De Volkswil De geketendePromotheus. BIJVOEGSEL van van 7 Februari 1914. Van alles wat 1 Feuilleton. Mengelwerk. Een dief. Tweede kamer. Grond verschaffing aan landarbeiders. Blijkens het Voorloopig verslag om trent het wetsontwerp betreffende ver krijging door lar.darbeiders van land met woning in eigendom of van los land in pacht worden principieele be zwaren tegen het nemen van wette lijke maatregelen tot grondverschaffing aan landarbeiders niet ingebracht. In- tusschen meenden enkele leden dat waar men hier slechts te doen heeft met de belangen van één bevolkings groep, ten deze van algemeen nut geen sprake is en dat dus het middel van onteigening, buiten toepassing behoort te blijven. Anderen betoogden dat niet blijkt dat bij de uitvoering der voorgestelde bepalingen op de belangen der grondeigenaars zal wor den gelet. Ook zal gelet worden op de financieele gevolgen der voorge stelde maatregelen. De voor het Rijk daaruit voortvloeiende uitgaven kunnen belangrijk worden en ook tegen den vorm waarin zij verstrekt zullen wor den bestond bij deze leden bedenking. Hiertegenover voerden anderen aan dat de verbetering van de positie der landarbeiders als een zaak van alge meen belang is te beschouwen en dat daarom tegen de daartoe noodige ont eigening geen principieel bezwaar kan bestaan. Aan de grief dat bij de voor gestelde regeling niet genoeg rekening is gehouden met de belangen der grondeigenaars kan zoo noodig door wijziging van de bepalingen omtrent onteigening worden tegemoet geko men. Zeer vele leden hadden bezwaar tegen de beperking van de vrijheid der landarbeiders die ingevolge het wetsontwerp grond verkrijgen. Vele van de landarbeiders die de beschik king over een stukje grond hebben, telen niet alleen voor eigen gebruik maar ook voor de markt, omdat hun dit voordeeliger uitkomt. Zij zijn met terdaad kleine boeren. Volgens art. 52 van het ontwerp zal het land, dat de landarbeider verkrijgt, echter voorna melijk moeten dienen tot het telen van de vruchten die hij voor zich en zijn gezin behoeft. Volgens art. 53 mag het plaatsje niet verhuurd of verkocht worden, zoolang de annuïteiten niet zijn afbetaald. Volgens art. 55 mag de landarbeider zonder machtiging van het daar bedoeld college geen ander land dan het plaatsje in gebruik heb ben, zoolang niet 15 annuïteiten zijn afbetaald. Volgens art. 56 mag de landarbeider bij het losse land zonder gelijke machtiging geen naderen grond in gebruik hebben. Deze bepalingen hebben de strekking den landarbeider onder curateele te stellen en hem te binden aan de p'aats, waar het ver kregen land ligt, terwijl ontheffingen van die artikelen evenmin als ver vroegde aflossing van annuïteiten veel zullen voorkomen. Vele andere leden waren van oor deel dat het voorstel der Regeering dat overeenstemt met het door de uit deskundigen van verschillende rich tingen bestaande Staatscommissie ge geven advies, meer waardeering ver diende dan het blijkens bovenstaande opmerkingen gevonden had. Het stre ven der Regeering is geweest, de landarbeiders te helpen. Men vond, waar thans een eerste stap op een nieuwen weg gedaan wordt, de be paling dat de grond voornamelijk moet dienen ter voorziening in de behoef ten van den landarbeider en zijn gezin, alleszins te billijken. Op die wijze wordt het risico bij de exploitatie tot een minimum beperkt. Dat het ont werp de gelegenheid om nevens het plaatsje of het losse land nog anderen grond in gebruik te nemen beperkt, werd met het oog op de nadeelen, aan den gezinsarbeid en langdurigen arbeid verbonden, goedgekeurd. Dat de arbeider die een plaatsje verkrijgt, aan de plaats zijner inwoning gebon den zal worden, achtte men betwist baar. Verscheidene leden betoogden dat het op voordeelige voorwaarden ver strekken van grond in hyur, ook we gens de opdrijving der pachten, waar over zooveel geklaagd wordt, een uitstekend middel is tot verbetering van het lot der landarbeiders, maar dat het niet wenschelijk is, het ver krijgen van grond in eigendom op .den in het ontwerp voorgestelden voet te bevorderen. Sommige dezer leden bevalen ter verbetering van de positie der landarbeiders in de eerste plaats aan de vorming van gemeentelijke landbouwbedrijven. Andere leden juichten toe dat in het wetsontwerp het verkrijgen van eigendom op den voorgrond is ge steld. Tegen de vestiging van ge meentelijke landbouwbedrijven werden verschillende bezwaren ingebracht. Eenige leden verlangden dat in het wetsontwerp ook de gelegenheid zou worden gegeven om los land in eigen dom te verkrijgen. Sommige leden betreurden, dat in de voorgestelde regeling het streven om den landarbeider tot kleinen boer te ma ken niet op den voorgrond is gesteld. Aanbevolen werd de gemeenten door het geven van Rijkssteun in staat te stellen gronden te verkrijgen, die zij dan in eigendom of erfpacht zouden uitge ven aan hen die kleine boeren willen worden. Ook voor de steden werd dit wenschelijk geacht ter uitbreiding van volkstuinen, als die, welke in Duitsch- land reeds veel worden aangetroffen. Hiertegenover merkten anderen op dat de \raag of den landarbeiders steun moet worden verleend om hen in staat te stellen bij te koopen of te pachten en zoodoende metr het karakter van Keu terboer aan te nemen, ligt buiten de grens van dit wetsontwerp. Enkele leden waren gekant tegen ingrijpende maatregelen tot bevorde ring van de ontwikkeling van de landarbeiders "tot kleine boeren, omdat zij het niet wenschelijk achten door phïlanthropische bescherming de na tuurlijke concurrentie op het gebied van de Iandhuur tegen te gaan. Tegen de wijze waarop de grond- verschaffing in het wetsontwerp is ge organiseerd, worden verschillende be zwaren ingebracht. Zeer vele leden konden zich niet vereenigen met het voorstel tot instelling van landarbei derscommissies. Andere leden deelden hun bezwaren niet. Voorts maakten verscheidene leden bedenking tegen de uitgebreide be voegdheid, bij het wetsontwerp aan Gedeputeerde Staten toegekend. De landarbeiders die ingevolge het wetsontwerp een plaatsje verwerven, zullen de daarop te vestigen hypotheek bij onderhandsche akte kunnen ver- leenen. Enkele leden achtten het ver schaffen van goedkoop grondkrediet voor alle landarbeiders en kleine boe ren van belang en bepleitten verlaging van de hooge kosten van hypotheek akten en eigendomsoverdrachten. Vooral werd toelating van hypotheeks- leening bij onderhandsche akte ge- wenscht geacht. Men hoopte daf de Regeering tot verlaging van bedoelde kosten een voorstel zou doen. Enkele leden wenschten verandering te zien gebracht in de testeervrijheid ten opzicht van landelijk grondbezit van een zekere waarde ten einde het verkrijgen en in stand houden van een stand van kleine boeren te bevorderen. Thans moet vaak bij het overlijden der ouders hunne boerderij worden ver kocht, ten einde de opbrengst onder de kinderen te verdeelen. Het gevolg is dat de kinderen allen weder arbei der worden. Sommigen wilden ook zoons van kleine boeren in de voordeelen der wet doen deelen. Anderen waren van ge voelen, dat gewenschte uitbreiding buiten het kader der wet ligt. Aan het verslag is toegevoegd een Nota van den heer Beaufort, waarin betoogd wordt, dat de wijze, waarop de hoogst be'angrijke aangelegenheid der verkrijging van land door land arbeiders ln dit wetsontwerp wordt geregeld, aan ernstige bedenkingen onderhevig is. Het verschaffen van land aan land arbeiders moet beperkt blijven tol het in pacht geven van los land, Het ver schaffen van een plaatsje verdient geen aanbeveling. Zoowel de landarbeiders-commissie van hoofdstuk IV als privaatrechterlijke van hoofdstuk V dienen te vervallen. De verkrijging van los land in pacht kan, naar de schrijver der Nota be toogt, zonder tusschenkomst der land arbeiderscommissies en de privaat rechterlijke lichamen worden bereikt op een meer afdoende wijze. De golfstroom der lucht. Zeer interessant is het artikel van Dr. L. Caze in de Fraosche „Revue", waarin hij verschillende bijzonder heden vertelt van den golfstroom der atmosfeer Deze golfstroom hangt zeer nauw samen met den bekenden golfstroom van den Atlantische Oce aan. De atmosferische golfstroom ontstaat eveneens in de Golf van Mexico. De luchtmassa's boven den warmen Oceanischen golfstroom be houden hun hooge temperatuur Bo ven den ceanischen golfstroom is de temperatuur dus beduidend hoo- ger dan in de omgeving. Het is als het ware een lucht hittegolf. Terwijl de water-golf tegen de kust van Europa aanslaat, en zich derhalve Noordwaarts buigt, gaat de hittegolf der lucht nog steeds Oostwaarts In Schotland en Noorwegen verliest de golf z'n waterdamp er ontstaan dan enorme welken, waaruit de regen neerplast. Zoo loopt de golfstroom over Zieden, Finland en Noord- Rusland. Door het draaien der aarde wordt de golfstroom der lucht in middels Zuidwaarts gedreven; dan wordt het een koude luchtstroom die aan de Russische steppen zoo'h eigenaardig klimaat geelt. Langzaam nadert de golfstroom dan evenaar, Het is nu een droge wind In de woestijnen van Turkestan heeft ook de Sahara haar klimaat aan den atmo8terischen golfstroom te danken Het zal ons wel benieuwen, op welke wijs de toonaangevende kli- matelegen Dr Caze zullen beant woorden. o Natuurvolkeren en wetenschap. De bekende ethnoloog Prof. L. Th. Preuss heeft er de aandacht op ge vestigd, dat natuurvolkeren, die nooit met cultuur in aanraking kwamen, die niets weten van hetgeen wij reeds een kind inprenten, toch zeer scherp kun nen waarnemen. Bij de verklaring gaat de primitieve mensch er echter te gauw toe over aan tooverkrachten te gelooven. De Mexicaansche Cora-ln- dianen kennen bijv. de drie gedaanten der krekeliarvendoch ze laten die plotseling ten hemel vliegen, en bela den met schoone bloesems terug- keeren. Het beste staaltje van de wijze, waarop de natuurvolkeren, in het na tuurleven zijn doorgedrongen is hun kennis van de giften. Deze wetenschap Hij had de arme naaister toch ge huwdhij had daartoe den moed bezeten. Zijne kracht, zijne talenten zouden hem des ondanks der zege praal voeren. Dit was niet meer dan eene kwestie van tijd en van geluk. Zijne vrienden, voor zoover hij zijne kunstbroeders als zoodanig er kende, haalden daarover de schouders op. Eerst verklaarden zij de domheid niet te willen gelooven. Een onvermogend beeldhouwer en een arme naaisterwas een onmoge lijkheid De zaak droeg van den be ginne af de kiem des doodsde ruïnevan den ondergang in zich. Hadden zij niet reeds tal van voor beelden kunnen opmerken. Had het treurig lot van anderen hun niet een waarschuwend voorbeeld moeten zijn... wel waren er enkele uitzonderingen, doch deze bevestigden slechts den regel. Hoe menig heerlijk talent, dat in andere omstandigheden tot ach tenswaardige. hoogte was gestegen, moest nu als lastdier zijn weg door het leven afleggen. Anderen hadden een korter, eenvoudiger weg gekozen. Waar was hun zelfvertrouwen geble ven, waar de geestdrift voor het ideaal, dat hunne harten luider kloppen, hun oogen schitteren, hunne wangen hoo- ger kleuren deed Stomp, afgemat, met gelaten, met bitterheid vervulden blik slopen zij daarheentot hand langers in den tempel der kunst ver laagd, waarin zij priester hadden kun nen zijn. Dat alles zeiden zij hemhielden zij hem voor, alvorens hij den laatsten, beslissenden stap deed. Toen zij even wel zagen, dat het hem met het hu welijk ernst was, dienden zij hem op zijn verzoek bij de kerkelijke, stille trouwplechtigheid tot getuigen, met een gelaat echter, waarmede men een doode naar zijne laatste rustplaats vergezelt, waarmede men een redde loos verlorene aan zijn lot overlaat. Later lieten zij zich zelden, nog la ter in het geheel niet meer bij hem zien. Het was ook alles zoo eenvou dig bij hemzoo kolossaal omlaag drukkendzoo pijnlijk. De ellende begon reeds..,, zooals zij het reeds vooruit geweten en gezegd hadden een kind was er. De jonge, schoone moeder had haar slechts karig beloonde werkzaamheid voor het grootste deel moeten laten varen... daardoor drukte de geheele, de dubbele zorg alleen op hem. Spoedig zou hij het huis vol hebben.... het was de oude historie. Een jaar was verstreken. De tentoonstelling van beeldende kunsten had den bezoekers van ruime zalen geopend de dagbladen en kunst kronieken zonden hun kolommenlange verslagen de wereld in; uit alle wind streken stroomden de vakmannen, de dilettanten, kunstkenners en liefheb bers naar de residentie. Zij kwamen om te kijken, te genieten, te leeren? te beoordeelen en naar gelegenheid en neiging te koopen. Zij konden niets anders doen dan de loftuitingen der pars bevestigen. Het gtbeurde slechts zelden, dat op eene tentoon stelling in zulke overvloedige mate de voortbrengselen van moderne kunst waren ingezonden. In de groote zalen werd rendez-vous gegeven door de hoogere standen der maatschappij. Onder vroolijk gekout en h^t uitspre ken hunner meeningen stonden zij voor dit of dat beeld, voor dezen of genen plastischen groep, waarvan men wist, dat zij door de strenge jury met eene onderscheiding bekroond was. Zooals gewoonlijk trokken de groot ste schilderstukken en die tentoonge stelde voorwerpen, welke het eene of andere zonderlinge motief voorstelden, dat op de zenuwen indruk maakte, de meeste kijklustigen, het grootste deel der belangstelling van de massa tot zich. De producten van werkelijke kunst gingen zij zonder deelneming en met stompe, onverstandige blikken voorbij, of haalden de schouders op en schudden zelfs hunne hoofden over het onbegrijpelijk feit, dat zulk een eenvoudig, niets in het oog loopend voorwerp eene onderscheiding was waardig gekeurd. Bijzonderlijk was dit het geval met een marmeren groep van 35 c.M. grootte, waarvan de liefelijke gestalte het zoozeer bekende motief Amor en Phyche voorstelde. De catologus ver meldde naast den geheel onbeken den naam van den kunstenaar dat deze kleine groep met een gouden medalje bekroond was. Onverstandiger oordeel kon de deskundige jury wel niet geveld hebben. Om op hare juiste waarde geschat te worden, kon de groep g-en on gunstiger plaats gegeven worden. Zij bevond zich op een zwart gepolitoerd piëdestal in den donkersten, afgele- gensten hoek van een-der laatste, ach terste zalen, waar de oog'n d-*r be zoekers, vermoeid van het kijken, en van de overtalrijke indrukken, slechts zeer zelden een kijkje kwamen r.emen. De meesten bemerkten haar in het geheel niet of achtten het na vluchti- gen blik de moti'e nkt waard, om harentwille een tocht naar eene zijzaal te maken. Deze kleine, onduidelijk verlichte, nictsbeteekende arbeid be loofde toch niets. Waarom had men het kunstprodukt andtrs in dtzen hoek geplaatst „Wat is dat daar, Henri vroeg eene oud-achtige, voorname dame op achtelooze toon, terwijl zij wegens den afstand van haar lorgnon gebruik maakte. Haar kaalhoofdige begeleider volgde de aangewezen richting. „Bah".... meende hij overschillig „onmoderne dingen zoo iets antiek maakwerk zonder geestAmor en Psyche, als ik mij niet vergis...." Hij geeuwde achter zijn ossenbloed- kleurigen handschoen. „Kom, mama...." sprak bij vervól gens terwijl hij' de eveneens vermoeid uitziende vrouw den arm bood. „Daar achter moeten nog pikante sensatie berust natuurlijk geheel op de onder vinding, door de ouderen opgedaan en aan de jongeren meegedeeld. Ook is het opmerkelijk, dat de inboorlin gen van Peru, Chili, of Bolivië steeds hun narcotische cacobladeren, die zij kauwen, zullen vermengen met wat plantenasch, waardoor pas de cocaïne vrij komt. Wat de moderne chemicus pas ontdekt na langdurige studie, weet de ongeleerde riatuurmensch bij over levering. Merkwaardig is ook het geo grafisch instinct, dat hen in staat stelt, landkaarten te vervaardigen, die wer kelijk ook voor ons niet van waarde ontbloot zijn. o— Liggen en zitten. Heel weinig menschen letten bij de inrichting van hun woning op de vraag, of het hoofdeinde van hun ledikant naar het noorden, zuiden, oosten of westen moet worden geplaatst. En toch is dit een zaak van belang, daar men en dat is bewezen het best slaapt, als het hoofd naar het noorden, de voeten naar het zuiden gericht zijn. Zelfs bij chronische slapeloosheid heeft eene veranderde ligging van het hoofd dikwijls succes gehad. Waar dat feit aan toe te schrijven is, weet men niet. Men onderstelt evenwel, dat de bewe ging der aarde de eene of andere tot nu toe onbekende werking op hel men- schelijk organisme uitoefent. Over dag, onder het werken, schijnt het daarentegen beter, het gezicht naar het westen te keeren. Men heeft waar genomen, dat bij menschen, die onder het werk eene oost-westelijke richting innemen, spiervermoeidheid later in treedt dan in andere richting. Letter kundigen hebben herhaaldelijk ver klaard, dat de i leeën hun vrijer en rij ker toevloeien, als zij, aan de schrijf tafel zittend, het westen voor zich heb ben en ook piano-leeraressen hebben de ondervinding opgedaan, dat haar leerlingen beter en gemakkelijker spe len, a's de piano aan de westzijde der kamer staat. De meeste groote steden vertoonen neiging, zich naar het westen te ont wikkelen, en alle volksverhuizingen hebben van het oosten naar het westen plaats gehad. Ookde groei der boomen vertoont dikwijls eene neiging van oost naar west. II.L „waarom" ligt, zooa's gezegd, nog in het duister, ofschoon het vermoeden, dat de beweging der aarde invloed heeft op mensch, dier en plant, voor de hand ligt. O Hij had gestolen. Er was geen an dere naam voor zijn daad, al trachtte hij zich door ijdele drogredenen daar van vrij te pleiten. Hij had zich aan het eigendom van een ander vergre pen. Maar deze andere was zoo rijk Zijn geldkist was tot aan den rand gevuld, zijne kinderen waren voor al tijd goed verzorgd. Dat kleine verlies kon hem geen nadeel doen. Die paar stukken tentoongesteld zijn." Een jonge man, die met over el kander geslagen armen in de nabijheid van een der hooge vensters stond en van deze episode getuige was, zónd beiden een blik vol bitterheid achterna. Hij was de schepper van de bekoor lijke groep, waarover beiden zooeven op minachtenden, ja verachtenden tcon gesproken hadden. Als met ingehouden toorn en smart preste hij de lippen stijf op elkander. Vervolgens een starenden blik werpend op zijn heerlijken arbeid, mompelde hij somber „Als de nood mij niet dwong bij God, ik zou in staat zijn, mijn eerste succes te vernietigen en over de brokstukken die ziellooze ellende lingen m'n verachting in het aange zicht slingeren Zijne handen balden zich in mach- telooze woede. Hij boog het hoofd. „De nood echter... de noodzakelijk heid knevelt ons allen. indien ik alleen was..... ja, indien ik alleen was... Doch achter mij staan vrouw en kind en hopen op mij en hangen aan dit werk.... een tweejarigen, met bloedige offers voltooiden arbeid.,., als aan hun hoop en redding.... Dat is het! Wie, die de goddelijke vonk van Prome theus in zich voelt, zou deze harte- looze massa zijn heiligdom prijsgeven zonder noodzakelijkheid. Hoe dikwijls had hij deze en soort gelijke bemerkingen over zijn werk moeten aanhooren.... een onvrijwillig getuige. En altijd weer trok het hem weer aan, om naast den zeldzamen

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 5