I TDRKEN EN EÜROPA. Vesten nit konijnenTachten. Uit Duitschland stuurt men naar het Oostelijk front tal van met bont gevoerde pel/,en, gemaakt door de respeotievelijKe familieleden der ver schillende soldaten uit konijnenhuid jes In verschillende families werden met de Kerstdagen konijnen speciaal met dit doel verorberd o Wat het jaar 1915 brengen zal. De profeten, die tegen het einde des jaar* behoefte gevoelen, een voor spelling voor het men we jaar af te leveren, beweren dat het nu spoe dig gedaan zal zijn met den nood lottige invloed van den rooden oor logsplaneet Mars en den matblauwen ongeluksplaneet ^aturnus. Mars blijft ons weliswaar het beele jaar nog beïnvloeden, maar Saturous boet z'n macht in. Daarentegen komt de schit terende en krachtige Jupiter in een gunstige positie, en die zal hier spoedig alles regeeren. De oorlog houdt dus op, geleidelijk natuurlijk, door een sterke macht, een macht, die. ja, wat dar precies voor een macht zal zijn, dat weten de astro logen evenmin als wij Maar wij troosten ons, dat 1915 beter zal eindigen dan 1914 Wij hopen het, o De Tarbinia, Dinsdag j. 1. te water gelaten, is het eerste Nederland>cbe schip, voor zien van stoom-turbines, welke tur bines bij de Rotterdi.msc.he Droog dok Mij. in aanbouw zijn De stoom turbines ontwikkelen 1500 I P K zoodat het schip wanneer het vol geladen is, nog een vaart zal heb- heb van 10 knoop De Turbmia is een mooie aanwinst voor de Neder- landSche Handelsvloot. o Nienw oorlogstuig. In de Daily News" lezen wij, dat een Fransch off.cier een toestel heelt bedacht, om prikkeldraadver sperringen van den vijand uit den weg te ruimen. Het bestaat nit een soort van vuurpijl met een haak en een lange lijn eraan o Uit de Duitsche industrie. Zooals reeds vroeger werd mede gedeeld, trachtte men in Duiischland wegens het gebrek aan jute de jute zakken te vervangen door papierzak- ken. Naai thans gemeld wordt, zou het gelukt zijn een geschikt houdbaar en elastisch papiermateriaal te vervaar digen. o— Oorlog en kunst. In Duitschland voelt men op het oogenblik niet veel voor de kunst. Alleen wanneer deze in dienst van het amusement wordt gesteld, trekt ze be langstelling. Daarentegen wordt de ge regelde gang in Engeland betrekkelijk weinig gestoord, en zoo worden thans evenals andere jaren in vele plaatsen van het Koninkrijk schilderijen-ten toonstellingen gehouden, waar na tuurlijk de oorlog in beeld wordt gebracht, leder Engelschman, die er warmpjes in zit, tracht nu eerr schil derij of in ieder geval een schets van het een of ander ooriogstooneel in zijn bezit te krijgen, hetzij een beeld van den strijd te land of ter zee. Nauwe lijks had de telegraaf de Engelsche overwinning in Zuid-Amerika bericht, of Engelsche schilders gaven er een fantasie van, die met de waarheid overeenkwam, naar het heeite. En het Engelsch publiek kocht. Zeer in den smaak zijn de afbeeldingen van de gevechten aan de Yser-Unie, en een kunstenaar, die er den slag van beet heeft, verdient in Engeland thans geld als water. Terwijl in de neutrale lan den de anisten hun maag wel aan de wilgen mogen hangen. o De winter in Frankrijk. In Frankrijk loopt het totnogtoe met den .winter nogal los. Vorst van betee- kenis is er nog heel niet voorgeko men, en, beide oorlogvoerende hopen, dat zij er beter af zuMen komen dan in den winter van 1870,71, toen het geducht koud is geweest. Bijna de heele maand December lag toen de temperatuur belangrijk beneden het vriespunt, en ook in de eerste helft van Januari vroor het, dat het kraakte de minimum-temperatuur was 5 gr. F., dus een vorst van 27 gr. Tot op heden was het meest dooi- weer langs het hëele front, behalve dan natuurlijk op enkele hooggelegen gedeelten. Den eersten Kerstdag vroor het een beetje, maar later steeg de temperatuur weer, en de vorst, die na den storm kwam, was niet hevig, en was evenmin van langen duur. Op het Oostelijk ooriogstooneel ligt de temperatuur meer beneden het vries punt. De Russen kunnen er echter beter tegen dan de Engelsche hulp troepen uit de Tropen, en de Duit- schers, die naar het Oosten gaan, zit ten er warmpjes in. o— Evenals een zee, die bij vloed haar wateren naar het vasteland voortstuwt, en die bij ebbe wederom in haren schoot terugtrekt, is de inval der Tur ken geweest in Europa. Door toedoen der Polen, Russen en Hongaren, die eeuwenlang de verdedigers der Chris tenheid geweest zijn, werd die „zee" telkenmale bij overstrooming binnen hare oevers in het Zuid-Oosten teruggedreven. Men weet, dat het Baikanschierei- land een der, onder oogpunt van voorspoed, rijkdom en beschaving, schoonste deelen was van het Romein- sche keizerrijk. In 375 werd bij den dood van Theodorus het keizerrijk in twee deelen «gesplitst. De provinciën in den Balkan werden bij het keizer rijk van het Oosten ingelijfd. Tot in 1453 wist dit keizerrijk zich tegen de aanvallen der barbaren staand te hou den. Langzamerhand evenwel wisten zij er in door te dringen en er hun woonplaats te vestigen met of zonder goedvinden van den Basileus. De eer ste overweldigers waren volksstammen van siavischen oorsprong. De Romei nen vreesden die menschen van een groote gestalte, met witte huid en bruine of blonde haren, die zij Larmaten noemden. Terwijl hun broeders zich gingen vestigen in Polen en Bohemen, zakten de Slaven meer naar het Zui den af, trokken den Donau over, en namen bezit van Hongarije, Croatië, Bosnië Herzegowir.a, Montenegro, Ser vië, het sandjak van Novï-Bazar, en het grootste gedeelte van Macedonië. De Croaten, Dalmatiërs, Tcbeken en Polen bekeerden zich tot het katho licisme, de overige Slaven van het Zuiden gingen tot den Griekschen ri tus over. In de 14de eeuw werd er een groot Servisch keizerrijk gesticht met het hedendaags in Turkije gelegen Uskub tot hoofdstad, dat zich uitstrekte over het geheele schiereiland van de Adria- tische tot aan de Zwarte Zee, en van af den Donau tot aan de Egeische Zee. Stephanus Douchan, de toenma lige „Servische Karei de Groote", vond den titel van koning te gering, en nam den titel aan van Czaar. Zijn hofhou ding was schitterend, zijn leger mach tig, zijn roem Europeesch, niets ont brak hem meer om de alleenheerscher te zijn van den Balkan, dan Constan- tinopel. Hij rukte op met zijn machtig leger tegen die stad, doch overleed plotseling onderwegmet zijn dood nam ook zijn keizerrijk een einde. Met de Serviërs waren ook de Bul garen, die van een geel ras waren, in de 7de eeuw het keizerrijk binnenge drongen, en hadden zich ten Zuiden van den Donau gevestigd. Zij v/aren na verwant met de Finnen, de Hon garen en de Turken. De Byzantijnsche keizers leefden geregeld met hen op voet van oorlog, en meer dan één keer moes'en zij het onderspit delven. Het hedendaagsche Bulgarije en de twee Roemeniën werden hun deel. Zij er kenden de opperheerschappij der „hei lige keizers", leverden hun de schoon ste soldaten van hun garde, en be keerden zich tot het Christendom. Die gele heidenen werden ai spoedig een Christen en Slavische volksstam. In het schiereiland, waar Grieken, Serviërs en Bulgaren min of meer vij andig met elkander leefden, verscheen in de 14de eeuw een nieuwe Aziati sche volksstam, namelijk deTurksche. De kwestie van den oorsprong der Turken is uiterst moeilijk. Hun naam komt voor den eersten keer voor inde 5de eeuw bij de Chineezen, die hem schreven „Tour-Rione", in de zesde eeuw komt hij voor bij de Grieken, die hen Tourkol noemden volgens de Grieksche annalen zond dr« Byzantijn sche keizer in het jaar 569 een ge zantschap naar den koning der Tour- koi van Kipcktak, Olgour, Kankü, Ka- latch en Barluk. Het waren schrik wekkende ruiters, van middelmatige gestale met huiden bedekt en zware helfoen of groote berenmutsen op het hoofd. Zij trokken de barre zandwoes tijnen door al droomend van schaduw rijke dalen, van groote weiden en schoone steden, waarin de menschen in steenen tenten wonen en alle dagen eten. Zij hadden spreuken als deze „De Turk te paard, kent zijn eigen vader niet meer." Als de Turk te paard zit, waant hij zich een groot heer geworden". „Indien men het huis van uw vader omverhaalt, help dan mee met uwe makkers." De godsdienst was hun onverschillig*; zij begonnen met het aanbidden van 5 elementen, die in 5 personen waren mensch ge worden namelijk de aarde of de gele keizer in het midden, het bosch of de blauwe keizer in het Oosten, het me taal of de roode keizer in het Zuiden, het vuur of de witte keizer in het Westen, het water of de zwarte keizer in het Noorden hun onverschilligheid ging langzamerhand over tot het Boeh- disme, doch zij werden gemakkelijk aanbidders van het vuur, manicheën, Christenen, nestorianen en muzelman nen. Bij hen was godsdienst gehoor zaamheid. Het Christendom drong tot hen door in de 4de eeuw. In het jaar 337 vinden wij een bisschop van Merv in Rhoras san, wiens zetel in 420 tot metropool verheven werd. In 503 werden er bis dommen gesticht te Herat en te Sa markand. In 718 bekeerde de patriach Timotheus den Turkschen chan prins van Karakoroum... Indien de inval der Arabieren één eeuw later had plaats gehad, dan zou de huidige kwestie in den Balkan mïsshien nooit zijn voorgevallen, dan zouden de Tur ken alhoewel ketters, doch Christenen geweest zijn, en zou niemand er aan gedacht hebben, om hen uit Europa te verdrijven. De islam, die de eenvoudigheid zelve was, kwam het meest van alle gods diensten met hun eenvoudige gevat heid overeen- Degenen, die nog niet christen of bouhdist waren, werden muzelmannen, en de anderen volgden hen van lieverlede na. Zij traden in den dienst der kaliefen als huurlingen, doch weldra namen zij de plaats in van hun meester; het rijk der Arabie ren werd zachtjes aan door hen be machtigd, en de kalief van Bagdad betreurde het, maar te laat, dat hij hen geroepen had. Van toen af begon hun groote over rompeling naar l.et Westen en het Noord-Westen. De Turksche verove ring gebeurde in 4 etapenKlein- Azië, de Balkan, Constantinopei en Midden-Europa. Als een alles mee- sleepende stroom verscheen zij in de Xlde eeuw in Kiein-Azië „De koning van het Oosten en het Westen, AIp- Arslan", ook bijgenaamd de sterke leeuw, veroverde Syrië en Palestina, versloeg den keizer Ronnus Diogenes te Manazkert aan den Euphraat, en liet op zijn graftombe te Merv het opschrift griffen„Gij, die getuigen waart van de grootheid van Alp- Arslan, aanschouwt hem hier in het stof". Een zijner opvolgers, Soliman, veroverde Nicea, en drong door tot aan den Bosporus. De Byzantijnsche keizer Michael VII, door de Seldjouck- sche Turken bedreigd, smeekie in 1073 bij paus Gregorius VII de hulp in van het Christen Westen. In 1078 werd ook Jerusalem op zijn beurt bemach tigd de pelgrims, die de Arabieren altijd welwillend ontvangen hadden, werden nu door de Turken vervolgd en mishandeld, en de bevrijding van het graf des Heeren was de groote oorzaak d*r Kruistochten. Het rijk der Seldjouksche Turken verbrokkelde weldra. Doch eenige horden der uit het Perzische gewest Chorosan ver huisde Turcomenen, die in 1244 de Kruisvaarders bij Gaza overwonnen, vestigden zich in Armenië, stichtten er onder hun- aanvoerder Osman beer nenbreker een onafhankeiijken staat, en veroverden Phrygië en Bithynië. Naar Osman werd zijn volk Osmanen Ottomanen, Osmanli's - genoemd. Zijn oudste zoon Urkhan kwam zich na de inneming van Broessa aldaar vestigen, en schonk aan zijn eigen zoon Soieiman Nicéa. Deze laatste, zoo verhaalt de legende, meende op zekeren nacht in een droom een licht gevend punt te zien, dat de kusten van Azië en Europa vereenigde, als ook een mysterieuze vloot, die de wa teren doorkliefde. Hij besloot daar op af te gaan. In aller haast werden 2 sloepen van boomstammen vervaar digd, en den volgenden nacht scheepte zich Soieiman met slechts 39 makkers in, waaronder Evrénos-bey. Zij omsin gelden Tsyrnpé in de nabijheid van Gallipoü, wier forten in puinen lagen en maakten er zich zonder slag of stoot van meester. Eenigen tijd daarna, wer den tengevolge van een aardbeving de vestingwerken van Gallipoü en van andere naburige steden vernield, waar van insgelijks Soliman zich meester maakte. Toen nu de Byzantijnsche keizer een der zijnen tot Urkhan zond om tegen den aanval van zijn zoon in 1356, en de inbezitneming der ont mantelde steden in 1357 te protestee ren, gaf hem Urkhan ten antwoord „De wapenen van mijn zoon hebben niets gedaan, maar 't is God zelf ge weest, die met uwe versterkingen te vernielen, u in onze handen geleverd heeft." Voor de eerste maal dus zet ten de Turken hun voet in Europa; zeven-en-negentig jaren later in 1453 zouden zij Constantinopei overrompe len en binnentreden. Van uit Gallipolli plunderden zij geheel Thracië. In 1360 werd het be legerde Adrianopel den Grieken ont nomen en werd de voorloopige hoofd stad der Ottomannenhet land der Bulgaren kwam nu aan de beurtVar- dar aan de rivier van dienzelfden naam gelegen, Eski Zagra, Yini-Zagra, Phi- lippopoü vielen achtereenvolgens in hun handen, en maakten er zooveel gevangenen, dat de prijs van een slaaf tot 10 gulden daalde. Urbanus V zag zich genoodzaakt andermaal den kruis tocht te preeken tegen de Muzelman nen. Te dien einde kwam er een ver bond tot stand tusschen Lodewijk van Anjou, koning van Hongarije. Vocka- chine en Oegliecha, vorsten van Ser vië, Ivertke van Bosnië, Sischman, Czaar van Bulgarije, Mircca, vaëvode van Walaghije, die te samen overeen leger beschikten van 60.000 man. Een bloedige veldslag had plaats op de oevers van de MaritzaVockachine en Oegliecha verdronken in de rivier, de Christenen werden verpletterd, Bul garije en een deel van Servië werden door de Turken veroverd (1371). Nisch werd ontnomen aan de Serviërs, in 1375, Sofia aan de Bulgaren in 1382, en Monastir aan Macedonië. De Chris tenen beproefden alsdan nog een wan hopige pogingLazarus, czaar van Servië en Sischman, czaar van Bul garije, riepen de hulp in der Bosniërs, Herzegowiniërs, Albanen en Walakij- ers, die te zamen een leger van 200.000 man op de been brachten zij dooden 15,000 Turken te Top'ilza in Bosnië. Om te beletten dat die legers zich vereenigden, wierp zich Ali-pacha eerst met al zijn mannen op de Bulgaren, ontnam hun Tirnovo en Choemla, be legerde Nicopolis, en dwong Sisch man met zijn vrouw en zijn kinderen hem barvoets om genade te smeeken. Ontdaan van de Bulgaren wendde zich Murad nu tegen de Serviërs. Zijn leger was verschrikkelijk, en zoo tal rijk, zegt een tijdgenoot, dat een rui ter in 14 dagen tijds niet de ronde kon maken. Van- weerskanten voelde men, dat net uur van den beslissen- den slag geslagen had. Turken en Ser viërs vochten den 15 juni 1387 te Kossovo met een onbeschrijfelijke woede. Een Servisch edelman, Miloch, wierp zich Ie midden der dichte drom men Turken, wist zich baan te ver schaffen tot bij den Sultan en door stak hem met een dolk Lazarus, de czaar van Servië, zijn schoonvader en zijn 9 schoonbroeders kwamen insge lijks om in den strijd. De dichters bezongen dien bloedi- gen slag, den roem van Miloch, die den Sultan doodde „en met hem 12,000 Turken", den roem van Lazarus „de gouden kroon van Servië", die om zijn persoon ontelbare bataljons van Christenen uit den Balkan wist te groepeeren. De zoon van 'Murad, Bazajed I, „de Biiksem", zette de veroveringen voort. Hij deed Ollvéra, de dochter van La zarus, in zijn- harem opnemen. Honga rije, bedreigd, smeekte Europa om hulp. Van alle kanten van Europa stroomden de ridders en lijfeigenen toe, uit Frankrijk, Duitschland, Neder land, Engeland, Polen, Luxemburg en Venetië, om Hongarije en Byzantië te ontzetten. De ridders van Rhodes zon der. hun vloot. Kortom, heel 't Westen stond strijdvaardig onder het opperbe vel van Jan van Neveis, „Jan zonder vrees", hertog van Bourgondië, tegen over den Turk. Een verschrikkelijke slachting had er plaats te Nocopolis (1376), alwaar Bajazed, ofschoon over winnaar 40.000 man verloor. Eer de Hongaren het strijdperk betraden, hadden de Fransche en Nederland- sche ridders onder Jan zonder Vrees reeds .10,000 Turken neergeveld doch werden eindelijk door de Janitsaren omsingeld en gevangen. Behalve Jan zonder Vrees en eenige andere aan zienlijken, die voor een zwaar losgeld 200,000 gulden vrijgekocht wer den, ondergingen allen den marteldood. Het aanrukken der Mongolen onder Timoer-Lenk, noopte den Sultan naar Azië terug te trekken, en van het be leg van Constantinopei af te zien. Een derde aanval zou Constantinopei doen vallen. Sinds de maand April 1453 omsingelde Mohammed II te land de stad met 265,000 man. Een vloot van 420 schepen blokkeerde den Bosporus. De Grieken beschikten slechts over een tiental duizend mannen, 23 eigen, 6 vreemde schepen. Van weerskanten, zoo verhalen de geschiedschrijvers, had de godsdienstige stemming het toppunt bereikt. „In het begin van het beleg had de cheik-Akchems-ed-Din, opvolger in heiligheid van den groo- ten cheik Bokdari, in een droom den standaarddrager Eioeb gezien, die in een aanval van de Arabieren tegen Constantinopei in 672 gedood werd en die heilige martelaar toonde der cheik de plaats aan van zijn graf on- der de muren zelf der stad. Men be gon te graven, en werkelijk vond men zijn gebeente.... Ulema's, cheiken en derwichen volgden de colonnen, en aan hun hoofd marscheerden, zoo verzekert Saad-ed-Din, gansche legi- j oenen van zuivere geesten, die uit de onzichtbare wereld gekomen waren." De Grieken van hunnen kant had- L den den moed verloren. Nochtans wilde de legende, dat, zoodra de Tur ken de plaats van den Slier zouden bereikt hebben, een engel uit den he mel zou nederdalen, en aan een man uit het volk, gezeten aan den voet der zuil van Constantinus, een zwaard zou overhandigen, en dat die man de bar baren zou terugdrijven.... tot in Azië. Het beleg duurde 53 dagen vanaf den 6den April tot den 29sten Mei. In den nacht van den 27sten Mei werd fret Turksche kamp verlichthet fanatisme, de geestdrift en de krijgswoede be zielden aller harten cheiken en der wichen beloofden den strijders den on- sterfelijken en zegepralenden roem van Allah, terwijl de ingesloten stad bin nen hare muren somber en doodsch bleef, en terwijl de schildwachten de wacht hielden, bad men de gebeden der stervenden. Den 28sten bereidden zich de Turken tot den aanval voor, en den 29sten in den vroegen mor gen stormden zij in 5 collonnes op de stad los. Met moed verdedigde de laatste keizer Constantijn IX het laffe Constantinopei, en vond op de wallen den heldendood. Nog dienzelfden dag, omtrent middag, deed Mohammed II zijn intocht in de stad. Op de Aya Sofia verving de halve maan het kruis. Van toen af begon de Turksche overheersching in Europa, als een losgebarsten orkaan, alles meeslee- pend, alles verdelgend, alles aan haar heerschappij onderwerpend, Zuid-Hon- garije, Croatië, Slavonie, Corintbië en Syrië werden achtereenvolgens bemach» tigd. Belgrado werd genomen den 29sten Augustus 1521, Rhodes den 21sten Dec. 1522. Walachije, de Krim en Hon garije werden veroverd, zoodat de Zwarte Zee een Turksch meer werd. Weenen werd belegerd, en de Otto manen drongen tot Ratisbor en tot bijna aan den Rijn door. Het keizerrijk der Osmanli's hieid zich aldus staande tot in de 17de eeuw; het verval be gon slechts in de 18de en de verbrok keling in de 19de eeuw. Over gansch dit uitgestrekt gebied, waren de Turken nooit anders dan maar „gekampeerd". Het was als een reusachtig leger in cantonneering. Nooit ook heeft men in Turkije iets anders geteld dan „overwinnaars" en „over wonnenen", nooit heeft er zich een eigenlijk volk gevormd, nooit ook is er éénheid van taal en éénheid van wetgeving geweest. De overwinnaars of Muzelmannen hadden alle rechten om het even of het Grieken, Slaven of echte zonen van Osman warende overwonnenen of Christenen vormden de „raia", het uitschot. Deze laatsten betaalden de belastingen, de tienden van hun oogsten, en voor het land, dat men hun liet, moesten zij jaarlijks 100 dagen karweienop straffe des doods was het hun verboden paard te rijden of wapenen te dragen. Aan die miskende volken, die zij als 1 natie onderdrukt hadden, lieten de Turken nochthans hun eigen taal en eigen godsdienst, hun priesters, hun r kloosters, hun particuliere wetten, hun 1 gemeente-organisatie, de vrijheid ook j om zelf hunne dorpen en cantons te organiseeren. En daarin lag bijzonder I het gevaar van dien maatregelmen 1 vervolgde de individuën, men legde I het land een soort van economische barbaarschheid op, men schafte de i Staten af, maar men liet de volkeren bestaan. Die volkeren, die altijd hun patriotisme bewaard hebben, beginnen te herleven, zich weer op te richten, I te strijden en zich te wreken, en lang zamerhand, evenals hij gekomen is, trekt die „Turksche-vloed" zich weder om terug, en doet de Latijnsche of Grieksche landen, die hij ingezwolgen j had, wederom te voorschijn komen,

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1915 | | pagina 6