Flick's Cacao No. 256. Zaterdag 1 Augustus 1914. 5e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalsum. Bierkaaistraat A 28 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. Vrede ER IS de allerbeste. DE VOLKSWIL REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLAND BELGIE ANDERE LANDEN f 0.50. fr 1.20. f 0.80. - - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad^ neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Yrije Woord en voor dien van Adrertentiën. ADMINISTRATIE: DRUKKER IJ: Advertentidn, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaateing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant 10.25. Be Volkswil is voorlaan in geheel Setlcrlantl ver krijgbaar aan «Ie stati ons waar stationsboek- liandel is. Ietier zegt dit voort, en dal bij zell'inc- dewerkt lot tie versprei ding door als reiziger Be Volkswil le vragen. O Men las dezer dagen in officieel katholieke bladen, dat het is verlangen van de nieuwe bisschoppen van Roer mond en Breda, dat er zij vrede onder de katholieken. Indien dit verlangen ernstig is, dan wijst dit op twee zaken 1. op de gedachte dat diebischop- pen zich in staat achten of het als hun roeping beschouwen tot vrede te komen, 2. dat er geen vrede was bij het le ven hunner voorgangers. Maar indien het eerste juist is, dan volgt nog ver der, dat de toestand van niet-vrede bij het leven dier voorgangers was of tegen den wil dier laatsten of door dezen was uitgelokt of dat zij hun plicht hadden verzaakt in het stichten van vrede of hierin niet waren ge slaagd. Wanneer die nieuwe bisschoppen spreken van vrede, wat moet dan hier onder worden verstaan? Moet het zijn een vrede van den doofpot, of wel een van het recht en in het laatste geval van erkenning en herstel van het begane t :gen den vrede In den Kerstnacht is de vrede slechts beloofd aan hen die van goeden wil zijn. En niemand zal tegenspreken dat, als een overheid verlangt dat er vrede zij, dan moet deze persoonlijk zijn van goeden wil. Deze goede wil kan zich op geen andere wijze openbaren dan door het geven van het eigen voorbeeld en dit in de richting niet van den doofpot- vrede maar van den rechtsvrede. De goede wil tot rechtsvrede kan niet blijken dan door den ernstigen wil tot hoor en wederhoor, en, als de overheid vrede wil stichten, dan moet deze zelve hiertoe het initiatief nemen. Neemt deze dit initiatief niet, dan heeft zij of niet den ernstigen wil of wil zij geen rechtsvrede doch slechts doofpotvrede. Nemen wij eens het bisdom Breda. Hierin is de vrede verstoord doordat hierin werd gewerkt op doeltreffende wijze op sociaal rechtsgebied, en om dat dit werd gedaan op doeltreffende wijze, wekte dit op de jalousie van politiekers die bevreesd waren voor hun zelfzuchtige berekeningen, en, als deze politiekers zagen hun machte loosheid tegen dien socialen arbeid haalden zij over de geestelijkheid om, ter wllie van hunne berekeningen, onder het volk verdacht te maken den brenger dier sociale werken, en, als deze de eer van zijn werk en zijn goeden naam verdedigde, organiseerde zich tegen hem de kwade wil tot zijn vernietiging in eer, in ambt, tot zelfs in 2ijn ziel. In dit samengaan uit kwaden wil werkte mede hetzij uit eigen wil hetzij daartoe opgezet de overleden bis schop Leyten. Als het nu den opvolger van deze ernstig is met zijn woord van vrede wat moet hij dan doen Hij moet dan herstellen het werk van kwaden wil van zijn voorganger. En niet alleen dit, maar hij moet ook herstellen de gevolgen van dien kwaden wil, en tot deze gevolgen behoort, om een voorbeeld te geven, openlijk eerherstel, betaling de finantieele schade. Zal de nieuwe bisschop dit doen'? Als hij is een ware bisschop ja, en neen als hij geen ware bisschop is-. De toekomst zal bewijzen wat hij is, dit zal blijken uit zijn daden niet uit zijn woorden. Als nu eens uit de daden zou blij ken dat hij niet den vrede wil van het recht en van het rechtsherstel wat dan Dan gaat hij voltooien het werk van zijn voorganger met de twee ge volgen le. dat hij zijn plicht verzaakt, en naar het -geweten geen gelukkig leven zal hebben, 2e dat zijne benoeming tot bisschop voor hem wordt een oorzaak tot val in de eeuwigheid. In dit laatste geval wordt de benoeming van heden in de lijn van de goddelijke politiek een middel om vasttestellen voor den rech terstoel Gods de verantwoordelijkheid voor de daden van den ouden en misschien te goedgeloovigen voor. ganger. Blijkt nu uit de daden integendeel de goede wil tot den rechtsvrede, ook dan zijn er twee gevolgen le dat daardoor wordt opgeheven de beschaming van den voorganger bij diens verantwoording voor d§n Eeuwi gen Rechter, 2e dat de nieuwe bisschop zal ge nieten den vrede der ziel die het loon is van den rechtvaardige. Doch er is meer. De goddeloosheid in het heiligdom van Breda is eF eene zoo groot dat zij den Hemel roept om wraak, daar zij zoover is gegaan dat zelfs met het Heilig Sacrament is gespeeld op de meest onwaardige wijze, dat de deugd schaamteloos werd vervolgd en de ondeugd werd geprezen en geëerd, alsof het heiligdom geen grooter eer kende dan kwaad te verzinnen en te doen. Wordt nu deze goddeloosheid door geen rechtsherstel voltooid dan is in het licht van het recht Gods onfeil baar zeker de komst van een Gods gericht over dit heiligdom met als verantwoordelijke naar dit recht de nieuwe bisschop. De veile pers schijnt te voorgevoe len die verantwoordelijkheid en'hieruit is te verklaren de ongehoorde taal van vleierij van De Tijd, en van andere bladen in het bisdom zelf. Deze bladen gevoelen hoezeer zij medeplichtig zijn geweest aan die god deloosheid en vreezen dat, als de nieuwe bisschop eens mocht willen den rechtsvrede, zij beschaamd zullen zijn voor hunne lezers. Het is dan ook met die vleierij niet anders dan een poging om den nieuwen bisschop te winnen voor hen zeiven, het is niet anders dan de daad van bedrog. Het spreekwoord zegtvleien is bedriegen. Aan deze vleierij doen wij niet mede 1. omdat bedriegen niet in ons karak ter ligt en 2. omdat wij den rechts vrede willen en deze niet mogelijk is zonder dat ieder m mei name hij die moet beslissen zich een juiste voor stelling maakt van de waarheid. Welke onze verwachtingen zijn? We hebben hierin geen oordeel, dit zou altijd voorbarig zijn, wij weten I alleendat de nieuwe bisschop zal beslissen door zijn daden over den val of de opstanding van het bisdom Breda. Men zal dit val of opstanding over dreven vinden. Het is niet overdreven, er is niemand zelfs geen vijand, die niet zegt of desgevraagd erkent dat het heiligdom te ver is gegaan en ook is algemeen het woord, dat men niet meer weet waaraan zich te houden. Als zoo spreekt de eenvoudige geloo- vige mogen dan wij, die kennen den weg van het recht Gods niet zeggen dat het gaat om val of opstanding En zelfs in het heiligdom spreekt men zoo en hel zou niets liever willen dan dat het nooit had gedaan wat het ge daan heeft en is het alleen de hoog moed die weerhoud de daad van her stel. Als dan ook de nieuwe bisschop weet te vinden een middel tot herstel, en waar een wil is, is een weg, zal hij van zijn geestelijkheid afwentelen den steen die het geweten van deze zoo zwaar bezwaart. Wij voor ons wachten dus kalm af. Be zevenvoudige moord. —O Voor eenigen tijd ging er een be richt door de bladen van een zeven- voudigen moord gepleegd in Italië. In de Toekomst lezen we de toe dracht vat* de zaak, als volgt In het italiaansche dorpje San Gio vanni di Bianco leefde een herbergier Simone Pianetti. Deze had zich door de een of andere daad de haat van den pastoor van het dorp op den hals gehaald, met het gevolg dat deze de dorpelingen tegen den herbergier op zette en hen verbood om de herberg van Pianetti te bezoeken onder 't voor wendsel dat hij een slecht christen was. Dit laaghartige plan gelukte, zoo dat de dorpelingen bij den herbergier wegbleven. Tevergeefs zocht deze tegen de da den van de geestelijke, hulp bij de verschillende autoriteiten en dorpsno tabelen. Het gevolg was dat Pianettie die een vermogen had van 150.000 lire, langzamerhand geruïneerd werd en zijn herberg voor een lage prijs moest verkoopen. Is het wonder dat deze zwaarge- tergde man op wraak zon Eerst trachtte hij nog met hel over schot van zijn eens belangrijk vermo gen een molen te drijven, doch de door den pastoor opgehitste dorpe lingen bleven hem op alle mogelijke manieren vervolgen. Pianetti zonk dan ook steeds dieper in de ellende. Wanhopend aan alles heeft hij ten slotte een vreeselijke wraak genomen. Achtereenvolgens schoot hij den ge meente-geneesheer, de pastoor, een beambte der gemeente, de gemeente secretaris, de kantonrechter en een drietal vrouwen dood.Ten slotte vluchte hij in het gebergte, vastbesloten om zijn leven duur te verkoopen en tot heden is men er niet in geslaagd om hem gevangen te nemen. Tot zoover het bericht. Indien wij niet persoonlijk wisten te spreken van wat beteekent broodroof onder clericale leiding zouden wij een dergelijk feit van een Italiaansche pa stoor als niet waar moeten achten, vermits een pastoor immers is een man die streeft naar de heiligheid en weet dat ophitsen tot broodroof is op hitsen tot doodslag. Maar nu wij zelf weten dat zooieta mogelijk is, niet alleen in het warm bloedige Italië maar zelfs in het koud bloedige Vlaanderen, alleen gaat het in dit koudbloedige meer stil venijni ger, zich meer achter de schermen houdende, nu nemen wij aan de waar- höid van de toedracht der zaak zoo als die hiervoor is omschreven. De moordenaar is natuurlijk sdhuldig aan overtreding van wet en van recht, maar zijn de vermoorden onschuldig Men mag geen wraak uitoefenen, doch straffen is geoorloofd, mits het siraffen geschiedt op wettige wijze. Ook doo- den uit wettige verdediging is geoor loofd, als middel om zelf het aange vallen leven te behouden. Maar hier is geen wettige daad gesteld, Pianetti heeft eigenmachtig vervroegd de wraak Gods. Daarom is zijn daad, gerekend met koel verstand, strafbaar zoowel naar de menschelijke als naar de god delijke wet. Iets anders is de vraag, of er ver zachtende omstandigheden zijn. En deze vraag moet bevestigend worden beantwoord. Ophitsen tot broodroof is gelijk aan ophitsen tot doodslag, zelfs nog misdadiger, omdat door het eerste men ophitst tot een langzamen dood en door het laatste tot een plotselingen dood, welk laatste minder pijnlijk is als zijnde in eens afgeloopen. Verzachtende omstandigheden. Meer malen hebben wij als oordeel verno men, „als men mij aan mijn brood „kwam zooals aan notaris van Dalsum, „ik zou niet zoo geduldig kunnen zijn, „ik zou zeker al tien moorden hebben „begaan." Wij spreken en denken zoo niet, omdat de mensch bij ons geheel is opgegaan in den christen, maar daarom kunnen wij ons ook des te meer indenken in het gemoed van iemand, bij wien de mensch nog leeft en door dit indenken beschouwen wij den zevenvoudigen moord als een zeer menschelijke zaak, en de rechters, als zij moeten oordeelen en als zij de toe dracht der zaak kennen, zullen ver plicht zijn recht te doen naar ver zachtende omstandigheden. Personeel. (Van een onzer Amsterdamsch^ berichtgevers). Men zal waarschijnlijk wel altijd over zijn gedienstigen geklaagd heb ben. En aan den anderen kant zullen de gedienstigen wel steeds geklaagd hebben over de respectievelijke mijn- heeren en mevrouwen. Dit klagen over en weer is trouwens zoo erg niet. Men kan toch niet altijd over koetjes en kalfjes spreken, en het „weer" raakt ook weieens uitgepraat. Men moet dan weieens een degelijker onderwerp heb ben. En dat zijn de „booien". Maar op het oogenblik is het bar in Amsterdam. Nog nooit is er zooveel over de gedienstigen gesproken. Op de tea's en op kransjes of op gezellige avondjes laat men de koetjes en kalfjes maar in de sloot liggen, en al onweert het, dat de muren dreunen, ook over het „weer", zwijgt men als een mof. Er is maar één onderwerp, één thema, één vraag, de question brülantehet dienstbodevraagstuk. De dames zullen we nu maar raak laten boomen. Dat de gemiddelde Amsterdamsche meid meid dan in den goeden ouden zin een brutale feeks, een luiaard, een dievegge of een „mooie madam" is, och kom, de dames weten zelf beter. Het peil van de dienstbode is er beslist niet op achteruitgegaan. En de dames hebben inderdaad ook een andere grief, n. 1. dat een dienstbode haast niet te krijgen is, en dat, als je er een hebt, je je beste best moet doen om die te behouden. Er worden alom dienstboden ge vraagd. Maar vele arbeiders-dochters, ongetwijfeld de meeste, geven er de voorkeur aan, naar de fabriek te gaan, waar men f 300.— in het jaar en meer kan verdienen. Het aantal inpak-meis- jes vooral is in Amsterdam zeer groot. Andere jongedames zien, dat ze wat goede manieren krijgen, en sollicitee- ren dan naar de betrekking van win keljuffrouw. Weer andere trachten op kantoor geplaatst te worden. Slechts enkele conservatieve moeders staan erop, dat hun dochters, evenals zij in dertijd, uit dienen gaan. Zooals vanzelf spreekt, is de con junctuur voor de dienstbode in de hoofdstad heel wat verbeterd. Door de vele vraag maar het weinig aanbod is de „markt" enorm gestegen. Een goede keukenmeid, die haar arbeid bij een eerste-klas familie verkoopt, heeft een loon van f200.—, soms zelfs f225. Voeg hierbij nu nog f 26,—waschgeld, het vaste bedrag, en een verval van f50.—, dit is nog geen maximum— dan maakt zoo'n moderne dienstbode behalve kost en inwoning ongeveer f300.—. Is het wonder, dat de cate gorie van de dienstbode de beste klant van de Rijkspostspaarbank

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 1