BERICHT. PASTILLES Een overgenomen Weekblad. Van alles wat. o— Met no. 290 van 27 Maart zal ons blad eindigenen een nieuw blad geven wij niet uit. In dit no. 290 zal worden opge geven de reden. Over het abonnementsgeld le kwar taal 1915 binnenland wordt op de gewone wijze beschikt De abonnés buitenland worden ver zocht hun abonnementsqeld per post wissel over te zendenzij weten zelf wel hoeveel zij verschuldigd zijn. Wij vertrouwendat ieder het zijne zal voldoenopdat zij zich niets te verwijten hebben jegens onsy gelijk wij ons n iets te verwijten hebben je gens hen. Van het laatste nummerdat ge heel zal zijn geioijd aan de rekening en verantwoording van ons icerkzal een overdruk verschijnen in boekvorm met een portretdat ieder abunnê ten einde toe gratis ontvangt als eene gedachtenis. Nieuwe abonnês worden niet meer aangenomen. VAN APOTHEKER BOOM Zijn een zeker werkend geneesmiddel tegen Hoofdpijn, Migraine, Schele en Zenuwhoofdpijn. De pastilles stillen direct de hevigste Hoofdpijn. Deze pastilles worden nimmer los verkocht, doch uitsluitend in verpakte flacons, a 80 cent. Proefflacons a 30 cent. Alle flacons moeten voorzien zijn van den naam Boom. Verkrijgbaar in de meeste Apotheken en Drogistwinkels. Waar niet verkrijgbaar wordt een doos franco huis gezonden na ont vangst van 85 ct. door firma A. M. Boom, Arnhem. Verkrijgbaar te Hulst bij Verwilghen- v. d. Hooftte Axel bij J. van Dixhoorn- Vroeg op. Leugrcntaktiek. —O Ze bestaat hierin dat men eerst zelf de een of andere onwettige daad verricht. En als dan degene, tegen wien ze is gericht, stelt een wettige daad van tegenweer, dan wordt het voorgesteld, alsof deze laatste, de verdediger, de aanvaller is. Deze leugentaktiek is sedert jaren gebezigd tegen ons, en omdat wij dat spelletje dus kennen, doorzien wij dezelfde taktiek, die ook in den tegen- woordigen oorlog wordt gebruikt. Maar juist door deze leugentaktiek hebben wij een kijk gekregen om te zien, bij welke oorlogspartij is de geest van waarachtigheid en bij welke oor logspartij is de geest van onwaarach tigheid. W. HOVY. f Men schrijft ons uit Amsterdam Het overlijden van den heer W. Hovy, lid der Eerste Kamer, brengt ii de Amstelstad droefenis en rouw De heer Hovy was hier bemind zooals weinigen. Nimmer hebben wij kwaad over hem hooren spreken. Hij had zijn vrienden niet alleen onder de Anti-Revolutionairen. Ieder, die met hem in aanraking kwam, voelde, dat de heer Hovy was een waar Christen, een edel mensch, een trouw vriend. Niet alleen in politieke kringen was de heer Hovy een bekend per soon. Haast iedere Amsterdammer, tenminste van de oudere generatie, kende hem, Duizenden, die hem om hulp vroegen, heeft hij geassisteerd. Nijvere middenstanders, die in ver legenheid zaten, klopten nimmer te vergeefs bij den heer Hovy aan. Arbeiders hi«lj> hij aan werk. Be- hoeftigen ondersteunde hij, veelal uit eigen middelen, en bij het vernemen van de droeve mare zal menigeen een traan hebben weggepinkt. Hovy heeft zijn leven wel besteed Ons blad „Dt Volkswil" en „Het Nataurrecht" was ons eigendom, en het blad werd voor ons gedrukt bij den heer C. J. CUIJLE, drukker te Hulst. Als ons blad eindigt zal de beer CUIJLE worden drukkeruitgever van het weekblad „Weekblad voor Zeenwsch-Vlaaideren Westelijk Deel, dat werd uitgegeven door den heer A. C, Boluijt te Goes, die gaat wo nen ia Breda. Dit Weekblad zal worden vergroot en verschillende medewerkers hebben er zich voor opgegeven. Daar het abonnementsgeld f 0,50 per drie maanden blijft, rekent de heer CUIJLE er op dat de abonnés van dat blad in het Westelijk Deel abonné zullen blijven en zich meer deren zollen opgeven. Voor de abonnés van het „Natuur recht" zal het ook een welkome gelegenheid zijn omdat ze dan van geen blad verstoken zollen blijven, daar het zal verschijnen onmiddellijk na het ophouden van het „Natuur recht", en hij vertrouwt ook, daar de heer CUIJLE voor hen geen on bekende is, en er ook zooveel over zijn hoofd gegaan is, dat de abonnés van het „Natuurrecht" het blad zul len behouden, wanneer het hen toe gezonden wordt. Aangezien de abonnés van het „Weekblad" meest wonen in het Westelijk Deel, en die van ons in het Oostelijk Deel, zoo kan het over genomen blad worden het aangewe zen verbindingsblad tusschen de beide deelen van Zeeuwsch-Ylaande- ren, wat van groot belang kan wor den voor geheel Zeeuwsch-Vlaan deren. Wij wenschen den heer CUIJLE veel succes op zijn onderneming. Verklaring van Frankrijk en Groot-Brittanië. o— De Regeeringen van Frankrijk en van Groot-Brittanië hebben op (1 Maart) aan de Regeeringen der onzij dige landen de volgende verklaring doen toekomen. Verklaring. Duitschland heeft verklaard dat het Kanaal, de Moord- en Westkust van Frankrijk, evenals de wateren, welke de Britsche Eilanden omgeven, „oor logsgebied" zijn en het heeft ambtelijk bekend gemaakt, dat „alle vijandelijke schepen welke in die zone werden ontmoet, vernield zouden worden en dat de onzijdige schepen er gevaar in zouden kunnen loopen." Ditbeteekent in werkelijkheid een pretentie om op het eerste gezicht, zonder te letten op de veiligheid der bemanningen en der passagiers, elk koopvaardijschip, on der welke vlag ook, te torpedeeren. Daar de Duitsche Admiraliteit niet bij machte is, om eenig schip in deze wateren aan de oppervlakte te handhaven, kan deze aanval slechts door onderzeesche middelen worden uitgevoerd. Het volkenrecht en de gebruiken der natiën zijn ten aanzien van de aanvallen, tegen den handel gericht, steeds van de onderstelling uitgegaan dat het de eerste plicht is van dengeen, die bezit neemt van een koopvaardij- vaartuig, het voor een prijsgerecht te brengen, voor 't welk de zaak beoor deeld kan worden, de regelmatigheid van de in bezitnamë kan worden over wogen en de onzijdigen hunne lading kunnen terugkrijgen. Een prijsgemaakt schip tot zinken brengen is, op zich zelf, een betwistbare daad, tot welke men slechts toevlucht kan nemen in buitengewone omstandigheden en na dat maatregelen zijn genomen om de veiligheid van de geheele bemanning en van de passagiers (indien er pas sagiers aan boord zijn) te verzekeren. De verantwoordelijkheid voor het ma ken van onderscheid tusschen de on zijdige en de vijandelijke schepen, evenals tusschen de onzijdige en de vijandige lading, rust buiten kijf op het schip dat tot den aanval overgaat en welks plicht het is zoowel om aard en karakter van het schip en van de lading na te gaan, als om de scheeps papieren in veiligheid te brengen, al vorens het tot zinken te brengen of zelfs maar prijs te maken. Evenzeer is de beoefening der menschelijkheid, bestaande in het verzekeren der vei ligheid van de bemanningen der koop vaardijschepen, onzijdige dan wel vij andelijke, voor eiken oorlogvoerende een verplichtine. Op dezen grondslag hebben alle vroegere beraadslagingen over het recht, dat ten doel had den zee-oorlog te reglementeeren, berust. Een Duitsche onderzeeboot is dan ook niet in staat ook maar een enkele dier verplichtingen na te komenzij oefent geen enkele plaatselijke macht uit in de wateren, waarin zij optreedt zij brengt hare prijsgemaakte schepen niet onder het ressort van een prijzen- hofzij heeft geen prijs-bemanning aan boord, welke zij aan boord van het prijsgemaakte schip kan doen overgaanzij gebruikt geen enkel af doend middel om onderscheid te ma ken tusschen een onzijdig en een vijandelijk schipzij neemt de be manning en de passagiers van het schip, dat zij tot zinken brengt, niet aan boord, teneinde hunne veiligheid te verzekeren. Deze oorlogsmetbodes vallen dus geheel buiten alle interna tionale documenten, welke de krijgs verrichtingen tegen den handel in oor logstijd reglementeeren. De Duitsche verklaring stelt voor de gereglemen teerde prijsmaking de blindelingsche vernieling in de plaats. Duitschland neemt die methodes tegenover de vreedzame kooplieden en de non-com- battante bemanningen aan, met het doel te beletten dat koopwaren van eiken aard (daaronder begrepen de voorraden voor de voeding van de burgerlijke bevolking) in de Britsche Eilanden en in Noord-Frankrijk inko men of uitgaan. Zijn tegenstanders worden dus gedwongen tol vergel dingsmaatregelen hun toevlucht te ne men, met het doel wederkeerig te be letten dat koopwaren van eiken aard in Duitschland inkomen of uitgaan. Intusschen zullen deze maatregelen door de Regeeringen van Frankrijk en Engeland uitgevoerd worden zonder gevaar, noch voor de schepen, noch voor het leven der onzijdigen en der non-combattanten, en in strikte over eenstemming met de beginselen der menschelijkheid. Dientengevolge beschouwen de Re geering van Frankrijk en de Regeering van Engeland zich als vrij om de schepen, inhoudende koopwaren, welke verondersteld worden bestemd te zijn vóór, in eigendom toebehoorende dan of afkomstig te zijn van den vijand, aan te houden en naar hare havens op te brengen. Deze schepen en hunne ia- dingen zullen niet verbeurd verklaard worden, ten ware zij om andere rede nen aan eene veroordeeling mochten blootstaan. De behandeling der sche pen met ladingen, welke vóór dit tijd stip zee mochten hebben gekozen, zal geen wijziging ondergaan. China en Japan. O We hebben reeds vermeld, dat er spanning is tusschen die twee landen, omdat Japan van de gelegenheid wil gebruik maken zoo mogelijk alle Euro- peeschen invloed uit China te weren om geheel alleen te hebben de voor deden van handel en industrie met China. En wij hebben gezegd, dat we zullen afwachten, wat er van aan is. De eischen, door Japan aan China ge steld, zijn de volgende In het algemeen verlangt Japan, dat geen deel van de Chineesche kust en geen eiland aan die kust zal worden afgestaan in eigendom of in pacht aan eenige vreemde mogendheid. Voorts wenscht Japan de volgende bijzondere voorrechten in de aange geven gebieden. In Oost-Mongolië Japan zal daar uitsluitend het recht hebben van mijn- ontginning. Geen spoorwegen zullen worden aangelegd zonder toestemming van Japan. De Japanners zullen het recht hebben zich daar te vestigen, landbouw te drijven, te handelen en land aan te koopen. In Zuid-Mandsjoerije De afstand in pacht van Port-Arthur en het daarbij behoorend gebied zal verlengd worden tot 99 jaar. De concessies voor de spoorwegen Antoeng—Moekden en Kirin-Tsjangtsjing zullen worden ver lengd voor 99 jaren. Aan Japanners alleen zal het recht worden toegekend zich daar te vestigen, landbouw en handel te drijven en land te koopen. Sjanloeng: China zal aan Japan overdragen alle mijn-en spoorwegpri vilegies, tot nog toe aan Duitschers toegekend, en zal toestemming geven voor den aanleg van een spoorweg van Tsjiefoe en Loengkow naar Weih- sien door de Japanners. FoekienVoor het geval vreemd kapitaal benoodigd is zal China geen mijn-, spoorweg- of dok-concessies toestaan aan eenige andere mogend heid dan met toestemming van Japan. Yangtse-valleiJapan, zal, gemeen schappelijk met China, toezicht hou den op de ijzerwerken te Hanyang, waarin Japan groote financïeele belan gen heeft, op de Tayeh-ijzermijnen en de kolenmijnen van PingsiangChina neemt op zich geenerlei mijnrechten, die deze ondernemingen zouuen kun nen schaden, aan andere mogendheden toe te staan. Deze eischen zijn van dien aard, dat, werden ze door China ingewilligd, dit van den grootsten invloed zou zijn op de handels- en nijverheidsverhoudingen rondom den Grooten Oceaan. In de Europeesche landen wordt we gens die kwestie in stilte wel geknord, maar niet veel gezegdDuitschland kan er voorloopig toch niets aan doen en Japan heet bondgenoot van zijn vrienden Rusland, Engeland en Frank rijk. Voor zooverre er iets van doordringt schijnt men in de Amerikaansche Re publiek erg op de teenen getrapt en knort men daar een beetje harder dan in de landen van Japan's vrienden. Maar blijkbaar zal het wel blijven bij knorren en praten, want de Amerikaan vecht niet graag, tenzij het gemoede lijk kan gaan zooals met Mexcico door van uit zee op een havenstad te schie ten, of als het kan gaan met militaire zwakke staten zooals toentertijd met Spanje. Maar Japan heeft een groote oorlogsvloot, en de afstand tusschen de Amerikaansche kust en Japan is wel wat groot, en daarom gevaarlijk voor een troepentransport. Wij voor ons zien daarom nog zoo niet in, dat er een conflict op komst is tusschen de Vereenigde Staten en Japan wegens de kwestie China. In elk geval is deze kwestie eene aardige illustratie van het begrip va derlandsliefde. Het is toch ter wille van deze, dat een volk zich opoffert in goed en bloed, en, als er vroeg of laat een bloedig conflict mocht ontstaan wegens de kwestie China —Japan, dan zal ook wel een dergelijk woord wor den genoemd, maar onze lezers moeten zich dan maar eens herinneren de aan leiding, terug te vinden in wat hier is geschreven. Bloedig conflictIn deze kwestie kan liggen de kiem voor een lateren nieuwen wereldoorlog, en wel een die een einde zal maken aan het koloniaal bezit in Azië van de West-Europeesche mo gendheden. De vrededroomers kunnen er verzekerd van zijn dat, na den te- genwoordigen oorlog, de wapenen nog niet zullen worden omgesmeed tot ploegen. De Zegen op de wapens, —o Zooals ik reeds schreef in Volkswil no. 271 smeeken alle legers de zegen over de wapens af. Laat ons eens zien hoe dat vroeger geschiedde. De Israëlieten voerden bijna door loopend krijg tegen de Heidenen, maar vertrouwden steeds op hun God. Thans vertrouwt men op het groot aantal manschappen en de nieuwste vernie lingswerktuigen. Sta mij toe U iets uit de geschiede nis van David te verhalen, zooals dat na verteld is door Aletta Hoog. „In de laatste jaren van zijn regee ring deed David iets heel verkeerds. Hij wilde zijn volk laten tellen. Hij wilde weten op hoeveel man hij re kenen kon, als hij weer oorlog moest voeren. Hiermee toonde hij, dat hij niet meer eenvoudig vertrouwde op den God van Israël, die tot nu toe zijn sterkte was geweest, maar dat hij zijn vertrouwen stelde op menschen. Joab probeerde hem af te brengen van zijn plan, maar David bleef er bij. En Jo ab gaf toe. Van plaats tot plaats trok Joab door het geheele land om overal de mannen te tellen, die vechten kon den. Toen alles klaar was zag David In, dat hij verkeerd gedaan had. Hij zou het wel ongedaan willen maken, maar dat kon niet meer. De Profeet Gad kwam tot David om hem zijn straf aan te zeggen. Toch mocht David nog zelf kiezen, welke straf hij hebben wou. De Profeet zei„Zal er een hon gersnood van zeven jaren over uw land komen Of wilt gij drie maanden vluchten voor uw vijanden Of zal er drie dagen pest in uw land zijn „Mij is zeer bange", zeide David. „Laat ons toch in de hand des Heeren vallen, want hij is barmhartig, maar laat mij niet in de hand van mer.schen vallen." De Profeet ging heen. En de straf kwam, de pest, een vreeseJijke ziekte deed vele menschen sterven. David treurde en bad en zei dat hij gezondigd had. Tot hier het verhaal welke wij in de H. Schrift kunnen le zen en dus geen verzinsel is. Wij vinden trouwens meer verhalen in de H. Schrift, waar duidelijk uit blijkt dat de Israëlieten overwonnen met hun God, niettegenstaande hun leger veel minder in aantal was dan het vijandelijke. Ook zien wij dat ze geslagen werden wanneer God op hen verstoord was. Lees maar eens aan dachtig het boek „Samuel". Nu is het geheele vertrouwen ge baseerd op het leger zelf, op de in spiraties van den satan, op de tech niek, en niet op God. Zou die God van vroeger soms ver anderd zijn Of zijn de menschen wellicht veranderd door te vertrouwen op satans uitvindingen Zou die God van vroeger niet meer tegen den satan opgewassen zijn Of zijn het de men schen die meenen hem niet meernoo- dig te hebben, nu ze kunnen beschik ken over machines die satan aan hen inspireerde? Juticabit in nationibus, inplebit ruinasconquassabit capita interra mul orum. Hij zal reel t doen onder de volkeren dit U wederstaan. Hij zal alles met de nederlaag uwer vijanden vervullen. Hij zal de hoofden van vele hoovaardigen verbrijzelen. Zou een waarachtig God Zijn Zegen geven aan de helsche werktuigen van den Satan Wij gelooven het niet. Trouwens Gods almacht schiet tekort om aan alle legers de Zegen over de wapens te geven, want deed Hij dat, dan was de slachting eindeloos, en zou er niemand overwinnen, bijgevolg geen einde aan den oorlog komen. Wij noemen dan ook het vragen van den Zegen over de wapens (lees moord tuigen) een godslastering. B. DE GRAEF. O Faillissementen in Nederland. Volgens de mededeeling van Van der Graaf Co's Bureaux voor den Handel zijn over de afgeloopen week in Nederland uitgesproken 22 faillis sementen tegen 46 faillissementen in dezelfde week van het vorige jaar. o Kamerlid-uienhandelaar. Het gaat werkelijk om uien, niet om grappen. Het Kamerlid De long heeft Vrijdag der vorige week in de Tweede Kamer gezegd dat uien in Den Haag reeds drie cent per stuk kosten. Naar wij vernemen heeft een der grootste groenten-exporteurs te Broek op Lan- gendijk hem daarop het volgende te legram gezonden De Jong, afgevaardigde Tuin- bouwdistrict Hoorn. 's-G ravenhage. Naar aanleiding van uwe jongste rede in de Tweede Kamer oflreer ik u prima Langenlijker (geen Kamper) uien, prima qualiteit in iedere hoe veelheid, a 1 cent per stuk. Dat kan, als de heer De Jong er op ingaat, een goed zaakje voor hem worden. Hande'sblad. —o Wat „tot het bittere eiud" beteekent. Voortdurend verzekeren de strijden de partijen, dat de worsteling iot het einde zal worden voortgezet. Wat men echter met dat einde bedoelt, werd tot nu toe niet gezegd. De „Intransigeant" vertelt ons thans, wat Frankrijk en Engeland bedoelen met den strijd „tot het bittere einde". Het gaat er niet om de overwinning te misbruiken, schrijft het blad en het immoreele „vae victis" toe Ie passen, hetgeen vroeg of laat ten nadeele komt van den onvoorzichtigen over winnaar. Het komt uitsluitend er op aan den wereldvrede te consolideeren. Wij zullen het oorlogsmonster ver meesteren door middel van de eco nomische verplettering. Indien de reusachtige begrooting, welke Duitsch land voor zijn bewapening pleegt te

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1915 | | pagina 2