m
Flick's
Cacao
er is
.1
R DM ALLE ANDERE
No. 274.
Zaterdag 5 December 1914.
6e Jaargang.
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zoiider aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
Geiitschestraat C 7 te Hulst.
Stichter: H. A. van Dalsum.
Bierkaaistraat A 28 te Hulst.
Geiitschestraat B 4 te Hulst.
u
de allerbeste.
DE VOLKSWIL
REDACTIE.
Abonnement per drie maanden
NEDERLAND
BELOIE
ANDERE LANDEN
f 0.50.
fr 1.20.
f 0.80.
- - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud
van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
DRUKKER IJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25.
Wij hebben in dit nummer in zijn
geheel overgenomen de eerste ency
cliek van den nieuwen Paus. Dit ter
wille van onze lezers, waarvan de
meesten nog nimmer een hebben ge
lezen, en ter wille van den inhoud,
die aanleiding geeft om op enkele za
ken de aandacht te vestigen.
De zaken, waarop wij de aandacht
vestigen, zijn deze woorden
1. Er zijn toch zeker andere wegen
open en andere middelen bij de hand,
waarop de rechten, die geschonden
mochten worden, kunnen worden her
steld.
Deze woorden slaan op het feit van
den tegenwoordigen oorlog.
De Paus meent dus zoo zeer juist,
dat er toch wel andere middelen zijn
dan een oorlog, om te verkrijgen her
stel van mogelijk geschonden volks
rechten.
2. De Paus noemt vier redenen op,
waarom de menschelijke maatschappij
thans in zoo heftige beroering is ge
raakt, en wel
a. Er is geen wederzijdsche wel
willendheid meer.
Wij herinneren, dat in art. 8 van de
Grondregelen Volkswil staat„in zake
politieke actie leert zijlaten we door
de daad elkander wat waardeeren.
b. Geminacht wordt het gezag van
hen, die te bevelen hebben.
Art. 5 Grondregelen Volkswil luidt
De Volkswil erkent elk wettig gezag
in wettige verlangens. En in ons Pro
gram van Actie staatGij Volkswil
dien eer in wettige heerschappij.
De zaak is, dat er veel gezag heet,
dat geen gezag is, en veel gezag, dat
onwettige verlangens heeft.
c. De standen der maatschappij
liggen in hatelijken twist met elkander.
Hiermede bedoelt de Paus in zijne
omschrijving de door het socialisme
geleerde klassestrijd. In ons Program
van Actie staatGij Volkswil bemin
den meester zoo ook den knecht.
d. De vergankelijke en ijdele goe
deren worden zóó hartstochtelijk na
gejaagd, alsof de andere, veruil ver
kieselijker goederen, die aan 's men-
schen streven ten doel zijn gesteld,
eenvoudig niet bestonden.
De Volkswil zegt in art. 12 Grond
regelen „De Volkswil verlangt voor
haar stichter geen geld, geen goed,
geen eer." En in haar Program van
Actie: „Gij Volkswil houd hoog de
eer van des Vaders Zoon Gij Volks
wil vraag niets dan Hem voor eeuwig
loon."
3. De Paus noemt als bijzonder doel
van zijn Pontificaatmet allen ijver
er naar streven, dat de liefde van Jesus
weer heersche onder de menschen.
Hij wil dus in hét bijzonder trach
ten, dat de vtrbroken liefde tusschen
de menschen in de maatschappij wordt
hersteld.
Een vroom en edel doel, en volko
men weergevende het karakter van
onzen nieuwen Paus,dat, als wij la
zen de encycliek, wijst op een karak
ter van eenvoud en goedheid.
4 De voorganger Pius X heeft
alom in den priester de godsdienst-
ijv r ontbrand, de godsdienst van het
christenvolk verlevendigd, de actie en
de tucht in de katholieke vereenigin-
gen bevorderd.
Wij maken de eerbiedige opmer
king dat dit was de wil van Paus
Pius X, maar dat deze wil niet is
geëerbiedigd door een groot deel zij
ner geestelijkheid, in welke er zelfs
geen bezwaar in werd gezien om, ter
wille van wereldsche doeleinden, met
de uitdeeling der Heilige Sacramenten
valsch te spelen als jongens valsch
spelende met de knikkers.
5. De Paus wil al zijne krachten in
spannen, om de twist en de twee
dracht, die er onder de Katholieken
mochten zijn, te doen ophouden en te
zorgen, dat er geen nieuwe komen.
Wij maken de opmerkingde twist
en tweedracht ontstaan voornamelijk,
doordat de geestelijkheid er naar tracht,
met name in Nederland, de staatzucht
te enten in de sociale en liefdadig
heidswerken der katholieken, en dus
mag wel eens worden overwogen aan
die van ons land aan het verstand te
brengen, dat zij naar den Paus luiste
ren niet in schijn doch met den wil
er naar te doen.
6. Ieder katholiek heeft voldoende
aan deze belijdenisMijn naam is
Christen, en mijn bijnaam is Katholiek.
Dit woord is een veroordeeling van
het politiek katholicisme, bestaande in
katholiek te zijn zonder christeüjken
geest.
7. De Paus herhaalt de vermaningen
van Leo XIII en Pius X aan de gees
telijkheid, met name de Vermaning van
Pius X aan de katholieke geestelijk
heid der geheele wereld.
In deze laatste wordt aan deze met
name vermaand zich niet in te laten
met wereldsche zaken, dus met name
niet met politieke verkiezingen. Dat
de heeren in Nederland dit wel doen
weet ieder, wij herinneren alleen maar
aan het in 1913 door de bisschoppen
hebben doen bidden vooi het welsla
gen der Kamerverkiezingen tot het be
houd der Rechtsche regeering, die
niettemin ontslag heeft moeten nemen.
En wat ook treffend is met die Ver
maning: wij hebben er herhaaldelijk
op gewezen, doch zij wordt zorgvul
dig verborgen gehouden voor het volk.
De nieuwe Paus toont echter, dat ze
nog bestaat en geldig is.
8. De Paus zegt, dat de Kerk is „het
volk, vereenigd met den priester, en
de kudde, haren herder getrouw aan
hangende."
Dit is een woord, dat zeer zeker in
Nederland een vreemden klank moet
hebben. Immers, hier wordt onder
kerk niet verstaan het volk, maar de
geestelijkheid, alsof deze alleen de
Kerk vormt.
Door deze opvatting verstaat de
katholieke pers onder het verdedigen
van de Kerk steeds het verdedigen van
de belangen van de personen der
geestelijkheid. Maar door die omschrij
ving van den Paus wordt bevestigd
ons woord, dat de priester een ambt
bekleedt in de Kerk, niet zelf de
Kerk is.
De encycliek bevestigt alzoo het goed
recht van ons.
Een Klnehl onder de
.Protestanten.
O
In een „Herderlijke brief" heeft „De
bijzondere kerkeraad van de Ned.
Hervormde Gemeente te Amsterdam"
aan de leden der Gemeente een schrij
ven gericht. In dii stuk richten de
predikanten en ouderlingen (in hun
meerderheid tot de ethische of ortho
doxe groep behoorend) een zeer erns
tig woord van vermaan tot de Protes
tanten over „de gevolgen van de ont
kenning der onmisbaarheid van den
persoon en het werk van Jesus Chris
tus, den eenigen en volkomen Zalig
maker van zondaren." Op eenige ver
schijnselen wordt door hen aldus de
aandacht gevestigd
Velen leven uit de aarde aardsch en
stellen het leven aan deze zijde van
het graf als einddoel van het mensche-
lijk bestaan.
De moord op het kind vóór de ge
boorte heeft onrustbarende verhoudin
gen aangenomen. Het wilde huwelijk
wordt aangeprezen de huwelijkstrouw
belachelijk gemaakt in gretig gelezen
boeken, die hun invloed geducht laten
gelden. Er wordt handel gedreven in
„blanke slavinnen" in christenlanden.
De ontucht woekert voort.
De zelfmoord neemt gestadig toe,
zoowei door de onmiddellijke daad
als door de langzaam werkende macht
van geheime zonden en bedwelmende
dranken.
De ontheiliging van den Zondag
wordt nauwelijks geacht een zonde te
zijn. De tooneelvoorstellingen van ver
dacht gehalte trekken de schare. De
druk bezochte bioscoop-voorstellingen
prikkelen zenuwen en zinnen in sterke
mate.
In den handel komen misbruiken en
zonden voor, die met goede trouw en
eerlijkheid den spot drijven.
Het eenvoudige leven zonder opdrij
ving van zoogenaamde behoefien, onze
oud-HoIlandsche, eenvoud, wordt in
een hoek geduwd.
„In het maatschappelijk leven zijn
verschijnselen waar te nemen, die met
het recht en de barmhartigheid spotten.
Noch de prediking van het „Evangelie
van den haat", noch het ophitsen van
de standen tegen elkander zal daarin
eenige verbetering brengen.
De door God gestelde machten in
staat, kerk, maatschappij, school en
gezin worden ter zijde geschoven of
van geringe waardë geacht.
In uw midden merken wij duizenden
op, die het bedehuis niet meer bezoe
ken, hunne kinderen niet laten doopen
of ter catechisatie zenden, de bezoeken
van hunne leeraars, opzieners en gods
dienstonderwijzers niet begeeren, die
zich nauwelijks bekommeren over de
instellingen van christelijke weldadig
heid in hunne eigene gemeente.
Onder belijdende christenen is de
verdeeldheid waar te nemen, ten ge
volge waarvan zij een groot deel van
hunne geestelijke krachten en invloed
inboeten.
De wetenschap en beschaving bui
ten God lijden schipbreuk. In onze
hooggeloofde eeuw woeden moord en
vernieling zoo ontzettend als de vorige
eeuwen niet deden aanschouwen.
Gods gerichten zijn op aarde. Jesaja
26 9.
God openbaart door dezen ontzet-
tenden oorlog den waren toestand.
Hij brandt het vernis weg. De bloemen
over den afgrond verwelken voor Zijn
vlammende waarheid. De afgoden
wankelen op hunne voetstukken. Zij
allen zullen beschaamd worden, die
de afgoden maken. Jesaja 45 16.
Wie is wijs? die versta deze din
gen. Hosea 14 10.
Op verzoek van een abonné geven
wij gaarne piaatsing aan onderstaan-
den brief.
Geliefde Oom
Het was mij een groot genoegen
uw brief te ontvangen. Reeds lang
dacht ik u te schrijven, maar ik
kon mij uw adres niet herinneren.
Door mijn vader, die toevallig in
Limburg was, heb ik het vernomen.
Den 4en Augustus, toen ik ver
nam, dat België was aangevallen,
vroeg ik aan mijn vader de toestem
ming vrijwillig dienst te nemen.
Onmiddellijk gaf hij mij zijn toe
stemming met onverholen vreugde.
Des anderen daags, nadat ik door
den geneesheer was gekeurd, vertrok
ik naar Antwerpen, waar ik mij als
dienstplichtige verbond. Js Vrijdags
den 7en Aag., toen ik als soldaat
was gekleed en een weinig oefening
had gemaakt, werd ik naar Beiren-
drecht gezonden om mijne militaire
oefeningen te voleindigen
Na eeue exercitie van S dagen
verliet ik dit dorp om mij naar Ant
werpen te begeven, van waar mijn
commandant mij naar Hoboken stuur
de eene plaats bezuiden Antwerpen,
waar ik eene electrische installatie
móest maken in een fort van de
tweede linie, welke ten doel had den
prikkeldraad .te electriseeren, die de
forten omsloot om den vijand tegen
te houden.
In dit fort heb ik ongeveer een
maand doorgebracht tot bijna eind
September. Op dezen tijd waren de
Duitscbers in vollen strijd met de
forten van de eerste linie en dag en
nacht hoorde ik het donderen der
kanonnen zoowel als het uiteenspat
ten der obussen. Mijn electrische in
stallatie werkte toen reeds Den acht
sten Octobor waren de soldaten reeds
landwaarts ingetrokken en ik wa3
alleen in 't fort twee dagen heb
ik toen eten noch drinken gezien
Den voorgaanden nacht bombardeer
den de Duitschers de stad, die weldra
op verschillende plaatsen in brand
stond. De stad was geheel in een
zwarte rookwolk gehuld door den
brand in de petroleumtanks. Op eens,
omtrent vijf uur in den avond, zie
ik, terwijl de obussen over ons hoofd
fluiten, Belgische en Engelsche sol
daten, die naar West-Vlaanderen
vluchten. Ik begon mij ongerust te
maken, toen twee soldaten, die my
voorbijrenden mij toeriepen Vlucht,
vlucht, de Duitschers zijn in aantocht
zij hebben reeds meerdere forten
genomen.
Inziende, dat ik op mijn post niet
meer blijven kon, pakte ik mijn bie
zen, na den electrischen stroom door
de draden te hebben gejaagd. Ik
vluchtte naar Beveren-Waes met het
het geweer op den schouder, den
kende mijn compagnie te zullen ach
terhalen Zoo ben ik de Schelde
overgetrokken om mij naar Gent te
begeven en zoo Oostende te berei
ken. Ik ben altijd maar doorgegaan
zonder rust, want het gedonder der
kanonnen der Duitschers kwam na
der en nader ik had dus geen
tijd te verliezen. Na drie uur gaans
midden door het land kwam ik te
Beveren-Waes, een aanzienlijk dorp.
Alle straten waren vol vluchtelingen
en soldaten allen met de meeste haast
vluchtende. Mijne voeten had ik
bloedend geloopen, waardoor ik moei
lijk vooruit kon, maar aan pyn viel
niet te denken ik moest voort.
Eindelijk na een uur of vier loopens
ontmoet ik onverwacht mijn com
pagnie die denzelfden morgen Ant
werpen ook verlaten had Onze be
velhebber. had juist het bevel ont
vangen zich naar de greDzen te
begeven, en voort ging het weer
zonder rust, tot wij na twee uur in
Kieldrecht kwamen. Ik kon haast
niet meer ik had reeds acht uur
gemarcheerd. Toen wij buiten ge
vaar waren, gaf de aanvoerder ons
eenige rust in afwachting der dingen
die komen zonden, 's Anderendaags
den 9en October, werd ik met negen
mijner kameraden op verkenning ge
stuurd om vervolgens een vooruitge
schoven post te betrekken. Wij
waren daar een paar uur toen twee
auto's aansnorden met onze bevel-