Maagziekten
milliard, of per hoofd der bevolking
f 185.
2e. de bevolking van Duitsch-
land 66 000 000 zielen, en het natio
naal vermogen 210 milliard, das per
hoofd der bevolking pl. m. f 3000.
De Nationale Schuld bedraagt 3 mil
liard, dus per hoofd der bevolking
plm. f 50.
3e. de bevolking van Oostenrijk-
Hongarije bedraagt 51 000 000 zie
len, het Nationaal Vermogen 100
milliard, dus per hoofd der bevolking
plm. 2000. De Nationale Schuld
bedraagt 9.6 millard of per hoofd
der bevolking plm f190.
4e. De bevolking van Frankrijk
bedraagt 39 000.000 zielen, het
Nationaal vermogen 210 milliard,
dus per hoofd der bevolking plm.
f 5400. De Nationale Schuld be
draagt 9.6 milliard of per hoofd der
bevolking plm. f 400.
5e. de bevolking van België be
droeg vóór den oorlog 7 000,000
zielen, het Nationaal Vermogen be
droeg 16 milliard of per hoofd der
bevolking plih. f 8500, de Nationale
Schuld bedroeg 17 milliard, dus per
hoofd der bevolking plm. i 245.
In de bijdrage in Vragen van den
Dag worden deze gegevens voor
Nederland niet opgenomen zij zijn
de volgende
Iu Nederland bedraagt de bevol
king plm. 6.000 Ó00 zielen, bet
Nationaal Vermogen ruim I1/-* mil
liard, dus per hoofd der bevolking
f 1300; de Nationale Schuld reëel,
bijna 840 millioen of per hoofd der
bevolking plm f 1 40.
Nu worden omtrent ons land wel
hoogere cijfers gegevensommigen
schatten het nationaal vermogen zelfs
op 1472 milliard maar ook als dit
cijfer juist ware, bedroeg het vermo
gen per hoofd der bevolking nog niet
meer dan f 2400.
In 1903 waren de uitgaven
f 163.833.734 36 de ontvangsten
waren omstreeks 37a millioen meer.
Daarentegen werd, voor er van lager
opbrengst door den oorlog sprake was,
voor het loopende jaar geraamd, dat
de uitgaven de ontvangsten over
schrijden met 25 millioen.
Zoo was du9. zegt de Nederlander,
de toestand in ons land reeds zorg
vol vóór het uitbreken van den oor
log. En dat die nog veel zorgelijker
zal worden door den oorlog, behoeft
geen betoog.
N,B. Wij Volkswil meenen te
weten, dat die bedragen van natio
nale schuld per hoofd der bevolking
niet juist zijn,, met name niet die
van Duitschland. Wij denken, dat
de Nederlander aan schuld van
Duitschland heeft gedacht aan die
van het Doitsche Rijk alleen, en dan
kas het waar zijn, maar behalve
Rijksschuld is er ook nationale schuld
in de verbonden landen zeiven, en
dan wordt de nationale 6chuld voor
Duitschland per hoofd der bevolking
geen f'50 maar ongeveer f190
Wij althans vinden in de gege
vens voor 1912 in de Atlas Uni-
versel politique, statistique, com
merce, voor die genoemde landen per
hoofd der bevolking, in franken en
niet in guldens zooals hierboven,
voor Groot-Brittannië 422, Duitsch
land 390, Oostenrijk 389, Hongarije
354, Frankrijk 873, België 538,
Nederland 394.
En voor de beoordeeling moet men
ook rekening houden, dat de spoor
wegen in Duitschland en België groo-
tendeels zijn van den Staat en de
schuld van deze landen voor spoor-
wegleeningen dus wordt teruggevon
den in productieve baten.
Eene vergelijking is dus moeilijk
zonder meerdere gegevens.
doch met aanbod het onrecht te her- I Rijksdag, dr. Eugen schrijft in
stellen, onder beweren, dat het onrecht
werd begaan uii hooge noodzakelijk
heid, onder welk beweren Engeland zich uit" o.a.
zooveel onrecht heeft begaan, waar-
voor het voldoende is te wijzen op
wat in het tegenwoordige nummer is
te vinden.
Maar na Luik na Luik is de oorlog
van Belgische zijde niet meer gebleven
een tot handhaving der neutraliteit,
maar geworden een als bondgenoot
der tegen Duitschland geallieerden.
Dit werd verklaard na Luik, dat het
Belgische leger vormde de linkervleu
gel der verbonden Belgische, Engel
sche en Fransche legers, en dit is een
feit, dat niet is tegen te spreken, en
eiken dag krijgt men legerberichten
van uit Parijs, dus van wege het
Fransche legerbestuur, of van uit Lon
den, dus van wege het Engelsche le
gerbestuur, over het front Nieuwpoort
Dixmuiden—Yperen, dat is op hét
Belgisch grondgebied, en slechts een
enkele keer van uit Havre, de tegen
woordige zetel van de Belgische re
geering, welke berichten uit Havre
gewoonlijk zijn van burgerlijken aard
of van oproeping tot het Belgische
leger om hierbij dienst te nemen.
Gezien deze nuchtere feitendan
begrijpen wij niet, op grond waarvan
de vrijzinnige is voor den een, en de
christelijke is voor den anderals
het waar is in het algemeen, wij weten
het niet, dan vinden wij, dat geen van
beiden onbevooroordeeld is, en dus
geen van beiden in staat is de zaak
zakelijk te bezien zooals ze iswij
gelooven, dat de sympathie of anti
pathie niets te maken moei hebben
met vrijzinnig of christelijk.
de „Algg. Rundschau" onder het op
schrift „De groote wereldbrand breidt
Allegorie
SrO liaakspe 1.
Satan, spelend met den mensch om zijne ziel.
Satan.
KoningSatan.
KoninginDe Wellust.
Officieren1 De luiheid
De
Koning
Koningin
Officieren
mensch.
'sMenschen ziel.
De godsdienst.
8 Pions
2 toorn
3 hoogmoed
4 valschheid
5 gierigheid en nijd
6 Het ongeloof
De twijfelingen.
(Kleine vleermuisachtige
schepsels met scherp
gebid.)
De hoop
waarheid
vrede
nederigheid
onschuld
liefde
8 PionsDe gebeden (Engelenkopjes.)
-als Maagpijn, Maagkramp, Zuur, Hart
water en slechte spijsvertering worden
spoedig en zeker genezen door het
Maagpoeder van Apotheker Boom. Het
Maagpoeder van Apotheker Boom is
met goud bekroond te Londen, Parijs,
Amsterdam en Brussel. Naar alle lan
den der wereld wordt dit Maagpoeder
verzonden en ontvangen wij dagelijks
attesten uit de verschillende landen.
De heer Harald Jörgensen schreef
„Ik verzoek U omgaande mij 3 doozen
Maagpoeder te zenden. De eerste doo
zen hebben mij zeer goed geholpen."
Maagpoeder van Apotheker Boom is
verkrijgbaar in de meeste Apotheken
en Drogistwinkeis a 75 ct. per doos.
Waar niet verkrijgbaar wordt een
doos franco huis gezonden na ont
vangst van 40 of 90 ct. door firma
A. M. Boom, Arnhem.
Verkrijgbaar te Hulst bij Verwilghen-
v. d. Hooftte Axel bij J. van Dixhoorn-
Yroeg op.
Oii<9iii<Iclijkc ailressen.
Wij krijgen meermalen briefkaarten
van uit het Belgische leger, waarin
wordt gevraagd naar den een of ander,
maar de vragers geven wel op hun
naam, en hun compagnie of escadron
en de divisie, maar niet de plaats van
hun garnizoen of kampement.
Wij zouden dus moeten antwoorden
aan het adres „Veldleger", „ergens in
Zuid-West België of in Noord-Oost
Frankrijk". Maar ieder begrijpt, dat
wij aan dergelijk adres niet kunnen
schrijven van uit Hulst, van waar
trouwens geen brieven worden ver
zonden naar België.
Het is ons dus niet mogelijk de
vragen te beantwoorden.
Voor zooverre de vragen dienen om
inlichtingen te ontvangen van de fa
milie Daens waarnaar veel wordt
geïnformeerd ditdat ons van haar
niets bekend is. Het laatste wat wij
van deze vernamen was dit: dat de
schoonzoon Albert van den Bruele was
op het fort Sint Marie bij Antwerpen
en verder weten wij niets.
Eene vreemde bewering.
Onder het Vrije Woord wordt be
weerd, dat in het oostelijk deel van
Zeeuwsch-Vlaanderen over het alge
meen de vrijzinnige is voor den Belg
en de christelijke voor den Duitscher.
Het kan zijn, maar als het waar is
vinden wij dit vreemd.
En wel hieromals de sympathie
onbevooroordeeld is moet zij kloppen
met de waarheid en met recht.
En nu leert deze
dat Duitschland onrechtvaardig heeft
aangerand de neutraliteit van België
dit feit staat vast, en is ook openlijk
door den Rijkskanselier in den Duit-
schen Rijksdag erkend
dat echter de Duitsche keizer na
Luik aan de Belgische regeering den
vrede heeft aangeboden, en, ware deze
aangenomen, dan zou Duitschland alles
hebben vergoed
dat België echter heeft vermeend,
dat haar eer het haar verbood den
Duitschers de vrijheid te laten van
ongehinderd bezuidelijk Luik Frankrijk
in te gaan.
Zoo is de zaakonrecht begaan,
.Van alles wat.
O
Een welverdiende berisping.
Het leidende Oostenrijksche mili
taire orgaan „Danzers Armeezeitung"
spreekt het voigend oordeel uit
„Hoe minachtend wordt door de
Oostenrijksche pers over de Serviërs
gesproken De Serviërs heeten al lang
gedemoraliseerd, de Servische artil
lerie moet muiten. Servië moet geen
voedingsmiddelen en ammunitie heb
ben, Servische soldaten krijgen den
naam zich gelukkig te achten als ze
in Oostenrijksche gevangenisschap ge
raken het binnenland, zeggen ze,
verkeert in staat van revolutie."
En terwijl de Oostenrijksche cou
ranten er aldus op los fantaseeren,
zijn een aantal Oostenrijksche leger
korpsen dag en nacht in woedenden
strijd gewikkeld met de Serviërs. Aan
houdend worstelen we met dien vij
and, wiens kranige onverbiddelijke vol
harding haast niet kan overtroffen
worden, aanhoudend vloeien stroomen
van ons beste bloed om elke voet
breed gronds.
Dezelfde toon wordt over de Belgen
aangeslagen. Ze zeggen dat de Belgen
over het algemeen eenvoudig vrijbui
ters zijn en ze worden voor schurken
uitgemaakt, omdat ze hun neutraliteit
niet wilden prijsgeven of omdat ze zich
uit politieke overwegingen geschaard
hebben aan de zijde van de Engelschen
en Franschen. Men kan de liefde niet
dwingen en de Belgen hadden even
veel recht van den eenen als aan den
anderen kant te vechten. Doch als
militairen moeten we erkennen dat die
Belgen, hoewel zij bekend onmilitair
zijn, buitengewoon goed vochten. Wij
moeten hen zelfs prijzen, omdat zij
trouw bleven aan hun plichten jegens
Engeland en Frankrijk in een lijd dat
hun eigen zaak beslist verloren was.
Even walgelijk is de toon dien
onze pers aanslaat tegen de Russen
De „Moskovische horden" zijn feitelijk
legers van dappere flinke soldaten,
die overtuigd zijn dat de zaak van
hun Tsaar heilig en rechtvaardig is.
Het spreekt van zelf (lat wij overtuigd
zijn dat die zaak van den Tsaar even
min heilig als rechtvaardig is en wij
hebben ons leven veil voor die overtui
ging. Daarom schelden we nog niet op
de geweldige legers die tegenover ons
staan. Wij geven zelfs toe dat die
legers goed worden aangevoerd, uit
stekend zijn toegerust, voortreffelijk
bewapend wii bespeuren niets van de
beweerde diefstallen door generaals,
doch zien alleen dat de uitrusting der
Russische divisies met geschut
machinegev/eren, geschied is zonder
notitie te nemen van het onverstand
van parlementaire lichamen.
Op enkele punten werd het Roode
Kruis niet ontzienaf en toe hoort
men dat er geplunderd is, doch over
het algemeen hebben wij een eerlijken
en ridderlijken vijand tegenover ons.
o—
Tnrkije's toekomst on de oorlog.
Het bekende lid van den Duitschen
Vóór alles zal Turkije verstandig
doen, als het Griekenland, Bulgarije
en Italië gerust stelt. Het moet noch
op Macedonië, noch op Saloniki, noch
op Lioerië aanspraak maken. Anders
zou Turkije dadelijk Griekenland en
Italië tegen zich te wapen roepen. Ook
net westelijk gedeelte van Thracië
moet Bulgaarsch blijven, doch Adria-
nopel en KonstantinopeJ mogen de
Turken behouden. Dat is thans wel
de beste oplossing. Maar de toekomst
van Turkije als groot-mogendheid kan
slechts iiggen in Azië en Egypte. Het
verlies der Slavische landen heeft
Turkije politiek en ginder sterk ge
maakt en meer zich doen keeren naar
het gebied, waarop het met succes en
met recht kan voortbestaan, n.l. Egypte
en Klein-Azië. Het hoofddoel van de
Turksche aanvallen moet zijn de ver
drijving der Engelschen uit Egypte en
de Russen uit Armenië en Perzië. Loopt
de oorlog goed af, dan zal Turkije
ook de Engelsche en Fransche haven
en spoorwegconcessies in Klein-Azië,
Anatohë en Syrië terugnemen en ook
de Engelschen weer verdrijven uit de
monding van den Eufraat. In Klein-
Azië lagen de rijkste en welvarendste
provincies van het Romeinsche wereld
rijk. Om die provincies tegen de Got-
hen en de Parthen te beschermen,
verlegden Diocletianus en Constantinus
de residentie des keizers naar het
Oosten. Het zal de taak van Duitsch
land en Oostenrijk zijn, deze landen
wederom bloeiend te maken. Voor het
groot-kapitaal en een gemeenschappe
lijke Oostersche politiek van beide
landen ligt een onvermoede toekomst
open.
Turkije voert oorlog niet slechts om
zijn bestaan, doch ook in den naam
van den geheelen Islam. Ook dal komt
ons billijk voor. De islam beheerscht
nog de geheele Noord-Afrikaansche
kust, de volken van Midden- en
Noord-Afrika, bijna den geheelen Kau-
kasus, bovendien Perzië, Arabië, het
westelijk deel van Indië en den Ma-
leischen Archipel. Rusland heeft onge
veer 14, Engeland bijna 80, Frankrijk
met Marokko ongeveer 9 millioen
Monammedaansche onderdanen.
Welk een gevaar voor deze drie
rijken, wanneer het fanatisme, door
razende derwischen in het volk ge
bracht, opvlamt. De gebeurtenissen van
de laatste tientallen van jaren hebben
den islam zeer in beweging gebracht.
Langzamerhand zag de Islam zich
üoor de ongeioovigen achteruitge
drongen, het eene Munammedaansche
land na het andere viel in hun han
den eerst de Mohammedaansche rij
ken in Indië, toen Algiers, daarna de
Kaukasus, Chiva en Boekhara, in de
laatste jaren Marokko, Tunis en Tri
politamë en ten slotte, drie jaar ge
leden, de nederlagen van Turkije door
de overwinningen van de Baikanstaten.
Dat alles heett gisting teweeggebracht
en de godsdienstige gevoelens in de
geheele Muzelmanscne wereld doen
ontvlammen. Als oorlogswapen tegen i
on^e vijanden kan de Islam nog veel
uitwerken en de gelegenheid daartoe
is gunstiger dan ooit. Frankrijk spant
in den wanhopigen strijd zijn laaiste,
reeds nalt gebroken krachten in tegen
den üuitscneu aanvaller. Zijn maat
schappelijke beteekenis is bijna geheel
verloren. Rusland kan nog wel een
menigte van manschappen tegenover
de 1 urnen stellen, doen zijn oorlogs
materiaal en het olficierenkorps heb
ben Dij de gevechten in Oost-Pruisen
en Polen zuike zware verliezen gele
den, dat het in elk geval zeer lang
zal duren vóór die menigte manschap
pen een bruikbaar leger vormt. Het
zwaar geschut, dat Japan nu, naar het
schijnt, zal zenden, kan toch niet meer
de beweging in den Kaukasus verhin
deren. üelukt het aan Turkije, met
behulp van een burgeroorlog, gelijk
die in 1882 reeds is ondernomen door
generaal Arabi, Engeland uit Egypte
te verdrijven, dan zal daarmede niet
alleen de verbinding van Engeland
met Indië, doch ook zijn naaste en
veiligste weg naar dat land zijn ont
nomen. Welke invloed de Turksche
oorlogsverklaring op Engeland's heer
schappij in Indië zelf zal uitoefenen
is nog niet te zeggen, daar de Engel
schen alle voor hen ongunstige berich
ten uit Indië niet doorlaten. Doch dat
ook daar gevaar dreigt, blijkt wel uit
het toenemend getal aanslagen op hooge
Engelsche ambtenaren, welke in de
laatste jaren in Indië zij.i voorgekomen.
o—
het Parijsche publiek denkt over de
bondgenooten. Algemeen en onvoor
waardelijk is men vol bewondering
voor Engeland, maar voor Rusland is
men eenigszins koel. Het Fransche
volk vraagt zich af, waarom het Rus
land twintig milliard heeft moeten ge
ven voor de hervorming van het leger,
als dat leger nog altijd niet in staat
Duitschland te verpletteren. Men
was te Parijs overtuigd, dat de Russen
binnen een maand in Berlijn zouden
zijn.
o—
Faillissementen in Nederland.
Volgens de mededeeling van Van
der Graaf Co's Bureaux voor den
Handel zijn over de afgeloopen week
in Nederland uitgesproken 21 faillis
sementen tegen 34 faillissementen in
dezelfde week van het vorige jaar.
Het geteisterd maar heldhaftig
België.
De heer Segers, minister van Spoor
wegen in België, is te Parijs aange
komen en heeft zich daar begeven
naar de administratie der Staatsspoor
wegen, rue de Rome.
Voor 1200 behmbten van den Belgi
schen Spoorweg, heeft hij de volgende
redevoering gehouden
België is in rouw, maar het Belgi
sche vaderland is niet dood. Het leeft,
met het zwaard in de hand, het leeft
door het bewustzijn van al zijne kin
deren. De regeering bevindt zich niet
meer in de hoofdstad, die bedekt is
met den zwaren mantel der Duitsche
bezetting, maar het hart van België
klopt luid in Europain Holland,
waar de vluchtelingen hun vaderland
beweenen, in Londen met zijne indus-
trieelen, handelslieden en bankiers, te
Parijs met u allen, te Duinkerken, met
minister de Broquevillë, te Furnes, te
Dixmuiden, te Ypres met zijn Koning
en onze KoninginGeen enkele Bel
gische burger denkt er aan het vader
land te verwijten, wat het gedaan
heeft. In dit heele beproefde België
bevindt zich niet een enkel man, die
zeggen zal Men had een schikking
moeten treffen. Zooals een boom, die
beeft in zijn duizenden bladeren in
eenen storm, heeft België slechts ééne
ziel, en ziedaar wat ons veroorlooft te
wachten, tot het uur slaat der bevrij
ding en het herstel zijner rechten.
Minister Segers merkte vervolgens
op, dat de tegenwoordige oorlog een
spoorweg-oorlog is en haalde het vol
gende feit aan, dat het personeel tot
eer strektde Duitschers bieden tot
10 francs per dag aan de Belgische
spoorwegopzichters en 12 francs aan
de beambten, maar overal zijn deze
voorstellen door de ambtenaren afge
wezen
o
Het leven te velde.
Ds. Jezequel, veldprediker in het
Fransche leger, schrijft in een brief,
welke voorkomt in de „Kerkl. Crt"
„Wij leven in de verschrikking. Ik
heb tooneelen gezien, die onbeschrij
felijk zijnbloed, doodsgereutel, ster
ven. Hoe een slagveld te beschrijven
met zijn lichamen van menschen en
paarden, zijn brokstukken van allerlei
soort Dc oorlog is barbaarsch, hij
is onwaardig van wildheid en onrein
heid. Want wij leven in de vuilnis en
den stank. Men trappelt in bloed en
ligt neer in den drek. Men slaapt en
eet waar men kan, dikwijls op den
grond, in schuren, stallen en soms in
kasteelen. Men blijft, 3, 4, soms 8
dagen zonder zelfs de handen te was-
schen. Men marcheert en werkt 48
uren zonder verpoozen en men rust in
een hoek van een weg zonder iets te
doen. Wij hebben kennis gemaakt met
golven van stof en oceanen van slijk.
Wij zijn getrokken door velden vol
met voor den vijand vluchtende men
schen, we hebben andere streken ge
zien, verlaten doodsch, waar niets dan
puinhoopen waren achtergebleven".
Sileinc berichten.
o
Generaal von Hindenburg verklaarde,
dat de Russen er tegenwoordig een
fatsoenlijke wijze van oorlogvoeren op
na houden.
De groothertogin van Luxemburg
heeft met hare moeder en zusters in
haar paleis georganiseerd een zieken
huis voor gewonde militairen, waarin
zij zeiven als verpleegsters optreden,
De Franschen orer de Bussen.
Het „Giornale d'Italia bevat ei
brief van den bekenden Italiaanschen
schrijver Diego Angeli, die vertelt, hoe
De Engelsche vloot heeft Maandag
de Belgische zeestad Zeebrugge in
brand geschoten.