w Flick's Cacao No. 269. Zaterdag 31 October 1914. 6e Jaargang. Weekblad te Huls t. Gewestelijk en Algemeen Richting: Voor waarheid en voor recht, floor eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VEHSCHIJMT ELKEM ZATERDAG. Geiitschestraat C 7 te Hulst. Stichter: H. A. van Dalsum. Bierkaaistraat A 28 te Hulst. Geiitschestraat B 4 te Hulst. ER IS de allerbeste. DE VOLKSWIL EEDACTIE: Abonnemeut per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Vrije Woord en voor dien van Adverfentien. ADMINISTRATIE: DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. Vooral de Tijd had in den eersten tijd van den oorlog veel correspon dentie uit Frankrijk, waarin werd ge wezen op de herleving van den gods dienstzin en fhet afschudden van het rr.enschelijk opzicht, met name bij de Fransche officieren en soldaten. En menig geestelijke en pater zag in deze herleving een bewijs, dat onder Gods zegen de Fransche wapenen zullen zegevieren. Wij bewaarden die correspondenties om eens af te wachten. En dit was maar goed ook, vermits later tevens werd bekend dat vele duizende kat holieke priesters het getal ging tusschen 14000 en 23000 met hei geweer in de hand aan 't Fransche front stonden, dat de Fransche regeering officieel niet mededeed aan het afroepen van Gods zegen, daar dit in strijd heette met de leekenneutraliteit, dat nog zelfs tijdens den oorlog katholieke instellingen werden verwe reldlijkt. Ook lazen wij, dat een jaar geleden Paus Pius X aan paters Eudisten had verklaard, dat ongetwijfeld God een bizondere stemming voor had met Frankrijk, omdat de Moeder Gods maar steeds zich bleef doen gelden te Lour- des, en dat dezer dagen de aartsbis schop van Parijs nog een plechtige Hoogdienst opdroeg in de kerk van Montmartre voor den zegen Gods op de Fransche wapenen, en dus tot over winning op den vijand. Wij willen hierover geven onze ge dachten. Indien men werkelijk denkt, dat door de herleving van den godsdienstzin in het Fransche volk, deze door den oorlogsnood geboren, Frankrijk verdient de overwinning te behalen, dan ligt in deze gedachte de erkenning, dat de oorlog is begonnen als een straf Gods tegen Frankrijk, met de Duitschers als uitvoerders van Gods wege tot deze straf, deze erkenning samengaande met het vertrouwen, dat nu de straf tot gerechtigheid zal worden vervangen door straf tegen de Duitschers. Wij nu vertneenen, dat God wel Zijne gerechtigheid kan vervangen door Zijne barmhartigheid, maar dan toch eerstnadat aan de gerechtig heid zal zijn voldaan. En waar offi cieel Frankrijk Gods zegen niet vraagt, hoe kan dan de gerechtigheid zijn voldaan voor het Fransche Volk, dat door zijne regeering voor God wordt vertegenwoordigd Neen, ondanks de herleving van godsdienstzin, kunnen wij in deze niet zien het middel om, indien de oorlog in Frankrijk is een Godsgericht, dat dit gericht nu maar zoo zich zal wen den tot Duitschland Oostenrijk. Dan nogFrankrijk is verbonden met Rusland, het land van de offici- eele vervolging van den katholieken godsdienst, met Engeland het land van het Anglicanisme en van de onderdruk king tot vóór zeer korten tijd van de kathoMeke Ieren ter wille van hun katholiek geloof, terwijl het zelf nog heeft een minister-president, die de lichten aan den hemel wilde uitdoo- ven, dat is, die in de ziel van het Fransche Volk wilde doen sterven het geloof in God. En verder: heet Frankrijk een kat holiek land, het zoogenaamde protes- tantsche Duitschland heeft meer geloo- vig practiseerende katholieken dan heel Frankrijk samen, terwijl het met Duitsch land verbonden Oostenrijk ook heet een katholiek land met een kathohe ken keizer. Nog ditIn Duitschland en Oosten rijk—Hongarije zijn ook priesters aan het front, maar niet met het geweer in de hand om mede te vechten, doch voor den dienst van ziekenverpleging en van het geven van den troost van den godsdienst aan gezonden en ge wonden te velde, dus overeenkomstig hunne roeping, terwijl de priester die dienst moet doen om te dooden en te wonden hiermede handelt tegen zijne roeping. Daarmede erkent „de vijand", dat de burger met het lichaam ook heeft een ziel met behoefte aan een afzonderlijke verzorging, terwijl Frank rijk door den priester te verklaren tot gewoon militiesoldaat deze behoefte niet erkent. Wij vinden dan ook, alles overwe gende, het vertrouwen op de zege van de Fransche wapenen op grond van de herleving van den godsdienstzin, niet zeer redelijk. Wat wel kan zijn is dit, dat net bidden, indien niet om zege in den oorlog maar met schulderkenning in een vermorzeld hart, kan brengen, dat, wat indien is begonnen als een Gods gericht, het Godsgericht niet leidt tot het einde maar tot loutering, en dus tot een hoop op een toekomst van zegen. Christus leerde in het Onze Vader hoe men moet bidden, dat Gods wil geschiede op aarde, niet alzoo omge keerd God den wil doet van een volk, en dit laatste geschiedt toch, als men God bidt dat het volk door de wape nen zal zegevieren over een ander volk. Wil dus een volk in den oor logsnood bidden, dan moet het dit doen in den geest van erkenning in de eigen borst van eigen schuld van het recht tot Zijne gerechtigheid, en dat Hij zijn volle gerechtigheid niet zal uitvoeren, maar vervangen door Zijne barmhartigheid. Of echter in dezen geest wordt ge beden Wij zijn niet in staat, om op deze vraag een volledig antwoord te geven, maar wij denken van bij den een van wel, bij den ander van niet, en officieel zoowel bij kerk als bij burgerlijk gezag meer van niet dan van wel. Dit is een reden te meer om het vertrouwen niet redelijk te achten. DUITSCHLAND. Een officieel protest. BERLIJN, 20 Oct. (W. B.) Officieel. De „Reichsanzeiger schrijft in het offi- cieele gedeelte De keizerlijke regee ring heeft aan de Fransche regeering en aan de regeeringen der neutrale staten een memorie doen toekomen omtrent de schending van de Conven tie van Ger.ève van 6 Juli 1906 door Fransche troepen en franctireurs, waarin tegen deze schending van het volkenrecht scherp wordt geprotes teerd. De regeering zegtln den te- genwoordigen oorlog hebben Fransche troepen eri franctireurs, de ter verbe tering van het lot der gewonden en zieken van de te velde staande legers getroffen maatregelen der Conventie van Genéve, die door Duitschland cn Frankrijk werd bekrachtigd, op flagrante wijze geschonden. Uit het groote aantal bekend geworden gevallen wor den in bijlagen alleen die vermeld, 'welke door gerechtelijk onderzoek of ambtelijke mededeelingen ais juist konden worden vastgesteld. In de eerste plaats bepaalt de Conventie van Ger.ève dat gewonden en zieken zul- I len worden beschouwd en behandeld geüjk die van het eigen leger (art. 1 i par. 1). Dat beginsel is door Fransche troepen en vrijwilligers geschonden, doordat ze Duitsehe gewonden, die in hun handen vielen niet sltchts ruw i behandelden, maar ook beroofden, ja soms zelfs op gruwelijke wijze ver minkt en vermoord hebben (bijlagen 1 tot 8). In de artikelen 6 en 14 der Geneefsche conventie zijn bijzondere beschermingsbepalingen vervat voor de ambulances. In strijd met deze bepa lingen hebben Fransche troepen Duit sehe autos met gewonden aangevallen (bijlage 6), ambulancewagens bescho ten (bijlagen 11 tot 14), hoewel het Roode Kruis duidelijk zichtbaar was. Ook werden Duitsehe lazaretten over vallen en het personeel en de uitrusting weggevoerd (bijlage 7). In strijd met het volkerenrecht han delden de Fransche troepen tegen ar tikel 9, volgens hetwelk het sanitaire personeel van de oorlogvoerende ie- gers beschermd, ja zelfs eigenlijk als neutraal behandeld moeten worden. Zooals uit de bijlagen blijkt, werd een leider van een ambulancecolonne door een Franschen aanvoerder gevangen genomen en weggevoerd (bijlage 9). Een geneesheer, die een gewonde wilde helpen, werd door Fransche troepen doodgeschoten (bijlage 10). Ook werden artsen en de bedienings manschappen van een amóulancewa- gen beschoten (bijlage 11), terwijl ook ziekendragers bij het vervoer van ge wonden door Fransche troepen* en franc-tireurs werden aangevallen, ge wond en gedood (bijlagen 12 en 14) of krijgsgevangen gemaakt (bijlage 15). Eveneens werd een Duitsch veldpredi ker door Fransche troepen gevangen genomen en als een misdadiger be handeld (bijlage 8). De Keizerlijke regeering brengt met verontwaardiging deze behandeling van Duitsehe gewonden en Duitsehe am bulances, die strijdig is met net vol kenrecht en met de menschelijkheid, ter openbare kennis en protesteert plechtig tegen deze ongehoorde schen dingen van het door alle beschaafde staten gesloten wereldverdrag. Bijlagen van liet officieel protest. BERLIJN, 20 Oct. (W. B.) In de eerste bijlage wordt medegedeeld, dat de grenadier Hanseier van de 2de comp., 3de bat. Garde-Ersatz-Brigade omtrent op 5 Sept. 1914 aan de spoor wegbrug over de Meurthe ten noorden van Rehainviller het volgende verklaard heeft„De Franschen trapten de man schappen van onzen troep, die gewond op het veld waren blijven liggen en als zij door schreeuwen of kermen nog' een levens'eeken gaven, hoorde ik schoten. Ook ik kreeg een schop, maar hield mij geheel stil. Toen het donker begon te worden, keek ik naar mijn gewonde kameraden en maakte op uit de wijze waarop zij lagen, dat zij dood moesten zijn, terwijl zij 'soch- tends slechts licht gewond waren. Bijlage II. Frans Mevisen, 4de esk., 7de reg. jagers te paard, zag op 7 Sept. ten zuid-westen van Arlon op Belgisch gebied uit een schuilplaats, dat per sonen bij maanlicht over het slagveld liepen en gewonde Duitsehe jagers met lansen doorstaken. Bijlage III. Musketier Theodor Mün- del, 9de comp., 138ste infanterie-regi- ment, werd op 25 Aug. te Lunéville gewond. Een Franschman, die een re volver en degen droeg, vroeg den naast Mündel Jiggenden korporaal, waar hij gewond was. De korporaal antwoordde „aan den voet". Daarop schoot de Franschman hem door het hoofd. Bij den terugkeer der Franschen kreeg Mündel zelf met een geweerkolf een slag tegen den rechterslaap en op den linkerschouder, ofschoon aan het bloed, dat over zijn uniform liep, te zien was, dat hij reeds gewond was. Bijlage IV. Musketier Kampen, 8ste comp. van het 78ste reg. inf., zag op 27 Aug. in de buurt van Guise bij St. Quenlin, dat ongeveer 50 Fransche soldaten onder aanvoering van een aan tal officieren in een zigzagslijn over het slagveld trokken en met de bajo net staken naar gewonden, o.a. naar één, die tien pas van Kampen af lag. Toen hij om hulp riep, schoot een of ficier hem met een pistool in den mond. Kampen zelf, die zich dood hield, kreeg negen lichte bajonetwonden. Bijlage V bevat het rapport van de „Oberarzte" Neuman en Grünfelder van het Beiersche regiment genie over de berooving en verminking van Duit sehe soldaten van het 35ste landweer regiment bij Orchies. De lijken, die gevonden werden, wa ren beroofd van hun kousen, schoenen en alle herkenningsteekenen. Een man was van achteren neerge schoten, lag echter op den rug, terwijl zijn neus en mond volgestopt waren met zaagsel. Een ander was het linkeroor afge sneden, zijn gezicht was blauwrood, doordat hij aan verstikking gestorven was. Zijn neus, mond en oogen waren volgestopt met zaagsel. Aan den hals had hij plekken, die erop wezen, dat hij geworgd was. Een anderen was den ringvinger bij den knokkel afgesneden, in den buik wand had hij vier schotwonden, waar omheen kruitzwart, een bewijs, dat de schoten uit de onmiddellijke nabijheid gelost waren. Vijf andere dooden vertoonden slechts wonden, toegebracht met stompe voorwerpen. Aan een hunner waren de oogen uitgestoken. Uit de geconstateerde feiten bleek, dat een groot gedeelte der manschap pen ongewond in handen der vijanden was gevallen. Bijlage VI behandelt den overval op ambulance-automobielen die de Roode- Kruisvlag voerden, bij Bethencourt op- 8 Sept., waarbij gewonden en geleiders- gewond en beroofd werden. Bijlage VII bevat rapporten van den dirigeerenden officier van gezondheid van het 2de legercorps, volgens het welk het oorlogshospitaal van dit corps* te 'Peronne werd beroofd van al zijn1 personeel en materieel. In bijlage VIII deelt de katholieke aalmoezenier, de redemptoristenpater Brinkmann, mede, dat hij op 7 Sept.. na het gevecht bij Esternay bij Trefills door gendarmen werd gevangen geno men en naar een vuile gevangenis: gebracht, waar men hem zonder voed sel liet. Den volgenden dag werd hij met een ketting vastgeklonken aan een ge boeiden Franschen burgerlijken misda diger en met dezen dagen lang bloot gesteld aan de bespotting van de be volking door een aantal dorpen ge leid. Op het station van de gendarmerie werden hem zijn horloge, geld, bretels en de band van het Roode Kruis afge nomen, ofschoon hij in het bezit was van papieren. Op 11 Sept. werd hij in verhoor ge nomen door den krijgsraad te Chateau Thierry. Ofschoon 's anderen daags een schriftelijk bewijs van zijn vrijlating werd gegeven, werd dit schrijven hem onthouden en moest hij nog drie da gen aan het station blijven. Daar waren ongeveer 300 gewonden, bijna uitslui tend gewonden en zieken. Binnenruk kende Franschen doorzochten de klee deren der gewonden en namen wat van hun gading was, voora1 geld en hor loges. De gewonden lagen dagen lang bij regen en storm op den vloer in een open schuur.' De behandeling van de wonden der gewonden werd totaal verwaar loosd. Brinkmann vertelt nog eenige staalt jes van schandelijke ruwheid tegen over hongerigen en gewonden. in bijlage IX wordt medegedeeld, dat aan het postkantoor van de stad Vic een juist gevormde verplegings- colonne ,met de insignes van het Roode Kruis stond, toen de Fransche troe pen de stad bezetten. Een majoor wilde de verplegingscolonne als bevrijder toespreken, waartegen „Gerichtasses- sor" Eyles, de leider, zich krachtig ver zette. Eyles werd gevangen genomen en later door de Franschen wegge voerd. Volgens bijlage X werd dr. Staurea

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 1