De Volkswil De BIJVOEGSEL van van 11 April 1914. Onpartijdigheid. Van alles wat. O Onpartijdigheid is een onding. Geen mensch kan onpartijdig wezen. Altijd oefent eigen voelen en denken invloed uit op ons doen, op onze uitspraken. En daarom weg met de onpartijdig heid AangenomenEn omdat geen mensch, hoe graag hij ook wil, in in strengen zin eerlijk kan zijn, gooien we de eerlijkheid ook maar over boord en nog zooveel meer, dat we maar betrekkelijk kunnen wezen? Ge ziet in, dat zoo iets niet kan en dan mogen we ook met 't volste recht over onpartijdigheid blijven spre ken, al is ze dan ook slechts betrek kelijk. Een rechtschapen mensch diende dat artikel altijd bij zich te dragen. In de praktijk des levens blijkt echter meestal het tegendeel. Zoo eens bij gelegenheid, als er eens bijzonder op ons doen en laten gelet wordt, trach ten we er gebruik van te maken. Dit is ten minste waar voor 't gros der menschen. Enkele Witte Raven, de Edelsten onder ons, trachten het steeds in toepassing te brengen. Wat is er noodig om onpartijdig te kunnen zijn Dit is een vraag, die alles beslist en het antwoord daarop isveel verstand, veel doorzicht en een eerlijk karakter. Wie onpartijdig uitspraak doen wil, dient steeds de zaken objectief, zakelijk te behandelen, zonder dat hij zich mag laten beïn vloeden door sympathieën, neigingen, voorliefde. Zijn persoon moet hij ge heel scheiden van de zaak, waarin hij te beslissen heeft. Buiten zijn hart om, met zijn verstand heeft hij zijn uitspraken te doen, als gevolg van zuiver redeneeren. En om dit te kunnen moet hij alle eigenschappen in zich vereenigen om oorzaken en gevolgen goed te kunnen overzien. Als een snijdokter legt hij alles fijn bloot. Hij moet zich in kunnen den ken in den toestand van de twee tegenover hem gestelde individuen, hun gedachtengang zich voor den geest kunnen roepen en daarin de fout op sporen door nuchter denken. Gestel aan al de voorgaande eischen was voldaan, dan volgt daar nog niet uit, dat alle in de omstandigheden verkeerde personen en in eene zelfde zaak als scheidsrechters aangesteld, onverbiddelijk dezelfde uitspraken zullen doen. Dan nog is zeer wel mo gelijk, dat A., de ander B. in 't gelijk stelt. Toch zullen deze gevallen des te zeldzamer zijn, naarmate de arbiters Gedurende den tijd van hun direc tie konden deze aandeelen niet wor den afgeschreven of getransporteerd. Deze laatste bepaling, waardoor als het ware van de directeuren steeds een waarborgsom aanwezig was, is tot den huidigen dag gehandhaafd gebleven. Gelukkig echter is het gedurende het bestaan der Bank nimmer noodig ge weest die waarborgsom aan te spre ken. Met onkreukbare eerlijkheid heb ben de directeuren steeds hun beheer gevoerd. Trouwens, ook onder de ambtenaren is, op een enkele uitzondering na, nimmer iets van oneerlijkheid geble ken. S'echts twee betreurenswaardige uitzonderingen staan in de annalen van de Bank geboekt. De eerste maal was het 't belang rijkste. Toen 't was tusschen '70 en '80 bleek dat door geknoei in at boeken de Bank voor een zeer be langrijk bedrag was benadeeld. De schuldige kassier-generaal wist zich door de vlucht aan de straffende ge rechtigheid te onttrekken. Een tweede geval deed zich eenige jaren geleden voor met een looper van de Bank, die aan een juffrouw een rolletje gouden tientjes wist te ontfutselen. Het bedrog kwam spoedig aan het licht en met een langdurige gevangenisstraf moest de man zijn oneerlijkheid boeten. Dat is de geheele „kroniek van de hooger klimmen in alzijdige ontwik keling, scherpte van doorzicht enz. In vele gevallen behoort er een hooge mate van moed en zelfverloo chening toe om onpartijdig te zijn. Neem eens aan dat een huisvrouw overhoop ligt met haar dienstbare en dat ze een van beiden op den inval komen het voorstel te doen het Hoofd des Huizes uitspraak te laten doen, mevrouw gedrevend oor de overtuiging, dat haar man haar geen ongelijk durft te geven, het dienstmeisje als laatste toevlucht voor een ondergeschikte. Mevrouw is onbillijk geweest, Man lief durft onpartijdig wezen en stelt de ondergeschikte in 't gelijk, maar kan nu op een gepeperde boterham reke nen. Nemen we de politiek Wat een verschillende uitspraken Alle partijen hebben zoowat gelijk, als men de voormannen het woord hoort voeren. Inderdaad kan dat niet, daar of alle dwalen of één uitgezonderd. En welk geniale kop maakt nu eens door nuchter redeneeren voor allen duide lijk, wie gelijk heeft? De partijsprekers doen het niet, wat de naam reeds zegt daar ze eigen gebreken verbloemen, eigen fouten bemantelen. Moeten we dan ons wenden tot een buiten de partijen Ook zoodra die weer aanhang krijgt, ontvangt hij ook tevens den naam van partijhoofd en is niet onpartijdig meer. Gevaarlijk is, waar men onpartijdig moet wezen tegenover personen, die als beschul digden voor ons staan en hun vonnis van ons afwachten, te veel het verle den op den voorgrond te zetten. Iemand heeft, om een voorbeeld te noemen, ééns gestolen. Opnieuw wordt hij van zoo iets beschuldigd. Die on derzoek instellen moet en daarna uit spraak moet doen, handelt zeer on billijk door te beginnen met de ge dachte hij zal 't wel gedaan hebben. Bij het ondervragen is elke vraag aan den beschuldigde dan een soort van kennisgeving hoe de einduitslag zal we zen. Neem het den beklaagde niet kwa lijk, als hij in zulke gevallen van de wijs komt en zich in samengestelde geval len, waar de schijn tegen hem is of 't bewijsmatriaal om het alibi te be wijzen gering, geheel vast praat. Waar de meerdere rekening wil houden met het verleden van een tegenover hem geplaatste beschuldigde, daar houde hij het steeds voor zich, late hij uit niets blijken, dat hij er rekening mee houdt. Niet aldus zij de redeneering„Ik rechter, noem je dief en jij bewijst het niet te zijn" maar wel omgekeerd misdaad". Trouwens, gezegd mag worden.dat zoowel de directie als hel ambtelijk personeel steeds met het meest moge lijk beleid is gekozen. Ook dat dateert van oudsher. Zeer eigenaardig was de wijze waarop het eerste directorium werd samengesteld. De benoeming van den president en secretaris hield de Koning voor goed aan zich. „Om de introductie van het octrooi te bespoedigen" wer den twee directeuren ook maar direct benoemd. De verkiezing van de anderen moest aldus gaan De achttien personen die de meeste aandeelen hadden genomen, kwamen bijeen en wezen, b ij h e t 1 o t, zes personen uit hun midden aan om het commissariaat uit te maken. De aanvullende voordracht van de directie, welke weder aan den Koning moest worden gezonden, werd dan opgemaakt door de aldus gelote com missarissen en de reeds benoemde di recteuren. Bij Koninklijk besluit van 21 Augus tus 1838 werd het octrooi voor de eerste maal verlengd en tevens ge wijzigd. In de overweging van het K. B. Ie zen wij „In aanmerking nemende, dat de ondervinding, gedurende het bijna vijf-en-twintig jarig bestaan van de Nederlandsche Bank, heeft doen zien, dat dezelve, in overeenstemming met de thans bestaande bepalingen, aan „je wilt geen dief genaamd zijn, aan mij te bewijzen dat je 't al of niet bent." En tegen dezen regel, die toch hoogst billijk is, wordt in de samen leving heel dikwijls gezondigd door ouders, door onderwijzers, door rech ters, door burgemeesters en meer, zelfs waar ze ter goede trouw zich dienaren der gerechtigheid wanen. Dan wordt verbittering gekweekt vaak en gekwetst, waar niet gekwetst behoefde te worden. Waarlijk onpartijdig wezen in ab- soluten zin is wel zeer moeilijk. Fulnaho. De legende omtrent Czaar Nicolaas I Het nauwkeurig onderzoek heeft al heel wat legenden vernietigdthans wordt ook de raadselachtige geschie denis van Czaar Nicolaas den Eersten naar het rijk der sprookjes verwezen. Volgens de overlevering zou Nicolaas zich voor dood uitgegeven hebben om onbekend in de eenzame steppen van Siberië te leven, om den schijnglans van het hofleven te ontvluchten en in de eenzaamheid God te zoeken. Deze alomverhaalde geschiedenis is reeds lang door Grootvorst Nicolaas, die in Russische geleerdenkringen als een bekwaam geschiedkenner bekend staat, onderzocht. Thans heeft hij een docu ment ontdekt, dat in het tijdschrift lstoritchefky gepubliceerd wordt en dat de legende loochenstraft. Het is een brief, dien de gemalin van Nico laas den Eersten Elisabeth Alexewna twee dagen na den dood van haar echtgenoot aan keizerin Maria Feo- dorowna richtte. Hierin beschrijft zij den dood van haar gemaal zoo uitvoerig en tot in zulke bijzonderheden, dat geen twijfel overblijft. Nicolaas is een normalen dood gestorven en daarmee vervalt het verhaal van den machtigen Russischen keizer, die als een onbe kende vluchteling in Siberië met de arme ballingen leefde en leed. Maar bij het Russische volk, dat zulke geheimzinnige verhalen het liefst hoort, zal de geschiedenis van Va dertje Czaar blijven voortleven, die troon, macht en rijkdom versmaadde, om in de steppen zijn God të zoeken. —o Het desinfectie vermogen van metalen. Bij verschillende onderzoekingen is door geleerden geconstateerd, dat me talen en hun legeeringen, zooals mun ten, buitengewoon snel ziektekiemen vernietigen. Bij proefnemingen bleek, dat koper het sterkst deze eigenschap vertoonde, vervolgens kwamen goud en zilver. Volgens Prof. Bitter doet het absoluut niets ter zake of het me taal in zuiveren of vuilen toestand verkeert. Met het oog op ons geld is dit een onschatbare eigenschap. Ech ter hebben zink, staal en tin, waarvan juist veel eetgereedschap wordt ge maakt veel minder desinfectie-ver mogen, terwijl ook ijzer en emaille niet veel desinfecteeren. o Genaaide roeibooten. De bewoners van Noord-Annam be- het doel van hare instelling heeft be antwoord, dat de voortduring van dat bestaan door de belangen van handel en nijverheid geboden wordt, doch dat de operatiën derzelve instelling voor eenige uitbreiding, en mitsdien de verordeningen omtrent dezelve oor spronkelijk aangenomen, voor eenige wijzigingen vatbaar zijn.. Het verbod van handel drijven of eigendommen aankoopen bleek in zijn strikte consequentie onhoudbaar. Het gevoig daarvan toch was, dat wanneer een schuldenaar in gebreke was ge bleven, zijn onderpand niet in bezit der Bank mocht blijven, doch dat dit, zij het ook met verlies, te gelde moest worden gemaakt. Dus werd, voordat het tweede oc trooi was afgeloopen, een wijziging gevraagd en verleend. Bij K.B. werd nu 9 Juni 1852 bepaald, dat aankoopen mochten geschieden „voor het geene de directie raadzaam mogt kunnen achten, om de onderpanden van beleeningen, waar de aflossing in gebreke is gebleven, bij de wettige realisatie van zoodanige onderpanden aan te koopen, tot vermijding van schade voor de Bank." Gold tot dusver de stipte geheim houding voor het geheele bedrijf der bank, bij dezelfde wijziging van 1852 werd ook daaraan een einde gemaakt. Bepaald werd dat op den eersten van elke maand vanwege de directie in de Staatscourant opgaaf moest geschieden van het bedrag der om- ioopende bankbiljetten, der gezamen lijke saldo's van rekening-courant en zitten over het algemeen noch ijzeren spijkers, noch schroeven of klemmen, en toch weten zij stevige booten te bouwen. Hun booten laten aan hecht heid niets te wenschen over, en zijn daarbij vaak meer dan 10 M. lang. Hoe de booten dan geconstrueerd zijn Wel, de planken heeft men een voudig met touw aan elkaar genaaid, met de overhandsche steek, zouden de geleerden in de naaikunst zeggen. De zijkanten der planken zijn tevoren zoo afgeschuind, dat ze goed sluiten Met werk wordt de ruimte tusschen steek en naad gevuld. Dunne latjes, die onder de steken worden gescho ven, persen het werk aan. En zoo wordt het geheel absoluut waterdicht. o— Rauw voedsel. Een medewerker van het Engel- sche medische tijdschrift „Lancet" behandelt een der belangrijkste vraag stukken der menscheljke voeding. Eenige deskundigen van naam heb ben beweerd, dat het koken der voedingsmiddelen een paar voorname bestanddeelen doodt, over welker be- teekenis men zich totnogtoe nauwe lijks rekenschap had gegeven. Er wordt bedoeld de vitamine, een stof, die voor het onderhoud van het li chaam absoluut onmisbaar is. Op het oogenblik weet men, dat de stof niet tot de vetten behoort, ook geen phosphor bevat, doch dat het een zeer ingewikkelde verbinding is der vier elementen, koolstof, wa terstof, zuurstof en stikstof. Vitamini komt in alle planten en vooral in zaad voor, verder in vleesch, versche melk en in eierdooiers. In het water lost het op. Het gaat echter te niet en dit is het be langrijkste wanneer het 1020 minuten lang tot 120 130 graad verhit wordt. Ook absolute droogte is nadeelig. Hierop berust waarschijn lijk het gevaar van droogte voor het vee De ontdekker der vitamine is Casimir Funk, die nu alle tering- ziekten toeschrijft aan gemis van deze stof. Worden de hersenen, die hier in een treffende vergelijking, een der drie pooten van den drievoet des levens genoemd worden, niet voldoende met vitamine gevoed, dan komen er gevolgen aan het licht, die eerst in het verslappen der spie ren, een ontaarding der zenuwen, storingen van bet hart en rheuma- tiek gevoeld worden, en dan met dood kunnen eindigen. Een gebrek aan vitamine heeft ook de oorzaak van tering. Men kan nog niet nagaan, tot welke omwenteling deze nieuwe leer kan leiden, wanneer zij blijkt waar te zijn, en wanneer dus erkend wordt, dat het koken van voedingsmiddelen der aan de bank toebehoorende munt en muntmateriaal. En ook moest voortaan jaarlijks de stand van het kapitaal en van het re servefonds der Bank openbaar gemaakt worden, terwijl aan de directie vrij heid werd gelaten om in overleg met commissarissen verdere meededeeli.i- gen te doen. De stipte geheimhouding alleen voor zoover het betreft particulieren bleef gehandhaafd. Het octrooi zou intusschen in 1864 afloopen en bijtijds moest daarin wor den voorzien. De Koninklijke besluiten hadden hun bloeitijd gehad en thans moest bij de wet de zaak worden geregeld. En het was een goede, duidelijke, helder gestelde wet, deze Bankwet van 1863 waarbij het octrooi opnieuw voor 25 jaar werd verlengd. Inderdaad heel iets anders dan onze wetgevers van tegenwoordig weten te produ- ceeren. Eigenlijk werd eerst door deze wet de bank inderdaad de „Nederlandsche Bank". Tot dusver was zij eigenlijk meer een plaatselijke instelling te Am sterdam geweest. In de provincie had men betrekkelijk weinig gemak van de instelling. In 1863 werd de Bank echter verplicht een bijkantoor te Rotterdam op te richten en agentschappen in de provincie. Thans zijn er, behalve de Bijbank te Rottardam met zeven cor- respontschappen, niet minder dan 17 agentschappen, 1 sub-agentschap en 76 correspondentschappen. Wèl dus behoort thans geheel Nederland tot inderdaad fchadelijk is. Er blijft dus niet veel anders over, dan tot de zeden onzer voorvaderen terug te kee- ren, en ons voedsel rauw te gebruiken —o Zou 't ernst zijn Het Nowoje Wremja deelt enkele bijzonderheden mede over de maatre gelen die de Russische regee ring denkt te nemen om het d r a n k- misbruik tegen te gaan en de armere klassen te helpen. Zij zal beginnen met vermindering der productie van brandewijn, stren gere straffen stellen op den ongeoor- loofden drankhandel, de bevolking doen voorlichten over de nadeelen van drankmisbruik en dronkenschap niet meer als verzachtende omstandig heid laten gelden bij misdaden. Verder zal de kleine nijverheid, vooral ten platten lande, worden be vorderd en aan kleine nijvenaars en boeren op gemakkelijke voorwaarden van staatswege geldelijke voorschotten worden verstrekt. - o De organisatie der misdadigers in Indië. Britïnch-Iodïë, het uitgestrekte keizerrijk in het Oosten, met zijn driehonderd millioen inwoners, is het land der organisaties bj uitnemend heid. Op school hebben wj geleerd, dat de Indiërs in drie „kasten" ver deeld waren, de priesters, de kr jgR- lieden en de ambachtslieden, en dat daaronder dan nog de Paria's ston den Wie met dat begrip voor oogen de Indische samenleving gadeslaat, be- grjpt er niets van Inplaats van drie of vier vindt hj meer dan twee duizend kasten Wat de leden van zulk een kaste bijeenhoudt, is van de meest verschillende aard beroep, stand, godsdienst, nationaliteit, enz enz Overal waar ten onzent een vereeniging zou kunnen worden op gericht, dat geeft in Indië aanleiding tot de vorming eener kaste. Deze gewoonte om geheimzinnig te doen en zich nauw aaneen te sluiten te genover de buitenwereld is natuur lijk al bjzonder aangenaam voor allen, d:'e reden hebben, iets te ver bergen. Zoo bestaat er ook in allen vorm een misdadigerskaste in Indië, of eigeüljk verscheidene zulke kas- teD, die feitelijk niets anders zjn dan rooversbenden. Ze wonen bij elkaar, soms in takkenhutten, en zijn Bouds in het bezit van eigen kudden buffels Elke dievenkaste heeft haar eigen werkmethode, zoodat een er varen politieman dadeljk zien kan, welke firma een bepaalde inbraak gepleegd heeft. De heeren hebben overigens geheel dezelfde gewoonten en opvattingen als hun Europeesche collega's Geheime teekens, op de deuren aangebracht, geven inlichtin gen wachtposten staan op den uit- het arbeidsveld van de Bank. Geen wonder dat het personeel van de Bank voortdurend uilgebreid moest worden. Werd het bedrijf gedurende de eerste 50 jaar uitgeoefend in eenige bekrom pen kantoorlokalen in een groepje stemmige burgerhuizen, gelegen aan de Oude Turfmarkt, op den duur werd de toestand daar onhoudbaar. Die hui zen behoorden tot Staatsdomein en werden aan de Bank ten gebruike afgestaan zonder berekening van huurr alleen het onderhoud kwam voor hare rekening. Na aanneming van de Bankwet van 1863 moest er echter verandering komen. En er kwam verandering. Den 5den Mei 1864 besloot de di- i rectie alle gebouwen aan te koopen voor f276 575 en korten tijd later werd met den bouw van het tegenwoordige gebouw begonnen. Vier jaar later was men met den bouw gereed. Intusschen is langzamerhand de ruimte weder veel te beperkt geworden en het vorige jaar heeft de Bank zich door aankoop van het St. Bernardusgesticht opnieuw de noodige ruimte verzekerd. In de Bankwet van 1863 werd voor het eerst de verhouding bepaald waarin het gezamenlijk bedrag van bankbil jetten, bankassignatiën en rekening courant saldo's door munt of munt materiaal moet zijn gedekt. Het bepalen van het percentage werd echter verwezen naar een Ko ninklijk besluit. Dat geschiedde bij K. B. van 4 Juni 1864 en toen werd het bepaald op 40

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 5