De Volkswil
De
BIJVOEGSEL
van
van 4 April 1914.
Van alles wat.
ST. THOMAS.
De nieuwe hayen van St. Thomas.
Wanneer men een rechte lijn van
Europa naar het Panama-kanaal trekt,
loopt deze ongeveer over het eiland
St. Thomas, een der aan Denemarken
toebehoorende Antillen (St. Thomas,
St. Croix en St. Jean). Het voordeel,
dat door de opening van het Panama
kanaal hieruit zou kunnen voortvloeien,
heeft de Deensche regeering zeer wel
begrepen, te meer daar de haven van
St. Thomas eene van nature gunstige,
beschutte ligging heeft.
De gunstige ligging van deze haven
bleek in den tijd der zeilschepen.
Destijds was de haven van St. Tho
mas de verzamelplaats van de ver
schillende zeilschepen in dat gedeelte
van den aardbol en was het de ge
woonte vóór de invoering van de te
legraaf, dat de kapiteins St. Thomas
aandeden om aldaar hunne orders te
ontvangen. In dien tijd had dit eiland
eene internationale beteekenis en was
het de stapelplaats voor de omrin
gende eilanden. Toen de stoomsche
pen langzamerhand de zeilschepen
verdrongen hadden, verloor ook St.
Thomas zijne groote beteekenis.
Thans doen o.m. de volgende
stoomvaartlijnen het eiland aan de
Hamburg-Amerika-Lijn met een dienst,
die de haven 5 a 6 maal per maand
aanloopt, de Compagnie Générale
Transatlantique, eens per maand, de
Leyland Lijn en de Quebec Steamship
Co.verder the Danish East Asiatic
Co., die reeds gedurende tien jaar
eene geregelde vaart op dit eiland
onderhoudt. De meeste stoomvaartlij
nen hebben hier haar vast kolensta
tion. Algemeen is men van oordeel,
dat de opening van het Panama-kanaal
van grooten invloed zal zijn op de
scheepvaart van St. Thomas, waarvan
de afstand tot het Panama-kanaal on
geveer vier dagen bedraagt.
Zooals inen zich herinneren zal,
heeft de Deensche regeering verschil
lende verbeteringen aan de haven laten
aanbrengen, o. a. door den haven
ingang te verbeteren, door te laten
baggeren en uitdiepen, een vuurtoren
te bouwen, terwijl in de omgeving
opnamen zijn gedaan om eene nauw
keurige zeekaart te verkrijgen. Het
scheen niet op den weg der regeering
te liggen, de haven in een zoodani-
gen toestand te brengen, dat zij zal
kunnen voldoen aan de eischen, welke
aan eene zeer moderne haven worden
gesteld. Men oordeelde het beter, dit
aan het particulier initiatief over te
0
Wij Willem, bij de gratie Gods,
Prins van Oranje-Nassau, Souve-
rein Vorst der Vereenigde Neder
landen, enz. enz. enz.
In aanmerking nemende de op Ons
rustende verplichting, om den Koop
handel, als den zenuw van dezen Staat,
op te beuren uit het verval, waarin
voorgaande tijden en omstandigheden
denzelven hebben gebracht.
Overwegende, dat bij de hernieu
wing van de Commercieele betrekkin
gen der Vereenigde Nederlanden de
gereede omloop van geld en gelds
waarde onder die eerste behoeften
moet worden gerekend, in welke het
Hoodzakelijk is te voorzien, om eene
gegronde hoop te kunnen voeden op
de terugkomst van die welvaart, welke
onze Vaderen hebben genoten, en wel
ker herinnering Wij, onder den God-
delijken zegen, door een verbond van
goede trouw en eerlijkheid, met vlijt
en volharding, onder de ingezetenen
dezer landen mogen verwachten
Overwegende, dat tot regelmatige
bevordering van dien omloop, geen
heilzamer middel te vinden is dan de
invoering eener op openbaar gezag in
gestelde Nationale Bank, bijeengebragt
door de vereeniging der middelen van
het Gemeene Land met die van de
particulieren, en gewaarborgd door
reglementaire bepalingen, welke, ten
aanzien der door haar in omloop ge-
bragte waarden, de noodige gerust-
laten. Daartoe vroeg, zooals bekend,
eene groep van invloedrijke personen,
eene concessie aan, die met eenige
wijziging bij de wet van 7 Juli 1912
werd verleend. De concessie werd
terstond kosteloos overgedaan aan de
„West Indian Company Ltd.", eene
maatschappij met een kapitaal van 20
millioen Kronen. Het lag in de be
doeling hiervan eene nationale onder
neming te maken, zoodat er aandee-
len werden uitgegeven van Kr. 20 elk.
De leiding der zaken ls opgedragen
aan de „East Asiatic Company".
Het uit te voeren werk bestaat in het
maken van aanlegplaatsen in en het
uitdiepen van een gedeelte van Long
Bay, zoodat schepen met een diepgang
van 9.5 M. toegang zullen hebben, zoo
mede uit het maken van een golfbre
ker door Rupert Rock te verbinden
met het vasteland. De kosten tot vol
tooiing van het voorloopige plan
worden op Kr. 9 millioen geraamd.
Tot de outilleering van de haven
worden gerekend het bouwen van een
station voor draadlooze telegrafie, zoo
mede van een dok voor schepen met
eene waterverplaatsing van minstens
15.000 ton en een dieptegang van 9,5
M., het aanleggen van havendammen,
werven, pakhuizen, reservoirs voor
petroleumresidu, electrische licht- en
krachtstations, koelkamers, waterreser
voirs, kortom alles, wat verlangd kan
worden van eene modern uitgeruste
haven.
Het plan wordt overwogen om met
het oog op de mogelijkheid, dat het
eiland eene stapelplaats wordt voor
de goederen, die naar andere landen
vervoerd moeten worden, St. Thomas
tot vrijhaven te maken, waarvan het
verkèer in niet geringe mate voordeel
zou trekken, zooals te Kopenhagen in
de practijk is gebleken. Een equiva
lent voor de mindere, inkomsten van
de invoerrechten hoopt men te vinden
in grootere inkomsten uit havengelden,
enz., voortspruitende uit een drukker
scheepvaartverkeer.
De verleende concessie mag slechts
aan derden worden overgedragen on
der goedkeuring van den Minister van
Financiën, terwijl de Deensche regee
ring zich het recht heeft voorbehou
den na verloop van een bepaalden tijd
en onder zekere voorwaarden de ha
venwerken en andere installaties te
naasten. Het betreft hier eene zuivere
Deensche onderneming, die door de
opening van het Panama-kanaal hoogst
waarschijnlijk eene zeer groote toe
komst tegemoet gaat.
Men hoopt het eerste deel van het
heid kunnen geven
Overwegende, eindelijk, dat een der
gelijke instelling alleszins verdient te
worden ondersteund door buitenge
wone voorregten, welke haar aanwe
zen krachtig in deszelfs aard, nuttig
voor het algemeen, en voordeelig ma
ken zullen voor allen, die daaraan zul
len deelnemen of met dezelve zullen
in betrekking komen
Gehoord Onzen Commissaris-Gene
raal van Financiën en den Directeur-
Generaal der Centrale Kas en der
Nationale Schuld
Hebben besloten en besluiten te
arresteeren, zoo als gearresteerd wordt,
bij deze, het volgende
Octrooi en Reglement
voor de
Nederlandsche Bank.
't Was 25 Maart, juist honderd jaar
geleden, dan in bovens'aande bewoor
dingen door den Souvereinen Vorst
van de Vereenigde Nederlanden aan
„De Nederlandsche Bank" octrooi werd
verleend om als circulatiebank op te
treden. Het betreffende besluit ver
scheen in het Staatsblad No. 40 van
1814; 't was het eerste dat door den
Souvereinen Vorst te Amsterdam werd
genomen. Tien dagen nadat het octrooi
verleend was, den 4den April, werd
reeds de Rijkskas overgenomen en den
daaropvolgenden dag werd de Neder
landsche Bar.k voor het publiek open
gesteld.
Het octrooi werd verleend voor 25
jaren, aanvangende 1 April 1814, en
gedurende dit tijdsverloop kon het niet
anders worden ingetrokken dan wan-
werk met Kerstmis 1914 gereed te
hebben, hoewel reeds eerder groote
schepen aan het zuidélijke gedeelte
zullen kunnen aanleggen.
De electrische centrale is bijna ge
reed, deze is geheel vervaardigd van
cement en ijzer. De nieuwe weg naar
Long Bay is gereed, evenzoo twee
bruggen van gewapend beton. De
groote electrische kraan voor laden
en lossen van kolen wordt binnen
kort verwacht.
Ook andere particuliere maatschap
pijen als de Creque's Marine Slip
Doek, de St. Thomas Doek Enignee-
ring arid Coaling Co., de Hamburg
Amerika Linie, de W.I, and P. Tele
graph Co. Office, zijn bezig haar be
drijf in overeenstemming met de mo
gelijke gevolgen van de opening van
het Panama-kanaal te brengen.
Ten einde het werk te bespoedigen
wordt er 's nachts met electrisch licht
doorgewerkt aan het maken der kade,
waarvoor nu reeds over eene lengte
van 2.400 voet palen in den grond
zijn geheid, verder is men druk bezig
met het uitdiepen der baai tot op 30
voet.
Het eiland St. Thomas ondervindt
reeds de voordeelen door de uitbeta
ling der loonen aan -de werklieden,
die voor het werk zijn aangenomen.
Handelsberichten.
o—
SPITSBERGEN.
Zweedsche steenkolen relden op Spits
bergen. Meer en meer trekken in
den laatsten tijd in Zweden de op
Spitsbergen gelegen steenkolenvelden
de algemeene aandacht. Er bestaan op
het oogenblik vier Zweedsche steen
kolenvelden op dat eiland. De daarin
gevonden steenkolen behooren tot
drie verschillende formaties. Die der
oudste formatie, de zgrl. carbonkolen,
schijnen in de grootste hoeveelheden
aanwezig te zijn. Naar eene waar
schijnlijkheidsberekening, die men thans
heeft gemaakt, zonder dat deze uit den
aard der zaak aanspraak kan maken
op betrouwbaarheid, is de rijkdom aan
die soort steenkolen zoo groot, dat in
de behoefte van Zweden gedurende
vele eeuwen zou kunnen worden voor
zien. De steenkolen kenmerken zich
weliswaar door een hoog aschgehalte,
in doorsnede ongeveer 10 pCt., doch
zij bezitten overigens verschillende
goede eigenschappen, die haar ge
schikt maken voor brandstof in locor
motieven en in het bijzonder om er
hoogovens mede te stoken. Naar het
geen ter zake deskundigen verklaard
hebben, zouden zij voor dit laatste
doel direct gebruikt kunnen worden
en niet vooraf aan eene bewerking
onderworpen behoeven te worden.
Behalve een veld met betrekkelijk
minderwaardige jura-ko!en is er ten
slotte nog een, in oppervlak het groot
ste van de vier, waarin steenkolen van
het tertiaire tijdperk gevonden worden.
Deze kolen hebben, niettegenstaande
haar geringen ouderdom, geenszins
het karakter van bruinkolenhet zijn
integendeel steenkolen met een hooge
warmtewaarde en een laag aschge
halte. Dezelfde kolen worden al jaren
lang op groote schaal in de Ameri-
kaansche mijn gedolven en hebben
neer „drie vierden van alle de deel
hebbenden zich vereenigen, om daar
toe aan Ons verzoek te doen, ofte ook,
wanneer de Bank, afwijkende van de
bepalingen, bij dit octrooi en opvol
gende Reglementen vastgesteld, zich
het voortdurend genot van dit octrooi
onwaardig mogt maken."
Nu, zoover is het nooit gekomen en
over eenige weken zal het honderd
jarig bestaan der Bank luisterrijk ge
vierd kunnen worden. Wat de Bank
gedurende dien tijd is geweest voor
ons land, valt niet zoo gemakkelijk in
een paar woorden te zeggen. Haar
werken ten dienste van handel en nij
verheid, haar positie ten opzichte van
de internationale geldmarkt, haar stre
ven om het crediet van Nederland te
genover het buitenland hoog te houden,
zijn van zoo veelomvattende beteeke
nis, dat het voor een vakman
niet moeilijk zou vallen daarover
eenige boekdeelen te vullen.
Wanneer wij uit de geschiedenis der
Bank het een en ander vertellen, dan
moeten we ons dus vanzelf tot eenige
hoofdpunten bepalen.
Volgens het octrooi van 1814 zou
den de werkzaamheden der Bank be
staan
lo. In het escompteren van wissel
brieven.
2o. In het beleenen van effecten,
goederen, waren en koopmanschappen.
3o. In den handel in goud en zilver,
biljoen en verder muntmateriaal, en in
het doen vermunten van het zilver en
eindelijk
4o. In het ontvangen van gelden
van den Lande en alle publieke
reeds een afzet gevonden in Noorwe"
gen, alwaar zij zich in een goeden
naam verheugen en even duur of zelfs
duurder betaald worden dan de beste
Engeische steenkolen van die soort.
De hoeveelheden dezer steenko
len zijn zeer aanzienlijk. Men
meent te kunnen rekenen op een paar
milliard ton, waarvan de best bereik
bare in het Zweedsche veld bij Bel-
sunde en het Amerikeansche veld ge
vonden worden.
De grootste bezwaren voor mijnont-
ginning op Spitsbergen zijn gelegen
in den korten verschepingstïjd, 2 a 4
maanden, alsmede in den onregelma-
tigen ijsgang. Tegen deze bezwaren
wegen echter verschillende voordeden
op, zooals o.a. de goede qualiteit der
steenkolen. De afstand tot Narvik be
draagt niet meer dan 100 mijlen en
men kan zeggen, dat deze onmetelijke
kolenvelden dichter dan eenige andere
van beteekenis gelegen zijn bij de voor
naamste ijzerertsvelden in Noord-
Zweden.
Naast Amerika bezit thans Zweden
de voornaamste steenkolenvelden op
Spitsbergen. De nationaal-economische
rol, die in de toekomst de ontginning
dezer velden eenmaal zal kunnen spe
len, valt niet gering te schatten. De
tegenwoordige invoer in Zweden van
steenkolen bedraagt ongeveer 50 tot
70 millioen kronen jaarlijks en een
tijd kan komen, waarin de behoefte
aan buitenlandsche steenkolen zich op
nog drukkender wijze zal doen gevoe
len dan thans.
(MededeeÜng van den tijdelijk
Zaakgelastigde Graaf van Alden-
burg Bentinck te Stockholm).
(Handelsberichten).
O
De geologische exploratie ran China.
Professor J. Andersson, chef van den
geologischen dienst in Zwedjn heeft
door bemiddeling van den Zweedschen
gezant te Peking van de Chineesche
Regeering de opdracht gekregen, China
geologisch te onderzoeken. Vanaf Mei
a. s. zal hij zich bezighouden met het
organiseeren van een systematische
exploratie. Totnogtoe heeft China geen
tak van dienst, die bepaald op het
geologisch onderzoek is aangewezen.
Toch is de geologische exploitatie niet
vreemd voor de Chineezen er is een
cer.traal-mijnbureau, dat totnogtoe veel
onderzoekingen deed op dit gebied.
Prof. A.idersson zal in zijn werk bij
gestaan worden door eenige Chinee
sche geologen, waarvan enkelen hun
opleiding in Europa ontvingen, ande
ren in China zelf opgeleid worden.
o
De kwikzilverdampturbine.
De Fransche uitvinder Emmet heeft
een kwikzilverdampturbine" uitgevon
den, waaraan hijzelf een groote toe
komst voorspelt.
Bijzonderheden zijn nog niet bekend.
Men weet slechts, dat het een Laval-
turbine is, door kwikzilverdamp ge
dreven, welke op vernuftige wijze
weer wordt opgevangen. Volgens Em
met is een der grootste voordeelen
authoriteiten, in rekening-courant, in
het betalen van assignatiën of quitan-
tiën, door deselven op de Bank af te
geven, en zulks niet verder of meerder
dan het montant op derselver reke
ning bij de Bankte goede zijndever-
leenende de Bank nooit eenigerlei
voorschot of crediet, in bianco, aan
wien het ook zijn moge.
Ten einde de handeldrijvende inge
zetenen voor alle nadeeien te hoeden,
werd aan de Bank het drijven van
eenigen koophandel verboden. Zij
mocht niet koppen, inruilen of ver
krijgen eenige waren, koopmanschap
pen, ofte goederen, hoe ook ge
naamd, noch eenige effecten of cre-
dieten....
Ook mocht zij niet „direct of indi
rect deelnemen in eenige buiten- of
binnenlandschen handel, bedrijven en
compagnieschappen, van schepen, assu
rantiën, visschetijen, fabrijken, trafijken,
landbouw of eenige andere hoege
naamd."
De aard en de omvang der werk
zaamheden zijn gedurende het honderd
jarig bestaan der Bank heel wat ge
wijzigd en uitgebreid, maar de grond
slagen der vennootschap als circulatie
bank en nationale credietinstelling zijn
onveranderd dezelfde gebleven.
Ook nu nog mag de Bank zich, be
halve hare werkzaamheden als circu
latiebank, met geen andere operatiën
bezighouden dan
lo. met het disconteeren van wis
sels, assignatiën en orderbriefjes met
minstens twee solidair verbondenen en
met een looptijd van niet langer dan
de gebruiken des handels medebren-
van de nieuwe turbine, dat hij wel
45 pCt. aan brandstof bespaart.
o
Waren alle meisjes maar zooI
„Geene lippen, die in aanraking
met wijn komen, zullen met mijne
lippen in aanraking komen," was de
korte, maar duidelijke reden, welke
Mis Bessie Hitchcock, Minneapolis,
opgaf, waarom zij, onmiddellijk vóór
de inwijdingsplechtigheden hun begin
zouden nemen, brak met haar toeko
mende bruidegom. Miss Hitchcock,
die kassier is in Radsion-hotel, waar
inwijding en bruiloft zouden plaats
vinden, was korten tijd geleden in
kennis gekomen met een vermogend
New-Yorker, mr. Campbell, die eeni
gen tijd in het hotel verblijf hield. De
kennismaking voerde in korten tijd
tot verloving en de bruiloft zou ge
vierd worden. De gasten en de pre
dikant, die het huwelijk zou inwijden,
waren reeds verschenen. Op dit
oogenblik boog de bruidegom zich
neer tot de bruid en fluisterde haar
enkele woorden in het oor en op
hetzelfde oogenblik stiet zij hem van
zich af en sprak de bovengemelde
woorden, waarna het bruilofsge
zelschap uiteenging en de bruidegom
verdween.
Ja, waren maaralle meisjes zoo!
o
Gevangenissen worden Sclmren.
Sedert de herbergen in de sjaat
Kansas opgeheven zijn en er alzoo
verbod is ingevoerd, is de armoede
en de misdadigheid sterk afgenomen.
De gouverneur vertelde ons onlangs,
dat armoede bijna niet meer gevonden
werd in de staat Kanas.
De misdaden waren ook in dien
graad afgenomen, dat vele gevange
nissen ledig stonden. Onder anderen
vertelde hij over een streek, waar de
boeren zulk een rijke korenoogst
hadden, dat zij er geen plaats mee
wisten. Toen verzochten zij de stad
on vergunning de ledige gevangenis
sen te mogen gebruiken om het koren
daarin te bewaren waartoe zij ook
verlof ontvingen. Anders wordt de
methode zoo dikwijls gevolgd dat men
koren tot brandewijn verandert en de
menschen hiermede vult om ze daarna
weer in de gevangenissen te werpen.
Maar deze nieuwe wijze, waarvan hier
verteld wordt, is toch ongetwijfeld het
best voor de menschheid en de beste
oplossing van het grootste samenle-
vings-vraagstuk,
Dr. CHARLES SHELDON,
—o
De nianwe wandelstok.
Koning Edward heeft de groote
heeren-mode-magazijnen belangrijke
diensten bewezen, door een nieuw
soort hoed of een nieuwe type pan
talon te lanceeren. Zijn zoon George
volgt hem op als mode-Koning. Hij
heeft dezer dagen wandelstok 1914
gelanceerd. Twee fabrikanten vochten
tegen elkaar om de gunst van den
Koningde een wilde een rietje met
knoest introduceeren, de ander kwam
voor den dag met een tamelijk dikken
tak met eivormigen knop van been of
ivoor. De koning koos nummer twee...
gen en in geen geval van langer dan
6 maanden van hier te lande binnen
3 maanden aflosbare of verschijnende
schuldbrieven of rentebewijzen, zoowel
van nationale als van vreemde schuld
en van soortgelijke stukken van bijzon
dere lichamen of vennootschappen,
altijd onder solidaire medeverbintenis
van den discontant2o. met het be
leenen van effecten, hetzij staats
schulden, hetzij aandeelen en obliga-
t;ën van bijzondere lichamen of maat
schappijen, goederen, waren en koop
manschappen, munt en muntmateriaal;
3o. met den handel in goud en zilver
en het doen verwerken en vermunten
daarvan 4o. met het ontvangen van
gelden in rekening-couranthet in
bewaring nemen van gelden en andere
waarden op door haar openbaar te
maken voorwaarden; het koopen en
verkoopen van wissels en ander han
delspapier,. buitenlands betaalbaar, met
twee of meer solidair verbondenen en
met geen langeren looptijd dan de ge
bruiken des handels meebrengen en
5o. met het in bewaring nemen van
gelden en andere waarden op de voor
waarden, door haar in het openbaar
aan te kondigen. Het is de Bank ver
boden crediet of voorschot in blanco
te verlèenen, in ondernemingen deel
te nemen, hare eigen aandeelen in de
koopen, effecten, goederen enz. te koo
pen of te bezitten, haar eigen aan
deelen te beleenen of hypotheken te
verstrekken. Alleen het reservefonds
en het vijfde gedeelte van het aandee
lenkapitaal mogen in effecten belegd
worden.
Men ziet het, wat ook in de werk-