Pelopouueezen in 't jaar 510 v. Chr. 's nachts een plotselingen aan val op Korinthe deden, hielden de honden den vijand tegenalle op één na werden doodgeschoten. Deze ééne hond wist door trekken en ruk ken den dienatdoenden wacht te wekken ende Btad te behouden. Yoor den redder richtten de Korin- thiërs een gedenkteeken op hij kreeg een zilveren halsband en leefde ver der op kosten van de stad Iu den slag bij Marathon 490 v. Chr., waar bij de Grieken het leger der Perzen versloegen, streed een hond tusschen de Grieksche gelederen mee. ,,Poly- natius" werd met zijn raensckelijke kameraden op een schilderij ver eeuwigd. Bij de verovering van Mexico door de Spanjaarden speelde een „Bezarillo" een belangrijken rol. Deze bulldog viel den vijand aaü, sleepte hem bij den arm naar het kamp der Spanjaarden, en bewaakte hem tot er hulp kwam. Verzette de man zich, dan beet hij hem dood Bezarillo heeft nooit vrouwen aan gevallen. Hij stierf tegen de Caraï ben door een vergiftigen pijl, In de eerste Italiaansche oorlogen legde de poedel Moustache" van marketentster Radis een groot ver nuft aan den dag. Hij kende alle bewegingen van den vijand, zoodat de soldaten hem blindelings volgden en den vijand meer dan eens ver rasten op nachtelijke tochten in de omgeving. Gestorven bij een scher mutseling begroef men het dier met militaire eer. De groote trom van het 54ste Oosten rij ksche regiment infanterie werd getrokken door den „Zouaven- verschrikker". In den storm bij Solferino viel het dier met wagentje en trom in handen van twee Zou- aveD, hij wist zich echter los te ruk ken en verscheen plotseling in het Kamp bij Valeggio. De stafmuziek gaf hem een mooien halsband en een medaillon. Acht jaar later werd hij eensklaps dol en moest doodge schoten worden. o— De motor-reddingsbooten van de Apuitania* Reddingsbooten brengen dikwijls slechts tijdelijke reddingzij zijn soms ver verspreid over de zee, zoo dat te hulp komende schepen hem niet kunnen vinden. Nog onlangs werd een reddingsboot opgepikt met nog slechts enkele overlevenden, twee weken nadat de andere booten van dezelfde schipbreuk gered waren. Het helpt weinig of een reddingsboot goed gebouwd is, ak zij zichzelf niet maakt den indruk eener model-farm, alles is er van een Hollandsche kraak zindelijkheid, de velden zien er uit muntend uit, de vruchten staan goed en men hoopt ook dit jaar op een rij ken oogst. De menschen, allen jonge Russische joden, leven er zeer geluk kig. Elke week kiezen zij een hunner, die als hoofd der farm optreedt en de werkzaamheden verdeelt. Het inkomen van allen, mannen en vrouwen, is ge lijk, evenals het aandeel van elk hun ner in de winst, welke dit jaar vrij aanzienlijk was. Ook hier krijgt men het gevoel van een zuiver Joodsche omgeving, waarvan men zich buiten Palestina en vooral in de sterk geas simileerde landen van West-Europa geen begrip kan vormen. Vooral ook hier in Dagania weer die fijnbesneden gezichten, waarvan ik boven sprak. De Joodsche arbeider hier maakt een ui terst aangenamen indruk door zijn ge- heele verschijning, met de heldere Rus sische kiel, den Arabischen hoofddoek en band, sportriem en revolver. Dit schijnt wel de dracht van Joodschen arbeider in alle kolonies te worden en past ook zeer goed bij 't werk en 't klimaat. Nog een drietal farms van jongeren datum zijn voor de Joodsch-nationaie herleving van groot belangPoriah, Migdal en Kinereth. Poriah, misschien wel de mooist ge legen kolonie in Palestina, boven op den berg, vlak vóór 't meer van Ti berias, is gesticht door Amerikaansche Joden. Het is een z.g. Achoesa-kolonie. De Achoesa's zijn vereenigingen, waar in veiligheid kan bréngen én geen communicatie-middelen bezit om an dere schepen te hulp te roepen. Met het oog op deze kwestie hebben de feeders van de „Aquitania" het schip uitgezonden met twee groote motorbooteD, in het bezit van appa- ten voor draadlooze telegrafie. De booten zijn 30 voet lang en ruim 9 voet breed, Zij hebben motors van 30 P. K., die in een besloten aideeling tegen storm beschermd zijn. Zij moeten de gewone reddingbooten eleepen. Het toestel voor draadlooze telegrafie heeft een draagwijdte van 100 150 mijlen. o— De „stabilisator". De Amerikaansche uitvinder Sperry hield dezer dagen op het vliegkamp te Bezons een demonstratie voor spe cialiteiten in de aviatiek en eenige Fransche officieren. Hij vertoonde een nieuw apparaat, dat de vliegmachines automatisch in evenwicht houdt. De zoon van Sperry steeg met een pas sagier een 200 M. boven de Seine om hoog. Plotseling zagen de toeschou wers, hoe pilot en passagier van hun zetel opstonden. De mecanicien klau terde naar een lager draagvlak, tot hij een punt had bereikt, dat wel 2. M. van het zwaartepunt verwijderd lag. De aviateur stond al dien tijd rechtop en hield de beide handen boven het hoofd. Ondanks het verplaatste even wicht zette de vliegmachine zijn tocht voort, het stuur werd niet aangeraakt. Toen klom de mecanicien op destaart van de machine. Een seconde scheen het apparaat te beven, en de staart daalde, doch de „stabilisator" van Sper ry trad vanzelf in werking en bracht het spoedig weer in evenwicht. Vijf maal werd dit expertinent herhaald. Het vernuftige apparaat, dat alle aan wezigen „paf" had doen staan, weegt slechts 40 pond en meet 45 bij 30 c.M. Het bestaat uit een viervoudige gyros coop, door de electrische kracht van den motor gedreven. Sperry heeft vier jaar aan zijn uitvinding gewerkt. o— De 7)bloedweideu bij Kis-Szekeres. De Hongaardsche bladen bevatten dez^r dagen eenige bijzonderheden over de „bloedweide" bij Kis-Sze- keres, een geschiedenis waarvoor men zich in breadere kringen zal inleres- seeren. Eens was dit weiland het eigendom van Generaal Haynau, de Hyena van Brecia". Bij den dood van dezen wreeden krijgsman kwam het in het bezit van zijn dochter, die dezer dagen in hoogen ouderdom stierf. Hit het testameüt bleek ,dat de wil van Gene raal Haynau was geweest, dat het weiland thans aan de gemeente Kis- Szekeres, een dorp van 80 huizen met een 600 inwoners, waaraan Haynau nog heel wat goed te ma ken had, ten geschenke zou worden van er in Amerika zeer velen opge richt zijn, die voor hun leden hofste den bereiden in Palestina op deze wijzehet lid betaalt in Amerika zijn spaarpenningen aan de Achoesa en deze laat in Palestina reeds het werk be ginnen, zoodat, wanneer in Amerika het benoodigde bedrag is volgestort, de betrokkene naar Palestina kan ver huizen en daar een volledig bedrijf overnemen. Deze vorm van kolonisatie is buitengewoon praktisch gebleken. De eerste nederzetting van dien aard is Poriah. Hoewel zij nog van zeer jongen datum is, staan er nu reeds de huisjes van kolonisten, die overgeko men zijn en hun huis en land gereed aantroffen, verder de gebouwen die in elke kolonie noodig zijn als b.v. ar- beidersloods, keuken, stallen, huisjes voor de manschappen van den Jood schen bewakingsdienst, waarvan er in elke kolonie eenige zijn. En boven op den berg ziet men, zoo ver 't oog reikt, de plantages van amandelboo- men en olijven in heerlijken overvloed op hun bezitter uit Amerika wachten. Poriah is de gelukkige synthese van Joodsch intellect en Amerikaansche werkwijze. Een uitstekenden indruk maakt ook Migdal, het eigendom van eenige koop lieden uit Moskou en beheerd door een vroegeren advocaat uit Rus land, die er nu als landbouwer uit stekend op zijn plaats is. Zeer gunstig gelegen, halfweg op een berghelling dicht aan het meer Tiberias, heeft deze farm naar alle inrichtingen nog de mo gelijkheid zich uit te breiden. Door een geboden. De bewoüers Van Kis- Szekerea herinnerden zich echter nog maar al te goed den haat, die hun ouders voor Haynau koesterden, eu weigerden daarom niet alleen de schenking te aanvaarden, doch be sloten tevens, dat het grondgebied onder den naam „bloedweide" ten eeuwige dage braak en onbebouwd zou liggen. o— Barbaarsch Nederland. Men schrijft uit IJmuiden aan „De Tel." Zondagmorgen vroeg ging een jonge bakkersgezel, die zich na zijn nachtelijken arbeid wilde verfrisschen, een bad nemen bij de Noorder pier, en of hij zich nu te ver waagde, dan wel een kramp kreeg, hij verdronk. Een paar vletterlieden vonden den jongenman na een korten tijd drij vende. In plaats van den man in hun vlet te leggen, naar den wal te roeien en van de semaphore af om een dokter te telefoneeren, bon den zij een touw om het lijk en sleepten het achter hun boot naar de semaphore, Een bootje van de firma Volker Bos lag daar met stoom op, nam de vlet en het daarachter han gende lijk op sleeptouw en toen ging 1 met volle kracht naar de sluizen Aldaar aangekomen, zou men mee- nen, dat het lijk behoorlijk op den wal zou worden gedragen !Och neen het werd op de meest ruwe manier met hetzelfde touw langs de trappen van den sleiger naar boven gesleurd en men kan nog aan het lijk zien, hoe het boven kwam, En dat gebeurde ten aanschouwe van een honderdtal menschen, die geen van allen een hand uitstaken of hun stem verhieven over zoo iets ergerlijks. Waarlijk wanneer die Franschman van Harderwijk dat had gezien, dan kon hij met nog veel meer recht van IJmuiden zeggenbar baarsch Nederland. Het was eenvou dig schandelijk —o Archaeologisch Palestina. Als resultaat van de oudheidkundige studiën en onderzoekingen over Pale stina uit den vroegsten tijd, is in de Londensche zitting der Palestina Ex ploration Fund meegedeeld, dat er in Palestina, nog vóór het door de He breeuwen bewoond werd, een zeer bijzondere beschaving heeft geheerscht. o— De waarde van moderne schepen. De ondergang van de „Empress of Ireland" heeft behalve het treurige verlies aan menschenlevens ook groote materieele schade tengevolge gehad. Over het algemeen hetft men er geen denkbeeld van, hoeveel geld in den vorm van scheepsmateriaal op het wa- uitmuntend aangelegd systeem van waterverzorging houdt men er de vel den voortdurend goed vochtig. Vooral bananen en eucalyptus gedijen er zeer goed de farm bezit eenjjoomkweeke- rij, welke reeds nu zeer bevredigende resultaten geeft. Als model voor groote particuliere ondernemingen kan zij de Joodsche kolonisatie zeer ten goede komen, daar zij tot voorbeeld kan strekken voor wat het privaat-kapitaal nu reeds bereiken kan, Kinereth noemt men de daad van Ruppin. Toen, voor vele jaren, dr. Arthur Ruppin, schrijver van het be langrijke werk „Die Juden der Gegen- waart," naar Palestina kwam om het door de Zionistische Wereldorganisa tie opgerichte Palestina-ambt te leiden, vond hij onder de kolonisten een troostelooze mismoedigheid. De fut was er uit. En hij zag, dat de weg om hier nieuw leven te scheppen was, nieuwen moed te wek ken door het voorbeeld eener krachtige daad. Deze daad was Kinereth. Dicht aan 't meer gelegen, met een breede steenen trap naar 't water, maakt deze farm den indruk van een sanatorium of van een badhotel. Vooral's avonds, als de heldere maan schel uit op ber gen en meer haar licht werpt en de arbeiders en gasten hun loopje maken aan den oever. De farm, door 't Joodsch Nationaal Fonds en de Palestina Land Development Company beheert, werkt tweeledig. De helft bevat de z.g. meis jesfarm, een leerfarm, om de immi grantendochters tot boerinnen te maken. Het probleem, hoe naast het nieuw- fer drijft. Dit flis natuurlijk grootendeels toe te schrijven aan de reusachtige vermeerdering der tonneninhoud. De schepen zijn in de laatste 40 jaar bui tengewoon in grootte toegenomen. In 1874 was de „Great Island" het groot ste schip, met een inhoud van slechts 4000 ton. Thans speelt zulk een schip bij de groote vaart geen rol. De toename van den tonneninhoud is als het ware sprongsgewijze gegaan. In 1894 nog was de grootste transat lantische stoomer niet grooter dan 11000 ton. In de volgende 10 jaar steeg de inhoud tot 32000 ton, waarvan de „Mauritania" het maximum vertegen woordigde. Thans meet de „Impera tor" reeds 50 000 ton en collega de „Vaterland" zal hem nog met 4000 ton overtreffen. En nog is het einde van deze toename niet te zien. Want het is gebleken, dat een reuzenschip voordeeliger is dan eenige kleine. Niet alleen de grootte van ieder schip, ook de tonneninhoud van de geheele handelsvloot is buitengewoon toegenomen. In 1858 werden in Enge land 208 080 ton voor eigen rekening en 28474 voor het buitenland gebouwd. Dit laatste is nog niet eens de inhoud van de „Mauritania" De grens wordt thans alleen gesteld door de pecuni aire risico, dat met deze reuensche pen onafscheidelijk verbonden is. De stoomvaartmaatschappij, waaraan de „Empress of Ireland" behoorde, had dit reuzenschip voor bijna vijf milli- oen verzekerd. De „Vaterland" en de Imperator" zijn natuurlijk nog hooger verzekerd. o De uitbreiding der Slavische volken. Ieder interesseert zich tegenwoordig min of meer voor de Slavische volken en hun toekomstigen rol in de geschie denis, die belangrijk begint te wor den. Wellicht heboen goede waarne mers, die wel eens een kaart voor zich nemen, opgemerkt dat twee dingen in de uitbreiding dezer volken merkwaar dig zijnhet groote oppervlak dat ze innemen ,en hun scheiding in een groo- tere Noordelijke groep, de Noord- en West-Slaven, en een Zuidelijke, de Zuid-Slaven (Serviërs en Bulgaren). De vruchtbare en begeerlijke landen Hongarije en Roemenië zijn door an dere volken bezetDe Zuid-Slaven echter hebben niets dan bergen, de Noordelijke groep haast niets dan vlak ten. De Serviërs en Bulgaren zijn sterk vermengd met andere, zeer krijgshaf tige stammen, hetgeen, naar wij on langs gezien hebben, niet zonder in vloed gebleven is. De Russen en Po len daarentegen, ze mogen zich dan vermengd hebben met wie ook, zijn bepaald vredelievend. Wat de Regee ring te Petersburg wil en doet, heeft daar natuurlijk niets mee te maken. Hoe komen die rustige lieden nu aan zulk een uitgebreid rijk? Onderzoe kingen hebben het waarschijnlijk ge maakt, dat de Oerslaven een betrekke lijk klein gebied innamen. Hoe komen ze later zoo talrijk en zoo verove ringszuchtig Dr. Peisker is de laatste dergenen, die tot heden hun meening over de zaak hebben uitgesproken. Uit de wordende Joodsche boere-type ook de voor dezen geschikte boerin te ver krijgen, is één der zwaarste poblemen, naar de oplossing waarvan op Kine reth gestreefd wordt. Hier werken de meisjes overdag op het land, in de eerste plaats op het land van de farm en in den vrijen tijd in hun eigen tuin tje 's avonds worden er cursussen gegeven in alles wat een toekomstige kolonistenvrouw te pas kan komen. Als de meisjes hun leertijd achter den rug hebben, gaan ze als arbeidster naar een kolonie of een farm. Reeds nu zijn er daar ook velen aan 't werk. Naast de meisjesfarm ligt de man- nenfarm, een leerfarm om uit de stads- jongens landarbeiders te maken. Ge weldig is de beteekenis, welke deze leerfarmen van het Joodsch Nationaal Fonds voor de nationale kolonisatie hebben. In Galilea heb ik u thans de plaat sen getoond, vanwaar 't nieuwe leven uitgaat- De talrijke kolonies die ik u niet genoemd heb, nemen, de ééne meer, de andere minder, allen geleide lijk aan den geest over, welke in de beschreven farms heerscht en vormen zoo langzamerhand die sterkere een heid van denken en werken, welke noodig is om een land niet alleen te bebouwen, maar vooral te bezitten. Het is deze frissche, onstuimige jong- Joodsche wil, waarvan men de kracht juist in Galilea zoo heerlijk voelt en waarvan juist Galilea de meeste aan trekkelijkheid heeft voor wie komt om 't nieuwe leven ginds te leeren boomnamen leidt hij af dat de Oer slaven in Wit-Rusland gewoond heb ben, het gebied tusschen Polen en Moscovië dus; dit is ook de meening van anderen. Nieuw is echter de stelling, dat ze uit zich zelf nooit daar buiten zouden gekomen zijn. Volgens Dr. Peisker waren het altijd vreemde heerschers die hen daartoe brachten. De eerste dynastie, de Rurikovichi, vroeger dan dien tijd (862) Ruthenie en Polen bezitten, zullen wel andere meesters gehad hebben, misschien ook wel uit Skandinavië ,dat langde leveran tie had, die nu op Duitschland is over gegaan. o— Seherp gehoor. Onlangs liet iemand zich keuren voor eenen post, waarvoor vooral een scherp gehoor werd vereischt. De dokter, die met de keuring belast was hield hem een horloge voor. Dokter„Ziet ge dit horloge Candidaat: Ja." „Hoort ge het tikken „Zeker, duidelijk". „Ga nu eens zes stappen achteruit." De candidaat gaat zes stappen ach teruit. „Hoort ge het nu nog?" „Ja zeker." „Nu ik moet zeggen, dat hij een bijzonder fijn gehoor hebt. Het hor loge staat al twee dagen stil." —o De zeepzieder aan de Nylbronnen. Toen de beroemde Engelsche reizi ger Sir Samuel Baker in Aebssinië reisde om de bronnen van den Nyl te vinden, raakte zijn voorraad zeep op, wat voor hem bij de vreeselijke hitte en dst»rke transpiratie buiten gewoon onaangenaam was. Hij leed dubbel onder de onverdragelijke hitte, nu hij zich niet eens het stof en het zweetj af kon wasschen. In dezen toestand besloot hij, het kostte wat het wilde, zelf zeep te maken. Hiervoor had hij noodig potasch, kalk en vet. Dit laatste was er in rijken overvloed. Een deel van gedoode nijl paarden, olifanten, leeuwen en rhino- cerossen zou hem dienen. Daarna liet hij zijn metgezellen een aantal boo- men vellen, in stukjes hakken en ver branden. De verkregen houtasch werd met water vermengd en dit loog con denseerde hij door koken. Thans ont brak nog de kalk. De schelpen van duizenden mossels waren zeer goed bruikbaar, doch dienden eerst gebrand» hetgeen Baker nog de grootste moei lijkheden bracht. Eindelijk liet hij van een termietenhuisje een kalkoven ma ken, een lastig en gevaarlijk werkje. Toch gelukte het; met het hout en mosselschelpen vulde men het hutje op en stak het daarop in brand. Na 24 uur leverde deze zonderlinge kalk oven een hoeveelheid uitstekende kalk. Na al deze bewerkingen kwam pas het eigenlijk zeepziederswerk. Een groote Egyptische koperen ketel werd uitverkorenkalk, vet en potasch vermengde men in passende verhou dingen, en dit wordt onder aanhou dend roeren een paar uur gekookt. Ten slotte zag Baker zijn moeite be loond met 40 pond uitmuntende zeep die hem in zijn toestand onschat bare diensten bewees. kennen. Terwijl de Joodsche nederzettingen in Galilea, waarover ik in mijn eersten brief schreef, nog meerendeels in hun beginstadium zijn, liggen in de beide andere gebieden, waar van een om vangrijk joodsch kolonisatiewerk mag worden gesproken, vele der oudste vestigingen uit den tijd toen de stroom der immigranten nog zonder leiding, groepsgewijze, zonder groot opgezet plan, maar allen gedreven door de dwingende kracht van het nieuw-ont- waakte volksbewustzijn, zich over het land verspreidde. Die stroom deed vooral in de vlakten van Judeaenhet heuvelland van Samaria, dicht achter de duinen, tal van kolonie's ontstaan, welke door hun geïsoleerde ligging en meestal min gunstige terreinkeuze een kommervolle jeugd te doorworstelen hadden, tot baron Rothschild hen met veel kosten uit hun benarden toestand redde, Een redding, welke groote ge varen met zich medebracht. Het steeds maar kunnen vertrouwen op de onuitputtelijke beurs van dezen waarlijk grooten philanthroop en op de millioenen, door een anderen joodschen weldoener, baron Hirsch nagelaten, knotte de energie der kolonisten, die als ze zichzelf hadden moeten hel pen, bergen hadden kunnen verzetten. Het geld maakte de kolonisten af hankelijk de gemakkelijke wijze, waarop het verkregen werd, maakte hen afkeerig van den arbeid. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 6