De Volkswil BIJVOEGSEL var» van 29 Augustus 1914. lie oorlosfsstemmsins in o— STRAATSBURG, 5 Augustus. (Van onzen Duitschen oorlogscorrespondent T., vertraagd.) Ik wil niet probeeren in een reeks van oorlogsbrieven de allernieuwste gebeurtenissen met kom- mentaron te illustreeren. Dat is in de zen tijd onmogelijk. Want een juist inzicht in datgene, wat op het onme telijk oorlogsterrein gtbeurt, kan eerst na weken en maanden gewonnen worden,'als de lawine van leugenach tige berichten aan ons voorbij is ge stroomd/ Ik wil trachten in mijn brieven de blijvende indrukken weer te geven, die ik na lange dagen van opmerking en gadeslaan gewonnen heb. Door een gelukkig toeval ben ik waarschijnlijk in staat, de brieven zonder groote ver traging in Amsterdam te doen bezor gen. Van den allereersten dag af, den tweeden Augustus, heb ik de mobili satie van het Duitsche leger medege maakt. En ik sta van bewondering geslagen over wat ik heb gezien het grandiose schouwspel van de haast tot wezen geworden orde en tucht. Door heel het westelijke gedeelte van Duitschland voerde mij mijn weg. En thans zit ik in het oude, stille Straatsburg, waar Erwin zijn Munster heeft gebouwd. Majestueus en gigan- tesk streeft de Münstertoren in het late licht op ten hemel. De massale gevel doemt in den vallenden donker als een wacht van onverbreekbare sterkte. En mijn gedachten gaan uit naar anno '70, toen de Pruisische, de Beiersche, de Duitsche soldaat voor deez' veste stond en de bruisende melodie zong„Deutsch soli sie wieder wer den, die alte deutsche StadtO avond vól melancholie en diepen vrede. Gaan daar niet zwijgend en inge togen mannen en vrouwen langs de eeuwenoude muren van dat monument der katholieke eenheid, om te bidden om vrede en zegepraalSchijnen en glanzen niet door die mystieke ven sters de edele gestalten van koningen en vorsten, die zoo dikwijls hun troe pen gevoerd hebben ten strijde. On bewegelijk rijzen op de hoeken van den toren de ruiterstandbeelden van hen, die dragers waren van Duitschlands roemHoort, daar komen langs het Kammerzellsche Haus met de oude paneeltjes, luidklinkende voetstappen door den avond en jonge stemmen zingen „O Strassburg, o Strassburg, du wunderschöne stadtBij het gods huis dempen zich hun stemmen en, als zij ombuigen achter het Münster, davert en schalt luid en luider uit hun kelen het lied van ijzeren trouw, „Die wacht am Rhein", het lied, dat u het Duitsche wezen zoo diep begrijpen doet. En uit het Münster komen or gelklanken vol vrede en vast vertrou wen. Dat is het beeld van den dag„Die Wacht am Rhein", het gebed en ver trouwen en... het stoere monument der eenheid. Geven wij het laatste den voorrang. Mag ik even zeggen, dat, in wat volgt, de stemming in Duitschland weerge- wordt. Bismarck heeft met ijzeren handen de Duitsche eenheid op de slagvelden rondom Strassburg in bloed en lood gesmeed. Veertig jaren van onvergelijkelijken bloei zijn gevolgd. Vijf en twintig lange jaren heeft de machtige figuur van Keizer Wilhelm den vrede van Europa bewaard. Tegen de aanstormende horden der Slaven heeft hij het goede Duitsche zwaard getrokken Is het niet bloedige wereld komedie, dat het „verlichte" het po- litiek-radikale Frankrijk aan het alles en alles onderdrukkende, het allen vooruitgang bespottende Tsarendom handlangerdiensten bewijst Maar men lacht en begrijpt: het moet zijn mil- lioenen en milliarden redden. Maar Engeland? Het moet de Duitsche in dustrie en handel vernietigen. Duitsch land wordt te machtig, Maar, men heeft medelijden, wat moet dat Enge land zich in zijn binnenste schamen, dat het aan de zijde van Rusland staat! Het Germaansche Engeland tegen het Germaansche Duitschland Pfui Dei- beilMedelijden, deernis, geen haat Ook tegen Frankrijk niet. Meer minachting. Haat is er tegen den Rus, vlammende haat tegen den Belg, die weerlooze Duitsche vrouwen en mannen mishandelde endooddel Eerst hebben ze op de wijs van een operette- deun gejoeld „Die Serben sind alle Ver- brecherNu brullen ze kwaadaar dig „Die Belgier sind alle Verbrecher En aan de „Bierbank" zeggen oude en wijze mannen gelaten, dat ze het al tijd wel gedacht hadden... die Belgen hebben de slechte manieren van de Franschen. En jonge luidjes zingen het liedje van de „Verbrecher" vol „Un die Franzosen kriegen für die Hosen 1" En er wordt gelachen en er wordt verhit gepraat. Men vertelt van het overweldigende schouwspel der mobilisatie. In nog geen tien dagen zijn meer dan vier millioen soldaten onder de wapenen gekomen, gekleed en opgerukt. Met tintelende oogen spreekt men er van, dat 1.000.000 en 400.000 vrijwilligers zich aangemeld hebben, maar voor- loopig teruggezonden zijn, omdat men ze nog niet gebruiken kan. Met geest drift getuigt men zijn liefde voor Kei zer en Rijk. En daar is niet een die maar een oogenblik twijfelt aan de vol komen zege der Duitsche armeën. Allen branden van verlangen, om te komen in het front. Sterven willen ze, om met hun bloed de eenheid van het Rijk te bezegelen, om de Germaansche cul tuur te verdedigen tegen den aanstorm van het barbaarsche Slavendom, tegen de décadense der Galliërs, tegen de ijskoude berekening van het de eeuwen door perfiede Albion. En ik ga stil en zwijgend over de Münsterplatz en schouw ontroerd naar het steenen, maar nooit versteende monument der eenheid van een groot volk. Hier heeft in '70 het kanon ge donderd, hier steken nog in een paar huizen, ter herinneriug daargelaten, kogels van '70. Hier waart de historie. En stilstaande en opziende naar de sterren denk ik aan Bismarck: „Wir furchten nur Gott und sonst nichts auf dieser WeltDit woord is het eigendom van het Duitsche volk geworden. Dit volk, ook het door de overbeschaving en luxe week gewor den gedeelte heeft vertrouwen, heeft nog idealen. En mijn blikken waren naar den kant van de Vogezen. Daar over heen ligt Frankrijk. Mi nister-president V i v i a n i, dc Doover der Sterren aan den hemel. Schreef daar niet voor kort een scribentDe Duitschers vreezen God en anders niets op de wereldwij vreezen ook God nietEn ik denk aan het na '70 verdubbelde getal der bewoners van Duitschlandbijna 70 miilioenen. Daartegenover Frankrijk.... verminderd, achteruitgegaan, beladen met de vloek, met de matelooze ramp van vrouwen, die weigeren moeder te worden De verdediging der eenheid, het vaste vertrouwen. En thans de vrucht der eenheid de vrucht van het vertrouwen op de ei gen volkskrachtde mobilisatie der legerkorpsen, het grijpen naar de wa penen van de „Wacht am Rhein". Hier zijn geen woorden. Ik zwijg voor de geniale grootheid, die orde en tucht in het leven riepen. Daar ontbreekt geen knoop. AI die miilioenen solda ten werden te beginnen met den 2den Aug. niet alleen gemobiliseerd en ver voerd, maar tevens werd het heele millioenenleger omgedraaid, zoodat de regimenten uit den Elzas naar de Rus sische grenzen en de Poolsche, Pom- mersche en Oost-Elbische regimenten naar het Rijksland en naar de landen der vijanden werden vervoerd. Grootendeels volgde de mobilisatie op de lijnen van Keulen en het indus triegebied uit over Düren aan den eenen kant en over München-Glad- bach en Rheyt aan den anderen kant. Den tweeden Augustus begon het. En nog hield het geen moment op. Elke vijf a tien minuten een trein. Soldaten, kanonnen, fouragewagens, paarden. Telkens een regiment. Alle soldaten in splinternieuwe grijze velduniform, met ransel, drinkflesch, patronentasch, mantel, zak, geweer. Alles nieuw. De paarden, alle nieuw geelgetuigd. En achter de regimenten de ambulances van het Roode Kruis. Dan de intendance. Honderden en hon- 1 derden zware automobielen met bij wagens. Dan de veldpost en veldte- legrafie. Een leger, als nog nooit aan schouwd. En de stroom van miilioe nen houdt aan. Houdt niet op, noch dag, noch nacht. Alle spoorwagens, alle kanonnen, alle geweren zijn met bloemen en groen versierd. En uit miilioenen van kelen klinkt dag en nacht, aldoor dat ééne lied„Die Wacht am Rhein." En aan alle stations, aan alle over bruggen en viaducten en veldwegen staan de miilioenen, die achterblijven en juichen en zingen en weenen van ontroering. Daar vaart een durende golf van enthusiasme door dit volk. En onweerstaanbaar wordt men me- degesleept. Men voelt het, dit volk kan niet twijfelen aan de overwinning. Wat is 70.000.000 ontzettend veel Want kijkt door alle steden rond 1 Ik kwam er door vele en groote. En men staat verstomd. De steden hebben haar zelfde uitzicht behoudenmen mist er geen jongens en mannen. Het is er even druk. Men ziet er evenals in vredestijd duizenden van mannen. Gezegend, driewerf gezegend het land, dat in zijn kern geen kindervrees kent. Nu is het nacht geworden om het Münster Over den toren, door wiens kanten helm licht en vloeit het licht van de maan, glijdt haast luidloos een Zeppe lin, majestieus, zilverwit. Ik zie duide lijk het kanon voor op de spits. Er overheen snorren een tweetal vlieg machines een pantserschip met zijn torpedo's in de wateren der lucht. Op mijn kamer denk ik nog lange na over dat rotsvaste vertrouwen der Duitschers, door welk vertrouwen al les in stad en land hetzelfde bleef als in vrede. En vel ongekend heimwee denk ik aan mijn vaderland, aan mijn blonde land aan de zee, waar, naar ik uit spaarzame berichten hoorde, zich ook de eenheid, zoo schitterend openbaart, waar de werkdadige naas tenliefde ellende verzacht en gewonden helpt. O, ik kan het mij zoo goed voorstellen.... want ook hier bloeit de liefde voor den naaste. Naast en achter het leger der miilioe nen van strijders komt een legioen van broeders en zusters der liefde. O, die roerende tooneelen op alle stati ons, op alle wegen. De soldaat krijgt alles, wat hij begeert, laving, bloemen, sigaren. Miilioenen brengen hun offers en gaven aan. Dat is de blinkende kant van den oorlogde liefde in verbond met den moed Dreunend galmen de klokslagen van het Münster. Luide, luide galmen van brons. Er ligt veel dreigends in hun klank. Mogen ze spoedig ten vrede luiden Tijd. JAPAN. De houding van Japan. De berichten omtrent de houding, die Japan in den oorlog dreigt aan te nemen, geven aan de „Manch, Guardian" aanleiding tot de volgende opmerkingen „Er schijnt reden te zijn om aan te nemen, dat Japan een aanval bedoelt op Kiao-Tsjan, de Duitsche bezitting aan de Chineesche kust. In enkele kringen spreekt men hierover alsof dit een belangrijke steun is door Japan zijn bondgenoot Brittannië in dezen oor log met Duitschland aangeboden. Hét is echter wenschelijk eens verder te zien en de vraag te stellen: 1. welk recht Japan heeft of welke verplich ting het noopt om Kiao-Tsjan aan te vallen 2. wat waarschijnlijk de ge volgen zullen zijn zoowel voor dat land als voor China indien Japan zich in Duitschland's plaats stelt, Engeland, men weet het, heeft groot belang bij China en weinige mogendheden heb ben meer reden het behoud van China's integriteit en onafhankelijkheid te wenschen. Als Japan optreedt zal het zich be roepen op het Engelsch-Japansche tractaat. De inleiding van dit verdrag zegt dat de bedoelingen er van zijn a. De bevestiging en het behoud van den aigemeenen vrede in de ge bieden van Oost-Azië en Indië. b. Het behoud van de gemeen schappelijke belangen van alle mo gendheden in China door de verzeke ring van de onafhankelijkheid en in tegriteit van het Chineesche Rijk en van het beginsel van gelijke behande ling van handel en industrie van alle natiën in China. c. De handhaving van de territo riale rechten der hooge contracteerende partijen in de gebieden van Oost-Azië en Indië en de verdediging van hare speciale belangen hier. De eerste twee artikelen van het tractaat hebben verband met den te- genwoordigen toes.tand. Zij luiden Overeengekomen wordt, dat indien, naar de meening hetzij van Groot- Brittannië of van Japan, eenige van de rechten of belangen in de inleiding tot deze overeenkomst genoemd in gevaar mochten komen, de beide re geeringen open en oprecht met eik ander in verbinding zullen treden en gemeenschappelijk zullen overwegen, welke maatregelen ter waarborging der bedreigde rechten en belangen moeten worden genomen. Indien door een niet geprovoceer- den aanval of agressieve actie, waar ook, van de zijde van eenige andere mogendheid of mogendheden een der contracteerende partijen in een oorlog zou worden betrokken ter verdediging van haar territoriale rechten ot speci ale belangen in de inleiding dezer overeenkomst bedoeld, zal de andere contracteerende partij onmiddellijk den bondgenoot te hulp te komen, den oorlog gemeenschappelijk voeren en in gemeenschappelijk overleg vrede sluiten. Welnu, aldus merkt de „Manch. Guardian" op, tot dusver is geen aan val gedaan op Britsch gebied of op de Britsche scheepvaart in het verre Oosten en indien de Duitschers ver standig zijn, zullen zij niets doen, dat Japan reden zou geven tegen hen op te treden zijn overweldigende macht, vooral niet omdat ze in geen geval ernstig nadeel zouden kunnen toebren gen aan de Britsche belangen in het Oosten. Maar bovendien, nu het En geland is dat met Duitschland in oor log is, is het ook Engeland dat Duitsch land van Kiao Tsjan zou moeten be- rooven, indien eenige vreemde mo gendheden dat zou doen. Japan's hulp zou duur gekocht zijn, indien, onder voorwendsel van een steun die onnoodig is, het de belang rijke positie zou nemen, waarop, als Duitschland verliest en China afziet van haar rechten, alleen Engeland recht heeft. Kiao-Tsjan, waarover dus de beide bondgenooten in het Verre Oosten al be ginnen te twisten, is sedert 1898 in Duitsch bezit, als een vergoeding voor den in 1897 op twee Duitsche zende lingen in Sjangtoenggepleegden moord. In April 1898 bewilligden de Chinee- zen in een pachtverdrag, waarbij Kiao- Tsjan voor den tijd van 99 jaren aan Duitschland werd „verpacht". Deze pachtovereenkomst was het sein ook voor andere mogendheden om een stukje China te vermeesteren. Rusland nam Port-Arthur, Engeland nam Wei- hai-wei ("„ook in pacht") en Japan begon met de voorbereiding van den Russischen oorlog. Voor Japan, dat door het bezit van Kiao-Tsjan in China een veel sterker positie zou krijgen, is het nu wel verleidelijk van de Eu- ropeesche moeilijkheden gebruik te maken. Maar, zegt de „Manch. Guar dian" „Het belang van Engeland is China te houden vereenigd, vreedzaam, vrij van vreemde indringing, en open voor den handel van alle natiën op gelijken voet. Wij kunnen niet met eenig vertrouwen zeggen, dat dit ook de bedoelingen zijn van dejapansche politiek en het is wel zeker, dat zij niet zouden worden gediend door een Japansche bezitting van Kiao-Tsjan. Handelsblad. ITALIË. De houdinq van Italië, Op den eersten Augustus, zoo schrijft de Italiaansche correspondent van de „Frk. Ztg." van uit Rome aan zijn blad, toen hier in den voormiddag reeds de neutraliteit verklaring bekend werd, schijnt men des avonds nog in Berlijn van betrouwbare zijde gerust stellende verzekeringen te hebben ont vangen. De verrassing wordt verklaard door de plotselinge wending der Italiaansche diplomatie. De verantwoordelijke lei der di San Giuliano was, naar het schijnt, tot op het laatste oogenblik nog vast besloten om het bondgenoot schap geheel na te komen in dien zin waren instructies gegeven aan de Italiaansche ambassade te Weenen en Berlijn in dien zin hadden ook waar schijnlijk de gezanten van den drie bond in Rome berichten ontvangen. Van onjuiste inlichtingen kan men niet spreken, want de zwenking in Italië's politiek heeft zoowel alle personen die de Italiaansche diplomatie van meer nabij kennen als op het geheele land zelf verrast. Om de oorzaken goed te begrijpen, moet men acht slaan op de geschie denis en de psychologie van het Itali aansche volk, op het karakter van de staatsinrichting en de partijen, op de zwakke punten van het drie voudig verbond en op den bijzon deren aard en de voorgeschiedenis van het huidige confiict. Dat alles is niets nieuws en men kan er zeker van zijn, dat ook de Duitsche diplomatie met al die punten rekening heeft ge houden. Wat ten slotte bedrogen bleek, was niet het weten maar het geloof. Dit geloof is tot de laatste momenten blijven bestaan wat ons, Duitschers, echter troosten kan, is, dat ook het geloof van veel Italianen, en dit zijn niet de slechtste elementen van het volk even erg bedrogen is ge worden. Telkens is de vraag: wat zal Italië verdei' doen Het heeft niet aan po gingen ontbroken om de regeering op haar besluit te doen terugkomen. Het beroep van Duitschland op den ko ning, men mag wel aannemen dat het zenden van den keizerlijken vleu geladjudant van Kleist met dit doel geschied is had geen succesde koning van Italië is niet de veldheer, bij wien het krijgsmansgevoel beden kingen van diplomatieken of staat kundigen aard zou kunnen overwin nen. Victor Emanuel III persoonlijk heeft het wellicht, daar hij een eerlijk en oprecht vriend van het Drievoudig Verbond is, leed gedaan, dat hij niet met zijn bondgenooten kon optrekken, maar hij heeft zich overeenkomstig zijn opvatting van zijn machtpositie tegen de besluiten van het ministerie en de meeningen van den generalen staf niet kunnen en willen verzetten. De poging van Weenen uit om Ita lië door bemiddeling van den gezant aan het Oostenrijkschen hof den her tog van Averra, van houding te doen veranderen, kwam te laat, al neemt men ook aan, dat de gezant met de noodige compensaties in zijn zak te Rome kwam. Want intusschen is ook de tegenpartij werkzaam geweest. Bo vendien bezit Averra hier in 't geheel niet invloed op partijen en klieks, die voor welslagen noodig is, zoodat zijn audiëntie bij den koning geen ander resultaat heeft gehad dan de bevesti ging van de neutraliteitsverklaring wellicht in ietwat vriendelijker vorm. Italië zal dus neutraal blijven en er zijn veel aanwijzingen, dat dit besluit voorloopig ernstig gemeend is. Want de regeenng heeft de pogingen om de openbare meening ten gunste van Frankrijk tot meer heftigheid te prik kelen, krachtig onderdrukt. Toch spoort ons deze plotseling weer ontwaakte liefde voor Frankrijk tot voorzichtig heid aan, daar een oogenblik zou kun nen komen, waarop de regeering zich gedwongen zou zien naar de wen schen van die openbare meening te voegen en geheel de richting van haar politiek te veranderen. De gewichtige militaire maatregelen rechtvaardigen de opvatting, dat de Italiaansche re geering met alle mogelijkheden reke ning houdt. Uit de geheele houding van regee ring en bevolking mag men besluiten, dat de laatste beslissing over de rich ting der Italiaansche politiek op de slagvelden van het noorden zal vallen. Overwint Duitschland, dan zal het de liefde van Italië behouden, of, om het zonder sentimentaliteit of sarcasme uit te drukken, dan zal de nuchtere reke ning, die Italië opmaakt met een saldo in ons voordeel sluiten. Het is ook reeds in deze crisis de moeilijkste, die ooit het Drievoudig Verbond doormaakte, gebleken, dat de Italiaan scherp onderscheidt tusschen Duitschland en Oostenrijk. Van Duitsch land houdt men niet, maar men waar deert en vreest ons ten minste, be halve dan in enkele politieke klieks, maar men schermt met de schoone phrase van het Teutoonsche barbarisme. Maar wat Oostenrijk betreft, zit de afkeer in net Italiaansche bloed en zelfs de besten kunnen dien niet overwin nen. Dit alles leert ons, dat wij de Italiaansche politiek moeten beschou wen zooals zij werkelijk iseen han delszaak, waarbij de mede contractant met de grootst mogelijke voorzichtig heid moet te werk gaan. De Godsdienst in het Duitsche leger. Onze Duitsche correspondent schrijft ons Dagelijks verdringen zich de naar het front trekkende soldaten in de katho lieke kerken bij de communiebank. Ontvingen reeds in de dagen, die het uitbreken van den oorlog voorafgingen, velen de H. Communie, dit aantal is zeer veel vermeerderd. Meermalen ziet men de soldaten, begeleid door hun familieden, naar de kerken trekken, om aan de Tafel des Heeren genade en kracht te vinden voor de offers, welke de zaak des vaderlands vraagt. Ook des nachts kunnen de soldaten de priesters bezoeken. In vele kerken wordt 's avonds het Rozenkrans-gebed gebeden onder groote deelname van de geloovigen. De koning en de ko ningin van Beieren, de prinsen, die nog niet naar het front zijn vertrokken,

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 5