"Ingezonden mededeelingën"
Een geneesmiddel
iïïann1a rüles the waves.
tens verplicht zijn ons door den eerste
de beste telkens te laten vertrappen.
Getrouw aan ons stelsel van de
openbare zaak in het openbaar te be
handelen, en hiertoe nog daarenboven
recht hebbende omdat de terechtzitting
van 30 October voorbij is en openbaar
was, hebben wij dit hier willen bekend
maken.
De toestand iu Zuid Afrika.
Gisteravond (30 October) heeft voor
de vereeniging Jong Nederland Zuid-
Afrika prof. H D. J. Bodenstein een
lezing gehouden over den toestand in
Zuid-Afrika, waaromtrent we aan de
„N R. Ct." het volgende ontleenen
Om iets te begrijpen omtrent de
beteekenis van de huidige gebeurte
nissen, moeten wij eerst goed de ver
houding begrijpen van de zelfbestu-
rende koloniën tot het Britsche rijk,
aldus ving spr. aan. Bij die verhou
ding ontbreekt elke dwang, de kolo
niën zijn bijna geheel vrij. Een oorlogs
verklaring van het Britsche rijk is niet
bindend voor de koloniën, zij zijn niet
verplicht, actief in een oorlog in te
grijpen, en er is zelfs quaestie van,
dat de koloniën zich neutraal kunnen
verklaren. Sommigen beweren, dat het
mogelijk is, maar spr. acht het niet
wel doenlijkde kolonie is toch een
deel van het rijk, en als het eene deel
in oorlog is, valt het voor een ander
deel practisch zoowel als staatsrech
telijk, moeilijk neutraal te blijven.
Aan den anderen kant, wanneer in
Duitsch-Zuid-West-Afrika een sterke
legermacht stond, ware het voor de
Unie wel degelijk van groot belang
geweest, zich neutraai te verklaren,
aangenomen, dat Düitschland die neu
traliteit zou erkennen.
Nadat de oorlog is uitgebroken, heeft
de regeering besloten, niet actief deel
te nemen aan den strijd. Men zou de
Engelsche soldaten laten terugkeeren
naar het moederland en steun zanden
voor noodlijdenden, maar dat was alles.
Dit vond bijval bij de Hollandsche
Boeren de Engelschen waren er ech
ter niet mee ingenomen, zij zetten de
Afrikanen aan, actief deel te nemen
aan den strijd. De Engelschen sloegen
politieke munt uit de houding van de
regeering. Zij beweerden, dat de Hol
landsche Boeren niets voelden voor
het moederland. De regeering kwam
onder dien druk in een moeilijke po
sitie. Bovendien had de Unie geld
noodig. De Engelsche regeering bood
nu een leening aan van 7,000,000
pond ster'ing, doch onder mededeeling,
dat zekere krijgsoperaties in Duitsch
Z.-W.-Afrika zeer wensche'ijü waren.
De regeering besloot aan dien wensch
te voldoen, doch onderhandelde eerst
met verschillende partijen, echter niet
met de partij van-generaal Hertzog.
In het parlement werd toen een motie
van trouw den koning ingediend, die
zeer onschuldig scheen, maar in de
toelichting zei generaal Botha openlijk,
dat door den oorlog van het Britsche
rijk ook de Unie zich in staat van
oorlog bevond. Er was, zeide de pre
mier, maar één weg open voor Zuid-
Afrika en dat was met het moederland
mede te strijden. Botha heeft zich dus
geheel op het imperiale standpunt
gesteld en zich niet afgevraagd, wat
de belangen van .Zuid-Afrika waren.
Zooals bekend, aldus ging spreker
voort, stelt Botha steeds de belangen
van het Britsche rijk boven die van
Zuid-Afrika, in tegenstelling met Hert
zog. Dit verschil van meening was
eertijds de oorzaak van de scheuring
in dej Zuid-Afrikaansche partij. Een
voorstel van Hertzog om het vraagstuk
van actief optreden nader te onder
zoeken, werd afgestemd. Generaal
Hertzog deelde /nede, dat een groot
deel, misschien de meerderheid van
het volk in Afrika tegen den oorlog
was. Hc! zag o.jk niet in, dat de oor
log in Duitsch Zuid-West-Afrika eenig
belang voor de Unie had hij achtte
het een dwaasheid, geld en manschap
pen op te offeren. Bovendien had de
Unie slechts weinig weerbare mannen,
zoodat een oorlog zeer gevaarlijk zou
zijn.
Na deze rede hield generaal Smuts
een rede, die, volgens prof. Boden
stein, zeer onwaardig was en veel
kwaad bloed heeft gezet. Smuts noemde
o.a. Hertzog een Duitsch advocaatje,
die geen goede Afrikaan was. Spr.
zeide, dat Hertzog nooit ontrouw aan
de Engelsche regeering had willen
opwekken.
Als de inval in Zuid-West-Afrika
niet had plaats gehad, zou de opstand
nooit zijn uitgebroken, en spr. was er
van overtuigd, dat, hadden de Duit-
scheis een aanval op de Unie onder
nomen, alle Hollandsche Afrikanen wel
degelijk zouden hebben meegewerkt
aan de verdediging van het vaderland.
Onmiddellijk na het besluit van een
inval heeft generaal Beyers bedankt
als generaal-commandant van de Unie.
In den brief, waarin hij zijn ambt
neerlegde, verklaarde hij uitdrukkelijk,
dat Duitschers nooit de grenzen van
de Unie hadden geschonden, zooals
generaal Botha had beweerd.
Prof. Bodenstein achtte de huidige
troebelen aan de houding van Botha
te wijten. Spr. achtte het niet in het
belang van Afrika, als Duitsch Zuid-
West-Afrika Britsch zou worden. Het
is Duitschlands eenige kolonie, en
daarom is er meer kans, dat er een
krachtige nederzetting komt van blan
ken, wanneer het land Duitsch blijft,
dan wanneer het Britsch wordt. Daar
Engeland reeds zooveel koloniën heeft,
en een krachtige blanke nederzetting
is in het belang van geheel Afrika.
Spr. achtte het toch wat veel ge
vergd van de Boeren om nu, twaalf
jaren na den oorlog tegen Engeland,
reeds aan de zijde van dat land de
wapenen op te nemen. Dat is de loya
liteit wel wat te ver gedreven.
Spr. kwam tot den opstand van
Maritz. Hij kon de houding van dezen
generaal niet goed begrijpen. Dat Ma
ritz niet tegen Düitschland wilde
vechten, begreep spr. volkomen, echter
keurde hij het af, dat Maritz de wa
penen tegen de regeering heeft opge
nomen, dat hij verbinding zocht met
de vijanden van het moederland. Door
het verraad van Maritz het is mijn
vriend, zeide spr., maar ik kan het
toch niet anders dan verraad noemen
is de positie van Botha sterker
geworden. Hoe de opstand zal afloo-
pen, weet spr. nietdaarvan hooren
wij te weinig zekere berichten. Maar
hij verwacht er niet veel van.
Wat den opstand van De Wet en
Beyers betreft, spr. begrijpt niet,
waarom deze generaals zijn opgestaan.
Hij kan niet gelooven dat die opstand
gericht is tegen het Britsche rijk. Na
tuurlijk verlangen de Afrikaneii naar
hun onafhankelijkheid, maar die kan
niet worden verkregen, meende spr.,
dan door volkomen verstandhouding
van de beide elementen der Afrikaan-
sche bevolking. Met geweld is het niet
te bereiken. De Wet en Beyers weten
dat ook. Het optreden van De Wet en
Beyers is eerder als opstand te be
schouwen tegen de politiek van Botha.
Dit optreden hadden zij blijkbaar van
de Ulstermannen geleerd. Spr. kan het
verzet niet goedkeuren, al kan hij het
zeer goed begrijpen. Hij hoopt van
harte, dat het Hertzog mag gelukken,
een verzoening tot stand te brengen
gelukt dat niet, dan zullen veel Hol
landsche Boeren Botha helpen den op
stand te onderdrukken, maar vergeten
en vergeven zullen zij nooit, dat de
houding van Botha den opstand heeft
uitgelokt.
Spr. besluit met de woorden, dat
hij van meening is, dat de crisis in
Afrika tot gevolg zal hebben, dat Botha
bij de Hollandsche Boeren heeft uit
gediend.
Onder de aanwezigen bevonden zich
o.a. prof. Saltet, dr. Mansfeld en veel
Afrikaansche studenten.
Handelsblad.
Ervaringen van een officier van
gezondheid.
BERLIJN, 29 Oct. (W. B.) De ..Lokal
Anzeiger" vertelt de ervaringen van
een Duitschen hoofdofficier van genees
kundigen dienst, die met zijn veldla
zaret in Fransche gevangenschap was
geraakt. Toen de arts met een trans
port' van 500 zwaargewonden, waar
onder 250 Franschen, het Duitsche
leger, dat naar Aisne marcheerde,
volgde, werd zijn colonne beschoten,
waardoor 50 Fransche gewonden ge
dood werden. Daar het vuren voort
duurde en steeds heftiger werd, greep
de dokter een Roode Kruis-vlag en
liep daarmee naar den vijand, onder
het roepen van „Croix Rouge". Een
Fransch onder-luitenant nam hem
daarop gevangen. Intusschen stortte
zich een compagnie Fransche infante
rie op de Duitsche* gewonden en nam
hun alles af wat zij bij zich droegen.
Tijdens het vervoer werden de ge
wonden door de bevolking ernstig
mishandeld. Zij moesten in een vroe
gere kazerne op den steenen vloer
liggen. Hier bevonden zich reeds 800
Duitsche gewonden, eenige artsen en
twintig pleegzusters, die, in strijd met
de conventie van Genève, waren ge
vangen genomen. De geneeskundige
behandeling van de gewonden was
onvoldoende. Zij kregen ontoereikend
en slecht voedseldagelijks stierven
er velen aan ziekten.
De Duitsche majoor-dokter werd
gevangen gehouden, daar hij volgens
bewering van de Franschen troepen
officier was, hoewel hij met goed
gevolg een zwaarverwond Fransch
hoofdofficier het been afzette. Ten
slotte werd hij zelf zwaar ziek, waarop
de Franschen hem naar Genève stuur
den, waar hij in vrijheid werd ge
steld.
Dergelijke feilen, en de Engelsche
telegraaf- en handelsonderdrukking-
politiek geven het bewijs, dat, ondanks
alle groote woorden, het Frankrijk en
Engeland niet gaal zooals zij wel had
den gehoopt.
dat alle voorkomende ziekten kan ge
nezen, kan nimmer bestaan. Voor elke
ziekte moet dus een ander geneesmid
del gemaakt en gebruikt worden.
MAAGPOEDER van Apotheker Boom,
waardoor reeds duizenden maaglijders
zijn genezen van maagpijn, maag,
kramp, zuur, hartwater en slechte
spijsverteering. Prijs per doos f0,75.
ASTHMAPOEDER van Apotheker
Boom dit poeder geeft bij inademing
onmiddellijk verlichting bij Asthma en
hieruit voortkomende borstbenauwd-
heid en borstbeklemming, zelfs bij den
hevigsten aanval. Prijs per doos f 0 65.
HOOFDPIJN (Migrainine) PASTIL
LES van Apotheker Boom zijn een zeker
werkend geneesmiddel tegen hoofdpijn,
migraine, schele en zenuwhoofdpijn.
Prijs per flacon f0,80. Proefflacons
f 0,30.
KINA KOORTSDROPPEN van Apo
theker Boom zijn gemaakt van de zui
vere kinabast en zijn doordat de kina
direct opgelost in de maag komt, een
spoedig werkend middel tegen koorts,
binnenkoorts, malaria en gevatte
koude. Prijs per flacon f 0,60.
LAXEERPILLEN van Apoth. Boom,
zuiveren het bloed, verdrijven gal en
slijm en bevorderen den stoelgang. Prijs
per doos f 0,50 en f 0,25.
STAALPASTILLES van Apotheker
Boom, zijn gemaakt van melkzuurijzer
en bederven nimmer. Deze zijneen goed
middel tegen bloedarmoede, bleekzucht
en daaruit voortkomende ziekten en de
pastilles wekken de eetlust op. Pi ijs
per flacon f 1,20 en f2,00.
HOESTSIROOP van Apoth. Boom,
aanbevolen door Dr. Poolman tegen
hoesten, heeschheid en kinkhoest. Deze
siroop maakt de slijm los en doet de
hoest spoedig bedaren. Prijs per flacon
f 0,70.
AAMBE1ENZALF van Apoth. Boom
geneest spoedig uit- en inwendige aam
beien, blinde en bloedende. Het jeuken
bedaart spoedig. Prijs per potje f 0,50.
Bovenstaande geneesmiddelen zijn
alleen echt met den naam Boom, en ver
krijgbaar in de meeste Apotheken en
drogistenwinkels. Waar niet verkrijg
baar wordt het gevraagde na ontvangst
van het bedrag, met verhooging van 10
ct. voor portkosten, franco toegezonden
door Firma A. H. Boom te Arnhem.
Verkrijgbaar te Hulst bij Verwilghen-
v. d. Hooftte Axel bij J. van Dixhoorn-
Vroeg op.
o
Engeland en Schotland vormt een
eiland, omspoeld door de Noordzee en
den Atlantischen oceaan, en de Iersche
zee. Uit het feit dat de Atlantische
oceaan haar strand bespoelt is in den
Engelschman ingebdVen de gedachte,
dat rechtens hem toebehoort elk strand,
dat mede door dien oceaan wordt
bespoeld, en, vermits deze tevens in
verbinding staat met den Indischen en
den Stillen oceaan, ja met alle zee
stranden der wereld, beschouwt de
Engelschman als zijn eigendom alle
kustlanden der wereldzeeën en alle
eilanden, door zeeën omspoeld. Hij
acht dan ook elk schip, dat de zeeën
bevaart en niet zijn vlag voert als een
schip, dat vaart op zijn vaarwater. Hij
heeft echter hiertegen geen bezwaar,
zoolang men maar erkent zijn recht
van eigendom op de zeeën, en zoolang
een ander hem geen ernstige concur
rentie aandoet in de zeevaart. Komt
dit laatste, dan heeft hij geen rust,
zoolang de concurrent niet van zijn
zee is verwijderd. Om dit doel te be
reiken oorloogde de Engelschman op-
volgelijk met Spanje, Nederland, Frank
rijk, en nu met Düitschland. En tot
dit doel zal hij morgen oorlogvoeren
met Amerika, zoodra dit de concurrent
is geworden tegen haar gedachte van
alleen rechthebbende op de wereld
zeeën.
In onzen tijd heeft de Duitsche han
delsondernemingsgeest de voor het
Engelsche verstand onbegrijpelijke
vermetele gedachte gehad, dat de we
reldzeeën niet zijn Engelsch eigendom,
maar algemeen eigendom en dat dus
ook de zeestranden en de eilanden
niet rechtens aan Engeland behooren.
Deze in daad omgezette gedacate ver
ontrustte de Engelsche staatkunde en
dit te meer, omdat Düitschland geen
katje is om zonder handschoenen aan
te pakken.
De Engelsche luipaard weet echter
geduld te oefenen, en de Engelsche
diplomatie wist aan zich dienstbaar te
maken de Fransche gevoeligheid en de
Russische hebzucht, en, zich sterk ge
voelende door dit verbond, dacht de
luipaard zijn slag te kunnen slaan tot
vernietiging van den zeenandelscon-
current.
Maar behalve dat verbond moest de
openbare m'eening te voren worden
opgezet tegen den concurrent door aan-
de wereld te zeggen en dit door haar
te doen gelooven, dat de drukkende
jast van hel miiitairisme op de wereld
gevolg is van het Duitsche militairisme,
doch vergat er bij te zeggen, dat het
Duitsche militairisme juist gevolg is
van: le. het steeds vergrooten van de
Engelsche zeemarine en 2e. dat Enge
land steeds weigerde, oin in de trac-
taten op te nemen de bepaling, dat
ingeval van oorlog geen hinder zal
worden toegebracht aan de zeehan-
delsschepen. Engeland wenschte door
dit laatste niet een einde te maken aan
haar kaapvaart bij een oorlog, en deze
weigering was een logisch g volg van
haar gedachte, dat de zee met is neu
traal terrein maar haar terrein.
in dit laatste ligt de knoop van de
kwestie, vermits het noodig maakt, dat
ook andere landen verplicht zijn ter
bescherming van hur.ne handelsmarine
zeeoorlogschepen te bouwen, en dit
niet wegens de schepen op zich zclt
maar deze als middel van ademhalen
van het land dezer schepen, dat dit
ademhalen noodig heeft voor zijn le-
vensbestaan, en ook ligt hierin de oor
zaak, waarom in den tegenwoordigen
oorlog Engeland bepaalt wat schepen
onder neutrale vlag al of niet mogen
vervoeren en naar welke adressen.
Dit alles is gegrond op de Engelsche
gedachte dat alle zeeën en stranden
der zeeën Engelsch eigendom zijn, al
wil Engeland dan feitelijk toelaten dat
een ander er ook op vaart en een an
der zich noemt eigenaar van zijn zee
stranden welke toelating voor Enge
land echter slechts geldt zoolang zij er
geen practisch b. zwaar tegen vindt.
Er is gezegd dat de tegenwoordige
oorlog gaat over de beslissing, oi het
zal zijn de Engelsche of wel de Duit
sche wereldmacht. Deze gedachte is
onjuist, de waarheid is dat Engeland
zich bedreigd acht in haar gedachte,
dat Düitschland aanrandt haar recht
van eigendom op de wereldzee door
te willen, dat deze niet zijn van Enge
land maar van iedereen.
Des te langer de oorlog duurt en
des te meer zich de zaken ontwikke
len, des te duidelijker blijkt aan ons,
dat de oorlog is een Engelsch-Duitsche
oorlog, en dat de ondergrond er van
is de weigering van Engeland om de
handelschepen op de wereldzeeën te
beschouwen als te varen op neutraal
water en dus beveiligd voor oorlog
schepen, terwijl van dit laatste weder
is de ondergrond de Engelsche ge
dachte, dat de zeeën en de stranden
der zeeën rechtens Engelsch eigendom
zijn al wil zij feitelijk in gewone tijden
erkennen eens anders bezit.
Door ons in te denken in die En
gelsche ged.ch e van alleenrechtheb-
bende op de wereldzeeën kunnen wij
ons zeer goed indenken, dat elke
Engelschman e:i de in andere landen
wonenden en Engelschvoelende in hart
en nieren overtuigd zijn van het goede
recht van Engeland en het kwade recht
van Düitschland, maar voor ons is die
a .ede trouw alleen gegrond op de in
geschapen Engelsche volksgedachte
van Biittannia rules the waves,
land beheerscht de zeeën, op zich zelt
een woord van fiere zelfbewuste kracht,
maar in de praktijk een woord, welks
beteekenis zeer goed wordt weerge
geven door het beeld van den bulhond,
nu eens schijnbaar slapend, dan weder
loerend, dan weder vriendelijk kalm
en dan weder grommig dreigend, de
wacht houdende bij een vette kluif in
de houding van'tegen anderen: kom
er eens aan als ge durft.
Een brief van den Hertog
van Orleans.
De hertog van Orleans die, gelijk
men weet, buiten Frankrijk in balling
schap vertoeft, heeft aan kardinaal
L g i een brief gericht, om te pro-
Tg; de beschieting der ka
thedraal. „De woeste vijand aldus
de hertog de kathedraal beschie
tende, trof in haar de doopvont van
Clovis, de standaard van Jeanne d'Arc,
Hugo Capet en alle groote dragers der
Fransche monarchie. Als oudste erfge
naam dergenen, die gedurende tien
.eeuwen door de opperpriesters van
Reims gezalfd werden, gevoel ik dub
bel dezen nationalen rouw."
Wij nemen dit uit de Tijd over in
verband met het symbool, dat wij za
gen in de kathedraal van Reims en
van de universiteitsbibliotheek van
Leuven, en waarvoor we verder ver
wijzen naar „Leuven en Reims" in een
onzer vroegere nummers.
FRANKRIJK.
De strijd tegen den Duitschen handel
en industrie.
De „Temps" is van meening, dat
men zich niet moet bepalen tot de
vernietiging van de militaire krachten
van den vijand, doch dat men hen
moet aanvallen en afbreuk doen in al
zijn hulpmiddelen en bronnen van
welvaart. Maar deze laatste strijd mo.-t
gevoerd worden met voorzichtigheid
en rechtschapenheid.
Wij zijn de eerste geweest, schrijft
de Temps", om te verklaren, dat ij
in de gegeven omstandigheden h ;t
recht hebben te trachten den Duit
schers in al hun belangen atbreuk te
doen.
De rijkdom verkregen door handJ
en industrie maakt een der voornaam
ste elementen uit van de macht van
een volk. Het is een daad van wettire
zelfverdediging den vijand te treffen
in zijn handels-, industrieele- en finai.-
tieele belangen, wanneer die vijai d
een bedreiging vormt voor de vrijheid
en waardigheid der andere volken.
Engeland heeft dat zeer goed be
grepen, aidus de „Temps", en in
Frankrijk heeft dit middel van actie oe
volle aandacht van de regeering. Te
lang reeds heeft men de Duitsche ka
pitalen zich overal laten indringen. Wij
hebben den tegenstander sterke stel
lingen op ons eigen gebied laten in
nemen en in zekere kringen hoopie
men zelfs, dat een nauwe verbinding
van de economische belangen de beide
volkeren tot elkaar zoude brengen.
De „Temps" acht het rechtvaardig,
dat het werk met Duitsch kapitaal in
Frankrijk belet wordt; het is niet me. r
dari billijk, schrijft het blad, dat wat
er nog op handels- en industriegebied
omgaat, ten goede komt aantfebond-
genooten en aan de neutralen.
Maar de „Temps" waarschuwt in
dezen strijd tegen onwaardige praktij
ken. Gewaakt dient te worden teg'-n
verdachtmakingen, welke op niets ge
grond zijn en die vaak, ingegeven dn >r
persoonlijke rancune, personen treffen,
op wie niets te zeggen valt. Het voor
komen van dergelijke gevallen zij een
waarschuwing, dat in deze quesoe
steeds wordt gehandeld met voorzicn-
tigheid en verstand. Het is niet de
taak van het publiek in deze als po
litie op te treden.
Frankrijk, herinnert de „Temps" ton
s'otte, is altijd het land geweest van
het recht, van rechtvaardigheid en
rechtschapenheid. Het Fransche volk
kan ook thans volkomen vertrouwen
slellen, in zijn overheid om de Fran
sche belangen afdoende te bescher
men.
Dat Frankrijk altijd het land is ge
weest van het recht, van rechtvaar
digheid en rechtschapenheid wist De
Volkswil niet. Zij meent zich te her
inneren dat de laatste daad van het
Fransche recht vóór den oorlog w:.s
de vrijspraak ter wille van politie'e
vriendschap van de daad van moord
op den directeur van de Figaro, dat
de rechtvaardigheid zich uitte in wt t-
ten, regelende de diefstal onder meer
van fondsen bestemd voor zielemisscn
van overledenen, dat de rechtschape.t-
heid zich uitte in een stelselmatig van
boven af bederven van de jeugd door
hierin te dooden het geloof in God
en gebod, en een stelselmatigen volks
zelfmoord door zedelooze kinderbe
perking.
Typisclli ÏVedcrlaiMlscli.
O
Terwijl hemel en aarde werden be
wogen, tegen de regeeringsgedachte
1912/13, om de invoerrechten te ver-
hoogen en wel op zoodanige wijze,
dat eenerzijds de schatkist, en ander
zijds de eigen arbeid er door werd
gebaat, is er nu een regeeringsvoor-
stel gekomen, om 8 pCt. uitvoerrecht
te heffen.
Tegen dit voorstel wo d n nu ver
gaderingen gehouden van meerdere
Nederlandsche Kamers van Koop
handel.
o—