Flick's
Cacao
No. 259.
Zaterdag 22 Augustus 1914.
5e Jaargang.
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
KichtingVoor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT EX.KEN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
w?
Stichter: H. A. van Dalsum.
Bierkaaistraat A 28 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
ER IS
de allerbeste.
DE VOLKSWIL
EEDACTIE:
Abonnement per drie maanden
NEDERLANDf 0.50.
BELOIEfr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad^ neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud
van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
DRUKKER IJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f 0.25.
De
Sanctie van het
Natuurrecht.
Dante geeft in zijne Divinia in dich
terlijken vorm de eindsanctie (sanctie
is bekrachtiging) van het natuurrecht
in het leven na het tegenwoordige
leven, in de eeuwigheid.
Maar het natuurrecht leert, dat het
ook reeds in deze wereld zijn Sanctie
er aan geeft.
De Geneefsche hoogleeraar J. J.
Burlamaqui, uit wiens werk in 1750
te Haarlem uitgegeven, wij indertijd
een hoofdstuk hebben overgenomen in
De Volkswil, en wel een, dat door den
weg van het verstand bewijst, dat het
natuurrecht in Gods wil zijn oorsprong
heeft en door Hem er sanctie aan
wordt gegeven, wijst reeds op die
sanctie in deze wereld.
Wij zullen in Volkswiltaal dit
met enkele woorden uiteenzetten door
het licht te doen vallen op verschillende
rechtshandelingen.
1. De huwelijkstrouw is een rechts-
verbintenis tusschen man en vrouw.
Al is de overtreding in menige men-
schelijke wet, b.v. in België voor den
man buiten 's huis, niet strafbaar, het
natuurrecht geeft als sanctie, dat het
echtelijk leven niet gelukkig is, ook
niet voor den overtreder, en meerma
len, dat hij in zijn zaken achteruit-
gaat.
2. Het aan ieder het zijne geven is
een sociale rechtsplicht. De overtreding
ervan moge blijven buiten eenige
menschelijke wet, het bezit van on
rechtvaardig goed, of het niet beta
len van wat betaald moest worden,
moge soms aanleiding zijn tot aanzien
in de menschelijke maatschappij, het
natuurrecht geeft als sanctie het gemis
van den vrede des harten en het niet
vererven van het onrechtvaardig goed
tot na zeker geslacht. (Gestolen goed
gedijt niet.)
3. Het in den Staat den rechtsvrede
verzekeren voor lederen burger is een
rechtsplicht van staatsbeleid. Dit niet
doen uit partijgeest moge worden ge
dekt of geprezen, de sanctie van het
natuurrecht geeft als straf, dat de in
nerlijke kracht van den Staat wordt
geschokt.
4. Het willen ingrijpen in de sou-
vereine rechten van een anderen Staat
of het neerdrukken van zijne wettige
ontwikkelmg, moge zijn een zaak van
diplomatiek beleid, de sanctie van het
natuurrecht leidt tot een geest van
verblinding, die meermalen oorzaak
wordt van internationale conflicten.
5. Het in eenvoud en oprechtheid
verrichten van zijn rechtsplicht jegens
zijn Schepper, zich zeiven, zijn gezin,
zijn ambt, zijn bedrijf, zijn dienst, zijn
naaste, moge niet altijd brengen de
stoffelijke welvaart, die men met recht
dacht te verhopen, de sanctie van het
natuurrecht is toch de vrede des har
ten, en de zegen op zijn nage
slacht.
6. Het ondermijnen van de eer, van
het levensbestaan, van een naaste, mo
ge vallen buiten de menschelijke wet,
de sanctie van het natuurrecht doet
hem, die den kuil groef voor den an
der, er zelf invallen.
Wij zouden zoo kunnen voortgaan
met een oneindig getal van voorbeel
den en dit zoowel op het gebied van
burgerlijk recht als op dat van het
publiek^ recht, het geloofsrecht en
het strafrecht, en wij zouden vinden,
dat reeds op deze aarde het natuur
recht zijne sanctie geeft, ondanks de
ontkenning van zijn bestaan en ondanks
het onbeloonde of straffelooze der
rechtshandelingen jegens zich zeiven
en anderen.
En zelfs daar, waar op aarde schijn
baar geen sanctie is, ook daar is ze
er toch in den vrede of in de onrust
des gev/etens. Alleen in één geval is
de sanctie op aarde er niet, als de
onrust des gewetens zoodanig is ge
stild dat het geweten niet meer spreekt.
Maar dit is dan het bewijs, dat de
mensch heeft verspeeld alle heiligma-
kende genade en zijn ziel reeds is ge
storven terwijl hij uiterlijk nog leeft
het natuurrecht bewaart voor hem de
eindsanctie in de eeuwigheid, zijn ziel
zal daarin eene verlorene zijn. Deze
mensch moge uiterlijk soms voorspoed
hebben, deze voorspoed is niet anders
dan de sanctie van het natuurrecht op
het enkele goede door hem verricht,
en waardoor dit enkele goede naar
volkomen recht er door is voldaan.
Er is menigeen, die wel in vroom
heid geregeld gaat naar den tempel,
maar" niet gelooft aan een God die
loont en straft, met name niet op deze
wereld, die boos wordt als hij maar
leest het woord Godsgericht.
Dit laatste komt op een directe wijze
slechts zeer zeldzaam voor, maar op
indirecte wijze geschiedt het dagelijks
en overal en met eiken mensch en
wel op de indirecte wijze van de sanc
tie des natuurrechts.
De miskenning en ontkenning van
het natuurrecht en dit onder den in
vloed van de leer der rechtsscholen,
moge al in het leven der person?n en
der maatschappij hebben doen ont
staan rechtsovertuigingen, die met het
natuurrecht strijden, het moge al waar
zijn, dat wij in ons standpunt van het
natuurrecht, door ons voortdurend in
het licht gesteld met als leiddraad ons
„Dit alles is geschied opdat de ge
dachten der harten zullen openbaar
worden", alleen staan, het is niet min
der waar, dat wij zaad strooien, dat,
eenmaal ontkiemd, het vergeten en
miskende of misvormde natuurrecht de
maatschappij zal zijn tot eer en tot
zegen, maar ook, bij blijvende ont
kenning zal zijn tot schande en tot
straf.
En dan zal ook worden erkend de
sanctie, en in deze sanctie zal worden
gezien, dat de tegenwoordige Euro-
peesche oorlog is het natuurlijk gevolg
van het recht der rechtsscholen gesteld
tegenover het natuurrecht, toegepast
tot in zijn internationale verhoudingen,
die nu onder den invloed der rechts
scholen zijn machts- en belangenver-
houdingen doch onder het natuurrecht
zouden zijn rechtsverhoudingen. En ook
in het klein zal worden gezien die
sanctie tot loon en tot straf wegens
hetgeen voor en tegen ons is gedaan
uit afgunst wegens ons voorbeeld en
ons doorzicht, omdat deze sanctie
noodig is om de groeikracht van ons
zaad te bevorderen.
ISuHscltlaiul moest
vernietigd «orden.
0
Deze praat is gesproken niet alleen
in België, maar ook in het Belgisch
voelend Zeeuwsch-Vlaanderen.
Wij zullen eens gaan rekenen.
Volgens een finantieel verslag van
dit jaar heeft het Duitsche volk een
te goed in Duitsche spaarbanken en
banken van dertig milliard mark, dit
is, te goed in die banken.
Men kan zich hiervan niet goed een
voorstelling maken, genoeg zij, dat de
Duitsche Rijksdag aan de Regeering
voor het oorlogvoeren toestond een
crediet van vijf milliard. En vijf is een
zesde van dertig.
Dit bedrag aan belegd los geld
staat natuurlijk buiten het bezit aan
kapitalen, zaken, vaste goederen, sche
pen, enz.
Volgens de statistiek van geboorten
en overlijden heeft Duitschland elk
jaar een overschot van geboorten bo
ven overlijdens van 800.000 menschen.
En ondanks dit jaarlijksch overschot
komt Duitschland nog handen te kort
om te voldoen aan de eischen der
arbeidsmarkt, en dit als gevolg van
den ondernemingsgeest van het Duit
sche volk.
Naast Duitschland staat Oostenrijk,
eveneens met een kalme, onderne
mende, steeds aangroeiende bevolking
en met een gezond staats- en bank-
crediet.
Nemen we nu Frankrijk.
Op finantieel gebied zal Frankrijk
niet de mindere zijn van Duitschland,
maar op gebied van ondernemings
geest is het, hoe. arbeidzaam ook is het
Fransche volk de mindere van Duitsch
land, en is het meer genegen om ren
tenier dan om arbeider te zijn. En
daarbij, neemt de Fransche bevolking
door den vrijen wil tot gezinsbeper
king en door den geest van alcoho
lisme Frankrijk heeft de „eer" per
hoofd het meeste alcohol te gebruiken
niet toe en ook niet in gezond
heidskracht. Verklaarde niet de hoofd
inspecteur van den Franschen genees
kundigen dienst, dat 65 percent, dus
ongeveer twee van de drie Fransche
recruten meer of minder tuberculeus is
Moet nu ieder, die deze zaken naast
elkander overweegt, niet besluiten, dat
Duitschland's kracht onverwoestbaar
is En dat, zelfs als Duitschland in
den tegenwoordigen oorlog mocht
worden overwonnen, het door de na
tuurkracht van zijn elk jaar aangroei
ende en ondernemende bevolking, toch
spoedig weder zijn verlies zal hebben
herwonnen.
Wij willen niets afdingen op de
wijsheid der herberg- en straatnieuws-
krantenpolitiekers, ook niet op hun
wijsheid dat Duitschland zal vernie
tigd worden, wij vragen alleen ofwel
de ware wijsheid spreekt uit de hoop
volle praat, dat Duitschland moest
vernietigd, moest verpletterd worden
Moge naar onze gedachte het ant
woord reeds ontkennend zijn voor Bel
gië zelve wat zou de haven van
Antwerpen beteekenen zonder de
Duitsche scheepvaart en de Duitsche
handelsondernemingen in Antwerpen,
die desnoqds naar Rotterdam zouden
kunnen worden overgebracht ook
voor ons gewest moet het antwoord
ontkennend zijn. Wij vragen alleen
is de betrekkelijke welvaart onzer ar
beidersbevolking niet begonnen sedert
een groot deel geregeld gaat werken
in „den Duitschen polder."? Hoe zou
het zijn met onze arbeidersbevolking,
als er geen DuiSschland was Zegt
niet iederarmoede, en groote ar
moede
Werd de Duitsche ondernemings
geest door een overwonnen Duitsch
land tijdelijk verlamd, weest er zeker
van, de honderd duizende vreemde
arbeiders, die er nu geregeld arbeid
vinden met als loon een goed stuk
brood, zullen er niet tot werknemen
worden uitgenoodigd zoolang er nog
een Duitscher werkloos is.
Wij zijn er dan ook zeker van, dat
die genoemde wijsheidspraat niet is die
van onzen arbeidersstand.
Landstorm.
o
Tot den Landstorm behooren op het
oogenblik in Nederland slechts zij, die
na 28 April 1913
1. van militieplicht is vrijgesteld
2. is vrijgeloot van militieplicht
3. na volbrachten dienst bij de mi
litie of landweer uit den dienst is ont
slagen
4. het leger op andere wijze heeft
verlaten.
In zak en asch.
(Van een onzer Amsterdamsche waar
nemers).
We zitten nu allen in zak en asch.
De vorige week zat er nog een andere
geest in. Vlak bij de grenzen werd
gevochten, en de een fluisterde den
ander in het oorWij worden er ook
bij betrokken
Maar wij zijn er niet bij betrokken.
Duitschland eerbiedigt onze neutrali
teit, Engeland wil onze onzijdigheid
erkennen, kortom, de kans, dat wij bij
het conflict betrokken zullen worden,
is buitengewoon klein. En dat wil
zeggen officieel blijft het raderwerk
van de Nederlandsche maatschappij
werken... Maar het staat stil.
De zenuwachtige stemming is eruit.
De vorige week werd er nut 25 oor
logskranten gevent. Nu zijn ze bijna
allen opgedoekt, en ook de extra-edi-
lies van de gewone bladen worden
veel minder verkocht. Men is niet
nieuwsgierig meer naar de nieuwe be
richten. Men verlangt naar den vrede.
De werkeloosheid neemt toe met
den dag. Voor die werkeloozen wordt
echter dikwijls nog gezorgd. Maar wie
bekommeri zich om het kleine winke
liertje, die niets verkoopt Men koopt
in dezen tijd alleen eetwaren. Geen
sterveling denkt er nu aan, dassen,
hoeden of sigaren in te slaan. De
groote winkeliers, die op zwart zaad
zitten zullen wel geholpen worden.
Maar de kleintjes ziet men over het
hoofd.
Betalen doen hier de menschen niet
meer. We spraken een wissellooper,
die voor f 8000.— kwitanties kreeg le
incasseeren. Hij kwam 's avonds thuis
met f3.—. Zelfs zeer «oliede zaken-
menschen betalen niet. Je weet niet,
zoo redeneeren zij, wat er nog gebeu
ren zal, laat ik in ieder geval de kwi
tanties uitstellen tot „den eersten Za
terdag na de crisis"
Ieder Amsterdammer is down, som
ber, triest. Hij slentert langs den weg,
of hij zit in zijn kantoor een krant te
lezen. Maar werken doet hij niet. Hij
probeert het af en toe, maar 't gaat
niet.
Van officieele zijde wordt aan de
Tijd geschreven, dat het niet met de neu
traliteit in strijd is, ais van uit Neder
land handel wordt gedreven met eei
oorlogvoerende mogendheid, mits men
tegen geen der partijen in conflict uit
zonderingsmaatregelen toepast. Wij la
zen, dat de handel in voedingsmiddelen
van uit Denemarken en Nederland naar
Engeland reeds ten deele weder is
heropend, dus zal die ook vrij zijn
naar Duitschland en België, alles voor
zooverre er geen algemeen uitvoei ver
bod is.
De neutraliteit yan Italië.
o
Over het feit, dat Italië, het derde lid
van het Drievoudig Verbond, gemeend
heeft zich onzijdig te moeten hou
den, laat de Beiersche officieuse „Kor-
respondenz Hoffmann" zich als volgt
uit
„Wanneer in benarde tijden een
vriend zich manmoedig bij ons aan
sluit en dat openhartig aan iedereen
bekend maakt, dan wekt dat in ieder
een moreele voldoening. Maar in deze
wereld vol botsingen, zijn zulke be
sluiten slechts zeldzaam en geen en
kel staatsman mag er op rekenen. Alleen
de belangen van zijn eigen land geven
voor den staatsman den doorslag bij
zijn politiek, al zouden daardoor nog
zooveel illusies van den buurman wor
den verstoord. En toen dus de ver
klaring, dat Italië neutraal zou blijven,
dezer dagen officieel gepubliceerd
werd, zal ongetwijfeld bij millioenen
Duitsehers een gevoel van teleurstel
ling zijn opgekomen.
Laten wij echter billijk zijn. Laten
wij ons het lang uitgestrekt, voor drie
vierden door zee omspoelde gebied
van het Italiaansche schiereiland voor
stellen, laten we denken aan het ge
vaar van de in het oosten en westen,
zuiden en noorden loopende spoor-
weglijnen, stellen wij ons de betrek
kelijk onbeschermde ligging dezer be
langrijke verkeerswegen in het konink
rijk voor tegen het optreden der op
permachtige vereenigde Fransche en
Engelsche vloten, dan zullen wij moe
ten erkennen, dat ernstige, gewichtige
belangen den leider der buitenlandsche