zonder bevoegdheid.
75. Job zegt's Menschen leven is
een strijd op aarde. Tegen de Volks
wil zijn in strijd gegaan alle mensche-
lijke zwakheden en alle duivelsche boos
heden, en toch voltooide zij haar werk
als onmachtig tegen haar.
76. De houding door de ambtelijke
wereld jegens De Volkswil aangeno
men geweest, was karakterloos. Zij
werd in het gewest ingegeven door de
berekening, op deze wijze de zaken te
krijgen, die anders zouden zijn geweest
voor notaris van Dalsum.
77. Had de politieke en kerkelijke
ijverzucht het volk niet weerhouden
om voort te zetten het werk hier in
1903 begonnen, dan zou het hier zijn
geworden een voorbeeld van waar en
opgewekt oprecht leven naar de wet van
God en van het natuurrecht. Nu het
anders is geweest, is het ook natuurlijk,
dat dit leven anders is.
78. Er bestaat een volk, welks
grondkarakter valsch is, devalschheid
zich voordoende onder meerdere vor
men 1 vriendelijk-valsch, 2 lomp-
valsch, 3 geslepen-v&lsch, 4 hoogmoe-
dig-valsch, 5 verraderlijk-valsch, 6
kruiperig-valsch, 7 verontwaardigd-
valsch, 8 afgunstig-valsch, 9 vroom-
valsch, en welks geheele maatschappe
lijk leven door deze valschheid wordt
beheerscht.
79. Doordat De Volkswil met apos
tolische vrijmoedigheid opkwam tegen
het verpolitieken van het geloof en
van de werken van geloof heeft zij in
velen het geloof als geloof bewaard.
Dit is meermalen openlijk verklaard
door de parochianen.
80. Ondanks den wensch van R.-K.
geestelijken, dat wij door hun boosheid
tegen ons zouden afvallen van de R.-
K. Kerk, opdat zij daardoor zouden
krijgen een schijnreden om hun gewe
ten te ontlasten, en ondanks de po
gingen van meerdere richtingen om tot
deze toe te treden, zijn wij gebleven en
zullen wij blijven tot in den dood
Roomsch Katholiek.
81. In het volle kinderhart bij ge
legenheid onzer Eerste Heilige Com
munie beleden v/ij als belijdenis de
wensch, dat wij zouden bereiken eenen
hoogen ouderdom, om den goeden
Jesus ook iets te mogen aanbieden bij
onzen dood. Deze gedachte was on
getwijfeld een ingegeven gedachte en
een roeping tot een bepaalde daad.
Deze bepaalde daad, een 30 jaar later,
is zeker geweest het werk van De
Volkswil, is alhetgeen er aan vooraf
ging geweest eene voorbereiding, en
zal alhetgeen er op volgt zijn de
vrucht.
82. Op Kerstdag 1910 verheugde
zich een pastoor-deken, dat op dezen
dag officieel werd ingeleid een straf
zaak tegen ons die van het valsche
ambtsrapport van den burgemeester
ambtsrapport die was de meest
karakterlooze zaak (echter door het
volk te niet gedaan) ooit voorgekomen
in de geschiedenis van de Nederland-
sche Justitie. Op Kerstdag 1914 be
droefde zich de Paus Benedictus XV,
dat hij voor dezen dag geen wapen
stilstand had kunnen verkrijgen tus-
schen legers van christen-mogendhe-
den. Of de droefenis van den paus
was een uitboeting voor die vreugde?
83. Een woord van den H. Chry-
sostomis: Niets is kouder dan een
leeraar, die slechts wijs is met woor
den. Want dit is niet het werk van
een leeraar, doch van een tooneel-
speler. Dat het kerkelijke en het po
litieke leven vol was van tooneelspe-
lers is door De Volkswil geopenbaard.
84. Zijn woord„Moest de Chris
tus dit alles niet lijden om zoo in te
gaan in zijne heerlijkheid", geeft eene
volmaakte verklaring, waarom ook
zoovele eenvoudigen en oprechten
nood en lijden hebben op hun levens
baan.
85. Het is zeker, dat zij, die ons
uit hoon doodzwegen en maatschap
pelijk als niet bestaande erkenden,
zullen worden beschaamd en ook hierin
vallen in hun eigen kuil.
86. Op den dag van onzen Palm
zondag smolt weg de harde korst ron
dom het hart van ons volk, deze korst
gevolg van eeuwenlange verdrukking,
en kwam te voorschijn het binnenste
de; ziel, egn heldere dianyuil. (Volks
wil 40). De afgunst van het Heiligdom
wegens Gods genade deed in ons volk
de ziel weder verduisteren en zoo,
dat de Vorst dezer wereld weder werd
de Heer van het Katholieke kanton
Hulst (Volkswil 240), en dit bleef on
danks den oorlog.
87. Het woord van Johs. 15:19:
„Indien ge van de wereld waart, zou de
wereld het hare liefhebben, doch wijl gij
van de wereld niet zijt, maar Ik u uil
de wereld heb uitverkoren, daarom
haat u de wereld", gold in onzen tijd
voor de eenvoudigen en oprechten
88. Was De Volkswil het orgaan
tot het doen openbaren der gedachten,
het is niet onwaarschijnlijk, dat wij
hare lessen gaan ordenen in een werk
over het natuurrecht en de harmonie
des gezags.
89. God doet den wil van die Hem
vreezen het is onze wil, dat wordt
erkend, dat de volksbezieling van 1789
was de adem Gods tot den wil van
terugkeer van het natuurrecht en van
de harmonie des gezags. In deze er
kenning ligt het heil van kerk en van
staat.
90. Het recht op den naam van
De Volkswil in de beteekenis van haar
monogram is ons persoonlijk eigen
dom, en mag bij ons leven door nie
mand worden gevoerd.
91. Er komt een dag, dat voor de
volledige Volkswil tevergeefs als koop
som wordt geboden haar gewicht aan
goud.
92. Het kwam voor, zoowel in de
voorafgaande ministeries Kuyper, de
Meester en Heemskerck, als in het
tegenwoordige ministerie Cort van der
Linden, dat er telkens iets in brak ais
wij moesten vaststellen eenige daad van
rechtsonwil tegen ons. (Volkswil 204.)
93. Er was een volk, dat alleen
zijn plicht doet als hei ligt onder den
hiel, en dat, als het ondervindt blijken
van goedheid," in deze goedheid ziet
zwakheid, die het door dwang tracht
te leiden naar eigen wil.
94. Het werk van De Volkswil is
misschien geweest het grootste werk
van onzen tijd. Niet wij zeggen dit,
maar zoo spreken de steenen van het
ineenstortende gebouw der politieke
christelijkheid en van dat der rechts
leer gegrond op bet drijfzand der men-
schelijke meeningen.
95. De wetenschap, dat ieder
mensch een roeping heeft in het we
reldplan des alwijzen en almachtigen
Scheppers, ieder naar zijn gaven, moest
reeds voldoende zijn om het leven met
innerlijke zielevreugde te leven naar
Zijn wil.
96. Door de politieke christelijk
heid werden in de praktijk van het
leven der Kerk Gods vreemde goden
ingeleid in den boezem der Kerk. Daar
om was in onzen tijd het volksleven
in landen en gewesten onder politiek
katholieke macht geworden een hei-
densch leven onder christelijk vernis.
97. De wreede en gewetenlooze
vervolgingen tot stelselmatige en met
duistere middelen werkende brood
roof, die hier in ons gewest met me
deweten van den bisschop hebben ge
woed door het doen van pastoors en
kapelaans, tegen zoovele katholieke
personen en huisgezinnen, als gevolg
van het niet politiek stemmen naar
hunnen zin, zijn geweest ten hemel
roepend om wraak. Dit stelsel van
vervolging heeft echter door het werk
van De Volkswil hier en in verder
katholiek Nederland een doodelijken
knak gekregen en in Belgisch- en
Fransch-Vlaanderen door den geesel
des oorlogs, doch deze hebben niet te
niet gedaan de ten hemel geroepen
wraak, omdat noch zijn hersteld de
gevolgen noch is gesteld de erkenning
van schuld.
98. De kunst om te doen openba
ren de gedachten der harten schijnt te
zijn moeilijk en gevaarlijk. Moeilijk,
omdat er aan moet voorafgaan een
eerst zichzelven hebben overwonnen,
gevaarlijk, omdat die gedachten zich
bij de menschen van uiterlijke vormen
niet willen laten openbaren en zij ze
daarom slechts openbaren in daden
van stillen wrok tegen den dader van
dat openbaren.
99. Door De Volkswil leerden wij
de karakters kennen.
1 100. Door het door het werk van
D.e Vojksw1! d -r, ;,penjb;ue.n d.er ge
dachten zijn wij gekomen tot hetzelfde
resultaat ais waartoe kwam de H.
Augustinusdat zonder eene onein
dige barmhartigheid Gods er bij de
eindsanctie der menschelijke hande
lingen wei ig go s voor de mensch-
heid te w enten is. Maar wij kwamen
daardoor o k tot i et resultaat, dat er
is natuurnoodzaktnijkheid zoowel van
een saneti - op aL.rce voor de mensche
lijke handelingen als van een loutering
van de ziel na den dood, en dus dat
er moet zijn een natuurrecht dat zijn
sanctie op aarde in zich zelf heeft en
een louteringsplaats of vagevuur als
tusschenplaats van hemel en van hel.
Dit resultaat wijst op een rotssteen
voor het recht, die mist de rechtswe
tenschap gegrond op de menschelijke
meeningen.
101. Gelijk eene rekening-courant
geen juist saldo geeft, dan door de
stelselmatige en juiste opname van al
haar bestanddeelen, zoo moet ook or.ze
tegenwoordige rekening en verantwoor
ding van ons werk worden genomen in
haar geheel en in onderling verband.
102. Had De Volkswil geen tegen
stand ontmoet, dan had zij haar werk
van het doen openharen der gedach
ten niet kunnen voltooien. Daarom
heeft die tegenstand haar gediend.
103 Door de verachting welke De
Volkswil heeft ondervonden en de
rechteloosheid voor ons, om haar van
de zijde der overheden, vreezen wij,
dat de wensch van Koningin Emma
bij het nederleggen van haar regent
schap „dat Nederland groot moge zijn
in alles, waarin ook een klein volk
groot kan zijn", niet tot waarheid zal
komen.
104. Door het veroordeelen door
de politieke christelijkheid, bij monde
van een bisschop, van De Volkswil,
omdat zij de politieke christelijkheid
acht in strijd met de wet Gods, werd
geopenbaard eene dwaling in een bis
dom. Maar zou zij worden' veroor
deeld door den paus uit naam der
Kerk, dan zou de Kerk in strijd met
de leer der kerk, voor de pracktijk,
de politieke christelijkheid maken tot
leer. En aangezien dit onmogelijk is,
is de veroordeeling door een bisschop
geweest een daad van willekeur. Zoo
zag het ook in (Voikswil 40) het
katholieke volk.
105. Doordat de dwaling der po
litieke christelijkheid zich zelfs ker-
kelijk-ambtelijk openbaarde bij iemand
als kardinaai Mercicr van Akchelen,
die zich bij herdelij k schrijven van Kerst
mis 1914 kerkelijk-ambtelijk mengde
in den politieken strijd der naties, ge
lijk zoovele pastoors dat doen tusschen
politieke partijen in hunne parochies,
werd geopenbaard tot weJk een hoogte
die dwaling was gestegen en hoezeer
daarom noodig is een ingrijpen Gods
om deze kanker in het geloof en in
de maatschappij er uit te doen ver
dwijnen.
106. Wij verwachten niet, dat ons
volk hier zal komen tot bekeerende
beschaming. En dit, terwijl er niet
meer verschrikkelijk is dan niet te
wiilen erkennen de beproevingen Gods.
107. Toen het Joodsche Volk den
Messias verwierp ging het heil van
dit over op de heidenen. Wij vreezeh
voor ons volk, dat de zegen van ons
werk, voor dit bestemd, het deel wordt
van anderen.
108. Bij een onbeschaafden neger
stam zijn deze geneigd om beleefdheid
voor vrees of onderworpenheid te
houden Deze geest is ook te vinden
buiten Afrika.
109. Terwijl het gezag klaagde over
de slechtheid der menschen tot het
verlangen naar onwettige vrijheid, heeft
de Volkswil doen openbaren den geest
van willekeur des gezags.
110. Jeanne d'Arc werd veroordeeld
tot den brandstapel krachtens vonnis
van een politiek-kerkelijke rechtbank,
voorgezeten door een bisschop. Den
H. Clemens Maria Hofbauer werd door
zijn bisschop verboden het preeken
en biechthooren. Maar beider werk
bleef ondanks die veroordeelingen,
geschied uit afgunst wegens Gods ge
nade. Zoo zal het ook eenmaal zijn
met het werk van De Volkswil, dat
als voltooid en bevrucht zaad zal voort
leven in zijn vruchten, tot zelfs in de
eeuwigheid.
111. Nimmer zal iemand in staat
zijn om een volledig beeld te geven
van de boosheid en karakterloosheid
gewoed tegen ons en De Volkswil.
Dit zal slechts kunnen Hij, op Wien
wij reeds van af no. 1 vertrouwden
door„Gij Volkswil heb hoop op 't
eeuwige Godsgericht.
112. Kardinaal Manning schreef in
„Tijdverdrijf"„In onzen tijd heeft
men meer dan gewonen moed noodig
om zedelijke en godsdienstige waar
heden voor te staan. De wereld spant
geen lichamen meer op de pijnbank,
maar zij heeft zedelijke pijnbanken en
folteringen tot verfijnde volkomenheid
gebracht."
113. De Volkswil heeft nimmer
iemand gevleid, wel eer gegeven aan
wie eere toekwam. Zij was geen ho
veling en was geen lakei. Zij vreesde
geen grooten doch ook niet de kleinen.
En dit kon zij alleen, en niemand an
ders, omdai zij in niets zich zelve
zocht.
114. Wat heeft ons volk gewonnen
door zijn vriend te verlaten En wat
heeft het verloren, door te doen naar
den wil der verleiders? De tijd zal
deze vragen brengen op veie lippen.
115. Er is in den laatsten tijd veel
over gesproken, dat wij het hier in
het begin verkeerd hadden aangelegd.
Wij hadden n.l. eerst moeten hebben
mededoen, en als wij geld genoeg had
den verdiend, dan te zijn begonnen.
Deze laatste raad werd ons ook ge
geven, nog wel door een geleerden
pater, in de eerste dagen van ons ro-
tarïaat. Maar vader van Dalsum zeide
„eerlijkheid duurt het langst." Wij
hebben geen spijt, dat wij dezen „dwa
zen" raad hebben gevolgd en niet den
„wijzen" raad.
116. Vo'gens Mattheus 10:15 zal
het dragelijker zijn op den Oordeels
dag voor het land van Sodoma en
Gomorrha dan voor de stad, waartegen
de man met een werk Gods zich moet
herinneren het woord van „schud het
stof van uwe voeten."
117. De Volkswil heeft gestaan te
genover drieerlei geioovigenle Zij
die God dienen. Zij waren de onzen.
2e Zij die God niet wilden. Zij wilden
ons niet kennen. 3e Zij die God be
driegen. Zij trachtten ons te vernietigen.
118. Vele woorden van ons zijn later
door de feiten bevestigd. Echter zagen
wij niet vooruit de feiten, doch slechts
de ontwikkeling der rechtsbeginselen
in het licht der geopenbaarde feiten,
en dit door onze wetenschap van de
sanctie des natuurrechts en door het
kennen van onzen tijd.
119 Terwijl er zoovele enquête
commissies waren - en zijn, heeft De
Volkswil willen zijn een daad van on
derzoek naar het rechtsgeweten van
volk en overheid in Kerk en in Staat.
120. Er is eene dwaling, die onder
volkswil wil verstaan publieke opinie.
Volkswil is echter juist het tegendeel
van publieke opinie volkswil' steunt
op de rots, publieke opinie op drijf
zand.
121. Omdat de haat tegen de Volks
wil was ingegeven door afgunst, bij
den een wegens Gods genade, bij den
ander wegens ons menschelijk kunnen,
en niemand haat uit afgunst dan we
gens het goede dat hij in een ander
benijdt, heeft de haat den grootsten lof
van haar gesproken voor God en voor
de menschen.
122. Er komt een dag waarop die
onder ons berekend volk, die ons we
gens De Volkswil noemden een dwaas
(V.g.l. ook Marcus 3 21), zullen wen
schen, een deel te hebben bezeten van
onze dwaasheid. Maar zij zullen dan
het loon ontvangen van hunne wijs
heid.
123. Aangezien door de politieke
christelijkheid wordt aangerand het
wezen zelf van het christelijk geloof
en De Volkswil haar heeft doen open
baren èn als in zich hebbende de
hoogste boosheid, èn als hebbende
haar gif verspreid door het christelijk
leven, en gezien de omstandigheden,
zoo is niet onwaarschijnlijk, dat de
Europeesche oorlog, in zooverre Gods
gericht, is geweest beproeving voor
den een en oordeel voor den ander
rjr zake van de politieke christelijk
heid.
124. Uit het feit, dat de haat tegen
De Volkswil in niets was verminderd'
sedert zij d'-or Het Natuurrecht was
vervangen, is geopenbaard, dat die
haat niet voortsproot uit het blad doch