w?
Flick's
Cacao
No. 240.
Zaterdag 11 April 1914.
5e Jaargang.
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
Stichter: H. A. van Dalsum.
Bierkaaistraat A 28 te Hulst.
Gentschestraat B te Hulst.
ER IS
de allerbeste.
DE VOLKSWIL
REDACTIE:
Abonnement per drie maanden
NEDERLANDf 0.50.
BELGIEfr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen. -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad^ neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud
van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
DRUKKER IJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25.
De vorst dezer wereld,
-o—
In OHzeB eersten vader Adam,
die zich door Satan tot zonde had
laten verleiden, was het gansche
mensehelijk geslacht gevallen, en
door een rechtvaardig oordeel Gods
aan satans heerschappij onderworpen
in dien zin, dat geen mensch, door
eigen kracht, noch van dien val
zich kon oprichten, noch, algemeen
gesproken, aan satans verleiding tot
zondigen konde wederafaan En het
is ter oorzake van deze onderwer
ping, dat hem in de heilige Schriften,
onder andere benamingen ook soms
die van vorst dezer wereld
gegeven wordt.
DusSatan werd zoo genoemd,
omdat, in het algemeen, niemand
aan zijne verleiding tot zondigen
kon weerstaan
Wij vragen de zeer ernstige aan
dacht van onze lezers voor die
woorden, welke niet zijn van ons,
maar die wij overnamen uit een kerke
lijk boek, een geauthoriseerde aan-
teekening op de Heilige Schrift. En
wel, omdat velen hierin zullen vin
den de verklaring van veel, dat
voor ieder onbegrijpelijk is.
Als wij rondom ons heen zien,
en ieder doet dit en merkt het op,
dan erkent ieder dat eiken dag
toeneemt de afval tegen ons, en
ieder erkent tevens dat deze afval
geen wettige oorzaak heeft maar
gevolg is van brooddwang, brood
vrees, valschheid, lafheid, afgunst,
en, dat deze afval gevolg is van
het steeds voortwoekerende, alle
kringen omvattende verpolitieken van
den godsdienst onder leiding van het
Heiligdom.
Dat dit verpolitieken heeft aange
rand het wezen zelf van het geloot
erkent ook ieder, daar ieder weet,
dat met name in den katholieken
boerenstand van ons gewest wel
wordt geloofd uan een God, maar
niet aan een God die zegent en
straft. En uit dezen boerenstand
komt grootendeels voort onze gees
telijkheid, die, en dit erkent ook
ieder, door haar optreden een zelfde
geloof belijdt als die boerenstand
als zij toch geloofde aan her Geloof
zooals het luidt in de woorden, dan
zou zij niet hebben kunnen handelen
als zij gehandeld heeft tegen ons,
wij hier staande als een teeken, als
een werktuig in Gods hand.
Door het aldus, door het verpo
litieken, aanranden van het wezen
van het geloof, en dit onder eigen
leiding van het Heiligdom, heeft dit
laatste hier in alle kringen te niet
gedaan het werk der Ver o'siDg,
dat is, het heeft daardoor den weg
geeffend voor de macht van Satan,
dat is dat tegen de verleiding van
deze de geloovige in het algemeen,
niet meer kan weerstaan.
De Kamerverkiezing van 1913
was voor het katholieke kanton Hulst
geen gewone verkiezing, zij was niet
anders dan een middel om te doen
openbaren de gedachten der harten
(Nav. 3 46), welk openbaren moest
zijn een teeken (Lucas 2 35), dat
zou zijn een heimelijk oordeel ter
beproeving zoowel van den schuldige
als van den onschuldige, en dat een
oordeel zou voorafgaan (Nav. 3 46)
Dit oordeel nu is over
ons gewest gekomen, en dit
oordeel bestaat hierin, dat Godin
het algemeen zijne genade
heeft weggetrokken uit
Hulst en uit de omgevi ng.
Wij zeggenin het algemeen, en
wel om deze reden.
Wij, door ons Godsvertrouwen,
en döor onze getrouwheid gebleken
in de beproeving, hebben niet alleen
de genade aan ons behouden, maar
deze is zelfs in ons vermeerderd ge
worden naar mate die verleend aan
anderen zich van deze anderen ver
wijderde het is hierdoor dat die
anderen, door hun valschheid en hun
broodroof denkende ons te verarmen,
ons wel deden verarmen in bet
aardsche goed, maar daarentegen
ons verrijkten in de genade Gods,
en deze deed daardoor eenerzijds
versterken onze zielekracht en ander
zijds ons waarborgen het hebben van
al het andere, dat is van alles wat
wij noodig hebben.
Door de vermeerdering van de
genade in ons kunnen wij hiervan
uitdeelen aan anderen, de uitdeeling
zelve hiervan doen wij doormiddel van
De Volkswil, maar de verdeeling
van deze uitdeeling geschiedt niet
door ons doch door den II, Geest
die deze genade toepast op die
Volkswillers, welke in waarheid en
in oprechtheid zich houden aan ons.
In het algemeen gesproken Satan
is geworden de Heer van het Kat
holieke kanton Hulst, in het alge
meen gesproken niemand kan hier
meer weerstaan aan zijne verleiding
tot het kwaad. En dit als een zeer
logisch gevolg van de haat tegen
ons, daar deze haat geleid van uit
het Heiligdom, is gegrond op de
afgunst wegens Gods genade in ons,
waardoor deze daad, die is een
zonde tegen den II Gee3t, natuur
lijk moet leiden tot het verlies der
genade in den dader, en dat is hier
nagenoeg het geheele volk.
En dat dit kwaad hier schrikbarend
hoog stijgt, en met name in Hulst
zelve, erkent ieder: dit kwaad is niet
alleen geslegen tot de daad van verraad
van vrienden en weldoeners (Inferno
33, 34), niet alleen tot de daad van
valschheid onder mannen en jonge
lingen, die zich reeds openbaart onder
de kleine kinderen, dus het opkomend
gesiacht, door hun stille berekende
koudheid der ziel (Inferno 16), niet
alleen tot de daad der nietèlingen
(Inferno 3), niet alleen tot de daad
der veile magistraten (Inferno 21),
niet alleen tot de daad der leugenaars
met eed (Inferno 30), niet alleen tot
de daad der dieven zich reeds open
barende in kinderen (Inferno 24), maar
zelfs tot de zonde van Sodoma door
en onder kinderen, het op
groeiend geslacht, tot zelfs
door kinderen de daad plegende en
kele dagen na de plechtige Eerste
Heilige Communie.
Hef katholieke kanton Hulst is niet
alleen voor heel het katholieke Neder
land, maar misschien zelfs voor de
geheele Kerk een schrikbarend teeken
van wat beteekent het verpolitiekte
Christendom, dit laatste als een daad
van tegenstreven van den uitdrukke-
lijken wil van Pius X in de leuze van
zijn Pausschap, daar er niemand is,
die eenerzijds in ons maatschappelijk
leven zooveel Godsvertrouwen heeft
getoond, en anderzijds met zooveel
kracht als waar Christen tegen dat
verpolitieken heeft gewaarschuwd en
daartegen is opgekomen ondanks alle
gevolgen en ondanks alle macht van
boosheid in eenheid samengespannen
tegen ons, die alleen staan.
In het bizonder gesproken de ver
leiding om tegen het kwaad te weer
staan vindt in het kanton Hulst
alleen zijn kracht in het trouw zijn in
geest en in waarheid aan onze Volks
wil, en wel in haar grondgedachte
van het recht Gods door den wil des
volks.
De strijd, gevoerd door en rondom
onzen persoon is geen gewone strijd
het is er een die om het behoud en
om het verlies van de ziel van ons
volkaan onze zijde het behoud, aan
de zijde van het verpolitiekte Chris
tendom het verlies. En het krachtigste
strijdmiddel om het behoud is het ge
bed, en met name het gebed door het
geloof aan een God Die loont en straft.
De groot e beteekenis
van Paschen.
O
Een zeker iemand kwam bij Napo
leon en gaf aan deze zijn voornemen
te kennen een nieuwe godsdienst te
stichten.
Napoleon gaf voor raadwel, dan
moet gij u laten kruisigen, en daarna
uit den dood weder op staan. De
menschen zullen u dan gelooven.
De geschiedenis verhaalt niet, dat
deze iemand dezen raad heeft opge
volgd.
Als onze eerste stamvader in het
Paradijs was bezweken voor de be
koring van Satan verloor in Adam de
menschheid het vermogen om tot den
hemel te geraken, en verzwakte zijne
menschelijke natuur, niet alleen
lichamelijk, doordat deze vatbaar werd
voor ziekten en lichamelijke dood,
maar verzwakte zijn wil om te weer
staan aan de verleiding het kwaad te
doen.
Maar in het Paradijs beloofde de
Schepper aan de gevallen menschheid
een Verlosser, die voor deze den he
mel weder zou openen en zou ver
sterken den verzwakten wil om aan
de verleiding tot het kwaad te kunnen
weerstaan.
Vóór deze Verlosser had de mensch
alleen de natuurlijke gaven om aan
die verleiding te weerstaan, na den
Verlosser verkreeg de mensch naast
deze natuurlijke gaven de gaven van
genade, en moest met beide mede
werken, om te bereiken, zijn doel
het hemelsch Vaderland.
De Verlosser werd echter als zoo
danig door velen niet erkend, niet
tegenstaande Hij wel voldeed aan de
voorwaarde, die Napoleon noemde om
te gelooven, en dit, omdat die velen
geen behoefte gevoelden aan een Ver
losser der zielen maar hadden ver
wacht een Verlosser van aardsche
overmacht en tot aardsche overheer-
sching.
De dag van Paschen is de dag van
herdenking van de Verrijzenis van den
Verlosser uit de dooden en wel door
eigen kracht. Door deze Verrijzenis
werd te niet gedaan het werk der
verleiding in den stamvader van het
menschelijk geslacht, werd voor dit
de Hemel weder ontsloten. Deze dag
is daarom een dag van zielevreugde.
doch alleen voor hen, die dezen dag
erkennen in zijn volle, ware beteekenis.
Door de Verrijzenis werd bewezen
dat Degene, die in het Paradijs in
Adam aan de menschheid was be
loofd, werkelijk was de Beloofde der
volkeren.
Deze Beloofde was niet beloofd als
een aardsche grootheid, als een die
de menschheid zou leiden tot aard-
schcn rijkdom, kennis en macht, in
tegendeel tijdens zijn verkeer op
aarde verkeerde hij bij voorkeur onder
de kleinen dezer wereld, en omringde
zich geheel niet met aardschen luister
en aardsche macht.
De Verlosser werd niet, en wordt
ook nog op heden niet, door velen
niet in de ware beteekenis erkend,
omdat ook nog heden er velen zijn
die wel Zijnen naam belijden, maar
dezen naam verbinden tot een streven
tot aardsche macht. Dit streven heet
in onze dagen het verpolitiekte Chris
tendom, en het is in wezen dezelfde
geest, die den Verlosser deed ver
werpen als den beloofden Messias
daarom is dat streven anti christelijk
ondanks zijn vrome leuzen. Ook het
verwerpen van den Messias door het
toenmalige Uitverkoren Volk en door
het latere Anti christelijke Heidendom
geschiedde onder vrome leuzen.
De groote beteekenis van den
Paaschdag is alzoo de herdenking van
de Verrijzenis uit de dooden, en wel
van den Verlosser der menschheid,
daarmede te niet doende het werk
der verleiding in het Paradijs.
Door bovengemeld streven van het
verpolitiekte christendom wordt in de
aanhangers hiervan weder te niet ge
daan het werk der Verlossing daarom
is dit verpolitiekte christendom zulk
een oneiniig groot kwaad, en is het
ons, die dit kwaad doorschouwen,
een onmogelijkheid onze stem in te
houden om er tegen te waarschuwen,
al wordt tegens ons aangevoerd alle
kwaad dat de Booze maar kan aan
voeren tegen ons, de Booze daartoe
bezit nemende van zielen die bereid
zijn ons dit kwaad aan te doen.
De herdenking van de Verrijzenis
van den Verlosser wordt uit den aard
der zaak godsdienstig gevierd.
Hoewel in onze streek zoowel vriend
als vijand erkennen, dat ons huis,
moeder, zuster en ons, geeft een voor
beeld" van christelijk leven voor het
geheele district, is het toch juist ons
huis, dat door den bedienaar van de
godsdienstige viering hiervan wordt uit
gesloten, en dit omdat wij door woord
en door daad waarschuwen en opko-
koraen tegen het verpolitieken van
den christelijken godsdienst.
Deze uitsluiting, bij ambtelijken
brief uitgesproken, is alzoo het offici-
eele bewijs van den bewusten of on-
bewusten wil in de ambtelijke diena
ren in dien godsdienst, in dezen gods
dienst te niet te doen het werk der
Verlossing, te niet te doen de groote
beteekenis van Paschen.
Dit ambtelijke bewijs is een voort
durende aanklacht bij den Heer tegen
die bedienaren, dat hen eenmaal zal
leiden tot een smadelijk Oordeel als zij
dat bewijs niet te niet doen op dezelfde
wijze waarop het is gegeven, dat is
ambtelijk en schriftelijk en door her
stel.
Massa-stemrecht.
Daar is natuurlijk prof. F a b i u s
geen voorstander van. Hij schrijft er
over in zijn „Studiën en Schetsen"
Het massa-stemrecht is reeds zeer
oud. Ook wordt het in de Heilige
Schrift vermeld. Zoo in Marcus 14 6
en volgg.
En op hef feest liet hij de Stad
houder hun eenen gevangene los,
wien zij ook begeerden.
En er was een, genaamd Barra-
b a s, gevangen met andere medeop
roermakers, die in het oproer eenen
doodslag gedaan had.
En de schare riep uit, en begon te
begeeren, dat hij deed, gelijk [hij hun
altijd gedaan had.
En P i 1 a t u s antwoordde hun, zeg
gende Wilt gij, dat ik u den Koning
der Joden loslate
(Want hij wist, dat hem de over-
priesters door nijd overgeleverd
hadden).
Maar de priesters bewogen de schare,
dat hij hun lieverBarabbas zoude
loslaten.