w?
Flick's
Cacao
Oostenrijt-Servië.
No. 257.
Zaterdag 8 Augustus 1914.
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
Stichter: H. A. van Dalsüm.
Bierkaaistraat A 28 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
ER IS
de allerbeste.
DE VOLKSWIL
REDACTIE:
Abonnement per drie maanden
NEDERLANDf 0.50.
BELGIEfr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen. -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad v neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud
van het Yrije Woord en voor dien van Adrertontiën.
ADMINISTRATIE:
DRUKKER IJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25.
Oostenrijk heeft bewijzen, dat in
Servië vereenigingen bestaan, die zich
ten doel stellen de zuidelijke deelen
van Oostenrijk-Hongarije, welke wor
den bewoond door volkeren van Sla-
vischen stam, waartoe ook de Serviërs
behooren, aan Servië toe te voegen
om te vormen een Groot Servisch
Rijk.
Die Zuidelijke deelen van Oostenrijk
worden overstroomd met Servische
vlugschriften, waarin voor dat denk
beeld propaganda wordt gemaakt
agitators trekken door het land, en
zetten de bevolking op, om door een
revolutie zich van Oostenrijk af te
scheuren, en zich bij Servië aan te
sluiten.
Aan het hoofd der Groot-Servische
beweging staan hooggeplaatste Ser
vische officieren, de gezant van Rus
land te Weenen steunt die beweging,
en de regeeringen van Servië en Rus
land doen niets om die beweging, ge
leid door hunne onderdanen, tegen te
gaan, integendeel. De Servische en
Russische bladen bevatten voortdurend
opruiende artikelen tegen Oostenrijk
en den keizer van Oostenrijk. Het is
in Weenen bekend, dat die beweging
wordt gesteund met Russisch geld, en
dat er geheime wapendepóts 2ijn om
een revolutie te steunen, strekkende
deze om deelen van Oostenrijk los te
maken.
Nu komt de Oostenrijksche troonop
volger te Serajewo, in Bosnië. Een
Servisch student schiet hem en zijn
gemalin dood. Bom en revolver zijn
afkomstig uit de Servische militaire
werkplaatsen.
Oostenrijk vraagt aan Servië, dat dit
de leiders der samenzweringen, waar
van de moord op den troonopvolger
een uitvloeisel is, zal straffen, wat Ser
vië weigert, terwijl haar antwoord op
die vraag is opgesteld door de regee
ring van Rusland.
Daarop verklaart Oostenrijk aan Ser
vië den oorlog, niet om Servisch
grondgebied te veroveren, maar om
Servië te tuchtigen.
Servië rekent op Rusland.
Zoo is de loop van zaken van het
conflict Oostenrijk—Servië.
Hier komt nog dit bij, dat ook Ser
vië reden van klagen heeft tegen
Oostenrijk.
Oostenrijk in haar politiek om de
Balkanstaten klein te houden en van
haar afhankelijk, sloot vóór eenige
jaren hare grenzen voor den Servi-
schen varkenshandel, wat veel kwaad
bloed zette, en in den laatsten oorlog
met Turkije belette zij aan Servië de
volledige vruchten te plukken van hare
overwinningen, met name door haar
te beletten een haven te verkrijgen
aan de Adriatische Zee, tot welk doel
werd gesticht het vorstendom Albanië.
In den ondergrond van de zaak ligt
de strijd tusschen Germanen en Slaven,
waarop wordt gewezen in 't artikel Een
Italiaansch gezichtspunt, dat elders in het
tegenwoordige nummer voorkomt. Deze
strijd moest eenmaal, vroeg of laat,
leiden tot eene botsing, de botsing
tusschen den Germaanschen (Duit-
schen) stam en den Slavenstam, tot
welken laatsten behooren de Russen,
Serviërs en Montenegrijnen, en de tot
Oostenrijk behoorende Kroaten, S!o-
wakken, en Bosniërs, en door welke
botsing eenmaal zal worden beslist,
of de Slavenstam of wel de Germaan-
sche stam met en over Konstanb'nopel
het overwicht zal krijgen in Klein-
Azië en Syrië met Palestina.
Het is de bewuste of onbewuste
hooge politiek, die uitgaat deze richting,
en waarin de Koningen en de regee
ringen meer worden gedreven door een
hoogere macht dan dat zij daartoe
zelven den doelbewusten wil hebben.
Deze hooge politiek houdt verband
met, ja vormt de ondergrond van, de
zoogenaamde Oostersche Quaestie.
Zoo is de geschiedenis, en ieder
ziet dus, dat ze niet zoo eenvoudig
is als menig straatpolitieker het zich
wel verbeeldt.
IHittsclilaiHl-RiislaiHl.
O
De uiteenzetting der zaak van
Duitsche zijde
BERLIJN, 1 Aug. De „Nord-
deutsche Allgemeine Ztg." meldt:
Bij den Keizer is op 29 Juli een
telegram ontvangen van den Tsaar,
waarin hij den Keizer dringend ver
zocht om hem in deze' zoo ernstige
oogenblikken bij te staan. Hij ver
zocht hem, het ongeluk van een
Europeeschen oorlog te voorkomen
en al het mogelijke te doen, om zyn
bondgenooten ervan af te houden, te
ver te gaan.
Denzelfden dag beantwoordde de
Keizer dit in een lang telegram,
verklarend dat hij de taak van be-'
middelaar en het beroep op zijn
vriendschap en zijn hulp bereidwillig
aanvaard had.
Dientengevolge werd dagelijk een
diplomatieke actie in Weenen inge
leid.
Terwijl deze nog bezig was, kwam
het offlcieele bericht, dat Rusland
tegen Oostenrijk-Hongarije mobili
seerde.
Dadelijk wees de Keizer den Tsaar
in een tweede telegram er op, dat
door de Russische mobilisatie tegen
Oostenrijk zijn op verzoek van den
Tsaar ondernomen bemiddeling ge
vaar liep, ja zelfs onmogelijk zou
kunnen worden gemaakt.
Toch werd de in Weenen inge
leide actie voortgezet, waarbij de
door Engeland begonnen en in de
zelfde richting zich bewegende voor
stellen door de Duitsche regeering
warm werden ondersteund.
Over deze bemiddelingsvoorstellen
zou heden in Weenen de beslissing
vallen.
Noch voordat de beslissing vallen
kon, kwam bij de Duitsche regeering
officieel het bericht in, dat het bevel
tot mobilisatie voor het geheele Rus
sische leger en de vloot was uitge
vaardigd.
Daarop rchtte de Keizer een
laatste telegram aan den Tsaar,
waarin hij er op wees, dat de ver
antwoordelijkheid voor de veiligheid
van het rijk hem dwong tot defen
sieve maatregelen. Hij was met zijn
bemoeiingen voor het behoud van
den wereldvrede tot aan de uiterste
grens van het mogelijke gegaan.
Niet hij draagt de verantwoorde
lijkheid voor het onheil, dat thans
de wereld bedreigt. Hij heeft zijn
vriendschap voor den Tsaar en het
Russische volk trouw gehouden. De
vrede in Europa kan nu nog wor
den behouden, als Rusland ophoudt
Duitschland en Oostenrijk nog langer
te bedreigen.
Terwijl dus Duitschland op ver
zoek van Rusland bemiddelde, maakte
Rusland zijn geheele strijdmacht mo
biel en bedreigde daarmede de ze
kerheid van het Duitsche Rijk, dat
tot dusver nog geen enkelen buiten
gewonen militairen maatregel had
genomen.
Zoo is dus de oorlog niet door
Duitschland ontstaan, veel meer heeft
dit door de daad dien willen voor
komen.
Thans acht Duitschland het oogen -
blik gekomen om de legermacht van
Duitschland op te roepen.
Toespraak van den Duitschen Keizer.
De Keizer heeft 31 Juli's avonds
om kwart voor zeven een toespraak
gehouden tot de voor het paleis ver
zamelde menigte.
De Keizer zeide
Ik dank u Uwe demonstratie
was mij een verkwikking. Wij zijn
in volkomen vrede in den waren zin
des woords overvallen door de af
gunst van onze vijanden, welke ons
aan allen kant omringt.
Vijf en-twintig jaren heb ik den
vrede beschermd en bewaard. Nu
ben ik gedwongen, het zwaard te
trekken, maar ik hoop, dat ik het
met eere weer in de echeede kan
doen.
Groote offers aan goed en bloed
zullen van u worden gevergd, maar
ge zult er in berusten, dat weet ik.
Wij zullen de vijanden overmeesteren.
Trekt thans op ter kerke en bidt
God dat hij het Duitsche leger en
de Duitsche zaak de zege zal doen
behalen
De talrijke volksmenigte, welke
voor het paleis stond, roerde den
Keizer en bewoog hem tot spreken.
Naast den Keizer stond de Keizerin.
Bondgenootschappen.
o
Frankrijk is of- en defensief met
Rusland verbonden. Een oorlog
Duitschland-'Rusland sleept daarom
Frankrijk mede in den oorlog.
Tusschen Frankrijk en Engeland be
staal geen bondgenootschap, wel een
„entente", maar wat dit beteekent
moet de toekomst bewijzen. De ge
dachte is, dat het niet anders is dan
een verhouding van vriendschap zon
der werkelijken band.
Italië is in bondgenootschap met
Oostenrijk en Duitschland, maar naar
verluidt geldt dit maar alleen, als
een dezer landen wordt aangevallen,
niet als een dezer landen zelf aanval
ler is.
Met Engeland is verbonden Portugal,
en Engeland heeft een soort verbond
met Japan.
Met Servië zijn verbonden Montene
gro en Griekenland.
Spanje moet een soort verbond heb
ben met Frankrijk doch alleen voor de
Marokkozaken.
België, Nederland, Denemarken,
Noorwegen, Zweden, Zwitserland, zijn
geheel onzijdig en moeten hunne on
zijdigheid verdedigen.
In de ontwikkeling van de nu uit
gebroken oorlogen Servië-, Rusland
en Frankrijk tegen Oostenrijk en
Duitschland zal blijken in hoeverre
daarop van invloed zullen zijn de
bondgenootschappen, ententes en onzij-
digheidsverkiaringenniemand weet
wat deze ontwikkeling zal brengen.
Spaarbankgelclen.
0
Hier en daar was of is een soort
paniek, om wegens den oorlogstoestand
spaarbankgelden los te maken.
Onze raad isdoe dit niet.
Niets solieder is er, dan, in dagen van
crisis, zijn geld in bewaring te geven
aan de Rijkspostspaarbank of aan de
Boerenleenbank.
Gewone banken kunnen in dagen
van oorlogscrisis in finantieele moeie-
lijkheden geraken door de verminde
ring in waarde van hare bezittingen
of onderpanden. Maar wij geven voor
raad geen daad van overijling. Ook
deze banken zullen aan de crisis het
hoofd kunnen bieden, als ieder haar
op gewone wijze het vertrouwen doet
behouden. Als banken in zulke dagen
springen is het gewoonlijk niet de
schuld van deze, maar van de men-
schen zelven, door hun geld terug te
willen binnen den gewonen tijd, ter
wijl de banken haar eigen tegoed niet
in denzelfden tijd tot contant geld kun
nen omzetten.
Dus onze raadlaat ieder kalm zijn
en blijven, en alles komt na korten
tijd weder terecht.
Wat betreft de bankbillettendeze
hebben en behouden hunne volle
waarde, moeten aan de kantoren wor
den omgewisseld zonder korting. Het
kan zijn, dat hier en daar niet vol
doende goud- en zilvergeld is voor de
omwisseling, maar dit is slechts zaak
van tijdelijke ongelegenheid, wat altijd
en bij ieder kan voorkomen. Dus
ook hierin geen enkele reden van on
gerustheid.
DE SYMPATHIE VAN DE VOLKSWIL.
O
Deze is aan de zijde van Duitsch
land, omdat aan deze zijde zijn de
waarheid en het recht.
De waarheiddat Duitschland in
oprechtheid den vrede wilde. Wat de
Duitsche keizer hieromtrent zeide in
zijne toespraak is volkomen waar, nie
mand zal het kunnen of durven tegen
spreken.
Het rechtOostenrijk heeft volkomen
het recht om niet langer te dulden het
geïntrigeer tegen hare monarchie door
Servië met Rusland in den achtergrond,
en met name niet langer, nu door dit
geïntrigeer een vorstenmoord er het
gevolg van was.
Nog om een andere reden is onze
sympathie aan de zijde van Duitsch
land—Oostenrijk.
Rusland is het Rijk van de onop
rechtheid jegens de volksvrijheden, van
de onoprechtheid jegens de godsdienst
vrijheid.
Frankrijk is het Rijk van de haat
tegen den godsdienst, tegen Ood zel
ven, en het bederf is tot in het Ker
kelijk Heiligdom dat om redenen van
wereldlijke politiek alleen in het Ka
merdistrict van Lemire, Fransch-Vlaan-
deren, aan een 4000 geloovigen de
Paaschcommunie weigerde, is het land
waarin de Justitie zich laat leiden door
de Politiek, niet door het Recht, dat
heeft een minister-president, die open
lijk in de Volksvertegenwoordiging
verklaarde, dat men de lichten aan
den hemel moet dooven, wat wilde
zeggen, dat men stelselmatig het ge
loof aan God moet doen sterven in
de harten.
Nog is onze sympathie aan Duitsche
zijde, omdat ons standpunt is het
Recht Gods, en zoowel in Rusland als
in Frankrijk in de Regeeringskringen
niet wordt gevraagd naar het belang
van het Volk, maar naar het belang
van de regeeringpersonen en ambte
naren, alsof de geheele Staat dienst
baar is aan de ambtenaarsbelangen en
kliekbelangen. Hierdoor wordt geheel
ondermijnd de grondslag zelf van het
staatsgebouw, wordt dus geheel onder
mijnd de harmonie van het Recht
Gods in de regeering der maatschappij,
en door dit ondermijnen eischt deze
harmonie, dat ze wordt hersteld door
een Godsgericht. En hierbij komt, dat
Rusland nog geheel staat onder de
leiding van een staatsgodsdienst wat is in
strijd met Godswil en Frankrijk ge
heel staat onder de leiding van een
Staatsongeloof, wat is in strijd met
Godswil en is een oorzaak van volle
dig bederf van het volkskarakter.
Nog om een vierde reden, tër wille
van de Europeesche beschaving, is
onze sympathie aan de zijde van
Duitschland, omdat op den bodem van