"Vader
BUREAU TOT KIT ÏAN WETENSCHAPPELIJK NIEOWS.
r*n coet 8659 handtekeningen aan
de Tweede Kamer gezonden, ten
geleide van zijn adres, waarin ver
zocht wordt den invoer van vogel
huiden en veeren te verbieden. Er
zijo echter nog vele formulieren in
omloop, die de heer Jurriaanse gaarne
oog terug verwacht. En ook zijn er
nog meer te krijgen,
o
RUSLAND.
Invoerrecht op graan. In den
Congresraad der Vertegenwoordigers
van Handel en Industrie kwam kort
geleden het wetsontwerp betreffende
de rechtenheffing van graan uit het
buitenland, ter sprake. Men achtte
het dringend gewenscht, dat de rech
ten in Augustus a.s. worden ingevoerd
en dat de invoering der nieuwe be
palingen gelijktijdig zou plaats hebben
voor het rijk en voor Finland, speci
aal in het belang van de bezitters van
meelfabrieken te Reval.
Het verzoek van het Revaische
Beurscomité om vrijen invoer van
maïs voor branderijdoeleinden in jaren,
waarin de aardappeloogst mislukt,
werd buiten beschouwing gelaten.
Ten slotte besloot de raad te bevor
deren dat uitzonderingsbepalingen
worden vastgesteld ten gunste der
uit Polen op den Weichel in
doorvoer over buitenlandsche havens
voor brouwerij aankomende gerst.
Handelsberichten.
o
Het electrisch liclit in Duitschland.
De electrische verlichting wordt in
Duitschland al meer en meer populair.
Op 31 Maart 1912 waren in het kei
zerrijk 63 milliocn e'ectrische lampen
tegen 25 millioen gaspitten en 23mil-
Üoen petroleumlampen. In dezelfde
mate ais daar het electrische licht toe
neemt, neemt het petroleum-verbruik
af. In de laatste jaren nam de import
in Duitschland met 50000 ton af en
de hoeveelheid petroleum daalde van
18 K.G. per hoofd (in 1904) tot 14 K.G
Hij was altijd een teer, bleek ke
reltje geweest, met groote, peinzende
oogen, waarin steeds een vraag lag op
gesloten. Een goed opmerker en men-
schenkenner zou die vraag met één
woord, het woord „Liefde" hebben
kunnen beantwoorden.
Ja, liefde, dat was het wat kleine
Pietje vroeg en dat was alles wat hem
kon tevreden stellen. Zijn moeder, ja,
die begreep hem met haar overvol,
liefderijk hart en zij gaf het hem. Maar
vader dan Piet had toch geleerd, dat
men vader ook moest liefhebben Ja,
vader hield van Pietje, zijn eenigen
stamhouder, want meer kinderen wa
ren er niethet gezin bestond slechts
uit hun drieljes, doch zij waren niet
één. Al stond het liefelijk beeld der
H. Familie, ook een familie van drie
personen, op de kast, het was er verre
van, dat vader Schavers er een voor
beeld aan nam.
Neen, bij vader stond een geheel
anderen god in het hart gegrift en dat
gezinsleden dus) is bij de openbare
armenzorg bijna 19'/2 pCt, van alle
bedeelden de minister zelf erkent dat
bij de kerkelijke en bijzondere bedee
ling, die vijfmaal zoo groot is als de
openbare, de bcdeeling voor korten
duur grooter is dan bij openbare.
Het aantal inwonende 70-jarigen
of ouderen kan veilig op 2,/3 van het totaal
worden gesteld: Van de 225,00070-jari-
gen of ouderen zijn er maar 62,000 ge
huwd. Blijvei 163.000 weduwnaars,
weduwen en ongehuwden over, die voor
't meerendeel inwonend zijn. Trouwens
ook vele gehuwden wonen op dien
hoogen leeftijd bij de hinderen is. Een
alleenwonende man of vrouw van over
de 70 jaar is een uitzondering. Met
deze factoren voor oogen behoeft het
weinig betoog, dat het aantal tijdelijk
bedeelden veel meer dan 19'/2 pCt.
is en in elk geval nooit 12 pCt. kan
zijn van alle bedeelden, zooda- dus
meerderen ten laste der gemeente moe
ten gerekend worden dan de minister
doet.
Onder de 32,000 gehuwde vrouwen
rekent de minister dat er 10,000 ge
huwd rijn met bedeelden, meer dan
30 pCt. dus, dat het percentage is van
alle bedeelden op alle ouden. Wij
voor ons zijn overtuigd dat er factoren
zijn die pleiten voor de opvatting dat
veel minder dan 30 pCt. dier gehuw Je
vrouwen met bedeelden zijn gehuwd.
Immers, juist onder de gehuwde paren
zal veel meer welstand zijn, niet al
leen omdat de mannen uit de betere
klassen in grooter getale den hoogen
leeftijd bereiken dan anderen, maar
ook omdat zelfs onder de minder ge
goeden een gehuwd paar, waarvan de
was uiterlijk en innerlijk, in het ge
heel geen mooie god, het was god
Bacchus.
Vader Schavers dronk en wat erger
was, hij begon er smaak in te krijgen
en toen Pietje vier jaar was, was va
der een dronkaard.
Zooals het meer gaat, vader Scha
vers had eenig begrip omtrent de maat
schappij en was altijd een goed Kat
holiek geweest. Hij vond dat O. L.
Heer goed had gedaan met den eenen
mensch rijk en den anderen arm te
maken, maar alleen... hij voor zich
vond het in het geheel niet goed, dat
hij nu onder de armen werd geplaatst.
Het had altijd in orde gebleven met
hem wanneer h[i in goeden doen was
gebleven, maar zie, daar zat 'm de
knoop, hij was achteruit geraakt.
In eenvoudige burgerfamilie gebo
ren, was hij, als kind nog, bij een
barbier in leer de gegaan en, lang
zaam aan, had hij zich opgewerkt.
Koopman was hij altijd geweest en
door zijn grappen en opgeruimden
geest was hij bij eert ieder bemind.
Als Schavers er was, was ervroolijk-
heid, en daarom was hij ook gehol
pen geworden in zijn eigen zaak.
Die zaak ging goed en daarom ging
hij ook trouwen. Na een huweiijk van
ruim twee jaar werd hij vader varj een
zoon, zijn trots en glorie, en verder
kwamen er geen kinderen meer.
Enkele jaren ging dat goed, maar
toen kwamen er concurrenten opdagen
en afgUoopen was de voorspoed. Daar
kon vader Schavers niet tegen.
Geld kwam er niet meer in, wel de
armoede en de.... drank en daarmede
de ellende voor Pietje en zijn moeder.
Als vader „uit" was, lagen moeder
en Pietje op hun knieën te bidden tot
Maria, want dat was volgens Pietje
„de" Heilige; men kon door Maria
aües krijgen, was hem geleerd, en het
eerste wat hij kon bidden was het
„Wees Gegroet" en de Litanie van de
H. Maagd. Zij baden dan tot Jesus,
dat Hij, door de H. Moeder aange
zocht, mocht geven, dat vader toch
tot inkeer mocht komen en niet meer
drinken.
Maar helaas, het werd erger, en
dra volgden de mishandelingen voor
moeder en menige avond brak aan,
dat arm Pietje uit zijn warm bedje
kwam en voor vader op de knietjes
viel en gilde„Ach, paatje, paatje,
sla moesje toch niet", en dat was
hartverscheurend om te hooren.
O, ik wilde zoo gaarne dat ik alle
dronkaards eens kon verzamelen, om
hen te laten zien de ellende van moe
der eri kind, veroorzaakt door dien
dronken man en vader. Menigmaal
paste Pietje 's nachts op dat vader
niet weer begon, want zonderling, hij
alleen was in staat zijn vader zelfs in
zijn hevigste drift te kalmeeren.
Arm PietjeZeven jaar was hij ge
worden en nu leerde hij al zijn cate
chismus en reeds was hij wijzer dan
menig volwassen mensch.
Hij kende honger, och, hij had soms
zoo'n ergen honger, maar hij vroeg
nimmer om brood, want ais moeder
het had, zou zij het hem geven op
vader was niet te rekenen, die werkte
vrouw gewoonlijk even hard werkt als
de man, veel meer kans heeft geloo-
pen aan blijvende gedeeling te ont
komen dan eene weduwe of weduw
naar. De meerdere welvaart der ge
huwden demonstreert zich ook typisch
door het feit dat van de gehuwde 70-
jarigen of ouderen maar 16 pCt, ou
derdomsrente en de invaliditeitsrente
genieten, tegen 52 pCt van alle 70-
jarigen of ouderen.
Door dus te veel weduwen als met
bedeelden gehuwd aan de rente*uit-
keering te onttrekken, wordt de zaak
te gunstig voor de gemeenten voor
gesteld.
Een zeer belangrijke onjuistheid
achten, wij gelegen in 's ALnisters on
derstelling dat onder de 95,000 rente
trekkers-Talma maar 38,000 bedeelden
zijn. We hebben evenmin als de Mi
nisters cijfers om de fout van den Mi
nister te b e w ij z e n. Maar onze er
varing doet voor ons ontwijfelbaar
vaststaan dat veel meer dan 40 pCt.
der rentetrekkers-Talma tot de bedeel
den behooren, als men vooral in aan
merking neemt dat men volgens den
Minister als men na zijn 65e jaar wel
eens langer dan 4 weken onderstand
heeft genoten.
De rentetrekkers die voor een zeer
groot deel menschen zijn die geen
beroepmatigen arbeid meer uitoefen
den waarbij heel veel weduwen zijn
die voor haar gezin nog wat moesten
verdienenwaarbij ook die groote
schare gestichtsverpleegden zijn, zul
len voor het overgroote deel wel eens
na hun 65e jaar bedeeld zijn geweest.
Als men weet, wat wij weten, dat alle
diaconieën, weldadigheidsinstellingen,
sinds lang niet meer, want waar hij i
kwam als werkman, was hij door zijn
eeuwigen dorst spoedig weer wegge-
jaagd.
Pietje kende de eenzaamheid, want I
nimmer dorst hij de verzoeken, om
bij schoolvrienden zijn vrije middagen
te komen doorbrengen, aan te nemen.
Hij kon hen immers door zijn vaders
bekende eigenschap niet bij zich aan
huis terug noodigendus gold hij als
een saaie jongen, die alleen goed ge
noeg was om geplaagd en gesard te
worden. Daardoor kreeg hij 'n hekel
aan makkers en school, en had een
ijverig geestelijke zich niet om Pietjes
lot bekommerd, er zou niets goeds
uit hem gegroeid zijn. De leerplicht
wet bestond toen nog niet en daar het
schoolgeld toch niet betaald kon wor
den, bleef zijn wegblijven meestal thuis
onbekend. Wat wisten zijn onderwij
zers van de ellende bij Pietje thuis.
Pietje was een stille jongen en ver
moedelijk ook wel een „stiekemerd",
en dat vermoeden alleen was al ge
noeg om Pietje in den ban te doen.
Moeder, ja, die was er nog, leed
nog, liever gezegd, maar zij kon Pietje
niet leeren kennen. Zij had zooveel
ellende. De commensalen moest zij
bedienen, want men moest toch leven
en de huur betalen, en waar zou men
anders geld van kunnen krijgen
En de commensalen leefdenmaar
niet Moeder en Pietje, die oefenden
zich in het hongerlijden de commen
salen stelden eischen, hooge eischen
zelfs, anders gingen zij weg, en wat
dan Een heer betaalde 30 gulden
per maand, vuur en licht inbegrepen,
voor zit- en slaapkamer, en een winkel
juffrouw betaalde 20 gulden per maand
voor een zit-siaapkarneren daarvoor
moesten zij flink voorzien worden van
vleesch enz. Dus iedereen kan zich
voorstellen, dat juffrouw Schavers het
ver van weelderig had en dat zij met
haar man, die ook nog graag het zijne
had, en Pietje allesbehalve vet werden.
Toen de commensaal wegens hu
welijk vertrok, begon de ellende pas
goed en deed de honger zijn intrede.
Vader Schavers verkocht, om zijn el-
Iendigen hartstocht te voldoen, alles
wat nog waarde had, en bekommerde
zich niet in het minst over het lot van
hen. Zelf kon hij aan zijn begeerten vol
doen, ten koste van wat hij zijn gezin
ontnam, en spoedig waren zij het top
punt van ellende. De deurwaarder
kwam, doch vond niets, wat de moeite
van het verkoopen waard was. Zoo
ver was de ellende reeds gestegen.
Ziet hier, wat de drank maakt van
den mensch. Vader Schavers, eens be
mind om zijn goed humeur en degelijk
karakter, was nu een beest gelijk, neen,
erger, want onder de dieren vindt men
nog ouderliefde. Hij ook vond vroeger,
dat een bittertje een verkwikking en
opbeuring was, en toen het slecht ging,
werden de „verkwikkingen" natuurlijk
talrijker, en de gevolgen Vader
Schavers vatte kou en stierf spoedig
aan de tering.
Tien of elf jaar is dit nu al geleden
en nog steeds gaat Moeder Schavers
gebukt onder de gevolgen van het ge
drag van haar man.
En Pietje is nu Piet geworden'n les. Moge het ook voor anderen een
braaf en oppassend werkman, en neemt goede les zijn.
gelukkig het voorbeeld van vader tot I („De Voorhoede.")
zelfs het burgerlijk armbestuur een
ware drijfjacht hebben gehouden om
de bedeelden maar naar de tusschen-
perso.nen te sturen om rente aan te
vragen als men dan weet met welk
een liberaliteit die armsten zijn be
oordeeld geworden, dan lijdt het geen
twijfel of 's ministers onderstelling is
onjuist. Trouwens als men de zaak
omdraait eens nagaat hoeveel der
70,000 geen rente-trekkers konden
worden, dan zal men bevinden dat
dit aantal al zeer gering moet zijn.
Dat zijn niet meer dan wat venters,
gewezen kleine zakenluitjes, weduwen,
die nooit eens waschten, naaiden of
bakerden en dergelijke (de gehuwde
vrouwen vallen hier buiten). Naar onze
stellige overtuiging, die op ervaring
gebaseerd is, zullen er dat zeker geen
25 pCt., misschien geen 10 pCt. zijn.
Als echter vaststaat dat veel meer
dan 40 pCt. der rentetrekkers-Talma
bedeeld zijn geworden, dan komen
van degenen, die ten laste der gemeente
komen, zooveel te minder in minde
ring als bedeelde niet rente-trekker.
De misrekening beteekent voor cfe ge
meenten dus weer een i. c. zelfs
grooten schadepost.
Al deze misrekeningen te zamen
zullen de kosten aanmerkelijk verhoo-
gen. Wanneer het Rijk die kostenver-
meerdering niet voor zijn rekening
neemt zullen de gemeenten voor een
schadepost van eenige millioenen komen
te staan. 1) Zonder eenige geforceerde
GEVESTIGD TE AMSTERDAM.
Aldedlng Schriftelijke Cursussen,
onder leiding van D r. P. Brand sen, leeraar aan de Handelsschool
te Amsterdam Mr. W. van D e 1 d e n, procuratie-houder aan de"
Bankinstelling, te AmsterdamD r. F. H. Fischer; Dr. A. A.
Fokker, privaat-docent aan de Universiteit en leeraar aan de Han
delsschool te Amsterdam W. C. de G r a a f f, lector aan de Univer
siteit te Leiden; D r. J. M. Hoogvliet, privaat-docent aan de
Universiteit te UtrechtDr. Dan.de Lange, privaat-docent aan
de Universiteit te Groningen D r. H. A. N a b e r, leeraar aan de
H. B. S. 5 j. c. te Hoorn Mr. C h. T h o r s, advocaat en procureur
te Amsterdam, en andere bevoegde docenten.
Wij organiseeren de volgende schriftelijke cursussenNederlandsche
Handelscorrespondentie
Frar.sch (voor beginners), Fransch (voor eenigszins gevorderden),
Fransch (voor meergevorderden), Fransch voor de acte L. O.), Fransche
Handelscorrespondentie (voor beginners),FranscheHandelscorresponden-
tie (voor meergevorderden examen-cursus); Duitsch (voor beginners),
Duitsch (voor eenigszins gevorderden), Duitsch (voor meergevorderden),
Duitsch (voor de acte L. O.), Duitsche Handelscorrespondentie (voor be
ginners), Duitsche Handelscorrespondentie (voor meergevorderden exa
men-cursus) Engelsch (voor beginners), Engeisch voor eenigszins gevor
derden), Engelsch (voor meergevorderden), Engelsch (voor de acte
L. O), Engelsche Handelscorrespondentie (voor beginners), Engelsche
Handelscorrespondentie (voor meergevorderden); examen-cursus
Boekhouden (voor menschen uit de praktijk). Boekhouden (voor
eenigszins gevorderden examen-cursus), Boekhouden (voor acte M.O.
K 12); De Techniek der Administratie; WarenkennisHandelskennis;
HandelsrechtHandelsaardrijkskunde De Techniek der Bedrijfsreclame
Stenografie (systeem Groote)Machineschrijven Aigemeene Littera
tuurgeschiedenis Italiaansch (voor beginners), ltaliaansch (voor meer
gevorderden) Spaansch Deensch-Noordsch Zweedsch Russisch
Maleisch Latijn Esperanto Natuurkunde (voor meergevorderden)
Scheikunde (voor beginners)Dierkunde en PhysiologieWeer- en
Sterrekunde Wiskunde (voor beginners)Wiskunde (examen-cursus
voor de acte L.O.)Psychologie Aigemeene OntwikkelingSchrijven
zonder Fouten Een goede Stijl.
Een cursus duurt minstens 3 maanden, hoogstens U/2 Jaar-
lesgeld is in het algemeen f5.per kwartaal. Er bestaat persoonlijk
contact tusschen docent en cursist.
Wekelijks wordt den cursist een les toegezonden. Iedere les bevat
de stof voor de week. De opgaren, enz. worden beantwoord en uit
gewerkt in de eerstvolgende leshiermee hebben de leerlingen dus
hun werk te vergelijken. De leerlingen hebben het recht van vragen
stellen. Is dit een absolute noodzakelijkheid, dan wordt het werk per
soonlijk door den docent gecorrigeerd.
Velen hebben onze cursussen reeds met succes gevolgd, en hébben
aan onze schriftelijke cursussen een mooie positie te danken gehad.
leder, die zich voor onze schriftelijke cursussen interesseert, vrage
dadelijk ons gratis-prospectus aan, hetwelk alle verdere inlichtingen
bevat. De Administratie van het Bureau is gevestigdSingel 276,
Amsterdam. Telefoonnummers: Noord 10789, 10148.
Afgescheiden van deze cursussen wordt door ons een schriftelijke
cursus 'gepubliceerd, die bestemd is voor vrouwen, die, zonder Fröbel
onderwijzeres te zijn, onze kleintjes moeten bezighouden. De cursus is
dus niet voor kinderen bestemd, maar voor jonge moeders en onder
wijzeressen.
Joh. GöbelJr., Directeur.
1) In het tijdschrift „Gemeentebelan
gen" hopen wij nog meer gedetailleerd
de verschillen te becijferen.
berekeningen komen wij al tot een
direct tekort van ruim 3 millioen dat
in de toekomst nog grooter wordt
voor Amsterdam becijferden wij een
nadeelig saldo van bijna twee ton.
Daarom zal men de hoogst gekunstelde
wijze van verrekening door een andere
dienen te vervangen.
Een eenvoudig restitutiestelsel is
afdoende, mits, de wetgever dan een
definitie geeft van wat behoeftig is
(en dan vervalt tevens alle raison om
de materie aan de gemeenten ter uit
voering te geven) en wat onder tijde
lijke bedeeling moet worden verstaan.
Ook met de bepalingen dat binnen
vijf jaar de wijze van verrekening wordt
herzien en dat de gemeenten, die te
kort komen, bijgepast kunnen krijgen,
kan men zulk een foutieven opzet niet
keeren.
Dan mag niet vergeten worden de
administratieve last. die den gemeen
ten op den hals wordt geschoven. De
wijze, waarop de Minister daarover
heen stapt, is buitengewoon gemak
kelijk. Trouwens verschillende gemeen
ten en vakbladen hebben zich reeds
uitgesproken in lijnrecht tegenoverge-
stelden zin als de Minister.
Nu schuilt er een zeer groot gevaar
in, dat de gemeenten op wier schou
ders alle risico wordt gewenteld en
die, naar wij becijferd hebben, voor
een bepaald tekort zullen komen te
staan, het in haar hand hebben om ten
koste dergenen voor de wet in het
leven wordt geroepen, haar rekening
sluitend te maken öf door de behoef-
tigheidsgrens zeer laag te stellen, ve
len dus als niet behoeftig uil te slui
ten, waardoor de begrippen behoeftig
en armlastig elkaar naderen öf door
wat royaal te zijn met de blijvende
bedeelingen met kleine bedragen, daar
door meer bedeelden de uitkeering
van f.100 te onthouden, doch de be
deeling ruimschoots te doen dekken
door de uitkeering van het Rijk.
Dan mist de wel de noodzakelijke
bepaling, dat alle instellingen van
weldadigheid den gemeenten de na
men hunner bedeelden ^opgeven, wat
in den beginne voor vele dier instel
lingen niet mogelijk zal zijn omdat zij
niet meer zullen kunnen weten wie 10
en meer jaren geleden wel eens langer
dan 4 weken bedeeling hebben geno
ten. Dezen, die de minister als bedeel
den uitschakelt, zullen dan toch ten
laste der gemeente komen. Bovendien
kunnen de instellingen het aantal ge
gadigden ook nog verhoogen door hun
bedeelingen op 65 jaar op te houden
of wat zeer wel mogelijk is en in
de lijn der nieuwe Armenwet ligt
iemand op 65 jaar een som ineens te
geven, waarin zijn bedeeling tot 70
jaar verdisconteerd is.
Daar deze wet als noodwet is inge
diend en zal worden behandeld, rust
op de Volksvertegenwoordiging dubbel
de plicht der bedachtzaamheid. De
Pensioenwet voor de gemeenteambte
naren is daar om te getuigen dat een
noodwet gewoonlijk een onmogelijke
wet wordt. En daaraan zat lang niet
zooveel risico voor de gemeenten vast
als aan dit eerste wetgevend product
van beteekenis van minister Treub.
Amsterdam. W. F. Detiger.
(Handelsblad.)