mmm noili" Een geneesmiddel Van alles wat. gers, opver$Cjhillig var* wplken gods- diénst. Weest overigens overtuigd, dat wij bij de keuze van onze gendarmerie zeer voorzichtig zijn en geen bandieten, zooals de leden der Heilige Bataljons, zullen opnemen. Wat die heilige ba taljons gedaan hebben, daarvan weten de Albaneezen mee te spreken. Zijn, vroeg de correspondent, die berichten over de gruwelen in Epirus niet overdreven Uit Athene immers worden ze tegengesproken. Da minister antwoordde Er is geen woord in de berichten onjuist. Ja, er is nog veel erger huisgehouden, dan bekend is. Men heeft in een enkele kerk, niet 250, maar zelfs 280 ver minkte lijken gevonden, van Albanee- sche Mohamedanen, vrouwen en kin deren, die geworgd, gemarteld, ver brand, gekruisigd zijn. Dat is alles besliste gruwelijke waarheid, die door de Nederlandsche officieren woord yoor woord wordt bevestigd. „Is koning Wilhelm populair?" „Zeg liever eerst nog vorst, want de kroning tot koning heeft nog niet plaats gehad, die vorst is niet alleen gezien, hij is zeer populair, en de vorstin wordt als het ware op de handen ge dragen." En Essad-pasja ?Men hoort over hem rare noten kraken Turkhan-pasjaDat zijn lasteringen van zijn vijanden. C'est un trés brave homme. De vorst kan hem volkomen vertrouwen. En wat verwacht ge van den arbeid der internationale commissie? Wij hopen, dat ze onze voorstellen zal bekrachtigen, die in overeenstem ming zijn met de eenheid, de onaf hankelijkheid en de waardigheid van Albanië. Op den grondslag van deze voorstellen zal, hopen we, de com missie onderhandelen en beslissen, onze eenige wensch is met al onze buren in vrede te leven. Meent gij, dat Griekenland, dat Ve- nizelos in het bijzonder dezen wensch zal ondersteunen Turkhan-pasja, zegt de correspon dent, antwoordde niet, maar over zijn sluw gelaat gleed een glimlach, zoo Oostersch sceptisch, als ik nog slechts eenmaal gezien heb bij een anderen staatsman, n.I. bij zijn excellentie Venizelos voor het begin van den Bal kanoorlog. Deze week is Essad Pasja ontmas kerd, en gevangen genomen op een Oostenrijksch oorlogsschip ter be schikking van den vorst van Albanië. Koning Christiaan X ran Denemarken. Deze week zal ons land de on derscheiding genieten van het eerste bezoek van het Deensche Koningspaar. Eenige aanteekeningen over deze koninklijke gasten zullen onze lezers ongetwijfeld welkom zijn. De Deensche Koning is een man in de volle kracht van het leven hij is slank en lang, draagt een kort ge knipte snor, en heeft het uiterlijk van den jongen Engelschen land-edelraan hij is trouwens sportman in hart en nieren, evenals zijn gemalin en dus behandelen wij beider sportvoor- keur zoo aanstonds gezamenlijk. Het karakter des konings wordt door menschen, die in zijn omgeving ver keerden, geschilderd als vroolijk en openhartig; en deze eigenschappen hebben hem tot een bepaald popu laire persoonlijkheid gemaakt in zijn land. Het Deensche volk kent hem goed, en de Deensche hoofstad Ko penhagen reeds lang, aangezien zijn jeugd en mannelijke jaren werden doorgebracht in zijn land zelf. Zijn studenten-jaren bracht hij er door als lid van het studenten-corpshij werd door zijn mede-studenten als een goed kameraad beschouwd. Hij was de eerste prins van Denemarken, die de studenten-pet droeg, en dit heeft zijn populariteit niet weinig helpen ver- hoogen. Toen hij diende in de koninklijke garde, bezorgde zijn lengte hem een plaats in de eerste gelederen van dit korps; zoo kwam het, dat hij eens vooraan stond bij een bezoek van den Russischen Tsaar Alexander III aan het bekende kasteel „Fr^denborg". De Russische monarch inspecteerde de eere-wacht, volgens zijn gewoonte schonk hij aan eiken soldaat een twee-kroon stukbij het gaan langs de soldatenrij herkende de Tsaar zijn neef, en natuurlijk wilde hij verder gaan, hem met een glimlach groeien de maar kroonprins Christaan stak vrijmoedig de hand uit, nam het geld stuk aan en merkte op „Mijn eerste verdiende geld Toen hij zijn diensttijd had vol bracht, stelde Christiaan er prijs op, zijn geweer als herinnering te behou den. Zijn kameraden kochten daarom het geweer van den Staat, lieten er een pjaat op maken'met opschrift, en boden het den prins aan, die zijn soldaten-geweer in zijn werkkamer ophing. Zijn vriendschap met de ka meraden van het regiment heeft hij onderhoudenals herinnering aan de jaren, dat bij de hooge berenmuts droeg der Deensche grenadiers, biedt hij jaarlijks tegen Kerstfeest zijn regi- ments-kameraden een punch aan. Terwijl hij in Jutland in garnizoen lag, ging hij veel uit bij de aanzien lijke families daar, zoowel bij de militaire als bij de burgerij hij heeft in deze omgeving zijn reputatie als uitnemend danser nog niet verloren ook de vriendschapsbanden met de bewoners der provincie Jutland zijn gehandhaafd gebleven, doordat de Jutlanders den toenmaiigen erfprins, bij gelegenheid van zijn huwelijk het kasteel „Marselisborg" ten geschenke aanboden. Hij trad in het huwelijk met prinses Alexandrina van Mecklenburg-Schwe- rin. De Deensche Koningin. Het is eene landgenoote van koningin Alexandrina, een journaliste uit Kopenhagen, mejuffrouw Charlotte Haslund, die ons over de Deensche vorstin als volgt inlicht: Princes Alexandrina werd den 24sten December 1879 geboren in het Neu- Stadtisches Palast te Schwerinzij werd in de slotkapel ten doop ge houden door niemand minder dan door Tsaar Alexander III en Keizer Willem I. Na den dood van haar grootvader werd de vader der prinses, Friedrich Franz 111, groothertog van Mecklen- burg-Schwerin*; hij was echter een man van zwakke gezondheid, zoodat het groot-hertogelijke paar dikwijls het zachtere klimaat van Zuid-Frankrijk moest opzoeken. Zoo kwam het, dat deze prinses een groot deel van haar jeugd in Cannes doorbracht, evenals haar broeder en zuster, van wien de broer nu regeerend vorst is van Mecklenburg-Schwerin, als Fried. Franz IV, terwijl haar jongere zuster kroon-prinses van Duitschland is ge worden door haar huwelijk met den oudsten zoon van den Duitschen keizer. Het was in de vorstelijke villa „Wenden" te Cannes, dat in 1890 de eerste ontmoeting plaats had tusschen den Deenschen kroon-prins en zijn latere gemalin. Het was eehter eerst in 1897, dat de Deensche prins lange- ren tijd verblijf hield in de omgeving van de groot-hertogelijke familie van Mecklenburgen de verloving tusschen de beide jongelui was daarvan het gevolg. De groothertog was toen reeds zoo ziek, dat er geen hoop meer bestond op genezingdaarom is van te meer waarde hetgeen hij omtrent zijn doch ter en aanstaanden schoonzoon opmerkt in den laatsten brief, dien hij schreef .„..„dat gij zulk een warm aandeel neemt in het gelukkige lot mijner dochter verwondert mij nietzoo be hoeft gij u ook niet te verwonderen, wanneer het mij voorkomt, als strekte zich een ons beiden boven alles dier bare hand over mijn kind uit, ten einde dit verbond te zegenen. Christi aan is een vroolijk, flink mensch, die een vertrouwenswaardigen indruk maakthet jonge paar is zeer geluk kig..." Het huwelijk had plaats, nadat de groothertog reeds was overledenop den 24sten April 1898 had de huwe lijks-voltrekking plaats in het kleine Duitsche kerkje te Canneseen maand later heette de Deensche hoofdstad het jonge paar op de hartelijkste wijze welkom. Men ging wonen in het pa leis „Sorgenfri". Nadat Alexandrina koningin van De nemarken was geworden, door het sterven van den vader van haar ge maal, koning Frederik VIII, die in 1912 te Hamburg onder-zulke droeve om standigheden het leven liet, behield zij ongeveer hetzelfde eenvoudige leven, dat zij als kroonprinses had geleid. Zoo heel veel ziet het Deensche volk haar niet, omdat haar taak van gema lin en moeder der beide prinsen haar niet veel tijd overlaat. Het hofleven te Kopenhagen is bovendien betrekkelijk eenvoudigen dus verneemt men meer van de huiselijkheid van het konink lijke gezin, dan van een optreden naar buiten. Op tal van zijn tochten vergezelde de koningin haar gemaalbij de ma- noevres, bij wandeltochten en op fiets- toeren, dan weer per auto tuffende door het schilderachtige Denemarken ook bij jachtpartijen sluit de Koningin zich gaarne aan, doch haar liefste sport is het zeilen, terwijl zij 's win ters gaarne te gast gaat bij de Noor- sche koninklijke familie, om in Noor wegen aan de verschillende vormen van wintersport mee te doen. Bij de groolsche gym,nashek,-be.too- ging, welke den vorigen zotfrèr t'e Ko penhagen plaats had, was het konin gin Alexandrina, die optrad als patro- nesse bij de opening van het nieuwe „Gymnasium" in het Athletiek-Park het is voornamelijk de gymnastiek, door Deensche vrouwen en meisjes beoefend, voor welke de Koningin zich interesseert. Naast sport en gymnastiek, gaat baar belangstelling in hoofdzaak naar ver betering van het .lot der blinden ter wijl zij telkens van haar voorliefde voor muziek doet blijken. o Het koninklijke gezin. Het kasteel „Sorgenfri" buiten Ko penhagen werd door de koninklijke familie aangehoudenhoofdzakelijk houdt zij 's winters echter verblijf op den „Amaliënborg", terwijl als zomer verblijf gewoonlijk wordt uitgekozen „Marselisborg" in Aarhus, waar de koninklijke famibe dan aan boord van den kotter „Ritta" de wateren van de breede baai bevaart. Een nieuw koninklijk paleis werd dit jaar voltooid te Skagen, de plaats waar de Deensche kunstenaars-kolonie gevestigd is; het kasteel is van een- voudigen, zelfs bescheiden bouwstijl het draagt den naam van „Klitgaar- den". Vooral zijn ligging is bijzonder mooi aan het noordelijkste punt van Denemarken met uitzicht op twee zeeën. Met Paschen is de familie hier komen wonen. En het is hier, dat voorloopig de opvoeding der beide Deensche prin sen ter hand zal worden genomen. De oudste heet Frederik, en de tweede Knud. Het zijn gezonde, sterke jongens, die liefst niet te deftig gekleed gaan beiden zijn werkend lid van de Deensche Padvindersorganisatie. Zoo is ongeveer de levenswijs van dit koninklijke, en toch zoo eenvoudige gezin uit Denemarken. En de jongste foto, welke wij van koning Christiaan X zagen, vertoont hem dan ook in een sportief fantasie-pak, de Koningin, ge kleed in een eenvoudige blouse, bij hem gezeten, en achter de moeder de twee aardige jongens in hun losse ma- trozenbuisjes. Onder de Streep, Handelsblad. dat alle voorkomende ziekten kan ge nezen, kan nimmer bestaan. Voor elke ziekte moet dus een ander geneesmid del gemaakt en gebruikt worden. MAAGPOEDER van Apotheker Boom, waardoor reeds duizenden maaglijders zijn genezen van maagpijn, maag, kramp, zuur, hartwater en slechte spijsverteering. Prijs per doos f0,75. ASTHMAPOEDER van Apotheker Boom dit poeder geeft bij inademing onmiddellijk verlichting bij Asthma en hieruit voortkomende borstbenauwd- heid en borstbeklemming, zelfs bij den hevigsten aanval. Prijs per doos f 0,65. HOOFDPIJN (Migrainine) PASTIL LES van Apotheker Boom zijn een zeker werkend geneesmiddel tegen hoofdpijn, migraine, schele en zenuwhoofdpijn. Prijs per flacon f0,80. Proefflacons f 0,30. KINA KOORTSDROPPEN van Apo theker Boom zijn gemaakt van de zui vere kinabast en zijn doordat de kina spoedig werkend middel tegen koorts, binnenkoorts, malaria en gevatte koude. Prijs per flacon f 0,60. direct opgelost in de maag komt, een LAXEERPILLEN van Apoth. Boom, zuiveren het bloed, verdrijven gal en slijm en bevorderen den stoelgang. Prijs per doos f 0,50 en f 0,25. STAALPASTILLES van Apotheker Boom, zijn gemaakt van melkzuurijzer en bederven nimmer. Deze zijn een goed middel tegen bloedarmoede, bleekzucht en daaruit voortkomende ziekten en de pastilles wekken de eetlust op. Prijs per flacon f 1,20 en f2,00. HOESTSIROOP van Apoth. Boom, aanbevolen door Dr. Poolman tegen hoesten, heeschheid en kinkhoest. Deze siroop maakt de slijm los en doet de hoest spoedig bedaren. Prijs per flacon f 0,70. AAMBEIENZALF van Apoth. Boom geneest spoedig uit- en inwendige aam beien, blinde en bloedende. Het jeuken bedaart spoedig. Prijs per potje f 0,50. Bovenstaande geneesmiddelen zijn alleen echt met den naam Boom, en ver krijgbaar in de meeste Apotheken en drogistenwinkels. Waar niet verkrijg baar wordt het gevraagde na ontvangst van het bedrag, met verhooging van 10 ct. voor portkosten, franco toegezonden door Firma A. H. Boom te Arnhem. Verkrijgbaar te Hulst bij Verwilghen- v. d. Hooftte Axel bij J. van Dixhoorn- Vroeg op. Het be.zpek van 'het Deensche Koningspaar aan Rotterdam is aldus geregeld De Koningin zal op Zaterdag 23 dezer, des voormiddags te 11,35 met hare gasten, dea Koning en de Koningin van Denemarken, uit Am sterdam aan het Maasstation aan komen Op het perron zullen Bur gemeester en Wethouders met den vice-admiraal, commandant der ma rine te Heliev.oetalui*, den comman dant der afdeeling mariniers en en kele andere autoriteiten ter verwel koming en begroeting aanwezig zijn. Een eerewacht wordt op het perron betrokken door het korps mariniers, welke eere wacht wordt gecomman deerd door den kapitein Wijnants, terwijl daarbij de luitenants L Spiegelberg en C. J. van Loenen worden ingedeeld. Door het ötafmu- ziekcorps der marine wordt het Deensche volkslied gespeeld, terwijl een aantal Deensche onderdanen, in woners van Rotterdam, zich op het perron zullen opstellen, ten einde hun vorstenpaar hulde te bewijzen. Nadat de vereischre plichtplegin gen zijn vervuld, begeeft het gezel schap zich door de eerste-klasse- wachtkamer naar de buitenzijde van het station, waar in een aldaar op gericht paviljoen de Gemeemeraad ter ontvangst aanwezig is voor den aanvang van den van gemeentewege aangeboden vaartocht. Vervolgens begeeft Hare Majesteit zich met hare gasten en het gevolg aan boord van het stoomschip „Portunus", ten einde, onder geleide van B. en W en en kele hoofdambtenaren, een rondvaait door de havens te maken. Daar de ruimte beperkt is en de beide ge volgen zeer talrijk zijn, zullen de leden van den Gemeenteraad op een afzonderlijke boot den tocht mede maken. Te circa 1 20 uur legt de „Por- tunus" aan langszij van het pant serschip „Heem-kerk", dat op de boeien voor de Willemskade gemeerd ligt en waar het gezelschap het de jeuner zal gebruiken Om 3 uur verlaat mtm de „Heems kerk" «n wordt weder met de „Por- tunus'1 naar den aanlegsteiger van de Koninklijke Roei- en Zeilvereeni- ging „De Maas" gevaren, waarna aan de Veerkade de rijtuigen wor den bestegen voor een rijtoer door de stad. Van het station D. P. vertrekt het koninklijk gezelschap te 4 uur naar 's Gravenhage. Van gemeentewege zal, behalve op het terrein naast het Maasstation en voor den steiger waarlangs het gezelschap zich aan boord begeeft, op ver.-chillende punten in de te vol gen route versiering worden aange bracht. Aan het btationsplein, even voor het einde van den tocht, zal een eereboog verrijzen. Het gemeentebestuur zal het op hoogen prijs stellen indien de bur gerij door het uitsteken van vlaggen blijk geeft, de hooge gasten hartelijk welkom te heeten en toont het be zoek door den Koning en de Konin gin van Denemarken, hooiden van een bevriend land, dat ouk met Rot terdam belangrijke relaties onder houdt, als gasten van Koningin aan haven en stad gebracht te waar- deeren. O liet geheimzinnige Paascheiland. Reeds menig man van de Weten schap heeft zich het hoofd gebroken over het eenzame Paascheiland, gele gen in den grooten Stillen Oceaan. Een tijdlang meende men hier een spoor te vinden van een vroeger continent of anders van een be'angrijke verbin ding tusschen Zuid-Amerika en Po- lynecië. Met verbazing heeft men de ko lossale steenklompen aangekeken, die zich hier hoog boven het eiland ver heffen. Om het romantische, dat het eiland verborgen houdt, nog te ver- hoogen kwam het feit, dat de bevol king dreigde uit te sterven. In de „Uns.ch^u" vertelt t,hap$ eed Dr.' Walter Kfioche een' en andér ovér het resultaat van zijn onderzoekingen in deze duistere zaak. Allereerst deelt hij mee, dat het bevolkingscijfer weer stijgende is30 jaar geleden bedroeg het ruim 100, terwijl het eiland thans goed geteld 228 menschen herbergt; het aantal vrouwen, dat destijds slechts een vierde van de geheele bevolking bedroeg, is nu tot de helft gestegen. Toch is er in zoover van achteruitgang sprake, dat het Paascheiland ten ge volge van de invallen van Peruaansche zeeroovers, en de verbreiding van on heilbrengende ziekten als pokken en lepra, aan niet meer dan een tiende der vroegere bevolking voldoende voe ding aan kan bieden. De bewoners van het Paascheiland zijn ongetwijfeld zuivere Polyneciërs. Er bestaai op het eiland nog iets als een kroniek der historie. Daaruit valt te putten, dat de huidige stam in 1300—1600 na Chr. in twee groote kano's onder het opperhoofd Het Matria naar het eiland overtrok. In 1712 ontdekten de Hollander Roggeveen en zijn metgezel Behrends het eiland, dat zooals uit latere on derzoeken bleek, nooit in geografische verbinding kan hebben gestaan met Polynecië of Zuid-Amerika. Het is van zuivere vulkanischen oorsprong. De .reusachtige steenblokken, door de inboorlingen moai geheeten, zijn niet het werk van de tegenwoordige bevolking. De „langooren", die het eiland bewoonden voor de Polyneciërs kwamen, werden door de vreemdelin gen vrij spoedig er onder gebracht. Ze werden eenvoudig in een grot ver brand. De steenklompen, vervaardigd door de langooren, waarschijnlijk dan ken deze hun naam aan de eigenaar digheid, kunstmatig het oorlelletje uit te rekken, waren oorspronkelijk be doeld als beelden. Hoewel men oor spronkelijk meende, .dat een aardbe ving de steenblokken zoo grillig door elkaar had gegooid, bleek later, dat de schuld lag bij „de kortooren." Het eilandje, waarop zich langza merhand nog iets als cultuur heeft ontwikkeld, heeft thans veel van zijn geheimzinnigheden'prijs moeten geven. Een ding is er echter, waarover de geleerden het nog niet eens zijn. Men heeft tafels gevonden met zeer inge wikkelde letterteekens, hieroglyphen, voorstellingen van slangen, enz., deze kunnen onmogelijk afkomstig z;ijn van het eiland zelf, omdat er op 't eiland geen slangen voorkomen. Met deze moeilijkheid houdt men zich thans nog bezig. o De reuzenschilrtpadden der Galapagos eilanden. De Zoological Garden te Londen heeft onlangs een reuzenschildpad van de Galapagos-eilanden ontvangen, het eerste exemplaar van die soort in Europa. De Galapagos-eilanden zijn een archipel van 5 grooteen 12kleine eilanden ten Westen van Zuid-Amerika in den Stillen Oceaan. Van vulcani- schen oorsprong, verwijderd van ieder vastland, dicht bij den evenaar zijn ze herhaaldelijk bezocht door naturalis ten immers zij' bieden een uitstekend terrein om allerlei soorten dieren te bestudeeren. Op deze eilanden komen 9 soorten reuzenschildpadden voor, ieder op een speciaal eiland en men kent slechts exemplaren, die van deze soorten familie zijn, op deMascarenen en de Seychellen in den Indischen Oceaan. Fossielen van dezelfde soort zijn in de miocene streken van fndië, Europa en Amerika gevonden. De schildpadden van de Ga! pa^os en de Seychellen zijn dus overlevenden van de tertiaire fauna. Het zijn echte aard- schildpadden, betrekkelijk hoog op de pooten, zij hebben een langen hals, waardoor ze ver kunnen rtkken. Op de Seychellen waren deze schildpad den zeer talrijk: in 1760 vervoerde men jaarlijks 25000 naar het eiland Mauritius', waar ze veel gegeten wer den in de 17e eeuw zsg de Fransche reiziger Le Guat, die met Duquesme de Mascarenen bezocht, daar zooveel schildpadden, dat men niet kon loo- pen, zonder ze te trappen. Tegenwoor dig zijn ze minder talrijk en op de Seychellen wordt de exploitatie van regeeringswege bewaakt. —o Een interessant geval van massa- suggestie. Op een Italiaansche volksschool voor jongens en meisjes heeft zich dezer dagen een interresant geval van massa- suggestie voorgedaan. Het was tijdens het „vrije-kwartier", dat de kinderen zich vermaakten met verstoppertje- spelen. Een der jongens koos een schuilhoek achter de klasdeur. Plot seling werd hij opgeschrikt door eenig leven. Nieuwsgierig te weten, wat er

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 2