De Volkswil
BIJVOEGSEL
van 2G September 1914.
van
Het Vrije Woord voor
Abonnés.
Wie de schuld?
Rotterdam 15 September 1914.
Mijnheer de Redacteur
Toen de regeering bij den aanvang
der crisis hare verklaring van strikte
neutraliteit aflegde, en een beroep deed
op de bevolking om haar hierin te
steunen, was hiermede niet in 't minst
de pers bedoeld. Sedert dien heb ik
echter niet één aflevering van Uw blad
gelezen, of er werd op de meest in
't oog loopende wijze partij getrokken
voor Duitsc'nland. Van niemand kan
men verlangen, dat hij zijn eigen mee
ning overboord gooit, iedereen heeft
zijn sympathieën voor een der oorlog
voerenden, en staat het U natuurlijk
ook vrij de Duitsche zijde te kiezen...
als particulier, niet evenwel als re
dacteur. Als zoodanig had een meer
neutrale houding Uw blad meer ge
sierd.
Wilt U echter per sé toch in Uw
blad kleur bekennen, dan moet ook
de eisch gesteld worden juiste voor
lichting. En U moet het mij ten goede
houden, hier heeft in Uw laatste num
mers veel aan ontbroken. Engeland en
nog eens Engeland was het zwarte
schaap. Engeland (van wie toch de
ontwapeningsvoorstellen uitgingen, die
Duitschland verwierp) had den oorlog
gebild, enz. enz. U gaat zelfs zoover
U "an 't zelfde gevoelen te verklaren
ais de Duitschers n.l. haat tegen En
geland, enz. En geloof me, M. de R.,
door den bril der haat kan men een
zaak niet objectief bekijken.
Zeker is de toenemende groei van
Duitschland op economisch gebied
Engeland een doorn in 't oog maar
dit is niet de aanleiding geweest tot
den huidigen wereldoorlog, neen, die
moeten wij elders zoeken. Doch be
schouwen wij den loop der feiten, en
trekken wij daaruit onze conclusies,
en hiervoor dienen wij te beginnen
met den blik eenige jaren achterwaarts
te slaan, waar wij zien, dat de groote
Donau-monarchie haar blikken liet
vallen op Bosnië-Herzegowir.a en dit
voor een overgroot deel door Serviërs
bewoond gebied inpalmde in strijd
met vroeger gesloten tractaten. Men
houde hierbij goed in 't oog, dat Oos
tenrijk dit tegenover Rusland nooit
had durven bestaan, als niet Duitsch
land de toezegging gegeven had de
Donau-monarchie met zijn gansche
militaire macht te zullen steunen, in
geval Rusland- zich met de wapenen
tegen het aan zijn rasgenooten aange
dane onrecht njocht verzetten. Is het
wonder, dat hierover wrok ontstond
in SeiVië Mën zou zeggen, hierbij
had Oostenrijk het moet n laten, en
de verdere expansie van Servië zijn
loop moeten luiten. Doch neen, dit was
niet de politiek van Oostenrijk, waar
het kon, daar zou de groote Habs-
burgsche moiVarchie zijn kleinen buur
man den voet dwars zetten. De Bal
kan-oorlog is gestreden, Servië wil de
vruchten plukken van zijn met goed
en bloed bevochten overwinning en
verlangt een zeehaven in het veroverde
gebied, die het zoo noodig heeft voor
zijn economische ontwikkeling. Weder
om is het Oostenrijk, met Duitschland in
den rug, dab het veto uitspreekt, zelfs
moest er hef vorstendom Albanië, met
een Duitschon prins aan 't hoofd, voor
gesticht worden, om te beletten, dat
Servië een Zeehaven kreeg. Er schijnt
geen zegen op gerust te hebben. Al
banië totaal mislukt, de roof van Bos-
nië-Herzegojwina en de verdere pla
gerijen vau Oostenrijk gestraft met
Serajewo, w;at zooals bekend, Oosten
rijk aanleiding gaf zijn abnormaal ver
nederende ^ischen te stellen aan Ser
vië, die Duitschland van te voren
goedgekeury i,ad. Dat Rusland nu de
partij van 'Servic op moest nemen,
wisten zoc,Wel Duitschland als Oos
tenrijk vooruit. Twee keer reeds had
het grootef Slavische rjjk lijdelijk toe
gezien bij i het onrecht, den kleinen
stamgenool} aangedaan. Ditmaal was
net aan ?jjn eer verplicht tusschen
oeiaen te. komen. Nu de teerling, in
den vorm van de nota aan Servië,
eenmaal gTworpcn was, hielpen geen
vredelievernde telegrammen meer, ook
e ver"'a(ing van den Duitschen kei
zer, dat hem de oorlog opgedrongen
was, beschouwe men in het licht, die
zij verdient.
De heler is zoo goed als de steler,
en weinig hadden Duitschland en
Oostenrijk gedacht, dat hun Balkanpo-
litiek zou leiden tot een verplettering
van henzelf, waar het volgens de laat
ste berichten al veel op gaat lijken.
Wie wind zaait, zal storm oogsten.
Het verdere verloop van de crisis
is bekend Duitschland verklaart Rus
land den oorlog, aan Frankrijk dito,
Duitschland neemt zijn barbarentocht
in België, waarbij vergeleken die der
Hunnen slechts kinderspel was, maar
waarbij 's keizer Wilhelms hart echter
bloedtEngeland verklaart den oorlog
aan Duitschland enz.
Aan de hand van deze feiten dus
mag beslist ontkend worden, dat En
geland dezen oorlog heeft doen ont
branden. Andere feiten, die w e 1 i c h t
eens een wereldoorlog hadden
kunnen doen ontketenen (Enge-
land's naijver, Fransche revanche idee)
moeten bij dezen absoluut buiten be
schouwing blijven. De antipathie in ons
land tegen Duitschland is dan ook
volkomen begrijpelijke, hoewel deze uit
nog andere oorzaken ontstaan is, die
op 't oogenblik niet ter zake dienen.
Ik hoop niet, M. d. R., dat ik te
veel van Uw plaatsruimte gevergd heb.
Vergun mij echter nog één vraag. U
verpandt Uw liefde aan den Duitschen
staat, en haat Engeland. Tegelijk wilt
U zijn de vriend der boeren en van
het volk. Hierover slechts deze op
merking Engeland het land der demo
cratie bij uitnemendheid, Duitschland
het land der agrariërs en landjonkers,
onteigenings- en uitzonderingswetten.
Ziet, Uw gedachtegang ontgaat mij ten
eenenmale. Liefde schijnt wel blind.
Hoogachtend, Uw dw.
J. W. H.
Aanteekening.
Wij kiezen noch als particulier noch
als redacteur partij voor Duitschland
of voor een ander, maar hebben het
recht, en voor ons door onze richting
ook de plicht, om het licht te laten vallen
op de waarheid, en zijn hierin onpar
tijdig. Wij meenen, dat neutraal niet
beteekent oogen en ooren te sluiten
maar onpartijdig zijn.
De inzender eischtjuiste voorlich
ting.
Welnu hij zelf geeft over de kwestie
Oostenrijk-Servië een eenzijdige voor
lichting dus onvolledig en daarom
onjuist terwijl wij in het art. Oosten
rijk-Servië in no. 257 geven een voor
lichting van beider standpunt.
Dat van Engeland uitging het voor
stel van het ontwapeningsvoorstel mag
juist zijn, maar niet deed Engeland
het voorstel om af te zien van haar
politiek ter zee zoo sterk te zijn ais
de twee sterksten ter zee te zarnen.
En juist deze politiek moest zij be
houden ter wille van haar Britannia
rules the waves, en deze zelfde poli
tiek moest Duitschland dwingen tot
tegenweer, deze politiek samengaande
met het stoken tot de Fransche re
vanche politiek.
Wat betreft de eer van Rusland om
voor Servië tusschen beide te komen.
De reden hiervoor was geen schoone,
doch dezedat Oostenrijk bij haar
ultimatum aan Servië had overgelegd
eenige bijlagen, waaruit bleek, dat
Oostenrijk wel wist, dat Rusland zat
achter de uiterlijk Servische intriges
tot ondermijning^ van de Oostenrijk-
sche monarchie.' Een dezer bijlagen
maakte bekend het Fransche blad
l'Eclair, voordat de tegenwoordige
oorlog uitbrak, en uit deze eene bleek,
dat in Servië waren met name drie ge
heime politieke genootschappen, alle
werkende tot een Groot-Servië, niet
alleen om Bosnië-Herzogewina, maar
ook om Croatië en Dalmatië en Zuid-
Hongarije van Oostenrijk los te scheu
ren. Deze drie genootschappen heeten
1. De Omladina, (De jeugd), gesticht
in 1860, herleefd tot kracht in 1904,
met als leden meest studenten in de
verschillende universiteitssteden van
Oostenrijk-Hongarije en met als zetel
Belgrado, 2. De Crna Ruka (Zwarte
Hand), revolutionaire militaire en
grootservische partij, werkende in Bos
nië-Herzogewina, Dalmatië, Croatië,
Montenegro en Albanië, met zetel
Belgrado, 3. De Narodna Odbrana (De
Nationale verdediging), gesticht eerst
tegen Turkije en werkende met vrij
buitersbenden in Macedonië, en later
agiteerende in Dalmatië, Croatië, Bos
nië-Herzogewina en Zuid-Hongarije.
Het slot van het schrijven des in
zenders wijst op iets, dat niet geheel
juist is, en insinurertu wilt vriend
zijn van de boeren en van het volk,
en haat Engeland het land der demo
cratie, en bemint Duitschland het land
der landjonkers en uitzonderingswet
ten. Er wordt hier vergetendat
Duitschland beoefent een zoodanige
democratie, dat boer en werkman bei
den volkswelvaart hebben, terwijl de
democratie van Engeland zoo schoon
is, dat het platteland ontvolkt, omdat
de boer zijn brood niet kan verdienen
en de tegenwoordige regeering geen
ander middel ziet, maar nog niet durft,
om hierin verandering te brengen, dan
door de groote grondeigenaren te ont
eigenen, terwijl de Duitsche werkman
onder zoodanige regeling leeft, dat hij
zelf betaalt en betalen kan zijn inva-
liditeits en ouderdomsrente en de En-
gelsche werkman deze moet bekomen
door de aalmoes van een staatspen
sioen ter vervanging van het armhuis
en het werkhuis. En dan dezezeifde
Engelsche „democratie bij uitnemend
heid" in bond met Rusland, het Rus
land van de vertrapping der nationa
liteiten (Finland, Polen), van de Jo-
denvervolglingen, van den staatsgods-
dienstdwang, van de finantieele amb
tenaarscorruptie, van het brandewijn
monopolie, om van meerdere schoone
zaken maar te zwijgen.
Of de antipathie in ons land tegen
Duitschland volkomen begrijpelijk is
Onbegrijpelijk zou juister zijn uitge
drukt. Leeft Rotterdam niet van den
doorvoerhandel van en naar Duitsch
land, en zijn er in Duitschland geen
200.000 Nederlandsche arbeiders werk
zaam, die in Nederland zelf geen of
geen volledig bestaan vinden?
Wij verwijzen verder naar de art.
in 258: 1. Nog eens: De directe aan
leiding tot den oorlog, 2. Allen on
schuldig, 3. De politiek van het Euro-
peesche evenwicht. En wijzen nog op
dit nuchtere feit, dat Bosnië—Herzo-
gowina niet waren Servisch maar
Turksch gebied onder langdurig Oos-
tenrijksch bestuur. Het onrecht opzich-
tens Bosnië gold dus niet Servië maar
Turkije, dat werd tevreden gesteld en er
winst bij had.
Red. Volkswil.
'SVooBirede.
Onder zeer buitengewone omstan
digheden kom Ik heden weder in Uw
midden.
Wij zijn allen vervuld door de ge
dachte dat een verschrikkelijke oorlog
een groot deel der beschaafde wereld
teistert. Ons land is dientengevolge in
een toestand geraakt welke nog steeds
onafgebroken waakzaamheid eischt.
Ik mag echter dankbaar vaststellen
dat Onze vriendschappelijke betrek
kingen met alle Mogendheden onge
stoord zijn gebleven.
De volstrekte neutraliteit die Neder
land in acht neemt en met al zijne
krachten zal handhaven, is tot dusver
op geen enkele wijze geschonden.
Tot Mijne groote voldoening werd
de mobilisatie van zee- en landmacht
zonder eenige stoornis in minder dan
den daarvoor vastgestelden tijd vol
tooid. Beide deelen Onzer Weermacht
vervullen, met den besten geest be
zield, hun vaak zware taak.
Diep begaan met het lot van alle
volken die in den krijg zijn medege-
sleept, draagt Nederland de buitenge
wone lasten die het worden opgelegd
gewillig en ontvangt met open armen
alle ongelukkigen die binnen zijne gren
zen een toevlucht zoeken.
Het economisch leven ondervindt in
al zijn vertakkingen de drukkende ge
volgen van den toestand, waarin Europa
verkeert.
Het handelsverkeer is tot zeer be
perkte afmetingen teruggebrachtde
scheepvaart, voor zoover zij niet stil
ligt, gaat met ongekende moeilijkheden
en gevaren gepaard voor de zeevis-
scherij geldt dit in niet mindere mate
landbouw en nijverheid vinden, voor
zoover zij voor export werken, haar
afzetgebied voor een groot deel ver
stoordin den geld-en fondsenhandel
bracht de toestand een heftige crisis
teweeg de toevoer van granen en van
grond- en hulpstoffen voor de nijver
heid is zeer belemmerd.
Toch komt er eenige verlichting in
den druk. Vasthouding en prijsopdrij
ving van levensmiddelen en huishoude
lijke artikelen is voorkomen. De crisis in
den geld- en fondsenhandel is in ba
nen geleid, die de mogelijkheid van
een geleidelijk verloop daarvan ope
nen. Krachtige pogingen worden aan
gewend tot beperking van werkeloos
heid en tot voorkoming en leniging
van nood. Verschillende producten van
land- en tuinbouw en van de voedings
industrie vinden weer afzet, zoowei
naar Engeland als naar Duitschland en
België.
De geregelde gang van zaken in de
koloniën heeft veel te lijden van de
stoornis in post-, telegraaf- en scheep
vaartverkeer. Op handel, landbouw en
nijverheid in Nederlandsch-Indië is een
zware druk gelegd, doch, waar noodig
met den steun der Regeering, is door
de circulatiebank en verschillende cre-
dietinstellingen, tot dusver met bevre
digende uitkomst, die druk verlicht en
een crisis voorkomen. De invoer staat
stil; groote voorraden uitvoerproduc
ten wachten op verscheping en her
opening der Europeesche markten.
Maatregelen zijn door de Regeering
genomen ter voorkoming, dat gebrek
aan levensmiddelen ontsta. De econo
mische toestand der inlandsche bevol
king, wier houding niets te wenschen
overlaat, is voor het ooger.blik niet
onbevredigend te noemen.
De toestand in Suriname behoeft,
wanneer de aanvoer van levensmid
delen, ook van Regeeringswege ter
hand genomen, bestendigd blijft, geen
zorg te baren.
De toestand op Curasao is onbe
vredigd de handel ligt stil en er
heerscht groote droogte. Op Aruba en
Bonaire veroorzaakt de droogte veel
armoede en ziekte onder de bevolking.
De aanvoer van levensmiddelen ook
naar de West-Indische eilanden is ver
zekerd.
In alle koloniën werden maatregelen
getroffen tot handhaving onzer staat
kundige onzijdigheid.
Met vertrouwen doe Ik een beroep
op allen om ook in handel en verkeer
met zorgvuldigheid alles te vermijden,
wat onze neutraliteit in gevaar zou kun
nen brengen.
Waar ons volksbestaan eischt, dat
de buitenlandsche handel, voor zoover
de omstandigheden toelaten, doorgaat,
behoort ieder handelaar zich bewust
te zijn, dat zelfs de schijn behoort
vermeden te worden als zou in en
door den Nederlandschen handel partij
worden getrokken voor één der oor
logvoerende Mogendheden boven an
dere.
Ik gevoel Mij gelukkig, dat Mijn
volk, in trouwe plichtsbetrachting, met
Mij vereenigd het vaderland tracht te
dienen en Ik verwacht dat de een
dracht die zich alom in het land heeft
geopenbaard tot den einde zal worden
volgehouden.
Met de bede dat God ons kracht
moge schenken, verklaar Ik de gewo:.e
zitting der Staten-Generaal geopend
Van alles wat.
Brief van een gevangene.
Een Belg, Kaoul Lépage genaamd,
die in hei Augusta-hospitaal te Keu
len wordt verpleegd, heeft aan zijn
moeder in Antwerpen op een briet-
kaart het volgende geschreven
„Lieve motder. Ik ben gewoüd
aan de knie (niets gebroken) in
Aarschot gevangen genomen en na
een dag of tien naar keulen ge
bracht, waar wij nu in het Augusta-
hospitaal liggen.
Wij worden hier als prinsen be
handeld en omringd door de vrien
delijke en zelfopofferende zorgen Yau
doktoren en pleegzusters. Alles is
hier kraakzindelijk. Het hospitaal
ligt in een soort park. De dokters
zijn bekwaam en flink in hun vak
en tevens vnendelyk Kortom, men
ziet hier hoe in Duitschland alles
grootscheeps en menschlievend is
ingericht.
Laat den Inhoud van deze brief
kaart bekend worden, opdat wij in
België, voor zoover y?ij dat kunnen,
aan de Duitsche gewonde gevange
nen, het goede vergelden, wat men
ons hier doet, zij hebben slechts hun
plicht gedaan evenals wij allen. Laat
dit aan vader lezen. R. L.
De „Kölmsche Zeitung", die deze
brielkaart publiceert, zegt, dat bijna
alle andere Belgische, Fransche en
Kngelsche gewonden in denzellden
geest schrijven er blijkt uit hun
brieven ook, dat de blijdschap over
de goede behandeling wordt vergroot
door den angst, dat zij slecht zou
den worden bejegend, welken zij had
den voor zij herwaarts kwamen.
Wij zagen Volkswil een plaat
in Panorama, voorstellende een groep
Schotsche Hooglanders als krijgsgevan
genen in Berlijn, en die Schatten zagen
er leuk, opgewekt uit, en evenzoo
de Duitsche bewakers, al lijken die
laatsten meer ernstig en gemoedelijk,
terwijl die Schotten meer leuk ge
moedelijk lijken.
—o
Het schoeisel der F/ ansche soldaten.
In verschillende oorlogseorrespon-
denties heeft men de opmerking
kunnen lezen, dat het krijgstoilet der
Fransche soldaten veel te wen.-.chen
overliet, dat men verschillende mi
litairen met fantasie-pantalon of reis-
pet zag, en dat vooral het schoeisel
niet voor zijn taak berekend was.
Deze opmerkingen herinneren aan de
eigenaardige wijze, waarop de Fran
sche troepen ruim honderd jaar gele
den in hetzellde euvel voorzagen
Het was in 1794. De Franschen
waren Coblenz binnengerukt en be
vonden zich in een deerniswaardigen
toestand." Draagbaar schoeisel bezat
bijna geen hunner. Toen eischte hun
opperbevelhebber, generaal Hoche,
niet alleen een verbazend hooge
krijgsbelasting, doch tevens een paar
honderd schoenen. Aan zijn eitsch
werd echter op zeer gebrekkige wijze
gevolg gegeven, en generaal Huche
moest uitzien naar een andere met
hode, ten einde zijn manschappen in
staat te stellen te loopen. Hij ver
zon een truc. Op verscheidene plaat
sen der stad liet hij proclamaties
aanplakken, waarbij de heele jonge
lingschap der stad Coblenz werd
uitgenoodigd tot een volksverzame
ling op de groote markt aldaar, waar
men iets zou beleven, dat men nog
nooit beleeld had De nieuwsgierig
heid was groot en de toeloop enorm.
Op het aanvangsunr vei scheen een
bataillon infanterie „om de orde er
in te houdena, en een Fransch of
ficier beklom het spreekgestoelte.
Namens generaal Hoche gelastte hij
alle aauwezigen te beginnen met hun
schoenen uit te trekken Wie niet
gehoorzaamde, kreeg het met de in
fanterie aan den stok. Tot ziju spijt
was de generaal tot dezen maatregel
gedwongen.
Op kousen en bloote voeten trok
de menigte na een kwartiertje huis
waarts, en de Fransche soldaten bo
den vriendelijk dankend hun steun
Oorlogshonden in het Belgische
leger
Het Belgische leger bezit een
eigenaardige specialiteit, die, voor
zoover bekend, overigens nergens is
ingevoerd. Men heeft namelijk hon
den aange.-chaf't, wier taak het is, de
nmchinegeweren bij de infanterie te
trekken. Bij elk der twintig mitrail-
leuse-compagniën behooren twaalf
honden en zes kleine wagentje?. De
militaire autoriteiten zijn zeer tevre
den over de wijze, waarop de honden
hun taak vervullen. Door zorgvul
dige teeltkeuze hoopt men een speciaal
oorlogshondenras aan te telen, liet
spreekt vanzelf, dat de honden veel
minder trefkans bieden dan een
paard. Binnenkort kunnen we ver
nemen, hoe groot de dienst is, die
de honden kunnen bewijzen, en welke
verzorging de dieren eischen.
—o
Een noodrem op schepen.
Met koortsachtigen ijver werken dui
zenden en duizenden hersenen aan de
volmaking en ver.fijning van onze cul
tuurinstellingen. Vooral de middelen
van verkeer, die de gansche mensch-
heid ten slotte ten dienste staan, hou
den tegenwoordig de aandacht van
onze ingenieurs en technici bezig. Wij
willen gemakkelijk, vlug en vóór alles
veilig reizen en trekken. Met betrek
king tot de veiligheid zijn de laatste
jaren verbazend veel plannen geopperd
en uitvindingen gedaan. De Titanic-
ramp heeft op etteiijke parlements-
bijeenkomsten en congressen de vraag
naar meerdere veiligheid urgent ge
maakt. Het nieuwste op het gebied
van veilig scheepsverkeer is thans de
noodrem op schepen. Deze uitvinding
is speciaal ^bedoeld voor het gevaar
van overbooTd vallen. Er zijn verschil-