w Flick's Cacao No. 249. Zaterdag 13 Juni 1914. 5e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. RichtingVoor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. Stichter: H. A. van Dalsum. Bierkaaistraat A 28 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. ER IS de allerbeste. DE VOLKSWIL REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLAND BELGIE ANDERE LANDEN - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. f 0.50. fr 1.20. f 0.80. Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. „Re ondergang van Rome/4 —o Men zendt ons het boek „De on dergang van Rome". Met welk doel begrijpen wij niet, maar wij denken met voor doel te trachten ons van Rome afkeerig te maken. Is het deze bedoeling dan zal dit niet gelukken. Wij zijn niet gewoon ons met be oordeeling van boeken te bemoeien doch willen eens een uitzondering ma ken ter inlichting van den zender, die veel met het boek schijnt op te heb ben getuige de kantteekeningen, die hij er in maakt. Het boek is geschreven door pro fessor G. Bartoli die is geweest een Jesuit en volgens zijn eigen voorrede van het boek vrijwillig uit de kerk van Rome is getreden. Wij zijn iemand die gaarne ook vernemen het oordeel van anderen en zochten daarom alvorens te gaan lezen het oordeel van Boekenschouw. Dit oordeel luidt„Een zeer slecht en hoogst gevaarlijk boek." Dit oordeel is na lezing ook het onze. Er komen veel juiste opmerkingen" in voor, maar de geest en geheele op zet zijn niet volgens de waarheid. Juist is de opzet dat in de kerk van Rome veel menschelijke leer is die wordt voorgesteld als goddelijke leer, maar dit houdt verband met de men schelijke zwakheden en zelfs booshe den waarvoor echter niet verantwoor delijk is de kerk van Rome als zoo danig maar de geest van Clericalisme, waarmede zijn besmet vele harer leden zoo geestelijken als leeken. Deze geest is vierkant in strijd met het Evangelie en deze geest noemen wij een aanranding van het wezen des geloofs zelf, waarom wij ook dezen geest en zijn praktijk van politieke christelijkheid en geldmakerij onder de leus van geloof bestrijden. Maar deze geest is ook niet alleen in strijd met het Evangelie maar ook met de leer en met name met de leus van het pausschap van Pius X en met de en cyclieken van Leo XIII. Het boek bevat een hoofdstuk waarin worden bestreden eenige Roomsche „waarheden", doch deze „waarheden" zijn van dien aard dat wij eeriijk moe ten erkennen ze nooit té hebben ge leerd in den cathechismus noch ooit gehoord op den preekstoel noch ooit gelezen in eenig van katholieke zijde uitgegeven leerboek. De schrijver noemt zijn boek de Ondergang van Rome en bedoelt hier mede de ondergang van den clerica- len geest in de kerk van Rome. Als deze geest zou ondergaan zou dit waarlijk zijn in het belang van godsdienst en zeden, maar als de schrij ver denkt dat alsdan ook de paus zal verdwijnen als zoodanig dan vergist hij zich. Alsdan zal de paus krachtiger dan ooit zijn het hoofd der kerk, en meer nog dan nu als onfeilbare leeraar der god delijke waarheid aan de wereld wor den geopenbaard, daar nu zijn leer door het clericalisme wordt vervalscht en het deze geest van clericalisme is in de kerk die belet, dat de pause'ijke leer als juist wordt erkend door zoo- velen die zich wel voelen aangetrok ken tot de leer maar worden afge schrikt door de praktijk van clerica lisme, welke praktijk dezelfde is die Christus bestreed in de Joodsche priesterschap. Waartegen wij met name protestee ren is waar wordt geschreven dat de Christelijke democratie zich ten doel stelt om te komen tot een christen dom der toekomst, zonder paus, op zijn best met een president van een grooten bond van Christelijke kerken. Dit heet daarin dat dit willen de ware christelijke democraten. Van democratie hebben wij wel eenig verstand, maar dat zooiets haar doel zou zijn lazen wij in dat boek voor het eerst. Wel is waar dat ook velen die niet Roomsch zijn toch leven naar Gods wil, maar dit komt omdat het ware geloof een gave is en dus, wie deze gave niet heeft ontvangen er geen ver antwoording zal voor moeten geven wat hij heeft gedaan met zijne ont vangen gave. En hieruit volgt dat, omdat die gave niet aan ieder is ge geven er naar Gods bestel ook in zake des geloofs is de verscheidenheid die ieder opmerkt in de stoffelijke natuur en door welke verscheidenheid de na tuur juist haar doel bereikt. Doch ook is niet minder waar dat de waarheid in eenig geval ondeel baar is en deze dus niet in dit geval waar en niet waar kan zijn, zoodat die verscheidenheid er niet eene is in het wezen des geloofs maar in de som der geloofswaarheden en in de wijze van toepassing. En deze ondeelbaarheid nu geldt met name voor wat God als bovennatuur lijke waarheid heeft geopenbaard. Deze openbaring moet, juist omdat zij moet gelden voor alle tijden en alle geslachten hebben een bewaarder on der de menschen en deze bewaarder is juist de Paus van Rome, en niet een vergadering voorgezeten al dan niet door een tijdelijken of vasten presi dent. In het boek wordt gewezen op menschenvereering en menschelijke leer, deze laatste als wordende voor gesteld alsof deze goddelijke leer zou zijn in de kerk van Rome. Maar wat zou het zijn als de geopenbaarde waarheid moest worden vastgesteld en bewaard door een bond van christelijke kerken, op zijn best met een president? Alsdan eerst zou eens echt het christelijk geloof worden een zaak van menschen en een menschelijke instel ling en dit in het volle wezen van die instelling. Neen, juist des te meer men zich in de zaak indenkt des te me°r wordt ieder onbevooroordeelde overtuigd dat het noodzakelijk is, dat er in de we reld een instelling moet zijn, bij wie ieder kan terugvinden de geopenbaarde waarheid als men voor zich of in de menschheid de kluts is kwijtgeraakt en deze instelling is en kan niet anders zijn dan de paus van Rome, niet voor zijn persoon maar voor zijn ambt als leer aar der wereld in zaken rakende de Openbaring. En als deze bewaarder niet is de paus dan moet het een ander zijn, maar nooit heeft iemand een ander genoemd, en een bewaar der daartoe aangesteld moet er zijn anders Iocpt de geheele zaak van de Openbaring onder de menschen in de war, wat is gebleken, toen de oor spronkelijke Openbaring bij de schep ping des menschen in Adam werd toevertrouwd aan de menschheid in haar geheel. In deze enkele regels hebben wij geschetst het wezen van den inhoud van het boek en tegen dit wezen ge steld de opmerkingen van ons Ieeken- verstand. Wij willen nog dit zeggen dat, als wij eenige zaak wetenschap pelijk willen bestudeeren wij daarvoor geen roman nemen maar trachten te gaan tot de bronnen. Daarom kunnen wij geen behagen vinden in boeken als dat hetwelk wij hier hebben besproken. Wij kunnen ons voorstellen dat der gelijk boek gevaarlijk is om te lezen en met name voor lezers die niet kunnen onderscheiden en dus de ro manfantasie aannemen als feitelijke of historische waarheid en hieruit ge volgtrekkingen maken. Wij meenen nu voldoende onze ge dachten te hebben gezegd en verzoe ken niet opnieuw toezending van dergelijke romans. Voor ontspannings lectuur gebruiken wij ander soort wer ken en voor wetenschappelijke lectuur gebruiken wij geen romans. Eene Spreuk. o— Indien gij van de wereld waart de wereld zou het hare liefhebben doch omdat gij van de wereld niet zijl, maar ik u uit de wereld heb uitverkorendaarom haat u de wereld. Johs15:19. DE WERELD. —o Als de Schrift spreekt en waar schuwt voor de wereld dan wil dit niet zeggen dat men niet levenlustig moet zijn en zich van de maat schappij verwijderd moet houden, maar dat men niet moet overeenstem men met de gezindheid en daden der wereld. En onder gezindheden en daden worden dan verstaan die welke leiden tot de eeuwige verwerping, als doodslag, diefstal, zedeloosheid, en dergelijke. Zij die Christus vervolgden en trachtten Zijn werk te vernietigen wa ren en zijn nog heden van dat soort. Als men dus door de wereld wordt vervolgd en geeer-, gebrood- en ge- 8acramentenroofd dan is dit een eer, daar het een bewijs is, dat men niet behoort tot de wereld der Schrift. En deze eer brengt mede een on wrikbaar vertrouwen in het woord, dat alles ten slotte goed zal eindigen en slecht voor de vervolgers, voor wie geldt het woord dat het ver schrikkelijk is te vallen in de han den van den levenden God. De wereld haat de eenvoudigen en de oprechten. De eenvoudigen omdat deze een voortdurende aanstoot zijn voor de hoovaardigen. En de oprechten om dat deze zijn een voortdurende aan stoot voor de va/schaards en afgun- stigen, Dit alles komt zoo duidelijk uit in ons gewest, daar dit geheel wordt beinvloed door datgene wat strijdt tegen de eenvoudigheid en oprecht heid en hierin zij die moeten zijn zachtmoedig en ootmoedig zijn hard van hart en trotsch van gemoed. De wijsheid der wereld vergaat en wordt eenmaal te schande ge maakt, terwijl de wijsheid des kruises blijft en eens zal heerechen met Hem die van zichzelven getuigdeleer van Mij, dat gij ootmoedig en zacht moedig van harte zijt. Uit de Pers o Schadelijk bnitenlandscb meel. De Gezondheidscommissie te Hulst (Zeeland) publiceerde de volgende waarschuwing Naar aanleiding van het feit, dat van geneeskundige zijde de aan dacht gevestigd werd op een ge durende de laatste jaren veelvul dig voorkomende ernstige maag aandoening waarvoor vermoedelijk aansprakelijk moet gesteld worden het gebruik van vreemde meel soorten bij de broodbereiding, heeft deze Commissie een uitge breid onderzoek ingesteld. Aangezien het brood als hoofd- voedsel zeer zeker bij den werk man vooraan staat, en dat de bedoelde ziekelijke maag afwijking in ruim 90 van de 100 gevallen zich voordoet juist bij de werkende klasse der bevolking, lag een onderzoek naar de sa menstelling van het brood voor de hand. Hierbij is de juistheid van het hier genoemde vermoeden ge bleken. Bij voorloopig onderzoek van verschillende meelsoorten afkom stig van verscheidene leveranciers, werd bevonden dat de genomen monsters sterk werkende schei kundige stoffen bevatten, in staat o.a. ernstige maagaandoeningen te veroorzaken. De Commissie der halve meent als plicht te hebben, de bevolking te waarschuwen te gen het gebruik van deze zoo schadelijke meelsoorten. De redactie van het „Maandblad te gen de Vervalschingen" heeft inlich tingen te dezer zake ingewonnen en ontving van de voornoemde Gezond heidscommissie daarop ten antwoord, „dat de onderzochte meelsoorten min derwaardig tarwemeel daarstellen, dat kunstmatig is gebleekt, en dientenge volge salpeterzuur bevat (5 10 gram salpeterigzuurzout per kilogr.) Deze onderzochte monsters waren Belgische bloem." Verder werd er nog bijgevoegd, „dat een en ander niet verder gepubliceerd wordt, daar de verkoopers te goeder trouw zijnde, eerst zijn gewaarschuwd." In verband met deze feiten acht de redactie van het „Maandblad" het be langrijk te wijzen op eenmededeeling, ontleend aan het „Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statis tiek", waarin onder het hoofd „Meel- fabricage" verklaard wordt, „dat in verschillende plaatsen door den invoer en concurrentie van het buitenland, vooral van België, de handel slap was, en min der werklieden in dienst waren bij korteren werktijd." Hoewel voorn. Gezondheids commissie nu verklaart, dat de verkoopers van het schade lijke meel ter goeder trouw zijn, hetgeen wij willen aannemen, kan dit nimmer het geval zijn met de fabrikanten, daar dezen na tuurlijk weten hoe zij hun meel behandelen, en door tal van reeds langen tijd geleden publicaties in vakbladen, eveneens weten, dat de behandeling met salpeterigzure zouten zeer schadelijk voor de ge zondheid in alle meelproducee- rende landen geacht wordt en ten strengste verboden is. Waar nu buitendien behalve de ernstige nadeelen uit een gezond heids-standpunt, door de knoeie rijen met dit Belgisch meel en den invoer daarvan, onze industrie bedreigd wordt, zooals uit boven staande officieele mededeelingen blijkt, achten wij het van groote nationale beteekenis, dat de invoer van dergelijk meel ten strengste geweerd wordt, en is het als een dringend hygiënisch en economisch volksbelang te beschouwen, dat door onze Regeering onverwijld maatregelen beraamd worden ter wering van den invoer en verkoop dezer schadelijke meelsoorten. o Het groote pobleera. „De Standaard" driestart Onze vloot, die in schuitjens en scheepjens verliep, moet weer als vanouds een vloot worden, waar de wereld mee rekent, maar 't zal een financieele heksentoer zijn, eer zij van Den Helder naar Tand jong Priok uitstoomt. Vooral na wat nu pas verluidde over de Japansche begeerlijkheid op 't stuk van eilandenroof, geeft 't niets of men al een paar groote slagschepen op stapel zet, trage lijk afbouwt, en van stapel laat loopen.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 1