beid, mits die met eene billijke klei
nigheid geloond worde. Is niet heel
het volgend leven een voortdurend
leven vin de vrucht van arbeid? Is
niet elk genot, dat de toekomst biedt,
het gevolg van voorafgaand zorgen
Wie dus het werkelijke leven voorbe
reiden wil, leere dus al vroeg aan het
kind, dat geld door arbeid kan ver
kregen worden, geld, het middel waar
door alles ingeruild wordt.
Natuurlijk is overdrijving als bij alles
ook in dezen gevaarlijk. Geldzucht,
hebzucht, schraapzucht zijn gevoelens,
die niet voegen bij kinderonschuld.
Hartstochten mogen nooit bij jonge
menschen gewekt worden, waar wö ze
zooveel ramp bij groote menschen zien
brengen.
Hier hangt alles af van de wijze,
waarop de opvoeder leiding geeft.
Nooit te vroeg leert men echter hei
kind, dat wie niet werken wil, ook
niet zal eten en dat het eervoller is
zijn kostje te verdienen, dan dat van
anderen af te bedelen.
Ouders, die zooals wij beschreven,
omspringen met het zakgeld hunner
kinderen, openen hen een leerschool
voor het leven. Eenige moeite zullen
ze zich daartoe hebben te getroosten
doch het loon hunner toewijding zal
niet uitblijven. In onzen tegenwoordi-
gen tijd van reizen en trekken, van
pronk en opschik, van algemeen boven
zijn stand leven, hooger vaak dan de
bronnen van inkomsten zijn, is de door
ons geschetste leiding een groote zegen,
die later heel wat rampen aan ons
kroost zal sparen.
Hoevelen om ons heen toch leeren
op latere jaren pas door schand-? wijs
te worden. Hoeveel huisgezinnen wor
den niet totaal ongelukkig, omdat men
geen rekening houdt Een vrouw kan
door de achterdeur meer het huis uit
dragen, dan de man er door de voor
deur inbrengt. Doch allen weten we,
dat ze dan tevens 's mans geluk, dat
van haar en dat der kinderen er uit
draagt. Een niet huishoudelijke vrouw,
een verkwistende man zijn de dood
voor alle huiselijk leven.
Streven we er daarom allen naar in
onze kinderen de kiemen te leggen
waaruit eens hun geluk kan opgroeien.
Fulnaho.
Tweede Kamer.
Yoormalige vestinggrendeH teNeazen.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen
een wetsontwerp tot goedkeuring der
dading met de gemeente Neuzen be
treffende den eigendom van een gedeelte
der voormalige vestinggronden aldaar.
Bij proces-verbaal d.d. 12 Juni 1833
werden door de gemeente Neuzen ten
behoeve van den vestingaanleg aan
den Staat diverse oppervlakten koste
loos in eigendom afgestaan „onder
vooruitzicht nogthans dat, wanneer
later het geheel of een gedeelte dezer
eigendommen vergraven of afgeslegt
zullen worden, dezelve weder aan de
stad Terneuzen worden teruggegeven."
Ingevolge Kon. Besluit van 19 Mei
1908 („Sibl." no 136) is de vestirg
Neuzen ingekrompen tot de kustbatte-
rijen bij Neuzen, zoodat de op boven
bedoelde oppervlakten gelegen vesting
werken thans als zoodanig zijn opge
heven. Niettegenstaande de opheffing
kunnen sommige van de oppervlakten
door den Staat niet worden gemist,
als bevattende eensdeels gebouwen
voor den dienst van het Departement
van Oorlog, anderdeels gebruikt wor
den ten dienste van den Rijkswater
staat.
De mogelijkheid acht de Regeering
niet uitgesloten dat Neuzen aan voor
meld proces-verbaal zoodanige uitleg
ging zoude kunnen geven, als zouden
de oppervlakten, hoewel nog niet ge
ëgaliseerd, nu zij niet meer voor de
vestingwerken dienen en dus de be
stemming der uitgifte of beschikbaar
stelling van 1833 zijn komen te ver
liezen, weder te harer beschikking
moeten worden gesteld.
Ter voorkoming van eventueele ge
schillen heeft de regeering een dading
met Neuzen aangegaan, waardoor d«
aanspraken van den Staat op den
eigendom van die oppervlakten onaan
tastbaar worden.
De gemeente Neuzen werd bereid
bevonden tot zoodanige overeenkomst
mede te werken op den grondslag dat
door haar aan den Staat de opper
vlakten worden afgestaan, voor zoo
veel deze voor den Staatsdienst nog
benoodigd zijn, dat de overige dier
oppervlakten aan die gemeente wor
den teruggegeven en dat de Staat boven
dien aan de gemeente in eigendom
overdraagt eenige hem toebehoorende
perceelen, welke thans voor eenigen
tak van Staatsdienst niet worden ge
bruikt of gevorderd. Door deze rege
ling wordt Neuzen in staat gesteld
hare hoofdkom uit te breiden.
Werkslapte onder de
bóerenarbeidérs.
o
Men schrijft aan de Tijd uit Fries
land
In tegenstelling met vorige jaren
wordt tegenwoordig de vraag naar
Friesche boerenarbeiders ver door het
aanbod overtroffen. Op de markten
te Leeuwarden en Sneek bevonden
zich n. 1. in de laatste weken meer
werkzoekende maaiers en hooiers, dan
de daar eveneens aanwezige boeren
gebruiken konden. Zoodat velen, soms
zelfs de meesten, die week-markten
verlieten, zonder het blijde vooruitzicht
binnen weinige dagen gedurende langen
tijd in het genot van goedbetaalden
arbeid gesteld te zullen worden.
Het kan verkeeren, zal men onge
twijfeld zeggen, wanneer men zich
herinnert, dat het te voren den boer
zeer yeel moeite en geld kosten moest,
om in het bezit te komen en te blij
ven van het noodige getal maaiers en
hooiers. De oorzaak dier verandering
is een gevolg van het gebruik, dat de
meeste groote veehouders dezen zomer
maken van maaimachines enhooischud-
ders. Weshalve zij voor het verrichten
der uit den hooioogst voortvloeiende
werkzaamheden niet alleen minder ar
beiders maar, ook minder tijd noodig
hebben.
Wegens het bezigen dier machines
heeft de bedoelde jongste oogsttijd
„angetijde", b.v. in de Friesche klei
streken, of, in plaats van zooals vroe
ger, 8, 10 of meer, slechts 3, 4, of 5
weken in beslag genomen. De vlugge
afloop dier werkzaamheden is in het
bijzonder voor de daarbij behulpzame
arbeiders uit de heidestreken der ge
meente Achtskarspelen een groote
schadepost. Weliswaar, trachten zij die
schade zoo gering mogelijk te maken,
door het aanbieden hunner werkkrach
ten voor het binnenhalen van. den
oogst op de Groninger klei. Maar in
dat pogen worden zij niet weinig ge
dwarsboomd. door het in laatstbedoelde
streken baanbreken der zichtmachine,
en vooral door de daar tegenwoordig
heerschende werkstaking en uitslui
ting van boerenarbeiders. Zoo hebben
zich bereids tien van de twintig uit het
beruchte FrieschedorpZwaagwesteinde
afkomstige boeren-arbeiders, die zich
bij de boeren te Helium en Schild-
wolde verhuurd hadden, door hun in
die beide dorpen uitgesloten vakge-
nooten laten bepraten, die diensten op
tezeggen, en naar hun woonplaats terug
te keeren.
Maagkramp, Zuur, Hartwater en
slechte spijsverteering kunnen genezen
worden door het gebruik van het
Maagpoeder van Apotheker Boom.
Door dit Maagpoeder zijn reeds dui-
zende Maaglijders totaal genezen. Da
gelijks ontvangen wij dankbetuigingen
uit alle landen der wereld. De Heer
P. C. Samwel, Hoofdingenieur van de
Canadian Northern Railway, wonende
366 Aberdeen Avenue te Winnepeg,
Canada, schreef ons„Ik geloof dat
er gei n beter medicament voor de
maag bestaat als Uw maagpoeder. Ik
verzoek U beleefd mij per omgaande
te zenden 3 doozen van het Maag
poeder van Apotheker Boom"-
Maagpoeder van Apotheker Boom is
verkrijgbaar in de meeste Apotheken
en Drogistwinkels a 75 ct per doos.
Waar niet verkrijgbaar wordt een
doos franco huis gezonden na ont
vangst van 85 ct. door firma A. M.
Boom, Arnhem.
Verkrijgbaar te Hulst bij Verwilghen-
v. d. Hooftte Axel bij J. van Dixhoorn-
Vroeg op.
Ongehoorzaam aan het
kerkelijk gezag
Toevallig vernamen we uit een trein-
gesprek met een ons onbekenden, naar
het scheen, handelsreiziger, dat het
jammer is van en voor van Dalsum,
dat hij ongehoorzaam is aan het ker
kelijk gezag, en hij zich hieraan niet
wil onderwerpen.
Om reden de domheid en de kwade
trouw ook in ons district dergelijk
oordeel vellen met name bij huisbe
zoeken, willen wij er op antwoorden.
Wat is de zaak?
In de ontwikkeling der zaken hebben
wij, aan de hand van het natuurrecht,
in het licht gesteld, dat de godsdienst
niet mag worden gebruikt voor we
reldlijke doeleinden of wereldlijke par
tijbelangen, en dat de sociale werken
moeten vrij blijven van den partijgeest
van streven tot politieke macht.
In dit door daad en door woord in
het licht stellen liebben wij zoodanig
duidelijk in het licht gesteld de waar
heid, dat onze tegenstanders in ge
weten overtuigd waren van ons goed
recht, maar tegelijk ontstond in hunne
ziel de onwil om deze waarheid te
aanvaarden.
Wegens deze hunne zielstoestand,
eenerzijds van gevoel van onmacht te
gen de door ons in het licht gestelde
waarheid op te komen, en anderzijds van
onwil om deze waarheid te aanvaar
den, besloten zij, wegens die onmacht,
ons niet meer te ondervragen of tegen
te spreken, en wegens dien onwil
ons te dooden, opdat onze daad en
stem van waarheid zouden worden
versmoord. En wel om ons te dooden
niet door kruisiging of zwaard als
zijnde in onzen tijd buiten hunne
macht, maar op moderne wijze.
Hiertoe besloten zij
1. ons te dooden in onze ziel, door
de sacramentenroofcomedie,
2. ons te dooden in onze eer, door
de justitiestrafvervolgingcomedie,
3. ons te dooden in ons ambt,
door de Waarschuwingkamervantoe-
zichtcomedie,
4. ons ie dooden in ons broodbe-
staaninkomen, door de broodroofco-
medie,
5. ons te dooden vooi de wereld,
door de nietwillenkennencoraedie in
het burgerlijke, in het kerkelijke, in
het openbare, in het ambtelijke, in het
gezelschapsleven.
Tot dit besluit om ons te dooden
en om de aangegeven reden, nam
een hoofdaandeel het plaatselijke en
het gewestelijke kerkelijk gezag, en,
als wij daartegen tot steeds hooger
geplaatsten opkwamen tot bij den Ne-
derlandschen kardinaal van Rossum te
Rome kregen wij niet alleen geen
recht maar zelfs geen antwoord.
De grondoorzaak is eigentlijk deze,
dat wij zijn een katholiek, die het wil
len en het doen wegen naar het
recht, en de officieele richting ver
langt, dat men is een katholiek, die
het willen en het doen weegt naar h e t
belang.
Het willen en doen naar het recht
vindt zijn grondslag en zijn bekrach
tiging in het recht Gods en dit in
het openbare leven door den wil des
volks, terwijl het willen en doen
naar het belang zijn grondslag en zijn
bekrachtiging vindt in de macht van
den sterkste of van het getal.
Nu is verder nog de zaak, dat onze
persoon en ons werk zijn zelfs van
internationale bekendheid, en, hoezeer
men ook heeft getracht tot zelfs in
onze kinderjaren, te zoeken naar eenige
daad die ons zou kunnen onteeren,
heeft men dergelijke daad niet kunnen
vinden. En nog verder is het, dat
eenerzijds men wel hardnekkig ver
werpt de door ons in het licht ge
stelde waarheid maar anderzijds men
in geweten overtuigd is van ons goed
reent, waarom men, eenerzijds om zich
te verdedigen tegen opmerkingen en
anderzijds om daardoor te trachten het
eigen geweten gerust te stellen, het
wil doen voorkomen, alsof wij, kat
holiek, ongehoorzaam zijn aan het ker
kelijk gezag.
Dit willen doen voorkomen is niets
dan comedie, daar ieder kent het ar
tikel uit onze Grondregelen„De
Volkswil erkent elk wettig gezag in
wettige verlangens", en ook ieder
weet, dat woord en daad bij ons niet
zijn twee maar een.
Het kerkelijk gezag nu heeft, naar
het recht Gods, geen recht van gezag
in het openbare leven en in het leven
der burgerlijke rechtscontracten, b.v.
in zake volksvertegenwoordiging, er-
fenisverdeelen, vakvereeniging enz. en
het heeft geen wettige verlangens in
het zelf of in zijn naam den gods
dienst gebruiken of doen gebruiken
tot wereldlijke doeleinden of partij
belangen. Het kerkelijk gezag erkent
dit zelf door zijn leer, maar kerkelijke
dienaren handelen andersom door hun
ne daad.
De beschuldiging tegen ons van ons
niet willen onderwerpen aan het ker
kelijk gezag is alzoo niet alleen valsch,
voor haar geldt zelfs het woord van
wijlen dr. Schaepman, geschreven ten
bate van paus Pius IX omdat deze
niet als recht wilde erkennen het door
geweld verliezen van den kerkelijken
Staat„De hoogste aanslag tegen het
recht is het verlangen dat hij, die de
benadeelde is, het onrecht als recht
erkent."
Wel maakt het het ons dood ver
klaren ons leven tot een vagevuur,
maar de overtuiging van ons goed
recht en van ons vertrouwen in het
recht Gods tot loon en tot straf ma
ken dit leven ook tot een leeken,
waaraan onze tijd behoefte heeft. En
ook het doodverklaren heeft zijn grens
omdat ook hiervoor geldt„als de
menschen zwijgen zullen de steenen
spreken", zal eenmaal spreken het
oordeel der geichiedenis, die niet zal
kennen de namen onzer knagers maar
zal bewaren onze woorden.
In Augustus 1914 zal een vergelij
kend examen plaats hebben voor de
betrekking van surnumerair der pos
terijen en telegrafie.
Er zijn 20 plaatsen beschikbaar,
waarvan hoogstens 2 voor vrouwelijke
candidalen.
De vereischten voor deelneming aan
het examen zijn opgenomen in de
Staatscourant, en inlichtingen hierom
trent kunnen desverlangd worden ver
strekt door de directeuren van de post
en telegraafkantoren.
Aanvragen moeten vóór 16 Juli 1914
worden gericht tot den directeur-ge
neraal der posterijen en telegrafie.
Eén zelfde examen zal worden ge
houden voor de betrekking van aspi
rant-opzichter der telegrafie, waarvoor
5 plaatsen worden open gesteld. In
lichtingen alsvoor. Verder zal er van
Augustus of begin September 1914 te
Amsterdam een examen worden gehou
den voor de betrekking van hulptele
grafist of kantoorbediende.
Dit examen strekt om het noodige
personeel van dien rang op te leiden
voor den dienst der posterijen en
telegrafie te Amsterdam, Rotterdam en
's Gravenhage.
Van de 150 daarvoor opengestelde
plaatsen kunnen 30 door vrouwelijke
candidaten worden ingenomen.
Bij de verdeeling over de 3 ge
noemde plaatsen van de candidaten
die slagen en voor plaatsing in aan
merking komen, zal, voor zoover de
belangen van den dienst dit toelaten,
met hunne desbetreffende wenschen
rekening worden gehouden. Het is
echter te voorzien, dat te Amsterdam
geen vrouwelijke candidaten zullen
kunnen worden geplaatst.
De candidaten moeten op 1 Septem
ber e.k. ten minste 16 jaar oud zijn
en hun 23ste nog niet zijn ingetreden.
Zij zullen aan de navolgende ei-
schen van ontwikkeling hebben te
voldoen
lo. het schrijven van vlug en dui
delijk schrift;
2o. voldoende kennis van de Ne-
derlandsche taal, om zonder grove
taalfouten een dictée te kunnen schrij
ven en een opstel te maken
3o. kennis van de vier hoofdregels
der rekenkunde, de tiendeelige en ge
wone breuken en het stelsel van ma
ten en gewichten
4o. staatkundige indeeling van
Europa, kennis van de ligging der
voornaamste plaatsen en zeeën en van
den loop der rivieren in Nederland
en de andere landen van Europa
ligging der voornaamste plaatsen in
andere werelddeelen, in het bijzonder
in Nederlandsch- Oost- en West-
Indië
kennis van het spoorwegnet in Ne
derland
5o. kennis van de beginselen der
Fransche, Duitsche en Engeische taal,
blijkende uit het overbrengen van een
eenvoudig prozastuk uit die talen in
het Nederlandsch, zonder grove fouten
het schrijven van een eenvoudig
Fransch dictée zonder grove taal
fouten.
Zij die zich aan het examen wen
schen te onderwerpen, hebben zich
daartoe, onder duidelijke opgaaf van
naam, jaar en datum van geboorte en
woonplaats, vóór 16 Juli e.k. bij den
directeur van het telegraafkantoor te
Amsterdam aan te melden.
Daarna zal eene oproeping voor
het afleggen van het examen volgen.
Bij het slagen voor dit examen wor
den de belanghebbenden, mits zij te
vens aan de eischen van een van
Rijkswege in te stelien geneeskundig
onderzoek voldoen, gedurende 3 maan
den op proef in dienst genomen.
De belooning bedraagt bij indienst
treding voor den 16-jarigen f20 en
voor de 17-jarigen f30 per maanden
wordt voor de eerstbedoelden tot f 30
per maand verhoogd, zoodra zij 17
jaar oud worden, en voor allen tot
f40 per maand nadat zij 1 jaar in
dienst zullen zijn.
Na 2 jaar dienst, doch niet vóór
den 19-jarigen leeftijd, volgt bij goede
plichtsvervulling vaste aanstelling tot
hulptelegrafist of kantoorbediende, op
eene jaarwedde van f400, welke na
eene maand verhoogd wordt tot f 650
en kan opklimmen tot f 1400.
De barrevoeters.
(Van een onzer Amsterdamsche
waarnemers).
Het is nu bijna een jaar geleden,
dat wij de aandacht vestigden op een
nieuwe beweging, n.l. die dér hoede-
loosheid. Zooals alle belangrijke cul
tuurbewegingen ging die ook van de
hart-ader des lands uit. Amsterdam is
nu eenmaal het centrum van Neder
land.
Die hoedeloosheid, zooals wij de
beweging nu maar zullen blijven noe
men, viel te beschouwen als een deel
der z.g. humanitaire beweging, waartoe
wij b.v. ook het geheelonthouden, het
planten-eten, het niet-rooken en het
rein-leven rekenen. Die geheelonthou
ders, vegetariërs, enz. zijn hun tijd een
heel eind vooruit. Het zijn eigenlijk
menschen van het jaar 2000, en moet
er dus op het gebied van cultuur iets
nieuws worden uitgevonden, dan is
zoo'n lid van de humanitaire bewe
ging daarvoor de aangewezen man. Hij
heeft 'z'n hoed opgeborgen uit prin
cipe, dat is hier de groote kwestie. En
die andere hoedeloozen, die bij gebrek
aan vlas-blonde krullen hun gepoma-
deerde scheiding door de zon laten
roosteren, zijn na-apers, zonderlingen,
kudde-dieren, enz.
De humanitairen zijn de stuw. Met
die hoedeloosheid hebben zij een enorm
succes gehad. Zelfs menschen, die
tweemaal op een dag vleesch eten,
hebben zij tot de hoedeloosheid be
keerd. U moet eens in Amsterdam ko
men kijken.... om nog niet eens over
het Gooi te spreken. Werkelijk, me
vrouw, echt chicque mijnheeren, die u
zich alleen maar kan voorstellen in ge
kleed costuum, laten hun hoogen hoed
thuis, en doen mee aan de hoedeloos
heid.
En nu.... nu moet de kous, de sok,
de bottine, de laars, de pantoffel en de
slof verdwijnen. De jonge humanitairen
willen zoo. En nu zal het. Zelfs de
muil wordt niet meer geduld.
Natuurlijk gaat dat niet zoo maar
ineens. Er "zijn verschillende ontwik
kelingsstadiums. Maar de propagan
disten zijn al druk aan den gang, en
demonstreeren zoo krachtig mogelijk
tegen die verdorven schoen, kous en
pantoffel. In Laren en Biaricum krioelt
het al van barrevoeters. Over enkele
jaren zullen ze daar misschien al de
meerderheid hebben, en zal men u aan
kijken of willen bekeeren, wanneer men
uw teentjes ziet schuilgaan, of liever,
ziet, dat uw teenljes zijn schuilgegaan
onder een laag schoentje met hoogen
hak.
Maar dat de barrevoeters in Amster
dam demonstreeren, zelfs in de drukste
straten, is dat niet kras, teekent dat
niet de tijden De vorige week b. v.
zijn wij drie personen tegengekomen, die
blootsvoets Amsterdam schenen te door
kruisen alleen een hyper-modern re
form-sandaaltje beschermde den voet
tegen glasschijven en paardevijgen.
In het Muiderpoortkwartier hebben
de barrevoeters hun tenten opgeslagen.
Daar is gevestigd het secretariaat van
de jongeliedenclub B.H.B. (Bloot het
been). Naar wij vernemen telt Amster
dam nu reeds een twintigtal B.H.B.-ers,
en maakt men voortdurend bekeer
lingen.
Inmiddels staat nog zeer te bezien,
of die barrevoeterij in de hoofdstad
even snel populair zal worden als de
hoedeloosheid. De meeste Amsterdam
mers denken er voorloopig waarschijn
lijk net zoo over als een Jordaansche
schoone, die, toen ze een natuurlijk
hoedelooze B.H.B.-er tegenkwam met
bruine lokken lachend uitschreeuwde
ieder vogeltje zingt nu eenmaal,
zooals het gebekt is
„Keijk heij 'r 'sHey het de sajet
niet om z'n poote, maar heij het se op
z'n kop 1"
Wij constateerden hetzelfde feit, en
lachten om onze scherpzinnige stads-
genoote, die wellicht een beter waar
nemer is dan wij.
Kleine berichten.
Omdat Hulst tengevolge van het
tractaat van 1648 werd achteruitgezet
tot achter 1648 en dit sedert is geble
ven, hebben wij in Hulst kunnen be
grijpen het leven in een achterlijke
middeleeuwsche stad ten tijde der
Hervorming.
De preekstoel leerthet is plicht
Christus na te volgen. En de pastorie
in hét dekanaat Hulst doeteer-, brood-
en sacramentenroof tegen hen die naar
dezen plicht leven.
Laat men de Czaren van Rusland er
buiten, waar een bizondere toestand
heerscht, dan valt het op, dat de
moordaanslagen tegen de vorsten van
Europa steeds worden gepleegd tegen
de katholieke vorsten.
De Spaansche Regeering heeft aan
België vertoogen gericht wegens het