1 PI
II
JK
BUREAÜ TOT P0BLICITE1T VAN WETENSCHAPPELIJK NIEUWS.
armzalige goudstukken kon de rijk
aard wel missen
Ja, maar het was toch een diefstal
De verzoeking was zoo groot geweest.
Het bureau stond wagenwijd open,
het kleine laadje daarin was tot aan
den rand met goudstukken gevuld, die
hem zoo verleidelijk tegenflikkerden
en fonkelden. Thuis lag zijn arme,
jonge vrouw ziek, afgetobd, die ter
nauwernood voor zich en haar klein
kind nooddruft had. Hoe zou een
goede flesch wijn, een krachtig stuk
vleesch haar goed doen. Hoe zou er
weer een blosje van gezondheid op
haar uitgeteerde wangen komen, haar
pols weer krachtiger slaan en wat zou
zij nieuwen moed en vertrouwen in
het leven krijgen 1
En juist toen was de heer opge
staan en met het hem ter onderteeke-
ning voorgelegde stuk de belendende
kamer binnengetreden. Was dat niet
een wenk geweest der grille fortuin
Een greep slechts in het met goud
gevulde laadje en zijn huiselijk geluk,
door ziekte en zorgen vernietigd zou
opnieuw opbloeien. Dat was immers
geen diefstal, het was het instinct tot
het zelfbehoud en hij had toegetast.
Nu was het geschied en met den
buit in de broekzak ging hij naar zijn
woning.
In den beginne was het hem vroo-
lijk en aangenaam te moede geweest.
Daar hoorde hij plotseling een stem
„Een diefHoudt den dief I"
Doodelijk ontsteld kromp hij ineen
en bleef als aan den grond genageld
staan. Het angstzweet bedekte zijn
voorhoofd hij sloeg zich met de
hand voor het hoofd. Nu reeds ont
dekt?
De menschen stormden hem voorbij,
liepen hem bijna omver of stieten
hem ruw ter zijde. Hij zag hen ein
delijk bij een jongmensch stilhou
den, die reeds door een politie-agent
bij den kraag gevat was. Onder luid
geschreeuw en heftige gebaren om
ringde men hem tot geleide, toen de
politie-man hem naar het bureau
bracht.
Op die was het dus gemuntDie
was een diefHij niet. Verlicht ademde
hij en ging verder.... Maar het geroep
bleef hem vervolgen. De kreet„Een
diefHoudt den diefklonk onop
houdelijk in zijn ooren.
Dat was immers onzinHoe kan
hij zich met dien man op één lijn
stel en, die misschien een gemeene
straatroover was, die een kind uitge
schud, een arme zijn Iaatsten penning
ontstolen hadDat had hij toch niet
gedaan.
Hij trachtte nu met alle geweld zijn
gedachten een anderen loop te geven.
Wat zou hij r.u voor het geld koopen
om zijn arme vrouw te vei rassen Wijn,
lekkernijen, vleesch? Ja, dat is het,
hij wii een en ander gaan koopen, dat
zal de onaangename gedachten wel
verdrijven
Maar zal men zich niet verwonderen,
dat hij, de bleeke, armoedig gekieede
man. goudstukken wisselt en dingen
koopt, die alleen voor rijke menschen
bestemd zijn? Zal men hem niet wan
trouwig aanzien, vermoedens, argwaan
koesteren Zal zijn onrust, zijn blik,
die onvast is hij voelt het hem
verkwikkenden dronk van onpartijdige
erkenning en van reine, hartelijke
vreugde voor het schoone, ware en
verhevene den bitteren keik van mis
kenning te drinken. Waarom stelde
hij zich niet tevreden met een des
kundig oordeel van de jury der ten
toonstelling Dat was immers echter
tegenover het gebrek aan de deelne
ming van het groote publiek slechts
een ideaal succes, dat hem over de
dringende, practische behoefte, de te
genwoordige ellende des levens niet
heenhielp. Bij allen geestdrift voor
het werk, waaraan hij twee jaren van
stillen, vlijtiger, arbeid gewijd had,
hoopte hij en dit vooral sinds zijn
huwelijk op de belooning van den
arbeid, die hem ir. een oogenblik bo
ven de kwestie van het dagelijksch
leven verheffen, hem voor verdere ont
werpen de middelen verschaffen, hem
en zijn vrouw en zijn kind schadeloos
stellen moest voor de offers eener on
ophoudelijke ontbering.
De vrienden hadden met hun waar
schuwing niet geheel en al ongelijk
gehad ook die vrouw zijner eerste,
diepe liefde niet, die het eerst twijfel
had uitgesproken aangaande zijne
geestkracht, die zich rechtstreeks en
zonder zwakheid een weg van bene
den naar boven wilde banen. Hunne
twijfelingen, hunne waarschuwingen
waren door verstand en practisch in
zicht ingegeven. Zij hadden gelijk
een arm kunstenaar was en bleef een
geketend Promoiheus. Hij had het niet
v.illen weten, niet willen gelooven.
Hti vertrouwen in zich zeiven, in zijne
niet verraden Zal men hem niet ver-
i volgen en roepen een dief".
Och kom, die nare gedachten uit
het hoofd gezet. Het is den menschen
j er om te doen zaken te maken, zon-
der te vragen waar het geld vandaan
I komt. Daar is een wijnzaak, helder
verlicht en vol menschen. Kom, naar
binnen."
Neen het gaat niet, hij is te onrus
tig, hij siddert. Nog nooit heeft hij
iemand een cent «ntstolen, nooit zich
iets op onrechtvaardige wijze toege
ëigend. Het reeds uit zijn zak geno
men goudstuk gloeit in zijn hand als
vuur. Neen hij moet eerst rustiger
worden, zelf eerst overtuigen, dat hij
geen gemeene dief is, dan zal het
beter gaan. Hij zal naar zijn woning
loopen, de armoede van zijn vrouw
aanschouwen, het hongerende kind
omhelzen daaruit zal hij moed en
rust putten, dan zal hij inzien, dat hij
goed heeft gehandeld. Haastig treedt
hij het armoedige vertrek binnen en
zijn heete lippen raken de wang der
zwak glimlachende vrouw aan.
Hoe gaat het er mee vraagt hij
op zwakken, trillende toon, en „goed,
heel goed," fluistert zij, nauw hoor
baar.
- - Goed, heel goed, dat zegt ze
steeds, de lieve lijderes, en ondertus-
schen wordt zij al bleeker en zwakker.
Dat maak je me niet wijs, zegt
hij wrevelig en grijpt haar hand. Het
is slecht met je heel slecht, je iijdt
gebrek en tobt je af. Je hebt goede
verpleging en versterkende middelen
noodig. Een beetje geduld nog en je
zal ze hebben. Ik zal je wel opknap
pen.
Een koortsachtig rood overtrekt
zijn gezicht, als hij verder zegtDe
kwade dagen zijn^voorbij, je zal het
voortaan goed hebben.
Zij kijkt hem verbaasd en vragend
aan, hij echter grijpt plotseling in zijn
zak en een oogenblik later liggen de
goudstukken op het kleine tafeltje bij
haar bed, flonkerend bij het schijnsel
van de petroleumlamp.
- Hier mijn schat, zegt hij haastig,
hier is het geld, het is voor u. Ik
zal er je wel mee gezond maken, en
wanneer het op is heb ik nog meer.
De hoopvolle woorden besterven
hem bijna op de lippen, hij spreekt
zachter en zachter, en zijn eerst zoo
heldere, open blik wordt schuw, ge
jaagd. Zijn vrouw zegt geen woord,
maar haar gezicht Het is geen vreugde,
geen hoop, geen nieuwe ontwaakte
levenskracht, die uit haar ingevallen
trekken spreekt, het is wantrouwen,
achterdocht, verontwaardiging.
„Dief!" Heeft zij dat woord uitge
sproken Nee zij zei niets, geen
geluid kwam van haar lippen, zijstaart
hem enkel vorschend aan. E" toch
galmt dat woord in de ooren, vol haat
en afgrijnzen: „Dief!" Vrees, afschuw
en ontzetting, dat alles ligt in den
vreeseüjken klank van dat woord op
gesloten. En nog altijd hebben de lip
pen der jonge vrouw zich niet bewo
gen. Hij raapt koortsachtig de goud
stukken bijeen, zet zijn hoed op, hij
staart naar de deur, keert zich daarna
nog eens om en zegtIk heb nog iets
gewichtigs te doen, ik ben zoo terug.
Hij begeeft zich rechtstreeks naar
de woning van zijn patroon. Onstui-
mig trekt hij aan de bel en voegt de
j meid, die open maakt, toe Ik moet
mijnheer spreken, onmiddelijk, over
een gewichtige zaak. Het meisje talmt.
Mijnheer is in den kring van zijn ge
zin en laat zich niet gr tag storen.
Er is groote haast bij. Dien mij
aan, hij moet mij spreken
Ik wil het probeeren.
Ademloos wacht hij aan de deur,
lot hij eindelijk een zware stem hoort
Voor ditmaal kan je binnenkomen.
Hij stort als het ware naar de
spreekkamer, waar zijn patroon reeds
op hem wacht.
Waarom kom je. nog zoo laat
en onstuimig hier?
Om een diefstal, mijnheer.
Hoe Bij mij
ja, die dief staat voor u.
De woorden vliegen over zijn lip
pen. Terwijl de patroon onwille
keurig een schrede achteruit gaat, legt
hij met sidderende hand de goudstuk
ken op tafel. Nu wordt hij plotseling
rustiger, hij ademt diep en zegt
Neem uw geld terug, ik heb het geno
men in een oogenblik van waanzin.
Verbaasd staart de patroon den
schuldige aan. „En waarom ben je een
dief geworden vraagt hij scherp.
Uit liefde tot mijn vrouw, fluis
tert de ongelukkige, maar zij haat, zij
verafschuwt mij daarom om haar van
den duod te redden nam ik het en
nu zal zij sterven, omdat ik een dief
ben geworden.
Hij bedekt zijn gelaat met zijn han
den en voor het eerst sinds langen
tijd vioeien tranen uit zijn oogen.
Plotseling voelt hij een hand op
zijn schouder; hij kijkt op en schouwt
in het ernstige gelaat van zijn patroon.
Zeg mij alles, openhartig en
onomwonden. Waarom heb je gestolen?
Een oogenblik ziet de ongelukkige
zijn patroon besluiteloos aan, dan
echter krijgt zijn tong de spraak terug
en schildert hij zijn toestand en alles
wat hij in den Iaatsten tijd ondervonden
en gedacht heeft. Al zijn woorden
dragen den stempel van zuivere waar
heid en openhartig legt hij zijn bin
nenste voor zijn patroon bloot.
En nu mijnheer, zoo besluit hij,
zoo werd ik een dief, doe met mij
wat u wilt.
Met gebogen hoofd wacht hij het
antwoord af, dat na eenig talmen
volgt.
Neem het geld weer op, het be
hoort je toe. Je hebt een vreemden
omweg gemaakt om mijn ondersteu
ning te verzoeken. Had openhartig tot
mij gesproken, dan zou het zoo ver
niet gekomen zijn. Maar nog is het
tijd. Ik geloof en heb vertrouwen in
jou. Je blijft in mijn dienst en ge
bruikt die goudstukken voor je arme
vrouw en om je toestand te verbeteren.
Neem nu het geld op, of moet ik je
een schriftelijk bewies geven, dat dit
geld je rechtmatig eigendom is
Weinige minuten later stond de be
rouwhebbende man weer op straat en
ijlde naar zijn woning. Ditmaal deed
hij onderweg inderdaad alle inkoopen
van wijn en van lekkernijen en het
kwam nu niet bij hem op, dat men
wegens zijn goudstukken argwaan je
gens hem koesterde. En toen hij
thuis kwam en al die kostbaarheden
op het bed zijner beangstigde vrouw
legde, staarde zij hem niet achterdoch
tig aan. Zij sloeg haar armen om zijn
hals en fluisterdeMaar waar haal je
toch al dat geld vandaan
Niet gestolen vrouwtje I
GestolenMaar, man, hoe kom
je op zulke ijselijke gedachten Jij een
dief
Toen greep hij haar kleine hand eri
bedekte ze hartstochtelijk met kussen.
„Ja, je hebt gelijk, sprak hij zacht en
kon ternauwernood zijn tranen weer
houden, ik een dief
Kr. Kr.
zedelijke kracht moesten hem alle
hinderpalen spelend uit den weg doen
ruimen. Hij hield vast aan den stel
regel het echte talent ruimt alie hin
derpalen uit den weg. Nu had dit
vasthouden hem ter overwinning ge
leid... doch in practisch opzicht was
hij geen stap verder gekomen.
Die neerslachtigheid maakte zich van
hem meester.
Waarom veroordeelde hij zich in het
b schouwen van zijn werk bijna dage
lijks tot de kwellingen van Tantalus
De ellende der zijnen, de ellende des
levens maakte hem rusteloos.
Zou er niet een onder die groote
massa zijn, welke zoekend en kijkend
door de lange zalen stroomde, die in
zich de wensch naar het bezit van zijn
werk voelde opkomen Niet een
Voor zooverre hij wist, waren min
derwaardige, moderne sensatie-stukken
en speculatie-voorwerpen dagelijks
voor hooge prijzen van de hand ge
daan. Voor zijn bescheiden, bekoor
lijken arbeid had men nauwelijks een
vluchtigen blik over. Een der profes
soren, die tot de jury der tentoonstel
ling behoorde, die zijn talenten met
warme woorden gehuldigd had en wit n
hij zijn hoop met betrekking tot den
verkoop van zijn arbeid had toevet-
trouwd, die zijn onbemiddelden toe
stand kende, had daarop met grooten j
twijfel de wenkbrauwen in de hoogte
getrokken en de schouders opgehaald.
Hij ram de vrijheid om de volgende
welgemeende, vertrouwelijke opmer
king uit te spreken
„Mijn beste, had ge maar een on
derwerp gekozen, dat meer in onzen
tijd past. Men begrijpt uwe bedoe
lingen niet. Uw gevoel is te fijn voor
de breede massa. Er is weinig uit
zicht voorhanden.... evenwel op het
geluk.... op het geluk komt alles aan!
De eenige goede raad, dien ik u in
staat ben te geven, isReken niet op
de kunstwaarde van uw arbeid, maar
verkoop uw werk, zoodra zich eene
gelegenheid aanbiedt.... voor eiken aan-
nemelijken prijs. De hoofdprijs komt
een anderen keer wel.... en zoo jong,
veelbelovend talent als gij zijt
Nog slechts twee dagen scheidden
hem van den sluitingsdag der tertoon
stelling. De onverkochte werken wer
den dan weder ter beschikking gesteld
van hun teleurgestelde scheppers
ook zijn groep keerde weder in zijne
bescheiden woning terug.... alle lange,
bange hoop met een Iaatsten slag ver
nietigd zijne toekomstdroomen, zijn
vooruitzichten tot droombeelden ver
lagend. Verder zou hij de ellende van
het bestaan voortsleepen.... als een
gevangen adelaar met ketting en ring
aan den voet f stompzinnig tot de
hooge, schitterende, gouden zon op
kijkend, het doel van zijn vurig ver
langen opkijkend naar de lucht, waarin
zijne kunstenaarsziel alleen tot ademen,
tot leven in staat was, en zonder
welke die ziel hij voelde het
langzaam zou sterven.
Hij verliet de tentoonstelling en
keerde somber in zijne woning terug.
Hier wierp hij zich in een stoel,
steunde het hoofd op beide handen
en staarde sprakeloos voor zich uit.
GEVESTIGD TE AMSTERDAM.
Aftleelïng Schriftelijke Cursussen,
onder leiding van D r. P. B r a n d s e n, leeraar aan de Handelsschool
te Amsterdam Mr. W. van D e 1 d e n, procuratie-houder een te
Bankinstelling, te AmsterdamD r. F. H. Fischer; Dr. A. A.
Fokker, privaat-docent aan de Universiteit en leeraar aan de Han
delsschool te Amsterdam W. C. de G r a a f f, lector aan de Univer
siteit te LeidenDr. J. M. Hoogvliet, privaat-docent aan de
Universiteit te UtrechtDr. Dan. de Lange, privaat-docent aan
de Universiteit te Groningen D r. H. A. N a b e r, leeraar aan de
H. B. S. 5 j. c. te Hoorn Mr. C h. T h o r s, advocaat en procureur
te Amsterdam, en andere bevoegde docenten.
Wij organiseeren de volgende schriftelijke curssen Nederlandsche
Handelscorrespondentie
Frar.sch (voor beginners), Fransch (voor eenigszins gevorderden).
Fransch (voor meergevorderden), Fransch voor de acte L. O.), Fransche
Handelscorrespondentie (voor beginners).FranscheHandelscorresponden-
tie (voor meergevorderden exa E en-cursus)Duitsch (voor beginners,)
Duitsch (voor eenigszins gevorderden), Duitsch (voor meergevorderden),
Duitsch (voor de acte L. O.), Duitsche Handelscorrespondentie (voor be-
g;nners), Duitsche Handelscorrespondentie (voor meergevorderden exa
men-cursus) Engelsch (voor beginners), Engelsch voor eenigszins gevor
derden), Engelsch (voor meergevorderden), Engelsch (voor de acte
L. O), Engelsche Handelscorrespondentie (voor beginners), Engelsch
Handelsco.responder.tie (voor meergevorderden); examen-cursus
Boekhouden (voor menschen uit de praktijk), Boekhouden (voor
eenigszins gevorderden examen-cursus), Boekhouden (voor acte M.O.
K 12); De Techniek der Administratie; WarenkennisHandelskennis;
HandelsrechtHandelsaardrijkskunde De Techniek der Bedrijfsreclame
Stenografie (systeem Groote)MachineschrijvenAlgemeene Littera
tuurgeschiedenis Ita'iaansch (voor beginners), ltaliaansch (voor meer
gevorderden) Spaansch Deensch-Noordsch Zweedsch Russisch
MaleischLatijn; Esperanto; Natuurkunde (voor meergevorderden);
Scheikunde (voor beginners); Dierkunde en PhysiologieWeer- en
Sterurekunde Wiskunde (voor beginners)Wiskunde (examen-cursus
der de acte L.O.) Psychologie; Algemeene OntwikkelingSchrijven
voor Fouten Een goede Stijl.
Een cursus duurt minstens 3 maanden, hoogstens ll/t jaar. Het
lesgeld is in het algemeen f 5.per kwartaal. Er bestaat persoonlijk
contact tusschen docent en cursist.
Wekelijks wordt den cursist een les toegezonden. Iedere les bevat
de stof voor de week. De opgaven, enz. worden beantwoord en uit
gewerkt in de eerstvolgende les hiermee hebben de leerlingen dus
hun werk te vergelijken. De leerlingen hebben het recht van vragen
stellen. Is dit een absolute noodzakelijkheid, dan wordt het werk per
soonlijk door den docent gecorrigeerd.
.Velen hebben onze cursussen reeds met succes gevolgd, en hebben
aan onze schriftelijke cursussen een mooie positie te danken gehad.
Ieder, die zich voor onze schriftelijke cursussen interesseert, vrage
dadelijk ons gratis-prospectus aan, hetwelk alle verdere inlichtingen
bevat. De Administratie van het Bureau is gevestigdSingel 276,
Amsterdam. Telefoonnummers: Noord 10789, 10148.
Afgescheiden van deze cursussen wordt door ons een schriftelijke
cursus gepubliceerd, die bestemd is voor vrouwen, die, zonder Fröbel
onderwijzeres te zijn, onze kleintjes moeten bezighouden. De cursus is
dus niet voor kinderen bestemd, maar voor jonge moeders en onder
wijzeressen.
Joh. GöbelJr Directeur.
Zijne vrouw verzorgde juist het
kind, dat verlangde te eten. Zij zeide
niets.... zij vroeg niets meer, want zij
had onmiddellijk bij zijn binnentreden
op zijn gelaat gojezen, dat hij haar
slechts opnieuw hetzelfde troostelooze
antwoord kon geven, hetwelk zij na
groote, vroolijke tijding der bekroning
van zijn werk altijd op-nieuw ontvan
gen had. Zij wist, hoe pijnlijk, hoe
smartelijk hem hare vraag aandeed.
Zij kende reeds de zwakke uitwerking
van zijn arbeid op het publiek door
zijn in den aanvang bittere, later voort
durend hartstochtelijker, heftiger wor
dende klachten en verwijtingen. Zon
der terughouding, met het geheele hart
van een beminnende vrouw voelde zij
met hem mede, en met de naïveteit
van eene vrouw uit het volk en die
van een leek in de kunst kon zij het
niet begrijpen, hoe men tegenover een
zoo schoon, prachtig stuk werk, zooals
dat van haar man, gevoelloos kon
blijven, zonder tegelijkertijd den vu-
rigen wensch, het te beziiten, te koes
teren en vooropgesteld dat de noo-
dige middelen aanwezig waren het
onmiddellijk aan te koopen. Zij was
daarbij niet vrij van practische bedoe
lingen ten opzichte van zich zelve en
dacht op de eerste plaats aan haar
eigen zorgen voor het dagelijksch
brood, wat geheel natuurlijk is bij eene
vrouw en moeder. Vervolgens deed
het haar echter diep leed, dat een zoo
bekwaam en talentvol man, als haar
echtgenoot was, zoo weinig deelne
ming ondervond- Dat had hij niet
verdiend. De openlijke erkenning der
deskundigen had hij ontvangen en het
publiek behandelde hem met de groot
ste koelheid.
Ach, indien het haar vergund was,
hem te helpen indien zijn lot eens
in haar handen rustte....
Stil.... zoo stil mogelijk had zij zich
met deze gedachten, met deze gevoe
lens beziggehouden. Daarbij kwam zij
eensklaps tot andere inzichten. Indien
hij zoo schoot het haar door den
geest in plaats van haar, de arme,
onbeduidende naaister, te huwen, een
andere keus getroffen had.... zooals
degenen, die tot zijne kunstbroeders
behoorden en die zich door een rijke
partij den vasten grond hadden gelegd
tot een zekeren, zorgeloozen, vrijen
opbouw van hun toekomstig paleis
en daardoor gekomen waren tot een
maatschappelijken rang, welke over
eenkwam met hun be^ch ving en stand
en kunstbestaan..indien hij uit liefde
tot haar, het bescheiden meisje uit h~t
volk, onbedachtzaam zijn welzijn mis
kennend, zijn levensweg niet naar boven
maar naar beneden gekozen had
Zij had hem vol geloof en vertrou
wen aangehangen met alle vurigheid
en nederigheid der beminnende vrouw
in vereering van zijn genie, in de vrij
willige, ondergeschikte onderworpen
heid aan zijn geestin het gevoel,
daar hij haar, die zijner onwaardig
was, tot zich omhoog trok en door
zijn bezit adelde.... zondere andere
gedachten, dan dat zij hem een altijd
durend beminnend, dankbaar, offer
vaardig hart in eigendom afstond.
Wordt vervolgd.