Voor liet nieuwe
Maagziekten
HEI'LIED VAN DE VOLKSWIL.
Van alles wat.
haar politiek tot wereldhandel Nu
is aan deze politiek van wereldver-
keersweg een grooten knauw gege
ven door de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika door het Panama
kanaal. En door aan Rusland te
geven een wereld verkeersweg door
middel van eigendom van Bosporus
en Dardanellen, zou zijn aan haar
eigen politiek van verkeerswegen ge
ven een tweede knauw.
Wij kunnen daarom moeielijk ge-
looven aan de oprechtheid, om door
de poging tot het forceeren van de
Dardanellen aan Rusland te geven
den eigendom van den verkeersweg,
die Rusland en Midden-Azië zou
verbinden met' het wereldverkeer ten
oosten van Engeland, in denzelfden
tijd dat Amerika zich door het Pa
namakanaal heeft verzekerd de con
trole op het wereldverkeer ten wes
ten van Engeland. Ware dit toch
oprecht, dan had Engeland geen oor
log behoeven te gaan voeren tegen
Duitschland, wat toch Engeland doet
niet ter wille van België maar ter
wille van haar wereldhandel, dien
zij bedreigd acht door den handels
ondernemingsgeest van het Duitsche
volk. Daarom gelooven wij, dat ach
ter de voortdurende Engelsche po
gingen om Griekenland en Rumeni$
in den oorlog te trekken aan hare
zijde zit de berekening, dat daar
door over Grieksch en Rumeensch
en Servisch gebied Rusland den noo-
digen aanvoer kan krijgen, en dan
is de forceering der Dardanellen voor
het doel van den oorlog tegen
Duitschland niet noodig.
„De mensch wikt en God be
schikt14. Deze regel geldt ook en zelfs
vooral in den tijd van een wereld-
omwenteling, en deze laatste is de
tegenwoordige wereldoorlog. In dit
wikken en beschikken kan liggen,
dat bii het gelukken in het wikken,
bij het beschikken uit de hand valt
de macht of de gelegenheid om te
beschikken zooals men had gewikt,
en hierin zoa kunnen liggen als
mogelijkheid, dat Engeland met haar
wikken tegen de Dardanellen werkt
tegen zich zelf.
In het pogen tot het forceeren der
Dardanellen ligt alzoo bij gelukken
een groot stuk wereldgeschiedenis,
teiwijl in het geval van Engeland's
onoprechtheid daarin, b.v. door haar
geheim doel om zelf eigenaar te
worden van de Dardanellen, hierin
de kiem ligt van toekomstige ver
wikkelingen, die Engeland zullen
houden in een voortdurenden toe
stand van oorlog en van oorlogs
gevaar.
De afgrond roept den afgrond
de tijd van algemeene ontwapening
is nog ver,.en het Vredespaleis is
nog steeds met zich zelf verlegen
In verband met dit bovenstaande
is van belang het volgende bericht
Rnslaud en Konstantinopel.
BERLIJN, 10 Maart. tWolffbu-
reau.) De Petersburger „Retsch"
schrijft„Wij mogen ons niet ver
helen, dat de gedachte aan een be
zitten van Konstantinopel en de Dar
danellen door Rusland geen sympa
thieën vindt bij het Engelsche volk.
Juist in de laatste dagen nemen wij
een nieuwe toespitsing waar van het
wantrouwen en een grootere afge-
keerdheid tegen ons volk. Onze bond-
genooten moeten weten, dat voor
Rusland dit vraagstuk niet minder
gewichtig is dan het Egyptische
vraagstuk of het verdrag van Cyprus
voor Engeland. Dit laatste verdrag
werd door Engeland zelfstandig ver
broken, zonder dat eerst de vredes
onderhandelingen werden afgewacht.
Daarom was de verklaring van Grey,
dat de bijzonderheden omtrent de
Dardanellen bij het vredesverdrag
zouden geregeld worden, zoo pijnlijk
voor het Russische volk.
als Maagpijn, Maagkramp, Zuur, Hart
water en slechte spijsvertering worden
spoedig en zeker genezen door het
Maagpoeder van Apotheker Boom.
Het Maagpoeder van Apotheker Boom
is met goud bekroond te Londen,
Parijs, Amsterdam en Brussel. Naar
alle landen der wereld wordt dit Maag
poeder verzonden en ontvangen wij
dagelijks attesten uit de verschillende
landen. De heer Harald Jörgensen
schreef„Ik verzoek U omgaande mij
drie doozen Maagpoeder te zenden.
De eerste doozen hebben mij zeer goed
geholpen."
Maagpoeder van Apotheker Boom is
verkrijgbaar in de meeste Apotheken
en Drogistwinkels k 75 ct. per doos.
Waar niet verkrijgbaar wordt een
doos franco huis gezonden na ont
vangst van 85 ct. door firma A. M.
Boom, Arnhem.
Verkrijgbaar te Hulst bij Verwilghen-
v. d. Hooftte Axel bij J. van Dixhoorn-
Vroeg op.
Daar is gekomen
De Volkswil een krant,
Die bekend zal maken
Waar de boel is aangebrand.
Want wie zal het wagen
Op leven en dood,
Om menschen te helpen
Hetzij Christen of Jood.
Dat doet van Dalsum
Voor waarheid en recht,
Wij abonneerders
Blijven aan hem gehecht.
Trouw in dit leven,
Trouw tot den dood,
Zijn woorden zijn edel,
En zijn daden zijn groot.
Hulst 1910.
GOEDE ZEDEN ZONDER GODSDIENST?
o—
Wij ontvingen uit Amsterdam ge
stuurd, van wie weten wij niet, en ook
niet met welk doel, het blad De Dage
raad, ten doel hebbende om den gods
dienst te bestrijden in al zijne vormen.
Wij lazen daarin, dat godsdienst
niet noodig is om te hebben een goed,
zedelijk leven. En, dat er velen gods
dienst hebben en onzedelijk leven.
Over deze zaak willen we een kort
woord zeggen.^
Er is daarin* dwaling en waarheid,
en men oordeelt door uit te gaan van
eene dwaling.
De godsdienst heeft ook zijne wetten,
en de christelijke godsdienst heeft als
eerste wet „eer en bemin God", en
als tweede wet daaraan gelijk „bemin
uwen naaste als u zeiven."
Maar wat is de zaak?
Die eerste wet, en de tweede wet
aan die eerste gelijk, wordt door het
Clericalisme vervangen, doordat dit
geeft als eerste wet van het Christen
dom „eer en gehoorzaam ons". Het
Clericalisme vervangt daardoor den
goddelijken grondslag van het Chris
tendom door een menschelijken grond
slag, een menschelijk gebod van on
derwerping, en het clericalisme be
schouwt zich zelf als het christendom
clericaalanti-clericaal.
Hetzelfde is zoo in de landen, waar
de godsdienst wordt gehanteerd als
het werktuig van den Staat, waarvoor
we als voorbeeld noemen Rusland.
In dit laatste land geldt ook als
eerste wet van het Christendom „eer
en gehoorzaam ons", en onder „ons"
wordt daar verstaan de Staat, dat is
de Russische bureaucratie.
Dat in menschen, die staan op den
grondslag van als eerste wet van het
christendom het menschelijk gebod van
onderwerping „eer en gehoorzaam ons"
de godsdienst geen waarborg is voor
een goed zede'ijk leven, dat is iets
dat wij dadelijk onderschrijvenJa,
wij hebben zelfs in ons werk aange
toond, dat in dezen grondslag ligt het
beginsel van de grootste zoowel dui-
velsche als menschelijke boosheid en
karakterloosheid.
Maar wie staat op den grondslag
van de leer van het Christendom van
als eerste wet eer en bemin God en
van als tweede wet daarin gelijk be
min uw naaste ais u zeiven, voor deze
geldt het wel degelijk, dat zijn gods
dienst hem za! geven een goed zedelijk
leven, niet alleen op het beperkt ge
bied van dit woord, maar op het
groote gebied van dit woord, op het
gebied van rechtvaardigheid.
Wie God bemint en den naaste zal
niets doen, waardoor hij God belee-
digt of den naaste bedriegt of bedroeft,
hij zal ieder het zijne geven, ieder
waardeeren naar zijne waarde, hij zal
geen ergernis geven, hij zal zedelijk
leven, en meer, omdat hij weet, door
anders te doen, dat hij dan handelt
tegen den grondslag van zijn gods
dienst.
Kan men nu zonder dezen waren
godsdienst toch zedelijk leven, zedelijk
in de enge en in de uitgebreide be-
teekenis? Zeker, maar de goede ge
steltenis die men hier toont te bezit
ten is niet het gevolg van het niet
hebben van godsdienstDeze goede
gesteltenis is niet anders dan een nog
niet vergane erfenis van wel waren
godsdienst gehad hebbende voorou
ders.
Wil men weten, of goede zeden
mogelijk zijn zonder godsdienst Dat
men dan zich indenke in het leven van
volkeren, die door een gemis van gods
dienst geslacht na geslacht ontaard
zijn. We gaan voorbeelden noemen
1. Uit den tijd van vóór den Zond
vloed De Schrift zegt, dat er was
ontstaan een geslacht, geheel overge
geven aan moord en wellust.
2. Uit lateren tijdDe bewoners
van Sodoma en Gomortha, wier ge
drag nog op heden wordt genoemd
met een naam van de meest onnatuur
lijke onzedelijkheid.
3. Het Romeinsche Volk ten tijde
der keizers: zedeloos en bloeddorstig.
4. De bewoners van Oceanië vóór
de komst der zendelingen menschen-
eters, moordlust en verfijnde wellust.
5. Het Heidendom ten tijde van
Christus menschenoffers, slavernij,
dooden van kleine kinderen, nog op
heden op vele plaatsen.
Wij zullen het hierbij maar laten,
want het onderwerp staat ons tegen.
De mannen van tegen den gods
dienst zullen zeggen dat waren geen
ontaarde menschen, maar zij hebben
den oorspronkelijken menschenaard,
den aard die ook hadden onze voor
ouders vóór zij beschaafd waren.
Maar hierop antwoorden wij met
een vraagIs dan de betere aard niet
gekomen door de beschaving, gebracht
door de mannen van godsdienst en
die zich ter wille van hun gods
dienst opofferden, om den ontaarden
aard te verheffen tot eene betere be
schaving
Neen, dat streven van den Dage
raad is geen streven „tot zedelijke en
verstandelijke ontwikkeling", het is
een streven tot zedelijke en verstan
delijke ontaarding, bondgenoot van
het streven van het Clericalisme tot
als eerste wet van het Christendom
„eer en gehoor ons". Bondgenoot
zeggen westreven Dageraad is een
ongeloovig, clericalisme is een geloo-
vig anti-christendom, beide met het
zelfde eindgevolg: sterven van den
christelijken geest in handel en in
wandel. Daarom zijn zij bondgenooten,
vallende eenmaal onder hetzelfde schrif
tuur woord van vervloeking: nooit
heb Ik u gekend, gaat van Mij gij
die de ongerechtigheid bedrijft.
Dat streven van zeden zonder gods
dienst, en van strijd tegen eiken gods
dienst, is niet anders dan het streven
tot den godsdienst van den Antichrist
de mensch zich zelf verheffende tot
God, voor zich zeiven als mensch
opeischende de eer die men weigert
aan zijn Schepper. Dat streven van
tegen „eiken" godsdienst, omdat het
leidt tot den godsdienst eenerzijds van
menschenverachting anderzijds van
zelfvergoding, is daarom niet anders
dan het vervangen van den eenen
godsdienst door eenen anderen gods
dienst. Dat streven is daarom dom en
huichelachtig.
Tegen de Joden.
o
In Galicië werd de volgende pro
clamatie van het Russische legerbevel
openlijk bekend gemaakt„De erva
ringen van den oorlog toonen ons dui
delijk de vijandige houding van de
Joodsche bevolking in Polen, Galicië
en de Boekowina. Elk verlaten van
een of ander gebied en de bezetting
er van door onzen tegenstander leidt
tot scherpe maatregelen tegen de met
ons sympathlseerende bevolking, waar
tegen de Joden, zoowel de Oostenrijk-
sche als de Duitsche ophitsen. Om de
ons toegedane bevolking tegen wreed
heden en onze troepen tegen spionage,
die de Joden langs het geheele front
uitoefenen, fe beschermen, heeft de i
opperbevelhebber het verblijf van Joden
n het operatiegebied en het binnen-
komen van Joden in de streek ten
westen van Jaroslof verboden. Tevens j
gelastte hij dat ter voorkoming van I
belastering van de vreedzame met ons j
sympathiseerende bevolking van den
kant der Joden en ter ontdekking van
Joodsche spionnen gijzelaars moeten I
worden gemaakt, die in voorkomende
gevallen met den strop moeten wor
den gestraft. Voor elke straf van den
kant der Oostenrijkers of Duitschers
toegepast op vreedzame bewoners en
voor eiken gevangen genomen Jood-
schen spion, zullen twee gijzelaars
aansprakelijk worden gesteld. Deze
maatregel wordt uitsluitend genomen
in het belang van de vreedzame met
ons sympathiseerende bevolking, ter
bescherming van deze tegen op grond
van lasterlijke aantijgingen van den kant
der Joden genomen maatregelen en is
afgedwongen na een maandenlang ge
duid door de illoyauteit en wreedheid
'der Joden tegenover de plaatselijke
bevolking.
Voor zooverre wij de zaak begrijpen
is bovenstaande een aardige bijdrage
van den huichelachtigen geest der Rus
sische bureaucratie: deze ziet in eiken
Katholiek en Jood een anti-Rus en in
den Orthodoxe een „vreedzame", een
Russenvriend. En, in het begin van
den oorlog klaagden de Oostenrijkers,
dal er zooveel Russische spionnen
waren ónder de eigen bevolking. De
Rus wil dus, als een Russische spion
wordt betrapt en gestraft, dit verhalen
op onschuldigen. Het is in een woord
schandelijk en gemeen. Maar enfin,
de Russen strijden toch met de anderen
voor de beschaving en tegen de bar-
baarschheid als er ten minste zijn
die het willen gelooven.
De heer van Dalsum is zoo goed
geweest te vermelden, dat ik, dadelijk
na afloop van Het Natuurrecht, een
eigen Weekblad ga uitgeven, en wel
voor mijne rekening voortzetten het
„Weekblad van Zeeuwsch-Vlaanderen
Westelijk Deel", dat werd uitgegeven
door den heer A. C. Boluijt te Goes,
die gaat wonen in Breda.
Ik bevestig deze kennisgeving van
den heer van Dalsum, en ik vertrouw
met hem, dat de, althans de Zeeuwsche
abonnés op Het Natuurrecht, hun abon
nement zullen overbrengen op mijn
blad, dat zal heeteu
Weekblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen
Oostelijk en Westelijk Deel
Het Weekblad van den heer Boluijt
verscheen in 4 bladzijden, het mijne
zal zonder verhooging van prijs ver
schijnen in den regel in 6 bladzijden.
De prijs is gelijk aan dien van Het
Natuurrecht, dus f0,50, voor België
fr 1.20 en voor overige landen f0.80
per drie maanden.
Buitenlandsche abonnés worden be
leefd verzocht vooruit te betalen, .daar
het blad anders niet wordt toege
zonden.
Mijn blad heeft verschillende mede
werkers, een hoofdredacteur en een
tweede redacteur.
Het nieuwe blad zal worden gezon
den aan de abonnés van Het Natuur
recht, en die het blad niet terug zendt
zal worden beschouwd als voortzet
tende het abonnement.
Het zal het streven zijn van mij en
de redactie en de medewerkers, dat
mijn blad voor ieder zal zijn een „elk
wat wils."
In goed vertrouwen beveel ik dus
mijn blad aan.
Hulst. C. J. CUIJLE.
ESMjWSW IBUWW
Uit een Duitschen brief.
—o
In een brief uit Westphalen, dien
wij dezer dagen ontvingen van een
Hollandschen abonr.é aldaar, ook na
mens andere abonnés, staat„Het
„gaat ons hier gansch goed. Er is hier
„nog in lange geen hongersnood, veel
„geld wordt verdiend en ieder laat ons
„hier met vrede. Wij leven hier met
„het Duitsche volk mede, en van vij-
„andsgezindheid bespeuren wij niets."
O—
Faillissementen in Nederland.
Volgens de mededeeling van Van
der Graaf Co's Bureaux voor den
Handel zijn over de afgeloopen week
in Nederland uitgesproken 46 faillis
sementen tegen 36 faillissementen in
dezelfde week van het vorige jaar.
o
Het ongelukkige Polen.
De „Nowa Reforma" van Krakau
schrijft
Geheel Polen is t slagveld, ver
scheurd door loopgraven, omwoeld
door granaten, bedekt met ruïnen en
puinen. Dorpen en bloeiende ge
huchten zijn verdwenen, doch de be
volking bleef over, welke thans door
honger, koude en armoede te gronde
gaat. En deze toestand heerscht niet
slechts in een klein gebied van het land,
niet op een smalle strook van Polen,
doch over een reusachtige uitgestrekt
heid van de Karpathen tot aan de
grenzen van Oost-Pruisen.
Twaalf millioen Polen zijn verarmd.
Het gaat niet om een provincie, niet
om een gedeelte, doch om een geheel
volk, een volk, dat aan den oorlog
onschuldig is, dat de grootste trage
die doorleeft en de grootste offers voor
geheel Europa brengen moet. Op
Poolschen grond wor Jt het lot van ge
heel Europa, misschien wel van de
gansche wereld, beslist. Europa wordt
opnieuw opgebouwd, de geheele we
reld wordt vervormd en dat alles
speelt zich af op onzen grond en vor
dert van ons de grootste offers. Dui
zenden van ons volk hebben geen
andere beschutting dan aardbolen en
wouden, en boomschors als voedsel
Zoo is het in Galicië, zoo in het ko
ninkrijk. De streken aan de Dunajtc,
de Wisloka, de Weichsel, de Nida, de
Pilicza en de Warta zijn tegenwoor
dig een groote woestenij met rookende
puinen en vol van graven. Mijlenver
kan men door het Poolsche land gaan,
zonder een levend wezen aan te tref
fen, zoowel aan de Dunajec, de San
als aan de Weichsel, daar, waar vroeger
het leven oloeide en een welvarende
bevolking woonde. Indien er nog be
schaving, indien er nog een geweten
in Europa leeft, wanneer men nog
medelijden heeft met dit ongeluk, dan
zal men ons de hulp verleenen, welke
wij zoo hard noodig hebben. Iedere
week langer veroordeelt duizenden, om
van honger en koude te sterven. De
oorlog heeft ons land verwoest en
verwoest het nog 1 Plicht van de be
schaafde landen is het niet te dulden,
dat wij van deze aarde worden ver
delgd, want wij hebben steeds de
beschaving verdedigd. Daarom hebben
wij het recht, ons tot de wereld te
wenden, tot behoud van ons volk.
o
De ontdekking van vliegers door
dieren.
In Duitsche bladen kom°.n verschil
lende berichten voor, waarin mede
gedeeld wordt, dat papegaaien en an
dere vogels zeer gevoelig zijn voor....
vijandelijke vliegmachines. Zoo schreef
voor eenige tijd een natuurwetenschap
pelijk vakman aan de „Frankfurter
Zeitung", dat zijn „Lorre" eerder een
vliegmachine waarneemt dan de beste
militaire observator. „Lorre" had ge
durende de zomermaanden op een
terras gestaan, dat op het Westen uit
zag. Öp een bepaald oogenblik was
het dier zeer onrustig, en het stootte
krachtige geluiden uit, terwijl het zich
onrustig heen en weer bewoog; 't diertje
keek bang voor zich uit, en het was,
of het om hulp riep. Eindelijk kwa
men de kinderen zeggen, dat „Lorre"
een vlieger zag. Toen de vlieger
verdwenen was, was de papegaai weer
rustig. Ook bij latere gelegenheden
heeft de vogel zich als een ideaal
vlieger waarnemer doen kennen.
Een grappenmaker stelt nu voor,
vooral papegaaien naar het front te
sturen.
De hoogste booin in Duitschland
geveld.
De hoogste boom in Duitschland,
een den van ruim 42 M. die eeuwen
het Zwartewoud sierde, is in den
Januari-storm geveld. Reeds voor jaren
was de reus door den bliksem getrof
fen, en sedert stond hij niet meer vast
in de schoenen boschbouwkundigen
vreesden het ergste. In den jongsten
storm brak de machtige boom af op
een hoogte van ongeveer 20 M. De
den gold ook als de oudste boom van
Duitschland.