t woel of ander nuchter geluid den in druk kan verstoren. Integendeel, heel Brugge's atmosfeer ademt mystieken kunstzin. Het is alsof de Zusters van de Heilige Ursula, die men in Brug ge's straten ontmoet, nog dezelfde vrouwen zijn, die meester Memling eens vereeuwigde Parijs in 1870. Zooals men weet, heerschte er in Parijs tijdens het beleg van 1870 ware hongersnood. De prijzen, die men voor levensmiddelen durfde vragen, waren eenvoudig schrikbarend hoog. Volgens de aanteekeningen die een particulier destijds maakte, en welke ons onlangs in handen kwam, kostte één pond paardevleesch 6 a 8 francs, voor oli- fantenvleesch noteerde men 20 fr-, voor berenvleesch 15 fr., voor versche boter 60 fr., alles per pond. Een haan kostte 55 fr., een raaf 6 fr., een kat 15 fr., een pond Gruyère kaas 30 fr., een haas 75 freen konijntje 60 fr., een versch ei fr. 2.75, een gans 175 fr., een duif 14 freen musch fr. 1.50, rijst per pond 2 fr., suiker per pond ook 2 fr., hondenvleesch per pond fr. 3.50, schapevleesch 12 fr. Gedurende den aanvang van het be leg publiceerde de regeering een tabel der maximum-hoeveelheden, die van de verschillende levensmiddelen in één keer mochten worden verkocht. Daarbij vinden we ossenvleesch voor zieken 320 gram voor 4 dagen. In de tweede periode der belegering zag een zieke zich nog maar 60 gr. ossen- of paar- denvleesch per dag toegemeten, en op het laatst nog maar 30 gr. Brandhout was in dien tijd ook schrikbarend duur. Men heeft tuinen moeten rooien en hekken laten sloopen om aan hout te komen. En nog kreeg iedere familie per dag slechts voor een halve cen time. o De zeden der Russische officieren. De Russische officier geldt voor ruw, onbekwaam, en bovenal voor onzede lijk. In hoeverre men aan de vele praatjes en z.g. anecdotes over Rus sische gruwelen, enz., geloof mag hech ten, laten wij in 't midden. Een feit is het dat „men" meent, den Russischen officier te mogen beschouwen als het toonbeeld van bandeloosheid. Wanneer een auteur voor een roman of treur spel een verleider noodig heeft, dan laat hij een Russisch militair ten too- neele verschijnen. De man krijgt een mooien naam met -owsky of zooiets op het eind en de lezer weet onmid dellijk, wat voor karakter hier inge voerd wordt. Vooral na den Russisch- Japanschen oorlog is deze hebbelijkheid sterk toegenomen. In Rusland's mili taire kringen wekt het echter verbit tering, en Generaal Rennenkamf, de zelfde die zich thans naam maakt, vertolkte de gevoelens van vele zijner collega's en inferieuren, toen hij zich tot den Minister van Oorlog wendde met het verzoek, er bij den Czaar op aan te dringen, dat alle tooneelstukken en romans, waarin Russische soldaten een minderwaardigen rol spelen, zou den worden verboden. De Czaar gaf hierop den Minister van Binnenland- sche Zaken, onder wiens departement het tooneel resorteert, de noodige orders, err spoedig daarop had de cen suur aile beschimpingen op het offi cier-corps geweerd. o— De oorsprong der diamantindustrie. Bijna iedere Belgische stad heeft z'n bijzondere eigenaardigheid. Het oude Mechelen was wereldberoemd alleen om zijn kant. Brugge heeft zijn spe- cialen bouwtrant, Gent zijn kerkramen, Brussel zijn Palais de Justice en Ant werpen heeft zijn diamantindustrie. En zooals de kantklosserij thuishoort in Mechelen, zoo heeft de diamantbe werking zijn geboorteplek als het ware in Antwerpen. Kortom, het is een Vlaamsche vinding. In het jaar 1456 ontdekte Lodewijk van Bergnen, uit Brugge geboortig, de kunst, de stee- nen kunstmatig vlak te maken, en ze op roteerende schijven met hun eigen poeder te slijpen. Spoedig daarop richtte hij in Antwerpen de eerste groote diamantslijperij op. Langen tijd was de Scheldestad onbeperkt heer- scheres op dit gebied der kunstnijver heid. Toen echter tegen het einde der 16de eeuw de Antwerpsche handel achteruit ging, kreeg zij een concurrent in Amsterdam, en thans heeft de dia mantindustrie in deze beide steden ongeveer dezelfde afmetingen. o Ieder zakenman zal zich ongetwijfeld interesseeren voor de jongste uitgaaf van het Bureau tot Publiciteit van Wetenschappelijk Nieuws te Amster dam, het „Maandblad voor den Han del." Dit geïllustreerd tijdschrift, prach tig uitgevoerd, waarin alle mogelijke handelssnufjes de revue passeeren, is in de eerste plaats bestemd voor alle leerlingen van de afdeeling Schriftelijke Cursussen van genoemd Bureau, die zich voor den handel voorbereiden zij ontvangen het gratis. Voor niet- cursisten is het maandblad verkrijgbaar a f2.50 per jaar franco p. p. Ieder nummer zal bevatten, behalve populair-wetenschappelijke hoofdarti kelen en actueele entrefilets, practische wenken op het gebied van admini stratie, inlichtingen omtrent de tech niek der bedrijfsreclame, en eindelijk een uitgebreide, zeer aantrekkelijke „Varia"ieder man van zaken zal daarin smullen, hij moet maar 'ns 'n gratis-proefnummer aanvragen. Het eerste nummer bevat een hoofd artikel over de natuurlijke historie van het genie." In dit artikel wordt het boek van den bekenden Duitschen hoogleeraar Ostwald „Grosse Manner" besproken, en er worden interessante dingen gezegd van die groote mannen op natuurwetenschappelijk gebied Davi, de ontdekker der alkali-metalen, Mayer, de vinder der wet van omzet ting van arbeid in warmte, Fareday, de vader der moderne electriciteits- leer, en Liebig, Charles Gerhardt en Helmholtz, de drie groote scheikundi gen en natuurkundigen. De redactie belooft in de volgende nummers karakterschetsen aan te geven van „groote mannen"... in den handel. Oorlog voorheen en thans. De voormalige Italiaansche Mi nister van Financiën Luiqi Luzzatti vraagt zich in de Corriere della Sera af', of de oorlogen thans afschuwe lijker en wreeder gevoerd worden dan ze in vroeger tijd waren en komt daarbij tot het resultaat, dat niet alleen de strijd op de slagvel den er slechts bloediger en vreese- lijker op geworden is doch dat thans ook het heele economische leven door den oorlog een gevoeligen knauw krijgt, iets wat men vroeger in veei geringer mate kende. Luzzatti rekent daartoe niet alleen het staken van verschillende betalingen in het inter nationaal verkeer, doch ook b v een waardeloos-verklariDg van alle pa tenten, welke toebehooren aan een Staat, waarmee het zich op voet van oorlog bevindt, zooals door de En- gelsche Begeering is voorgesteld. Nog veel Scherper echter is het ver schil bij vroeger op de slagvelden, want sedert eeuwen is er geen oorlog geweest, die wat bloed en gruwel betreft, met den huidigen te meten is. De Balkanoorlog 1912 1913 is tot op zekere hoogte als het voor beeld te beschouwen, volgens hetwelk thans de Europeesche legers te werk gaan En bij het ontzettende aantal afschuwelijkheden, die thans gepleegd worden, kan men zich niet eens verontschuldigen met de bewe ring, dat het gaat om iets van be- teekenis, de verdediging van de vlag, of de vrijheid van den ge boortegrond. Waar is een excuus te vinden voor de laaghartige wreed heid, een gewond soldaat op het slagveld de oogen uit te steken Tot de demoraliseering der moderne wijze van oorlogvoeren rekent Luz zatti ook het aanvoeren van Afri- kaaneche of Aziatische troepen, waardoor het gevecht volgens hem een ongeciviliseerd karakter moet krijgen. Met de Turco's is Luzzatti dus blijkbaar niet zoo zeer ingeno men als de Parijzenaren. De Itali aansche politicus herinnert aan de gevechten, die het oude Rome met Griekenland heeft gevoerd, en meent, dat er tusschen dien tijd en den tegenwoordigen een vergelijking is te treffen, die lang niet ten gunste van het heden uitvalt Rome heeft de zeden van het overwonnen Grieken land aangenomen, zekere volkeren van Europa zijn echter op weg. zich de zeden van de door hen overwon nen wilden van Azië en Afrika eigen te makeD. Nadtre weinig aangename gezegden sluit Luzzatti met de op merking, dat de moderne „cultuur" absoluut geen recht heeft, gering schattend op vroeger tijden terug te zien. In de uiterlijkheden van het leven waren onze voorvaderen wel licht minder geraffineerd dan wij, doch zij hebben een werkelijke be schaving van den innerlijkeü mensch bezeten, die onze veelgeroemde tijd- genooten steeds meer missen. Het Panamakanaal is af. Het is, zij het dan ook niet met het beloofde ce remonieel, ingewijd, en thans wordt het dagelijks door ettelijke vaartuigen bevaren. Toch zijn er nog altijd pes simisten, die aan het Panamakanaal een kort leven voorspellen, hoogstens gerekt door het voortdurend ingrijpen van hooggeleerde ingenieurs. De Duit- sche deskundige Otto Lutz neemt het in een brief uit Panama op voor het trotsche menschenwerk. Men heeft wei eens beweerd dat er niet genoeg water in de vaargeul kon zijn, dat verzakkingen, baggervorming, enz. ont zettende waterverliezen met zich zou den brengen, en dat heel het werk een offer van verzakkingen en aardschui- vingeu zou worden. Lutz wijst er echter op. dat voor de hoeveelheid water in het s'.uwmeer van Gatoen, dat een vlakteniuhoud heeft van 425 vierk. K.M. en een volu me van 183 billioen kubieke voet, borg staan niet alleen de Chagres-rivier, die deze taak wel alleen zou kunnen vervullen, doch ook de 26 zijrivieren, waarvan twee haar in grootte nabij komen, en de jaarlijksche neerslag van ongeveer 3200 m.M. De rotsen, in welker nabijheid het stuwméer zich uitstrekt, bestaan uit fijnkorrelige, wei nig poreuze fragmenten sedert 1912 heeft zich ook bij den stuwdam van Gatoen, voor welks grondlagen men aanvankelijk eenïge vrees koesterde, geen enkele verzakking of verschuiving voorgedaan. De spiegel van het Ga- toenmeer wordt gedurende den regen tijd op 85 voet hoogte gehouden, en pas tegen het einde hiervan op de maximum-hoogte van 87 voet gestuwd. In de Culebra-baai bedraagt de maxi mumdiepte dan 47 voet. Voor de groote scheepvaart is echter slechts een diepte van 39—40 voet vereischt. In het droge jaargetijde kan de waterspiegel dus nog 7 voet dalen. Zelfs schepen als de „Imperator", met een grootsten diep gang van 38 voet, kunnen dan nog de Cu'ebra-baai passeeren. Kolonel Goethals had gelijk, toen hij schouderophalend de kritische beden kingen beantwoordde „het kanaal zelf zou wel antwoord geven." Ook het gevaar voor aardschuivingen wordt met den dag geringer, hoewel de hinderlijke beweging in het geboomte nog wel eenigen tijd zal aanhouden. Tenslotte hoeft men ook geen gegronde vrees te koesteren voor aardbevingen. Sinds menschenheugenis is de landengte niet door zoo'n natuurverschijnsel bezocht, en de stooten, waarvan onlangs mel ding werd gemaakt, hadden op het kanaal hoegenaamd geen invloed. o— De film in de diepzee. In New-York is een filmfabriek opgericht, die speciaal werk maakt van opnamen in de diepte der oceanen. Toen de bioscoop enkele jaren geleden haar intree deed. hield men er nog al eens van, den toeschouwer beel den voor oog te brengen schijnbaar uit den wierachtige bodem van meren en moerassen, Later verrieden de- geïllustreerde bladen ons, hoe derge lijke opnamen gemaakt werden. Ken weelderig beschilderd tapijt op den grond van het atelier herinnerde levendig aan den moerasbodem Het fotografietoestel zond zijn stralen uit van af de zoldering en op het tapijt maakte een nimferig gekleede dame de welbestudeerde bewegingen van een zeemeermin. Met zulke voorstel lingen is het publiek van heden niet meer te foppen. Men wil het nu „echt" zien. Om aan dezen eisch te voldoen is de genoemde fabriek op gericht- Een der eerste films, die door haar in den hande zal worden gebracht, stelt voor de worsteling van een neger met een haai. Voor dit doel is een reusachtige buis rechtop in zee geplaatst. De operateur daalde er moedig in at Op een diepte van 1000 M. begon hij lustig zijn handle te draaien en legde op de plaat vast, het uiterlijk der flora en fauna op die diepte Plots verschijnt er een haai. Een dood paard wordt omlaag geworpen en met ijzingwekkende gulzigheid ziet men het verslindende I dier op zijn buit aanvallen. Pas is het cadaver verdwenen, of een neger, met dolk gewapend, valt over boord en wordt maar al te spoedig door den haai opgemerkt. Een strijd op leveh en dood begint. Doch geluk kig de sensatie moet toch niet al te onheilzaam eindigen gelukt het den "neger, het monster te doo- den. Het doek valt. Dat er voor een dergelijke opname levensverachting van den kant van operateur en acteur is vereischt, is duidelijken dat voor de sen satie. o De beteekenis van Egypte voor de Mohammedaansehe wereld. Een zeer bijzondere plaats neemt Egypte in de Islamitische wereld onzer dagen in. Zooals men weet is een deel der bevolking van het Nylland nog altijd Christelijk. Egypte, dat in de geschiedenis van het Christendom een niet minder belangrijken rol heeft ge speeld dan Palestina, is nog niet ge heel ontrouw geworden aan het kruis, dat tusschen twee haakjes in het oude Egypte het symbool der wedergeboorte of opstanding was. Men noemt de tegenwoordige Christelijke Egyptenaren Kopten, een naam, die eigenlijk niet anders is dan een verhaspeling van het woord Egypte. De overgroote meerderheid is echter Mohamme- daanschEgypte kan als geheel een Islamitisch land genoemd worden. Van de meer belangrijke Mohamme daansehe Staten is Turkije onafhanke lijk, en Perzië feitelijk ook nog, al doet de vreemde invloed zich ook in de laatste jaren sterk gelden. Evenzoo Afghanistan, Marokko, Algerië en Tu nis behooren aan Frankrijk, en Egypte is door de Engelschen bezet. Nu is er sinds lang een krachtige Islamitische propaganda aan den pang. Onder de vlag van het geloof herleeft het Oosten uit zijn eeuwenlangen slaap. Voor die beweging, die een overwegend intel lectueel karakter draagt men denke aan de Jong-Turken er komen eigenlijk slechts drie landen in aan merking Turkije, Perzië en Egypte. Overal zijn de Jong-Islamieten felle vijanden van de Christenen. Men zou nu minstens verwachten dat de fana- tische drijvers dezer beweging zich het meest thuis voelden in Perzië en Tur kije, waar hun geloofsgenooten heer- schen. Ten onrechte. Egypte, het land dat het meest onmiddellijk door de Europeanen beheerscht wordt, is het middelpunt der Pan-lsiarnitische be weging. Aan de universiteit te Caïro vindt men de leiders en hun vurigste volgelingen bijeen, en daar ook treft men de gevaarlijksten, die elders ver bannen werden. Nog onlangs hoorde men hier te lande over Oostersche on derdanen onzer koningin, die zich te Caïro erg op hun gemak schenen te gevoelen. Zoo is het. Al wat men in Perzië, in Marokko, in het nieuwe Turkije zelfs, niet kan gebruiken, omdat er al te veel leven in zit, vindt een toevlucht onder bescherming der Engelsche vlag in Egypte. De Britten verstaan toch wel de kunst hun bewind aannemelijk te maken Er is zelfs iets grootsch in de gastvrijheid, verleend aan de ge vaarlijkste vijanden der Britsche occu patie. Of ze er in dezer dagen, nu Turkije anti-Engeland is, last van zullen hebben We moeten het afwachten. In ieder geval is er op het oogenblik een grootere eenheid van sympathie in de hoofdtanden van den Islam dan te voren. Sinds den Turkschen-Itali- aanschen oorlog kan Egypte zich weer één voelen met Constantinopel. Mis schien zullen de Engelschen, als de Europeesche oorlog geëindigd is, hun best doen om Turkije een doodelijken slag toe te brengen. Heeft men niet al verleden jaar hooren mompelen, dat Engeland een groote actie tegen West- Azië beraamde Dr. F. H. F. De gevoolens van den gewonde. Herhaaldelijk leest men in brieven van het slagveld over soldaten, die gewaarschuwd moesten worden, dat zij bloedden. De gewonde zelf had niets ervan gemerkt De eerste uren, en vooral in het heetst van het ge vecht, schijnt een granaat- of ge- geweerskogel wond geen pijn te doen. De gewonde heeft althans geen aan dacht voor zijn wond. Pas wanneer hij vervoerd wordt en behandeld en de soldaat allen tijd heeft, aan zijn wond te denken, gif" hij pijn voelen. Bovendien wore door het schot de zenuwen gesch< en worden de gevoelens niet in t woon tempo overgebracht. In dit opzicht is de tegen woord oorlog de barmhartigste, die er o geweest is. Een schot is öf doodel: of maakt een lichte verwoodir Zelden gebeurt het betrekkelij dat een gewonde uren en ui moet liggen wachten op den do» overgeleverd aan de hevigste pijn en met brandenden dorst. Een schril troost intusschen. —o— Koning Carol van Roemenië, en de oorsprong van het huis Hohenzollern. Zooals men in de biografiën va den dezer dagen overleden Konin? Carol van Roemenië heeft kunnen Iq zen was deze vorst een geboren Prin1 Hohenzollern. Als koning van Roene nië bleef hij groote gehechtheid aar zijn huis koesteren en lichtte zijr onderdanen in over de grootheid \ai zijn stam. Een tiental jaren geleden hield hij voor de Roemeensche Aca demie voor Wetenschappen een lezinj „Nicopolis 1396-1877-1902", waarii hij een overzicht g'af over de ontwik keling van zijn huis, onaanzienlijk als het aanvankelijk was, tot zijn beteeke nis op heden. Hij ging uit van dei beruchten Slag bij Nicopolis (in hei huidige Boelgarije). waarbij Burggrn Frederik XI von Zollern aan de zi;de' van den Roemeenschen vorst Mii:eui en onder opperbevel van Koning Si-:, gismund van Hongarije den 28slen September 1396 streed tegen djrr' Turkschen Sultan Bajesio. In dezen; voor den toenmaligen tijd vreeselijken slag, die van het -vroege ochtenduur tot den laten avond duurde, en waain 200.000 strijders tegenover elkaar m«- ten hebben gestaan, werd het Chris- lijke leger totaal overwonnen de v>r-'" liezen waren enorm. Van deze neder-, laag dateert echter de grootheid van! het huis Hohenzollern. Burggraaf Fre| derik had Koning Sigismund, die zich; gedurende den slag herhaaldelijk in be nauwdheid bevond, met zijn eigen lijf. gedekt en redde hem daardoor bet leven. Tot dank voor dezen daad be leende hij, tot Duitsch Keizer gekozen, den Burggraaf van Zollern erfelijk set het Mark Brandenburg. -O- Het jaar '14 in de geschiedenis i der beide laatste eeuwen. De jaren 1714 en 1814 zijn beidei van groote beteekenis geweest voorde geschiedenis der Europeesche volke ren en Staten. In 1714 werd de Vredfv-j van Rastatt en in 1814 die van ParijiJf gesloten. Op deze beide vredesver dragen berust het huidige staatssysteem van Europa, want beide hebben ge meend, dat zij een eind maakten aan de aanspraken op heerschappij van Lodewijk XIV en Napoleon I. Hierdoor werd aan de Europeesche Staten, voor-' namelijk Italië en Duitschland, de ge legenheid geboden, zich omhoog tel werken. Dat aan Hertog Emanuel van Savoye den koningstitel werd verleend, legde den grondslag voor de Italiaan sche eenheid, en in Pruisen won na den Spaanschen Successie-oorlog de oude militaire geest van den Grooien Kenr-, vorst, die onder Koning Frederik Li teruggedrongeu scheen, weer het oude gezag, waaraan volgens enkele hislo- rici de huidige bloei moet worden; toegeschreven. o' Uit Rusland. De zendingsraad van het bisdom Petersburg heeft besloten den beken den propagandist voor geheelonthcu- ding lwan Tsjoerikof in den ban te doen, omdat zijn pogingen om het volk j van dronkenschap af te brengen ofi-, cieel alsgodslasterlijk beschouwd f worden. Verklaring De Russische Staat trekl- jaarlijks meer dan 1000 millioen roe- bel uit het monopolie van den bran dewijnverkoop. M. H. R. i —o Verklaarbaar. Rechter: „'t Merkwaardigste bij I die zaak is, hoe u, 'n zwakke vrouw, zoo'n sterken kerel als die inbreker aandurfde en de deur uitgooide." Getuige: „Och, wat zal ik zeg gen, meneerik dacht eigenlijk dat 't i mijn man was die zoo laat thuis.' kwam."

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 6