wwwwwww
ÉÉMMÉ
W onderpakket
STOOMDRDKKERIJ C J. CÜIJLE
Van dien tijd af kreeg ik een hoog
denkbeeld van dien man, die, naar het
schijnt, iets van zijn eigen vastbera
denheid heeft weten over te gieten in
de zielen van zijn soldaten. De „furor
gallicus", die steeds de legendarische
roem was van het Franscne leger, is
tengevolge van de strategie der Duit-
schers gewijzigd tot een ander soort
heldhaftigheid. De impulsieve dapper
heid, waarmede de Fransche soldaten
zich vroeger als een wervelwind op
den vijand wierpen, is onderdrukt en
daarvoor zijn in de plaats gekomen
geduld, volharding, werkzaamheid. Nu
betoonen zij geheel in het verborgen
een heldenmoed, die honderdmaal
grooter en prijzenswaardiger is dan
die van hunne voorvaders.
Ik zeg niet te veel als ik beweer,
dat deze nieuwe en onverwachte deug
den, de weerspiegeling zijn van de
ziel van den opperbevelhebber."
o
Engeland en de Russische mobilisatie.
In „Labour Leader" behandelt de
Engelsche schrijver Brailsford de vraag,
wie verantwoordelijk is voor dezen
oorlog. Het merkwaardigste van deze
crisis is, volgens dezen schrijver, dat
de Engelsche diplomatie nauwkeurig
wist, waar het gevaar lag, doch geen
enkelen stap deed, om het te voorko
men. „Zij maakte een formule op, zij
bood bemiddeling aan, zij deed met
de grootste vindingrijkheid het eene
voorstel om tot overeenstemming te
geraken na het andere maar dat
gene, waar het op aankwam, liet zij
nazij deed geen stappen om de
Russische mobilisatie te verhoeden of
te doen uitstellen. Wij vinden, dat onze
gezant den 25sten Juli Sasenoff waar
schuwde voor hetgeen inderdaad is
geschied dat, wanneer Rusland mobi
liseerde, Duitschland zich niet met
een bloote mobilisatie zou vergenoe
gen of aan Rusland den tijd zou laten,
voort te gaan, doch dat het waar
schijnlijk aanstonds den oorlog zou
verklaren. Op dienzelfden dag besloot
Rusland tot de mobilisatie. Indien toen
nog niet het karakter van het gevaar
duidelijk was, werd het twee dagen
later door den Duitschen rijkskanse
lier in een gesprek met onzen gezant
te Berlijn nauwkeurig vastgesteld het
gevaar zou inderdaad aanwezig zijn,
indien Rusland niet alleen in het Zuiden
tegen Oostenrijk, doch ook in 't Noor
den tegen Duitschland mobiliseerde.
Ook op deze waarschuwing werd niet
gelet en in den nacht van 30 op 31
Juli werd het noodlottig bevel gegeven
tot de mobilisatie in het Noorden.
„Bij dat onderhoud tusschen Sir
George Buchanan en Sansonoff waar
schuwde en pleitte onze gezant. Ein
delijk werd hem openlijk den 27sten
Juli gezegd, dat de mobilisatie zou
voortgaan. Nog was het tijd voor Sir
Edward Grey om te spreken. Er was
één woord, dat den vrede had kun
nen redden„Wanneer gij tegen
Duitschland mobiliseert, alvorens alle
hulpmiddelen der diplomatie zijn uit
geput, zullen wij u als de aanvallers
beschouwen en geen man en schip
zenden, om u te helpen." Dit woord
heeft Sir Edward Grey niet gespro
ken. Hij legde zich neer bij de Russi
sche mobilisatie en Sir George Bu
chanan pleitte alleen, dat de troepen
de grenzen niet zouden overschrijden.
„Het Engelsche Witboek toont, dat
de diplomatie van Sir Edward Grey
in menig opzicht succes had. Hij ver
kreeg van Duitschland, dat dit land
op het laatste oogenblik nog een druk
op Oostenrijk uitoefende. Hij bracht
er Oostenrijk toe, op het laatste oo
genblik ten aanzien van het voor
naamste strijdpunt toe te geven. Doch
hij kon den vrede niet redden, om
dat hij Rusland niet wilde of kon
controleeren. Op het oogenblik, dat
Rusland den noodlottigen en uitdagen-
den stap deed, had het de overtui
ging, dat het verzekerd kon zijn van
onze ondersteuning. Niets werd ge
daan of gezegd, om deze ondersteu
ning afhankelijk te maken van Rus-
lands bereidwilligheid, de zaak van
den vrede te dienen. In zooverre treft
onze diplomatie" aldus de Engel
sche schrijver „een deel der ver
antwoording voor d: gemeenschappe
lijke misdaad."
o—
De crisis en accountancy.
De accountant is een van de wei
nigen, die van iedere crisis profijt
trekt, Het expeditie-bedrijf mag
op het oogenblik schitterend gaan,
straks, bij een andere crisis, zijn alle
expediteuren lam geslagen. In de cacao
is wellicht veel te verdienen geweest,
maar toch kan men zeggen, dat in het
algemeen de cacao-fabrikanten betere
tijden beleven in vette jaren dan in
magere. Maar de accountant verdient
zijn rijksdaalders het vlugst en het
meest, wanneer het den zakenmen-
schen tegenloopt, onverschillig, waar
door de malaise ontstaan is.
De verklaring ligt voor de hand.
Gaan iemands zaken achteruit, is de
bodem van de kas zichtbaar, manen
de crediteuren, dan vreezen vele za-
kenmenschen, dat hun onderneming er
niet zoo goed voor staat, als zij steeds
gedacht hebben. Zij twijfelen aan de
soliditeit van hun onderneming, zij
billen weten, of hun balans niet ge
flatteerd is, of zij aanleiding hebben
zich ongerust te maken, of hun boe
ken in orde zijn, of aangetoond kan
worden, dat de onderneming goed is,
zoodat er geld geleend kan worden
de accountant heeft werk.
En zoo zijn thans, niet alleen in de
oorlogvoerende landen, maar ook bij
ons, de accountantsbureaux open tol
laat in den nacht. Op menig accoun
tantskantoor zal men met de Kerst
dagen moeten hebben doorwerken. En
met het naderen van het einde des
jaars wordt de wachtkamer van den
accountant al voller en voller, steeds
meer menschen zoeken bij hem hun
redding, vragen hem, smeeken hem,
of hij nog uitkomst weet.
In de groote steden in Duitschland
ondervindt inmiddels de accountant
een sterke concurrentie van een nieuwe
categorie, die van den commercieelen
adviseur. Hij is geen rekenaar van
professie, maar iemand, die zijn hel
der inzicht, zijn gezond verstand en
zijn relaties exploiteert. De kantoren
van die commercieele adviseurs rijzen
in heel Duitschland als paddestoelen
uit den bodem, en door sensationeele
advertenties tracht men in relatie te
komen met raadbehoevenden. Natuur
lijk zijn onder die adviseurs degelijke
en nobele zakenmenschen, maar ook
brutale kwajongens, die de crisis te
mooi vinden, om er niet een slaatje
uit te kunnen slaan. Vele van hen zou
men kunnen vergelijken met onze be
ruchte „credietbezorgers aan menschen
zonder vaste positie, zonder garantie
en zonder borg."
Hygiensch wonen.
In de Rue Vavin te Parijs zijn door
den bekenden Franschen architect
Sauvage, geholpen door Mons. Sarra-
zin, huizen gebouwd, huurwoningen,
van een geheel nieuw type. Zij mogen
niet zeer rentgevend zijn, dit staat
vast, dat het een lust is, erin te wonen.
De woningen hebben ieder een bal-
con, een groot voordeel. Dit balcon,
ruim en breed, steekt echter niet uit,
en ontneemt zoo een heele dosis licht
aan de benedenwoning, maar is een
soort plat, wordt dus gedragen door
den buitenmuur van de woning van
een étage lager. Elk plat springt dus
inde zijmuur der huizen is dan ook
een trapjes-gevel, en iederë etage
wordt dus kleiner, naarmate men hoo-
ger komt. Maar aan lucht en licht geen
gebrek. Dit is een belangrijke zaak.
Het zal ons benieuwen, of de metho-
de-Sauvage gevolgd- zal worden.
o
Indische toestanden.
Zij, die altijd meêprevelen van
Soort over soort is genade, doen ver
standig, eens een kijkje te nemen in
de mineratuur-rijkjts, die nog onder
inlandsch bestuur staan, schrijft Z(ent-
graaf) uit Ternaete aan de N Soer. Ct.
„Een eigenaardig type, die „Kapi-
tan-laoet" (Prins) van het sultanaat
Batjan. Deze prins heeft twee liefhebbe
rijen opium cn drank. Hij is óf aan
den drank öf aan de opium, en schijnt
met strenge onpartijdigheid zijn aan
dacht èn z'n duiten tusschen
die twee artikelen te verdeelen. Door
de groote hoeveelheden, welke hij van
dat vermaarde genotmiddel, het brouw
sel van Lucas Bols, tot zich neemt,
verwierf hij zich den eerenaam van
„hadji Bols".
Hij heeft zich indertijd aangeboden
om op te treden als gezagvoerder op een
motorboot van één der handelslicha
men, zonder daarvoor salaris te eischen.
Hij stelde slechts de voorwaarde2
kisten Bols per maand.
De „rijksbestierder" en de overige
grooten zijn, met kleine verschillen,
uit hetzelfde hout gesnedenze zien
er allen nóch bijster gunstig, nóch erg
zindelijk uit. De fatsoonlijke gezichten
ziet men nog onder vroegere pande
lingen, thans oppassers van den sul
tan, die in een lichtgeel jasje rond-
Ioopen. Als je lang naar die prinsen
hebt gekeken, is het een recreatie,
weer eens een ordentelijk slavenge-
zicht te zien".
Wat een eer toch voor Lucas Bols,
zoo genoemd te worden. Zou de firma
het wel voldoende op prijs weten te
stellen
„Neutr. G. T.
—o—
Haast UHaast U
o
Evenals verleden jaar ontvangt men
ook nu weder voor den spotprijs van
f0,85, franco per post f 1,het be
kende WONDERPAKKET, inhoudende
100 Naamkaartjesnetjes bedrukt
op stevig bristol carton.
100 daarbij passende Enveloppen
25 Briefkaarten
25 vel Schrijfpapier.-
25 Enveloppen.
Om zeker te zijn het PAKKET
tijdig te ontvangen, zende men spoe
dig postwissel met duidelijk naam en
adres aan de
te HULST.
U Haast II
O—
Rusland en Duitschland.
De Corr. Norden meldt
De militaire medewerker van de
„Perseveranza", de Italiaansche majoor
Cabiate, 'houdt zich in een artikel, ge
titeld „Een overwinning der bereke
ning", bezig met de tegenstelling tus
schen de zorgvuldige voorbereiding
van den oorlog van de zijde van
Duitschland en de verwaarloosde, on
stelselmatige voorbereiding van de zijde
van Rusland Het blad schrijft„Nooit
zullen de Russen zooals nu hun ge
brekkige voorbereiding hebben be
treurd, evenals hun onvoldoende spoor
wegstelsel. Het is niet genoeg, milli-
oenen soldaten te bezitten, men moet
ze ook kunnen onderbrengen, verzor
gen en kleeden, men moet ook voor
hun voeding zorgen, evenals voor
snelle aanvulling van materiaal en
paarden.
De overwinning van Hindenburg is
niet het effect van een Napoleontischen
inval, maar het resultaat van een toe
passing, op methodische wijze, van de
ten dienste staande middelen, vereenigd
met de superieure wilskracht van den
Duitschen generaalen staf, die een uit
muntend strategisch spoorwegnet in
Posen organiseerde. Hindenburg wist
met betrekkelijk geringe troepen, door
troepenverschuiving zooals de nood
zakelijkheid die meebracht, den vijand
op tactisch gebied te overwinnen. De
Duitschers gaven in de militaire ge
schiedenis het eerste voorbeeld van
een overwinning door het doelmatig
gebruik van een strategisch spoor
wegnet.
De jongste opgravingen in de
Palalijnsche heuvel.
De Palatina, die eerbiedwaardige
plaats der zeven-heuvelen-stad, waar
de oudste Romeinen gewoond moeten
hebben, is in den laatsten tijd door
systematische opgravingen tot een mid
delpunt van historische belangstelling
geworden, dat de oplossing van vele
historische en mythologische vragen
bevat. Prof. Federico Hermann deelt
van deze archeaologische ontdekkin
gen eenige interessante bijzonderheden
mee. De vondsten loopen over een
groot tijdperkvan diep in de Oud
heid, tot een eind in de Middeleeu
wen. De spaden zijn diep in de aarde
gestoken. Men groef tot onder de
prachtzalen van het keizerlijk slot der
Flaviërs, en voor de oogen der oud
heidkenners verschenen de kostelijkste
decoraties van het huis van Keizer
Augustus en de meer eenvoudige ver
trekken, waarschijnlijk uit den tijd van
Sulla. Naast dezen weerschijn van
den bloeitijd van het Romeinsche Rijk
verschenen sporen van de oudste ko
lonisatie. In de grijze aarde herkende
men de gaten, waarin de allereerste
bewoners de palen voor hun slaap
hutten moeten hebben gerammeid. Niet
ver daar vandaan kwam een graf te
voorschijn, dat bewijst, datjhier de be
graafplaatsen van de oudste bewoners
der Palatina waren. Van dezen ge-
heimzinnigen oertijd werd men plot
seling teruggebracht in een tijd, waar
van veel meer bekend is en kwam men
in het huis van Augustus te wandelen.
Tusschen.de grondvesten der groote
zalen ontdekte men ruimten met prach
tig bewerkte marmeren vloeren en rijke
waterpartijen. Tusschen al het gewir
war van de vele muren uit zooveel
verschillende tijden, was het onmo
gelijk te ontdekken, of er ook brok
stukken van het beroemde Gouden
Huis van Nero gespaard waren geble
ven. Toch behooren wellicht eenige
der rijke decoraties tot deze wonder
lijkste groep bouwwerken, die Rome
ooit bezeten heeft. De groote Keizer-
zalen van Nero's paleis op de Palatina
zijn nu tot hun fundamenten uitge
graven, en ook is de uitgestrekte bin
nenplaats van 3000 vierkante meter
blootgelegd. Behalve deze machtige
monumenten van den grooten Keizer
tijd verdienen de vroegste gedenktee-
kenen van het Christendom de aan
dacht. Het oudste monument van
Christelijk karakter, thans gevonden,
is afkomstig uit het einde der 4de
eeuw. Het is de lokaliteit, die eens de
kapel van den Heiligen Caesrrius en
Julianus bevatte.
Een waarschuwing.
Het te Stockholm verschijnende
„Svenska Dagblad*4 deelt mede, dat
grootvorst-Nikolajewitsch, de Russi
sche opperbevelhebber, de chefs van
de Russische Intendance bij zich liet
komen, ze langer dan een uur liet
wachten, ze toen met doordringende
blikken aanzag en hard en scherp
niets anders tot hen zeide dan
„Wie steelt wordt opgehangen
—o
De eerste coöperatieve groente-teelt
in Duitschland.
Te Gorgast nan den Oder is een
groente-teelerij opgericht op coöpera
tieven grondslag. Men heeft een ter
rein van 33 morgen, en de teelerij
bestaat uit niet minder dan 1500
bedden. Bovendien beschikt men over
zes moderne broeikasten voor de
tomatenteelt.
o—
Matematische scherts.
De matematicus kan alles bewijzen.
Een jurist mag een uitstekend pleiter
zijn,- een filosoof mag veel durven be
weren, maar tegen den matematicus
leggen ze l.et subiet af.
En als men dan met een humoristi-
schen matematicus te doen heeft en
de gemiddelde wiskundige is veel hu-
moristischer dan men doorgaans meent
dan hoort men den man dingen
bewijzen, waar ge om moet schater
lachen, of ge wilt of niet. In zijn club
vermaakt hij met zijn Pythagoreenschen
humor of Gaussische scherts alle leden.
Alleen Nurks vindt het een droog ko
miek.
Een bekend wiskundig grapje, het
succesnummer van alle luimige mathe
matici, is het bewijs, dat drie en vier
aan elkaar gelijk zijn. Het is geen
bewijs uit het ongerijmde, maar het zit
solide in elkaar, en ieder specialiteit
op dit gebied zal het hecht en wel
doortimmerd noemen. Er is geen speld
tusschen te steken. Er is niets tegen
te zeggen. Men zegt, dat professor
Kluiver, de bekende Leidsche hoog
leeraar, de verzekeringswiskundige
specialiteit van den vroegeren Minister
van Landbouw, een man dus met een
reputatie, niet achter de fout kon ko
men. Of dat waar is, weten wij niet.
Wel weten we van een ander bekend
wiskundige, die er niets tegen in wist
te brengen, en die zeide, dat er slechts
twee mogelijkheden warenhij was
gek (wanneer het bewijs inderdaad
goed was), of hij was een wiskundige
van nul komma zes (wanneer er een
fout in het bewijs zat, en hij kon dit
niet vinden).
Natuurlijk zit er een fout in de re
deneering, want drie is nu eenmaal
niet vier. Maar wij zeggen dit niet in
de courant, tenminste niet nu. Wij
geven bij het bewijs geen commentaar,
en laten alleen de redeneering vol
gen
3 a -f- 3 b 3c;
4c=4a-|-4b
7c= —7c
3a-|-3b 3c 4a 4b— 4c
3 a -f- b c) s= 4(a -j- b c)
Derhalve3 4.
o
Bloeiende struiken en heesters in
manden van ijzerdraad.
Zooals men weet, is het voor- en
najaar den tijd, om struiken en hees
ters te planten. Inmiddels wekken deze
juist in den bloeitijd den kooplust van
het publiek op. In Möllers Deutsche
Gartner-Zeitung wordt thans een
methode aangegeven, waardoor het
mogelijk wordt, struiken en heesters
in den zomer te verplanten, zonder
dat ze daardoor lijden. Men zet ze
n.l. in een soort mand van ijzerdraad,
die zeer "poreus is natuurlijk. De
wortels kunnen vrij door dien mand
heen groeien, wanneer de plant
zich ontwikkelt, maar gedurende de
expeditie blijft de oude aarde de plant
omgeven, zoodat de plant feitelijk in
denzelfden grond blijft.
o—
Het drie-eeuwenfeest te New-York.
Terwijl de Oude Wereld verschrikt
wordt door kanonnangebulder en
wapengekletter, viert men in de
Nieuwe Wereld een feest des vre-
des New-York herdenkt het drie
honderdjarige bestaan van zyn han
del. Den 278ten Maart 1614 ver
leende de Hollandsche Staten-Gene-
raal aan de kleine kolonie Nieuw-
Amsterdam voor het eerst een al
gemeen handelsprivilege, dat den
Ilden Ocbtober van dat jaar offi
cieel in een oorkonde werd bekrach
tigd. Dit privilege verschafte de
kleine havenplaats aan de Hudson
de rechten, die het tot de reuzen-
handelsstad zou maken, en de elfde
October 1614 is met recht als de
geboortedag van New-Yorks handel
te beschouwen.
Het feest wordt gevierd. Men her
denkt het feit met allerlei allegorische
voorstellingen Handel en vrede wer
den verheerlijkt. Ook de pers werkt
mee, De „World" leidt de jarige
als spreeksters in en laat haar zeg
gen
„Thans voed ik 5 646 966 zielen
aan mijn borst Elke 30 dagen voeg
ik 17000 zielen hieraan toe. Om de
vier minuten wordt een nieuwe ziel
geboren om de zeven minuten wordt
ik door een andere ziel verloren, die
het leven laatom de tien minuten
ontmoeten een manlijke en vrouwe
lijke ziel elkaar. En voor hen lever
ik om de 40 minuten een nieuw
huis af, een huis ter waarde van
13 621 dollar, terwijl ik ieder jaar
de totaal-waarde van mijn gebouwen
uitbreid met 183950 000 dollar aan
nieuwe architectorische werken. 1 leer
dan 25,000 jonge mannen en vrou
wen bezoeken mijn hoogscholen. Ik
bezit het schoonste kunstmuseum van
dit landzijn schatten kunnen niet
in geld worden uitgedrukt. Honderd
millioen dollar besteed ik ieder jaar
aan liefdadigheid Ik ben de groot
ste stad ter wereld in de meest ma-
terieele dingen. Mij behoort het hoog
ste huis, Woolworth-building, 780
voet hoog met 55 verdiepen. Ik
bezit de grootste hangbrug, 7200 voet
lang en 108 voet breed, de grootste
draagbrug, die van Queensborough,
die 8231 voet lang en 86 voet
breed is. De grootste straat ter we
reld behoort mij, Broadway, en het i
omvangrijkste gebouw, Hudson Ter
minal Huilding, met 4000 vertrek
ken en 10.000 bewoners. Ik heb
de grootste schouwburg ter wereld,
het Hippodrom, met 5200 zitplaat
sen. Ik ben de rijkste stad ter we
reld Het land, dat binnen mijn
grenzen ligt, is 10 milliard dollar
waard. Mijnschuldenzijn 112245.000
dollar, mijn gemeentegebouwen 21
millioen dollar, mijn bibliotheek en
musea 26 millioen dollar waard, en
voor ziekenhuizen heb ik 13 mil
lioen dollar uitgegeven. Mijn prach
tige parken zyn 448 millioen waard.
Ik ben de machtigste zeehaven der
heele wereld Myn handel met vreemde
landen beloopt 1 763 690 123 dol
lar. Ik ben de grootste fabriekstad
der wereld. Binnen mijn grenzen
wonen 2152344 personen, die hun
brood verdienea met het vervaardi
gen van nuttige voorwerpen. Ik
zend uit en ontvang ieder jaar 5000
schepen met 2 millioen passagiers.
Eiken dag treden er 100,000 vreem
delingen door mijn poorten binnen,
lederen nacht herbergen mijn 215
groote hotels 44.000 gasten. Mijn
straten en pleinen zijn te bereiken
door middel van 82 trams, 32 spoor
wegen en een omnibus. Ik ben
I verder eigenares van 149 grooteen
I rnim 400 kleine schouwburgen/