Cacao No. 263. Zaterdag 19 September 1914. 5e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. kichtingVoor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELIC1M ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalsum. Bierkaaistraat A 28 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. Schepping en Strijd. ER IS de allerbeste. DE VOLKSWIL REDACTIE: Abouuement per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - Niet geplaatste stukken worden niét terug gegeven^ Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: D R D K K E R IJ Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. O God schiep uit het niet de stoffen En vormde hieruit de wereld Van zon en maan en sterren, Van aarde, plant en dier, En gaf aan 't al zijne wetten Van doel en regelmaat en duur. En als Hij alles overzien had Prees Hij zijn werk als zeer goed. Toch ging Hij door met vormen, En vormde Adam naar Zijn beeld, Schiep door Zijnen adem In Adam de onsterfe'ijke ziel Begaafd met verstand en kennis, Om Gods werk te kennen en te prijzen In den tijd en in de eeuwigheid En.ziet, ook deze schepping was zeer goed. Uit het niet had hij ook geschapen Engelen zonder tal, Met onschuld en met vrijen wil Voor vol geluk en eeuwige zaligheid, Om echter zelf deze te verdienen Door goed, juist gebruik hunner gaven. Maar ziet, velen wilden gelijk zijn hun nen Schepper En vielen als straf tot leed en eeuwige verwerping. De Engel, van zoo hoog gevallen Tot zoo laag met zooveel leed, Benijdde in Adam hem en zijn geslacht, Bestemd tot het hoog van waar hij viel omlaag, En overreedde met list te doen Wat hij zelf had gedaan tot eigen scha Te doen de daad van den wil Gelijk te zijn aan zijnen Schepper. Gestoord was nu de harmonie der wet Gelegd in Adam tusschen vleesch en geest Gestoord de harmonie van wil Tusschen den mensch en zijnen Schep per Gestoord de harmonie van leven Tusschen kinderen van eenen Vader: De nijd van Satan bracht zijn vruchten voort, En in het eerste broederpaar versloeg de broeder zijnen broeder. En sindsdien brengt Satan's nijd Veel oogsten voort van broederstrijd, Oogsten uit der afgunst zaad Dat de een niet heeft wat des anders is Broederstrijd wegens geest en hart, Broederstrijd wegens des arbeids vrucht, Broederstrijd wegens land en zee, Ja broederstrijd wegens der moeder taal. Maar hoog boven dier. broederstrijd Staat de onbevlekte schepping Gods, In haar vindt de broeder den broeder wtêr, In haar vinden beiden hunnen Vader. Weg met der afgunst zonde en oogst, Terug naar de harmonie des Rechts: De strijd waardoor men zich zeiven verwint Geeft vrede door recht en dtr onster felijkheid kroon. Vrede door recht zij der volkeren wil Vrede door recht in des Scheppers be stel. Vrede door recht richt het oog naar omhoog Vandaar komt de vrede die vrede is Vrede op aarde en vrede der ziel, Vrede door wil en vrede door daad Vrede die waardeering baart, En volkswelvaart en zegening. Wat de staatkunde vergat, —o Het is dit: dat de Staat niet alleen wordt geregeerd door belang en wensch, maar ook door geweten Ook in Nederland werd dit ver geten. Men had daar staatscom missiën zonder tal om te onderzoeken vele zaken, maar men had niet eene com missie om te onderzoeken het natio nale geweten. Dit gemis werd aangevuld door ons werk, reeds begonnen met Ron dom Pachtcontract I aangewezen door het motto dit alles is geschied, opdat de gedachten der harten zou den openbaar worden, onderzoek voortgezet door De Volkswil. Dit onderzoek werd door ons geleid door met vrijen wil tegen ons -te laten uitkomen de goede en de kwade daden der gedachten der harten. En met gevolg, dat is ge bleken hoezeer het geweten niet of bijna niet spreekt in het leven van Kerk en Staat en van bet volk van Nederland. In dit onderzoek zijn wij blijkbaar door God gesteund, vermits anders niet te begrijpen is, dat wij staande hebben kunnen blijven met al die daden van gewetenloosheid, die op ons zijn losgelaten geweest, staande gebleven ondanks het feit dat wij ten slotte feitelijk voor de menschen niet alleen zijn dood maar zelfs be graven en vergeten. Dit alles wijst er op, dat ons onderzoek was een werk Gods, met ons zei ven slechts als werktuig Nu zegt de Schrift, dat een der gelijk werk Gods voor doel heeft om te zijn een heimelijk oordeel dat een oordcel voorafgaat. Het is geweest in deze gedachte, dat wij hebben geschreven hoezeer treffend het was dat op denzelfden dag, waarop officieel door ons moest worden vastgesteld het feit van fi^t gelukken tegen ons van den brood roofmoord (door het wegens werkge- brek vertrek van den laatsten klerk van ons kantoor), de Nederlandsche Regeering moest besluiten tot de algeheele mobilisatie wegens den op dien dag dreigenden en enkele dagen later uitgebroken Europeeschen oor log. En dit uitbreken voor Nederland met gevolg, dat de staatt-fiuanriën worden ontredderd en het economisch leven grootendeels tot stilstand is gekomen. In den loop van dat oüderzoek hadden wii verklaard (ruim een jaar geleden) in een correspondentie, dat, nu men in Nederland niet wijs had willen zijn langs den weg van goed heid en verstand, Nederland nog zal krijgen een kans van wijs te willen worden langs den weg van schade en schande Wij vreezen, dat deze wijsheid I niet zal komen ook niet na de ge volgen van den tegen woord igen ook door Nederland gevoeld wordenden toestand, ondanks de middelen, die wij hebben aan de hand gedaan zoowel aun onze koningin als aan den bisschop van Breda, en in het openbaar in dit orgaan, en wel, omdat het een middel is van zelf erkenning en rechtsherstel. Het is hierom, dat wij hebben een slecht oog op de toekomst van Ne derland de sanctie des natuurrechts eischt zijn recht en dit recht wordt niet alleen door het volk van Ne derland, en zijn vertegenwoordigers voor God geweigerd, maar zelfs niet erkend. En dit nog na de verschrik kelijke les, die biedt de oorlog in de omringende landen en zijne groote gevolgen vau schade voor ons land. Als eenmaal voor Nederland komt de dag dien wij voorzien, dat men dan wil bedenken, dat de staats manskunde bestaat in vooruitzien, wij hebben vooruit gezien en de middelen aangewezen, en onze waar schuwende stem geen ander antwoord heeft bekomen dan dat van het ge bruikelijke beleedigende doodzwijgen. „Als de menschen zwijgen zullen de steenen spreken" op dien dag zullen spreken de Bteenen waarmede het Nederlandsche staatsgebouw is opgebouwd, zij zullen ineenstorten en in hun val medesleepen de po sitie, welke Ntderland in de wereld bekleedt. 36ÖÖ Paiiemcnisleden. o— Zoo groot was het getal van de Kamerleden der verschillende landen, die heetten te zijn voor de Vredesbe weging en, als de oorlog kwam be stond hun vredesdaad uit het zonder discussie toestaan van de verschillende oorlogscredieten En aan die mannen gaf de Nederlandsche Regeering bij gelegenheid van de opening van het Vredespaleis, zij door 300 parlements leden vertegenwoordigd, de som van f40.000 welke werd gebruikt om 5 dagen feest te vieren. Dat waren dus nog eens echte vredesmannen Wij meenen ons- te herinneren, dat er verleden jaar in Bazel werd gehou den een internationaal socialistencon gres, alwaar ook werden gesproken zeer groote woorden van internationa len vrede, en, zoowel in Frankrijk als in Duitschland als in België als in Engeland hielden de socialistische ar beids- en Vredesvrienden hun mond, toen zij door de daad konden spreken van vrede. Wij werden toentertijd nog wel door een abonné gekapitteld, dal wij over dat congres niet hadden ge sproken wij kenden echter reeds toen de waarde van de groote woorden, en voor deze geven wij geen plaats in een orgaan van waarheid en van recht door eigen daad. Er was maar een die protesteerde en deze eene was degene die met voordacht niet was uitgenoodigd tot het eerste Vredescongres in den Haag den Paus van Rome. En deze eene, de opvolger van den toen door die niet-uitnoodiging belee- digden Leo XIII, trok zich den oorlog zoodanig aan, dat hij van verdriet stierf. En waarom dit laatste Omdat in het hart van den Paus klopt het hart van een Vader en in de harten der anderen kloppen de harten van comedianten. Zoo is het en niet an ders. Voorkoming van dadelijke uitwinning naar aanleiding van geldelijke moei lijkheden tengevolge van de tegen woordige buitengewone omstandig heden. Bij de wet van 4 Septem ber 1914 (Stbl. No. 444) is het vol gende bepaald Art. 1. Wanneer betaling van eene geldsom in rechte wordt gevorderd, kan de gedaagde zich bij verzoekschrift wenden tot den rechter, met het ver zoek hem een termijn te gunnen om alsnog aan zijne verplichting te vol doen. Verklaart de gedaagde in het ver zoekschrift de vordering gaaf en on voorwaardelijk te erkennen en, in het geval, dat hij in het geding de vorde ring reeds betwistte, alle aangevoerde betwistingen in te trekken, dan kan de rechter, wanneer hem summierlijk blijkt, dat de gedaagde uitsluitend of hoofdzakelijk ten gevolge van de te genwoordige buitengewone omstandig heden tijdelijk niet in staat is zijne verplichting na te komen, het verzoek inwilligen en hem een termijn van ten hoogste zes maanden gunnen om alsnog aan zijne verplichting te voldoen. De rechter beschikt op het verzoek schrift nadat partijen in raadkamer zijn gehoord, althans zijn opgeroepen. Op verzoek van den gedaagde kan de door den rechter gegunde termijn één of meermalen, telkens met ten hoogste zes maanden, worden verlengd. Op dit verzoek vinden de voorafgaande bepalingen overeenkomstige toepas sing. De rechter bepaalt bij zijne beschik king telkens den dag, waarop de zaak weder ter rolle wordt uitgeroepen. Bij de toepassing van het vooraf gaande stelt de rechter zoodanige voorwaarden en maakt hij zoodanige bepalingen, als hij in het belang van den eischer noodig oordeelt. Ook kan, op verzoek van deze laatste, de ge daagde gehoord, althans opgeroepen, de rechter, indien hij daartoe termen vindt, te allen tijde den termijn ver korten en den eischer machtiging ver- ieenen de zaak tegen een vroegeren rechtsdag weder ter rolle te brengen. Is het geding voor den kantonrech ter aanhangig en bevindt de niet- verschenen gedaagde zich buiten zijne woonplaats onder de wapenen, dan kan de rechter de behandeling ten hoogste één maand uitstellen, ten einde den gedaagde de gelegenheid te geven het verzoekschrift, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, in te dienen. Ook kan de rechter, indien hij daar toe in verband met de tegenwoordige buitengewone omstandigheden termen vindt, den termijn, bedoeld bij het laatste lid van art. 1302 van het Bur gerlijk Wetboek overeenkomstig de voorafgaande bepalingen verlengen. Art. 2 Wanneer eenige overeen komst eene bepaling bevat, krachtens welke, voor het geval eene der partijen op een bepaald tijdstip niet voldoet aan hare verplichting tot betaling van eene zekere geldsom, voor deze partij nadeelige gevolgen intreden of kunnen intreden, kan deze zich, ook indien dat bepaalde tijdstip reeds verstreken is, bij verzoekschrift wenden tot de arrondissements-rechtbank harer woon plaats, met het verzoek haar een ter mijn te gunnen om alsnog aan hare verplichting te voldoen. De rechtbank kan, wanneer haar summierlijk blijkt, dat de schuldenaar uitsluitend of hoofdzakelijk tengevolge van de tegen woordige buitengewone omstandighe den tijdelijk niet in staat is zijne ver plichting na te komen, het verzoek inwilligen en den schuldenaar een termijn van ten hoogste zes maanden gunnen. Bij inwilliging van het verzoek vervallen de bij de overeenkomst be paalde nadeelige gevolgen, indien, binnen den gegunden termijn, de schuldenaar alsnog aan zijne verplich ting voldoet. De rechtbank beschikt op het ver zoekschrift nadat partijen in raadkamer zijn gehoord, alhans zijn opgeroepen. Op verzoek van den schuldenaar kan de door de rechtbank gegunde termijn één of meermalen, telkens met ten hoogste zes maanden worden ver lengd. Óp dit verzoek vindt het bij het eerste en tweede lid bepaalde over eenkomstige toepassing. Bij de toepassing van het vooraf gaande stelt de rechtbank zoodanige voorwaarden en maakt zij zoodanige bepalingen, als zij in het belang van den schuldeischer noodig oordeelt. Ook kan, op verzoek van dezen laat ste, de schuldenaar gehoord, althans opgeroepen, de rechtbank, indien zij daartoe termen vindt, den termijn ver korten. De griffier geeft den schuldenaar daarvan onverwijld kennis. Bedraagt de geldsom, in het eerste lid bedoeld, minder dan f 200, dan

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 1