Van alles wat. ter staende houden en 't geen wij van de voortreffelijkheit der Ziele zeggen is 'er niet te minder zeker om. Want om wel over de dingen te oordeelen, moet men ze in zichzelve en in hunnen volkomensten staet aenmerken. X. 't Is o n g e t w ij f e I d door een natuurlijk gevoel van de waerdig- heit onz.es wezens, en van de grootheit onzes lots, dat wij natuurlijkerwijze onze uitzigten nae het toekomende wen den, dat wij belang nemen in 't geen na ons gebeuren zal, dat wij onzen naein en onze gedagtenisse zoeken te vereeuwigen, en dat wij niet onver schillig zijn omtrent het oordeel van de nakomelingschap. Deze gevoelens zijn geenszins eene verbinding der eigenliefde, nogte des veroordeels. De begeerte en hope der onsterffelijkheit zijn een indruksel 't welk wij van de natuure hebben. En dit verlangen is zoo redelijk in zichzelf, 't is zoo nut tig, en zoo wel verbonden met het Samenstel der menschelijkheit, dat men 'er voor 't minste een zeer bewijze- lijke afleiding uit kan maken, ten voor- deele eenes toekomenden staets. Hoe groot [voorts,] de levendigheit dezer begeerte op zichzelve moge wezen, zij vermeerdert nog, naer mate dat wij meerdere zorg dragen om onze Reden aentequeeken, en naer maete dat' wij meer voortgangen doen in de kennisse der waerheit en de oefening van de deugd. Dit gevoelen word endelijkhet zekerste beginsel van alle edele, groot moedige, en aen de Maetschappij nut tige daden en men kan zeggen, dat aüe de menschelijke uitzigten, zonder dit beginsel, gering, laeg. en bij den grond kruipende zouden zijn. Dit alles schijnt ons duidelijk aan de hand te geven, dat 'er, cjpor de in- stellinge van de Schepper, gelijkals eene natuurlijke everiredigheit en be- trekkinge is van de Ziel tot de On sterffelijkheit. Want Gods Hoogste Wijsheit leid ons niet door gene ver blindingen tot zijn oogmerk en een zoo redelijk, zoo noodzakelijk begin sel, 't welk niet als goede uitwerkin gen kan baren, 't welk den mensch boven zichzelven verheft, 't welk hem bequaem maekt tot de grootste zaeken, en overwinnaer maakt van de moeie- lijkste en voor de deugd gevaerlijkste verzoekingenzufkeen beginsel, zeg ik, kan geen hersenschim wezen. Dus loopt alles samen om ons te overtuigen dat de Ziel ra den dood bestaen moet. 't Geen wij van de na tuur var. onzen Geest kennendes- zeifs unnemendheitzijne vermogens, altoos vatbaar voor eene verdere en grootere Volmakingede geschiktheid, welke or.s dringt om ons boven het tegenwoordige leven te verheffen, en nae de onsterffelijkheit te verlangen dit alles zijn zoovele natuurlijke aen- v,ijzingen en sterke v.ermoedsels, dal zoodanig inderdaed het oogmerk van den Schepper is. XI. Dit eerste punt dus op gehelderd hebbende, is van groot be lang voor onze voornaeme vraeg, en beantwoord reeds ten deeie de zwae- righeit die wij ter toetze brengen. Want zoodra men stelt, dat de Ziel na Hooggeëerde Heer Gedreven door de vrees, dat mij in de mijnen wenschuw heerlijk ten- toonstellingswerk in bezit te krijgen, iemand mocht voorkomen ben ik zoo vrij geweest, het door u bepaalde be drag p het bureau der tentoonste'ling te deponee/en. Niettemin verzoek ik u, mij, indien het mogelijk is, nog heden met uw bezoek te willen vereeren, daar ik hier slechts voorloopig ver blijf nam en spoedig mijne reis zal voortzetten. Met de meeste hoogachting Hotel Central. Mevrouw van der Malen. Met dankbaren blik en gevouwen handen stond zij onbewegelijk. Een licht, ingehouden snikken deed hare teedere gestalte sidderen. Met eene haastige beweging wendde hij zich tot haar'en sloot haar in zijn armen. „Vergeef mij, dat ik zwak ben ge weest," zeide hij met eene stem, waar aan zij kon hooren, dat zij niet alleen voor haar hart bestemd was. Daarna verliet hij de kamer, om zich voor zijn bezoek in het hotel C e n t r a 1 te ver- kleeden. Weinige minuten later nam hij van haar en het kind afscheid en trad de straat op, waarin de menschep, ondarks den gewonen wgkelijkschen werkdag in vroolijke feestdagstemming verkeerden. D<; hemel spande een veel schooner blauw over de stad dan an dersde zon schitterde veel meer dan go id zij verwarmde dieper en wekte me r te leven op, zooals hij het slechts kei.de uit de zorgelooze, frissche da- de ontslooping van het Ligchaem be- staet, is 'er niets dat beletten kan te zeggen, dat hetgeen in den tegen- woordigen staet aen de Staeving der Natuurlijke Wetten ontbreekt, in 't ge volg zal uitgevoerd worden, als het de Goddelijke Wijsheit zal goedvinden. Wij hebben den mensch zoo even van den natuurlijken kant be schouwt, en dit gaf ons reeds een zeer gunstige opening om te vinden wat wij zoeken. Laet ons voor tegenwoor dig zien of wij, den mensch van de z e d e I ij k e zijde dat's (als een We zen vatbaer voor regels, en 't welk met kennis en verkiezing werkt), bespie gelende, en ons vervolgens tot GOD verheffende, gene nieuwe redenen, en telkens sterker vermoedens, zullen ont dekken van een toekomend leven, en eenen staet van vergeldinge en straffe. Hier komen wij niet voorbij een ge deelte der dingen, welke reeds in dit Werk gezegd zijn, te herhalen, nade- mael het [nu] te doen is, om uit de zelve het slot van zaeken te trekken nademael de waerheit die wij vast wil len stellen gelijk als het besluit is van 't geheele Samenstel. Zoo zal een Schil der, na ieder deel van zijn stuk af zonderlijk bearbeid te hebben, niet nalaten, ze alle tevens [te likken oft] overteschilderen, om 'er datgene in te brengen 't welk de harmonie en 't vol komen uitwerksel, [oft het doen van all' zijn kragt], heet. Vervolg ip. het Hoofdblad. 0 Op de vossenmarfet. Om het uitsterven der pelsdieren tegen te gaan, heeft men van ver schillende kanten moeite gedaan, deze dieren kunstmatig aan te kwee- ken. Er zijn in Canada en in de Vereenigde Staten z g. farms, waar de boer zich uitsluitend bezig houdt met zijn pelsdieren, zooals hier een boer uitsluitend koeien houdi. Dat een „vossenboer" er rijker bij wordt dan onze kot-boer kan uit de vol gende cijfers blijken. De jaarlijksehe markt, die de verschillende „fox- farmers" orgauiseeren, wordt bezocht door de vertegenwoordigers der groote bonthuizen van de heele wereld Frankrijk en Duitschland zijn daar evengoed vertegenwoordigd als b.v. Rusland of China. Daar betwist men elkaar de mooiste, kostbaarste huid jes, en bet spreekt vanzelf, dat de farmer, ze tenslotte laat aau den meestbiedende Nog meer dan de enkele huiden zijn de levende diereü waard. Voor een „vossenbaby" b,v worden eenvoudig fabelachtige prij zen betaald. Op de markt van 19 i 2 werd een stel zwarte vossen van twee jaar. en geboren op een farm op 't eiland Prince-Edward, verkocht tegen 5000 p. st. een ander stel van deuzelfden leeftijd liet men tegen 4000 p. Bt. Jonge dieren, pas iu gen zijner jeugd. Hij voelde zich als van een rotsblok bevrijd en zette de borst meer en meer uit. Het duister begint van lichtende glans te stralen.... hij mocht weder in het wijde verschiet vol lachende be koorlijkheid turen. Aldus zou zijn wor stelen toch niet vruchteloos zijn, aldus zou hij in zijne hoop toch niet bedro gen worden. Hij durfde er echter vrij voor uit komen;, dit schitterend succes had hij slechts aan het geluk te danken en het geluk moest hem op zijn verdere loop baan getrouw blijven. Zonder deze tus- schenkomst op het laatste oogenblik zou zijn lot eene hopelooze wending genomen hebben. In het hotel Central vroeg Rein- hardt naar de kamer van mevrouw Van der Malen. De dame bevond zich in het hotel. Op de eerste étage liet hij zich door den wachtenden bediende aanmelden. Een niet meer jonge dame, een soort juffrouw van gezelschap, naar het scheen, ontving hem en noodigde hem uit in de voorkamer plaats te nemen. Mevrouw zou onmiddellijk verschij nen, zeide zij en verwijderde zich. Weinige seconden later vernam hij het ruischen van eene zware japon. Onmiddellijk daarop bevond hij zich tegenover een hooge, slanke, zeer voor name vrouwelijke gestalte. Hij maakte eene diepe buiging. Toen hij nu evenwel zijne blikken op haar aangezicht richtte, deinsde hij eensklaps verrast achteruit. De dame keek met treurig ernstige, het voorjaar geboren, werden be taald met f 22 000 en f 25.000, Zelfs werden voor een paar onge boren dieren nog f 20 000 betaald. Het voordeel aan dezen koop ver bonden was, dat de kooper uit de heele worp een keuze mocht doen naar de twee jongen. Deze cijfers toonen wel aan, hoe voordeelig deze nieuwe tak van vee teelt is. Men bedenke verder eens, hoe miniem de kosten van den far mer geweest zijn Hij heeft eenvou dig gevangen, ze naar een omheind stuk land getransporteerd, en daar verzorgdeenige schuren en een omheining waren voor een bagatel gebouwd. Om ook de teelt van andere pels dieren te bevorderen heeft het De partement van Landbouw der Ver eenigde Staten aan den Dierentuin te Washington een waarnemingsdienst ingesteld voor de ontwikkeling der hermelijnen skunks. Reeds paste men aan de oostgrens van Maryland, waar nog reusachtige oppervlakten braak liggen, met veel succes de teelt van muskusratten toe. Ver meldenswaard zijn verder de resul taten van een ambtelijk onderzoek, waaruit blijkt, dat men de moeras- Ben voordeehger voor pelsdierenteelt kan exploiteeren, dan voor landbouw, dank zij de hooge prijzen, die het publiek voor kostelijk bont betaalt. o Drankbestrijding bij de Assyriërs. In het vorige jaar wtrd te Ninive een gedeelte der bibliotheek van Aa- «urbanipal (b'ardanapalns), uit 20,000 tegels bestaande, opgegraven. Op ëenige honderden daarvan werden zeer vele A^syrische recepten en andere op geneeskunde betrekking hebbende mededeelingen gevonden, getuigende o a. ook van de groote opmerkingsgave der toenmalige ge neeskundigen. De zich voortdurend aan dronkenschap overgevende per sonen werden beschouwd #n behan deld als zieken als eenig middel ter genezing werd aanbevolen het zich geheel onthouden van het ge bruik van bedwelmende dranken. De strijd tegen het alcoholisme bestond derheive reeds voor 2500 jaren en de middelen ter bestrijding zijn, voor zooverre het den drankzuchtige zelf betreft, niet belangrijk verbeterd. N. K. Ct. o— Ontgoocheld. Vriendin (tot dame die kort te voren met een prolessoris getrouwd) Marie, vertel nu eens, ziin werke lijk alle professoren zoo verstrooid sprakeloos vragende gelaatsuitdrukking naar hem. Met wijdgeopende donkere oogen staarde hij haar aan, alsof hij een spook zag. „Erna!" klonk het somber van zijne lippen. Mevrouw Van der Malen trad met innemenden glimlach op hem toe. Hunne blikken doorboorden el kander. Frits zeide zij met zacht trillende stem. Hij week met somber gelaat voor haar achteruit. „Een dwaling..... of eene mystifica tie 1" riep hij met gefronste wenkbrau wen. Hij maakte een afgemeten bui ging. „Neem me niet kwalijk, mevrouw. Ik verzocht den hotelbediende, mij bij mevrouw Van der Malen aan te die nen „Dat is gebeurd", onderbrak zij op kalmen toon. „Mevrouw Van der Ma len staat voor u." Hij schrikte. Op zijn gelaat waren twijfel en wantrouwen uitgedrukt. Daarna scheen hij eensklaps te begrij pen. Een minachtende glimlach krulde zijn lippen. „Dus een mystificatie 1" antwoordde hij kort en ruw en wendde zich af, om de kamer te verlaten. Onverwacht snel trad zij echter tus- schen hem en den uitgang. Hij fronste het voorhoofd. Heur donkere, zooeven zacht schit terende oogen bliksemden. Een trot- sche, vastberaden trek vertoonde zich De vrouw van den professor (bit ter) Och kind, schei uit. Dat dacht ik in den beginne ook. maar toen ik mijn man om ra'n tweeden hoed vroeg, wist hij nog precies wanneer ik den eersten had gehad o— Het gif van den bolderik. Tot de mooiste veldbloemen be hoort de bolderik (Agrostemma Git- hago), wier purperen bloemen 's zo mers het oog van den wandelaar verrukken. De landbouwer voelt ech ter minder voor deze plantenniet alleen is de bolderik een lastig on kruid, dat de landbouwgewassen van voedsel berooft, maar bovendien is het een giftplant. De zaden bevatten een stof, die in grootere hoeveelheden ingenomen bij menschen zoowel als bij dieren, ernstige gezondheidsstoringen teweeg brengt en zelfs den dood kan veroorzaken. Dit gift, is naar de che mische samenstelling een glycoside. De werking op sommige diersoorten is in den laatsten tijd grondig onder zocht. Daarbij kwam men tot zeer verschillende resultaten, en nu eens bleek deze en dan weer een andere diersoort voor het vergif immuun, zoo dat sommigen de bolderik als niet vergiftig gingen beschouwen. Om deze kwestie op te lossen, heeft onlangs Dr. Adolf Lehr van het Hygiënisch Instituut der Vee-artsenyschool te Han nover een serie proeven gedaan, waarvan de volgende resultaten zijn te vermelden. Bij grootere hoeveelheden veroorzaken de bolberik-zaden bij bijna alie huisdieren ernstige ziekteverschijn selen en soms zelfs den dood, slechts het varken schijnt tegen het gif immuun te zijn. De verschijnselen bestaan uit een sterke prikkeling der slijmhuid van het spijskanaal en de ademhalings wegen, waarbij bloeduitstorting in de hersenen en nieren komen. De doo- dende hoeveelheid bedraagt voor scha pen 11 a 13 gr. zaad op 1 K.G. li chaamsgewicht, voor geiten ongeveer 13 gr., voor kalveren en konijnen 15 gr., voor hoenders 15 a 20 gr. Voor menschen is reeds brood, dat 3 a 5 gr. bolderikmeel bevat, voldoende om onpasselijkheid, hoofdpijn en heesch- heid te veroorzaken. Het giftgehalte der bolderikzaden is zeer verschillend, het wisselt met den bodem en weergesteldheid. o De schatten van Siberië en de zeeweg naar de Jenissei. Naar alle waarschijnlijkheid is wel dra de tijd daar, dat de zeeweg naar Siberië tot stand komt, dat de Euro- peesche industrie een machtig afzet gebied rijker wordt, en dat Siberië een belangrijken rol gaat spelen in den handel der Noord-Europeesche Staten. Dank zij de moderne techniek, speciaal de aviatiek en de nieuwste toe passingen van de marconigrafie, zijn de bezwaren eertijds verbonden aan het scheepvaartverkeer op de Karische Zee en de IJszee, geheel uit den wegge ruimd. Voor een ontmoeting met een ijsberg hoeft de kapitein van een ijs- zee-vaarder nu niet te vreezen. Im- op haar schoon gelaat. „Ik heb u niet bedrogen," hernam zij met ingehouden opgewondenheid. Haar ademhaling ging op storm-' achlige wijze. „Alleen, dat ik u niet op de hoogte bracht, wien gij onder den u onbekend gebleven naam Van der Malen vinden zoudt. Dat komt er nu evenwel min der op aan", ging zij kalmer voort. „De ontmoeting heeft plaats gehad...., en is door mij met opzet gewild, om dat ik anders geen weg wist te vin den, om mij tegenover u te rechtvaar digen. Alles, wat ik u te zeggen heb, zou ik u ook schriftelijk hebben kun nen mededeelen, daar ik u nu einde lijk gevonden heb.... maar...." en zij keek hem daarbij met omfloersten blik aan.... „ik geef de voorkeur aan een persoonlijk getuigenis." Zij scheen een antwoord te verwach ten hij daarentegen klemde de lippen slechts vaster op elkander. Zij loosde een smaRelijken zucht. „Na het voorgevallene kunt gij slechs met bitter verwijt aan mij denken", sprak zij vaster. En gij hebt het recht daartoe, omdat de schijn mij veroor deelt en mij in uwe oogen tot eene onwaardige stempelt. Ik ben het niet. Om u dit te zeggen, heb ik u gezocht, bijna van het uur af, waarop gij mij in toorn verliet, om alles met voeten te treden, wat u eenmaal dierbaar was. Ik ben intusschen weduwe geworden en heb de kweekplaatsen der kunst om uwentwille doorzocht, totdat ik gisteren in de catalogus der tentoon stelling uw naam vond. Ik vernam uw mers, de draadlooze telegrammen hebben hem heel nauwkeurig vermeld den uitslag der verkenningsarbeid der aviateurs. Het zal niet lang meer du ren, of de mond van de Jenissei, waar men nu huizen bouwt van de palen der vlotten, die met rijke vracht be laden, de rivier af komen zakken, zal herschapen zijn in een drukbezochte haven, waar de vlaggen wapperen van alle Noord-Europeesche en Ameri- kaansche naties. Want ook Amerika zal zich meester maken van het nieuwe afzetgebied. Het brengt er zijn nieuw ste landbouwmachines heen, en de steppen zullen eerlang veranderen in vruchtbare landouwen. Werd er ln 1901 niet steeds 7.5 ton Hollandsche gul dens besteed aan landbouwmachines, steeg het bedrag in 1910 niet tot 36 millioen, en zal deze stijging niet voortduren Siberië gaat met reuzen schreden vooruit. Binnen kort heeft het land een spoorwegnet van 18 000 K.M. lengte. De vooruitgang van Si berië is van dien aard, dat men be richten of statistieken, die niet van zeer jeugdigen datum zijn, niet kan vertrouwen. Stellig is de toestand sedert alleszins gewijzigd. Prof. Nansen en Lied, beiden lei ders der Noordsche handels-expeditie naar de Jenissei, die dit jaar gehou den werd, hebben zich op een ver gadering van Handelsmenschen te Christiana uitgelaten in den geest van het bovenstaande. Inderdaad achten zij een geregeld stoombootverkeer naar de Jenissei zeer wel bestaanbaar. Ze bepleiten de oprichting van draad looze telegraafstations en verwachten veel van de werkzaamheden van avia teurs. De kosten, aan een en ander verbonden, worden volgens hen ruim schoots gedekt door de opbrengst der kostbare schatten, die Siberië nog verborgen houdt. Nansen is van meening, dat het ijs in de Karische Zee nog de meeste last veroorzaaktdoch zelfs in de koudste winters is deze zee slechts voor de helft met ijs bedekt. Het komt er hier dus slechts op aan, de vaargeul te kennen. Bovendien is het ijs in de Karische Zee niet uit de poolstreken afkomstig, doch het vormt zich en het smelt ook weer op de plaats zelf. Overigens heeft Nansen de Russi sche regeering voorgesteld, een paar motorbooten uit te rusten, die cenige maanden in het jaar onderweg zijn, met het doel, den ijstoestand in de Karische Zee systematisch te onder zoeken. De vliegmachines, onder te bréngen bij de stations voor de „draad looze", kunnen bijv. iedere week een vlucht maken. Ten slotte moet nog worden ver meld, dat de Noorsche verceniging, die de expeditie, waarvan Nansen en Lied leiders waren, uitzond, in Rus- si.sche handen is overgegaan. De Russische regeering treft nu maatre gelen ter beveiliging van de vaargeul door de Karische Zee. adres en schreef het op. Nu zijt ge hier.... en ik wil niet vergeefs een be roep op uw rechtvaardigheidsgevoel doen...." zij glimlachte smartelijk, „als ik niet hopen mag, mij met geHjk ver trouwen tot uwe vroegere gevoelens te wenden. Ik smeek u, neem de recht vaardiging, welke ik u schuldig ben, aan de rechtvaardiging, die uwe op vliegendheid, uw gekrenkte trots vroe ger ruw heeft afgewezen." Hij had zich van haar afgewend en stond met gekruiste armen somber voor zich te kijken. Hij haalde even de schouders op. „Waartoe sprak hij norsch, „het voorgevallene is mij nauwelijks eene herinnering waard." Meer nog dan deze woorden sneed zijn koel ongenaakbaar wezen haar door de ziel. De hartstochtelijke vrouw beefde. „Ondankbare!" gleed het onwille keurig van hare lippen. Hij wendde haar snel zijn gelaat toe. Een spottende blik trof haar. Dat was te veel voor haar slechts met moeite bewaarde kalmte. Haar donkere oogen begonnen te gloeien. De smalle handen werden tot vuisten gebald. „Ja, ondankbare," herhaalde zij bijna heftig met een stem, die door haar opgewondenheid een somberen klank aannam, „en dit niet alleen met het oog op de gevoelens, die ik eenmaal voor u koesterde, maar ook met be trekking tot het zware offer, dat ik u heb gebracht, terwijl ik weten kon, dat gij het toen niet aannemen wilde en het nu niet erkennen wil," voegde zij er met een bitteren glimlach bij. „De sterke liefde eener vrouw weet dit echter ook te verdragen." Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 6