Van alles wat.
leidt en bestuurt, zoo moet in het doel
der maatschappij elk harer leden per
soonlijk daartoe medewerken.
Het doel der maatschappij is de
vrede, en de vrede op aarde is in den
Kerstnacht slechts beloofd aan de
menschen die van goeden wille zijn.
De goede wil is dus eer. onafscheide
lijke voorwaarde voor de persoonlijke
medewerking.
Indien de staat niet was leider en
bestuurder maar uitdeeler der uiterlijke
goederen, dan moest ieder in alles en
nog wat voortdurend hulp verwachten
van het staatsgezag. Nu dit niet het
geval is volgt hieruit, dat dit is de
loop van zaken
1. men zorgt voor zich zeiven, 2.
waar men dit niet alleen kan vereenigt
men zich tot dit doel met ande
ren, 3. waar ook de vereeniging het
doel niet kan bereiken doet men be
roep op den staat, die handelt volgens
zijn taak, 4. de staat oefent ook zon
der te worden gevraagd zijn taak uit
van socialen vrede.
Op deze wijze komen alle persoon
lijke en gezamentlijke krachten tot hun
recht, is er samenwerking en wissel
werking tusschen gezag en onder
danen.
In den constitutioneelen staat, waarin
wij leven, is er ook tusschen gezag en
onderdanen wederkeerige vertegen
woordiging. De onderdanen wijzen aan
vertegenwoordigers die het gezag con
troleeren verschaffen aan het gezag
de middelen, noodig voor zijn taak
stellen met het gezag algemeene voor
schriften vast, waarvan de uitvoering
is aan het gezag alleen.
Het gezag is bij zijne onderdanen
vertegenwoordigd door zijne ambte
naren aan welke een deel van zijn taak
ter uitvoering is opgedragen.
In de uitvoering van dit deel van
zijn taak moet de ambtenaar zijn die
naar van het deel van het algemeen
belang, dat hem is toevertrouwd. Han
delt hij in zijn ambt niet zoodanig,
maar zoekt hij daarin vóór de behar
tiging van het hem toevertrouwde deel
van het algemeen belang, het bizonder
belang van zich zeiven of anderen, dan
vervult hij zijn ambt onrechtvaardig
en moet dan kunnen worden gestraft en
ontslagen.
De vertegenwoordigers, die het ge
zag controleeren en met het gezag me-
dearbeiden, worden aangewezen door
de kiezers.
In die vertegenwoordigers zijn leden
van verschillende richtingen.
Die verschillende richtingen zeggen
meerdere beginselen te belijden.
Feitelijk zijn er slechts twee, n.l.
1. het beginsel dat alle gezag komt
van God en leidt tot God en mitsdien
moet rekening houden met Gods orde
ning in de maatschappij2. het be
ginsel dat het gezag geheel is een men-
scnelijke instelling en met Gods orde
ning geen rekening heeft te houden.
Het eerste is veel breeder van
grondslag dan het tweede en loopt in
de toepassing minder gevaar dan het
tweede om het algemeen welzijn uit
het oog te verliezen voor het bizon
der welzijn, zooals ook de ervaring leert.
De middelen om tot de bereiking
van het doel, dat het gezag of even
tueel gezag zich voorstelt te ,komen
zijn onderwerp van beleid.
In dit beleid kan men de algemeene
onderdeden noemen even zooveel
staatkundige beginselen, maar eigent-
lijk zijn het niet anders dan meenin
gen of eenig onderwerp in de gegeven
omstandigheden nuttig wordt geacht.
Om te weten hoe het beleid zich
zal vertoonen wordt het omschreven in
een program.
Dit program is noodig, opdat de
kiezers weten waaraan zij zich bij
hunne keuze hebben te houden.
En toch ook weder niet geheel,
vermits men moet weten te onder
scheiden of de meeningen in l.et pro
gram geuit zijn ernstig of niet.
De ernst moet hieruit blijken, of de
onderteekenaars of ijveraars voor de
daden van staatsbeleid in het program
omschreven, reeds zelf naar vermogen
hebben gedaan alvorens het te willen
doen verrichten door het gezag als
zij dit mochten gaan bekleeden, want
waar zal toch wel zijn meester, herzie
eerst u zeiven.
Is dit niet het geval, dan zijn de
meeningen in het program omschre
ven geen ernst doch slechts woorden.
En deze hebben nog deze gevaar
lijke zijde, dat waar de meeningen van
het progranvslechts zijn woorden niet
vooraf bevestigd door eigen daad en
voorbeeld, het vertrouwen van het
gezag aan de dragers dezer meenin-
'gen geen voldoende waarborg geeft
van het gezag te zullen uitoefenen,
volgens de lessen der ervaring.
Hieruit volgt dus, dat de sociale
werkzaamheid moet voorafgaan aan de
politieke werkzaamheid.
Vermits de politiek ten doel heeft
den socialen vrede in de geheele
maatschappij en daartoe slechts enke
len worden geroepen, en dit doel niet
volledig kan worden bereikt zonder
samenwerking en wisselwerking tus
schen gezag en onderdanen, zoo wordt
door alle enkele personen, en sociale
vereenigingen, die streven naar socialen
vrede in hunnen kring medegewerkt
aan de taak der eersten.
En al moge de politieke bedrijvigheid,
indien uitoefenende, een uitgebreid
gezag, in de orde der dingen hooger
zijn vermits grooter in zorgen en in
verantwoordelijkheid, de sociale be
drijvigheid is meer bevorderlijk voor
den eigen inwendigen vrede.
(Deze leer is dezelfde, die wij reeds
gaven in eene rede, den 25sten No
vember 1906 gehouden voor de R. K.
Kiesvereeniging te Goes, hier overge
nomen, zonder de toepassingen in die
rede voorkomende, om te bewaren.
Een kogel, die in de spijsvertering
opging.
Een Duitsch medicus verhaalt een
en ander van het merkwaardige ver
loop eener kogelverwonding. Door de
verschillende houdingen en stellingen,
die de soldaten tegenwoordig moeten
nemen gebeurt het vaak, dat een ko
gel niet in de richting borst-rug of
omgekeerd hun lichaam doorboort,
doch dat hij bij voorbeeld door den
schouder binnendringt, de borstkas
passeert en bij het middenrif of in
het buikbekken blijft stekenvaak
dringt hij ook hierdoor en richt dan
in het onderlichaam groote verwoes
tingen aan. Iets dergelijks is gebeurd bij
een soldaat, die in een loopgraaf lag
de kogel doorboorde achtereenvolgens
schouders, long, middenrif en bo
venste maagwand. Hier was zijn loop
gestuit, en de kogel bleef in de maag.
Ondanks het langdurig transport, en
ondanks de tallooze overtredingen op
een absoluut noodzakelijk diëet in den
vorm van het genot van allerlei Lie-
besgaben, is de soldaat thans volko
men hersteldde kogel heeft met het
andere voedsel het lichaam langs den
natuurlijken weg verlaten Een aantal
Röntgen opnamen bracht een en an
der aan het licht.
Volledigheidshalve dient hier nog bij
vermeld, dat deze kogel niet de eenige
was, die den soldaat trof. Hij had nog
meer wonden.
o—
Het gebied der Argonnen.
De strijd aan de Aisne-Iinie wordt
voor een deel gestreden in het ge
bied der Argonnen. Dit is een twaalf
kilometer breede boschstreek met
dicht geboomte en vèel wild, dat voor
ons, cultuurmenschen, nog geheel het
oerwoud-karakter draagt. De hertogen
van Bourgondië en de koningen van
Frankrijk gingen bij voorkeur hier ter
jacht. De streek, die een veertig kilo
meters lang is, eindigt ongeveer twee
mijlen ten Noorden van Verdun. De
natuurlijke ligging van deze streek
maakt haar tot een bolwerk bij uit
nemendheid. De hooge heuvels en
diepe ravynen, het dichte kreupelhout
en de hoogte, der boomen maken het
gebied voor den vijand schier onneem
baar. Breede wegen, waarlangs bij
voorbeeld een kar zou kunnen rijden,
zoekt men er tevergeefs. Het zijn
hoogstens smalle voetpaden, voor niet
meer dan één persoon geschikt, en
wat er nog aan straatweg doorheen
voerde, dat hebben de Fransche mi
litaire autoriteiten met behulp van
prikkeldraad wel zoo soliede versperd,
dat geen vijand er door kan dringen.
o
Een huwelijksvoltrekking door
den Paus.
Dezer dagen is te Rome het zeld
zame geval voorgekomen, dat de Paus
persoonlijk een huwelijk voltrok. Het
was in de privékerk in het Vati-
caan. De bruidegom, wien deze hooge
eer ten deel viel, was Prins Ruffo
della Scaletta, zoon van Vorst Anto
nio Ruffo en Vorstin Ludivica, gebo
ren Borghese, terwijl de bruid Contes-
sa Bacci een dochter is van Gravin
Baeci uit Bologna. De plechtigheid
geschiedde in zeer beperkte familie
kring, doch verwekte in heel Rome
groot opzien. De aanleiding tot deze
merkwaardige daad van Paus Bene
dicts XV is zijn belofte, jaren gele
den aan de dochter uit het bevriende
huis Bacci gegeven, haar eventueel
huwelijk te zullen voltrekken. De
Paus had den jongen Prins Ruffo lee-
ren kennen en waardeeren tijdens zijn
verblijf te Rome als medewerker van
Kardinaal Rampolla. Bij de verloving
met Gravin Bacci had hij zijn be
lofte herhaald, en als Paus heeft hij
er aan voldaan.
De invloed van den oorlog op de
pijpen-industrie.
In de oorlogvoerende landen, wel
licht ook hier, gaat men meer een
pijp rooken, dat goedkooper uitkomt
dan sigaren. Bovendien kan men in
de loopgraven wel een pijp rooken,
maar om sigaren naar het oorlogster-
rein mee te nemen, gaat minder mak
kelijk. De oorlog heeft de pijp in eere-
hersteld, en de pijpenfabrikanten in
Duitschland, Zwitserland en Frankrijk
hebben het drukker dan ooit. Vooral
de „neuswarmertjes" gaan weer.
o—
Het weer in het buitenland.
In Zweden is de winter krachtig in
gezet, en ook in de Russische Oost-
zee-streek en op het Oostelijk oor-
logstooneel heerscht strenge vorster
is een dikke sneeuwdeken gelegd, die
het vervoer moeilijk maakt. In Duitsch
land en Frankrijk 'igt de temperatuur
meest in de nabijheid van het vries
punt, en is het veelal zonnig en En
geland heerscht nevel of mist.
o
Ook een stamgast.
Onder de plus-minus 6000 krijgs
gevangen, van vier verschillende na
tionaliteiten, die in het Duitsche kamp
bij -Parchrin zijn ondergebracht, be
vindt zich o.a. een oude Franschman,
die hier in den oorlog van 1870 al
eenigen tijd doorbracht. Thans is hij
echter niet alleen, doch in gezelschap
van zijn zoon, en van zijn 12jarigen
kleinzoon.
o
De invloed van den oorlog op
de administratie.
In de oorlogvoerende landen, vooral
in Duitschland en Frankrijk, heeft de
oorlog merkwaardigen invloed op de
boekhouding van kooplieden en in-
dustrieelen. Een groot kwantum van
het vertrouwde personeel is naar het
oorlogsterrein, en vaak gebeurt het,
dat minder menschen hetzelfde werk
moeten verrichten, dat vóór den oor
log gedaan werd door een volledige
collectie administrateurs, hoofdboek
houders, boekhouders en correspon
denten. Het gevolg hiervan is, dat
men de boekhouding en administratie
meer practisch gaat inrichten. Alles,
wat feitelijk overbodig is, wordt niet
gedaan. En zij, die bekend zijn met
de Duitsche methode van adminisiree-
ren, weten, dat daarbij heel wat over
bodig werk werd verricht. Een Duitsch
tijdschrift, aan het kantoorwezen en
de administratie gewijd, schrijft onder
onder meer: De heele administratie
en boekhouding in het Duitsche Rijk
staat thans in het teeken van de Ame-
rikaansche methode. Zware folianten
worden eenvoudig niet meer bijge
houden. Men heeft ingevoerd elegante
dunne boekjes, die alphabetisch, chro
nologisch of systematisch geordend
worden. Ook zeer soliede zaken
doen hieraan mee ja, zelfs de amb
tenaren zijn bekeerd. De oorlog heeft
wonderen gedaan.
o
Bij de modiste.
„Mevrouw," zegt een vrij bejaarde
dame bij het binnentreden van een
magazijn, „ik wilde een rouwhoed
koopen."
„Welke rouw Is uw echtgenoot
gestorven
„Neen, ik heb mijn schoonzoon ver
loren."
„O, zoo... dan wil u dezen rosen
capothoed wel eens passen."
o
Onverstoord.
Wat, Iaat jij je door je vrouw
om de ooren slaan
Och, dat gaat bij mij het eene
oor in, en het andere uit
o
Een hongerlijder in het dierenrijk.
In de „Naturwissenschaften" vertelt
Dr. Krummbach van een zoetwateraal,
die nu al vier jaar gevast heeft. Het
beest werd gevonden den 17en Maart
1910 aan den rand van een zoetwater
vijver. Het stomme dier lag daar be
wusteloos met een wond aan den kop.
Maar Dr. Krummbach nam het mee,
en hield het in een aquarium, gevuld
met zeewater, in het leven. Daar heeft
het dier het nu al langer dan vier
jaar in uitgehouden. Weliswaar is in
dien tijd het gewicht afgenomen, van
180 tot 130 gram, maar het dier leeft
toch nog. Het weigert alle voedsel.
Dit zoölogisch mirakel moet verklaard
worden uit h<-t feit, dat in zeewater
eenige voedselhoudende deelen zitten,
misschien te weinig om van te leven,
maar toch te veel om van te sterven.
o—
Het Dame-huis te Florence.
In de Giornale d'Italia spreekt een
Florentijnsch burger zijn verontwaar
diging uit over de wijze, waarop het
Dante-huis te Florence als verkoops
huis wordt gebruikt en ontwijd. De
voorwerpen, die de overlevering met
Dante verbindt, zijn uit de bovenste
verdieping naar het benedenhuis over
gebracht, en terwijl zij vroeger de werk
kamer en het slaapvertrek van Dante
voltooiden, zijn ze nu in de vertrek
ken van de benedenverdieping ver
strooid. Hier bevinden zij zich te mid
den van tafels, stoelen, imitaties van
stoffen naar antieke teekeningen, die
een Florentijnsch fabrikant vervaar
digt. Deze heeft voor 200 Lire per
maand het huis gehuurd, om voor zijn
artikelen reclame te maken. De Dante-
reliquien worden dus nu aan een ma
terialistische reclame dienstbaar ge
maakt en bevinden zich te midden
van een aantal voorwerpen, die met
hun duidelijk zichtbaar prijskaartje
geen twijfel over hun bestemming
laten.
o
Werk Toor instrumentenmakers.
In de instrumentmakerijen is nu veel
werk aan den winkel. In Nederland
zijn weinig of geen instrumentmakers
werkeloos vooral de leveranciers van
medische instrumenten hebben meer
te doen dan in normale omstandighe
den. Jammer, dat hier zoo weinig in
strumentmakers zijn, en dat wij steeds
de meeste en duurste instrumenten uit
Engeland, Duitschland of Frankrijk
lieten aanrukken.
Maar nog meer in de oorlogvoe
rende landen heerscht in de instru
mentmakerijen een ongekende leven
digheid. Bij de bekende firma Zeiss
te Jena werkt men dag en nacht, en
bij Richard te Parijs wordt niet min
der hard gearbeid.
Door den oorlog zijn in de eerste
plaats kijkers noodig. Duitschland be
schikte over een groot kwantum, maar
vele kijkers zijn niet sterk genoeg,
moeten in ieder geval door andere
exemplaren vervangen worden. In
Frankrijk had men veel te weinig kij
kers. Wel zijn er in de afgeloopen
maanden duizenden en duizenden uit
Engeland gearriveerd, maar het kwan
tum is nog veel te klein.
Ook camera's heeft men van noode,
en speciaal de luchtcamera's, die post
duiven met zich mee voeren, kleine
en nietige dingetjes, maar met goede
lerzen. Ze zijn bijna zoo licht als een
veertje, maar het mechanisme moet
uitstekend zijn. Ze worden den post
duiven tusschen borst en pooten ge
hangen, en parmantig vliegen zij ermee
over de vijandelijke linies, hun werk
afleverend bij den Staf. Ook andere
camera's zijn noodig, en alle fabrieken
in de oorlogvoerende landen, die ze
maken, hebben thans werk in over
vloed.
Ook hoekmeetinstrumenten, enz.
heeft men van noode. Voorts de di
verse meteorologische en nautische
werktuigen. Vooral zelfregistreerende
barometers worden druk gevraagd,
door de militaire vliegers en door de
Marine.
In het kort, ieder instrumentmaker
in Frankrijk. Duitschland of Engeland,
die zijn vak verstaat, en die niet ge
mobiliseerd is, beleeft thans voordee-
lïge tijden, en het inslrumentmakers-
bedrïjf zal er door den oorlog niet op
achteruitgaan. Toch ware het te wen-
ochen, dat slechts de Wetenschap de
instrumenten noodig had.
o
Barcelona en de typhus.
Angstwekkend is werkelijk de
wijze, waarop Barcelona op het oo-
genblik door de typhus geteisterd
wordt. Er worden tegenwoordig per
dag vaak vierhonderd nieuwe geval
len gemeld, en het doodencyfer
wordt ook steeds grooter. Men spreekt
van 60 h 70 sterfgevallen per dag.
Ondanks dit alles, worden er nog
steeds niet de noodige sanitaire
maatregelen getroffen. Door de on
derzoekingen van particuliere zijde
ingesteld, weet men, dat de bronnen
van de Pos Rius met milliarden
typhus-bacillen besmet zijn. Yan
overheidswege wordt echter aan een
en ander nog maar zeer lauw iets
gedaan.
o—
De Rothschild's en de oorlog.
Volgens een bericht uit Parijs
heeft de Fransche tak der Roth
schild's zijn adels-brieven aan den
Keizer van Oostenrijk teruggezonden,
aldus te kennen willende geven, dat
onze Rothschild's hun Oostenryk-
schen titel niet langer wenschen te
voeren, in verband met den oorlog,
welke Frankrijk ook tegen Oosten-
rijk in het vuur brengt.
Deze Enropeescbe oorlog jaagt
dus het bekende geslacht der Roth
schild's tegen elkaar in het harnas.
Er zijn immers niet slechts Fransche
Rothschild's, doch ook Duitsche,
Oostenrijksche en Engelsche. En het
schijnt wel, dat elk partij trekt voor
zyn eigen nationaliteit. Yan de Duit
sche Rothschild's vernam men ten
minste al, dat een aantal hunner in
's keizersrok op het slagveld strij
den, aan Duitsche zijde dus En van
de Engelsche familie weet men,
dat een der nichten van Lord Roth
schild, lid van het Engelsche Hoo-
gerhui8, gehuwd was met den Earl
van Rosebery, een der groote tegen
standers van Duitschland ia de
Engelsche politiek.
De geschiedenis der Rotschild's is
markwaardig genoeg, om die bij deze
gelegenheid in herinnering te bren
gen. Het oorspronkelijke stamhuis
zetelde in Frankfort en dreef daar de
bankiersfirma M. A. von Rothschild
u Söhne. Dit „von "-schap hadden
de Duitsche bankiers verkregen van
Frans I van Oostenrijk uit erken
telijkheid „wegens realiseering der
Engelsche subsidies*, zooals het toen
in het adels-besluit van 1816 heette.
Deze erfelijke adel gold eerst slechts
voor de beide Frankforter broeders
Anaelm en Salomon, doch kort daar
op werden ook de twee Rothschild-
broeders Karl en James met het
gelyke recht vereerd. Slechts de vijfde
broeder Nathan, die reeds in 1789
naar Engeland was gaan wonen en
daar in 1804 genaturaliseerd was,
kreeg nietstot ook hij in 1822 in
den Oosten rij kschen baronnenstand
werd opgenomen.
Het wapen, dat de nieuw-geadel-
den voerden, vertoonde een arm,
houdende vijf pijlen, een toespeling
op de vijfbroeders bankiers, die al
tijd gemeenschappelijk hnn steeds
belangrijker bankzaken drevenhet
oorspronkelijke wapen van het huis
Mayer Amschel Rothschild was na
tuurlijk een rood schild geweestde
wapenspreuk van deze geld dynastie
luidde „Concordia. Integritas, In
dustrial
Wat nu den Franschen tak be
treft waren de afstammelingen van
baron James Rotschild niet weinig
gesteld op hun adeldom, gelijk
men nog wel bij Heinrich Heine
kan naslaan. Hun titel heeft niet
weinig bijgedragen om dezen ver-
franschten Rothschild de deuren te
openen der Parijsche aristocratische
salons van den Faubourg Saint
Germain Twee baronnessen huwden
met aanzienlijke geslachten, een werd
hertogin de Gramont, de ander een
prinses Wagram.
(„Hbl.«)
o—
i)e boulevard der BelgiSrs.
Men schrijft ons uit Amster
dam
De Kalverstraat had slecht' tijde
lijk haar bekoring voor de refuge's.
Maar spoedig was die hun te eng.
De bewoner van Brussel en Ant
werpen is breedere straten gewend.
De vluchtelingen, wij bedoelen
dan de beter-gesitueerden, blijken
thans een bijzondere voorliefde voor
de N. Z, Voorburgwal te hebben
de in de concentratie-kampen" aan
de Yskade vertoeveoden komen be
trekkelijk weinig in de stad. Die
N. Z. Voorburgwal, met z'n post
kantoor en zijn dagblad-bureaux, is
op het oogenblik dan ook veel druk
ker dan in andere tijden. Bij bet
postkantoor loopen de menschen bijna
tegen elkaar aan, en de wagenbe
stuurders der trams moeten telkens
langzaam rijden, zoo druk is het
met voorbijgangers. Vooral Zondags
is het nu druk op dezen belangrij
ken Amsterdamschen verkeersweg.