Flick's Cacao No. 231. Zaterdag 7 Februari 1914. 5e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalsum. Bierkaai straat A 28 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. er is de allerbeste. DE VOLKSWIL REDACTIE: Abonnomeut per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. Een exploit aan den bisschop van Breda. —o Wij lezen in de Tijd van 31 Ja nuari Zijn laatste inval. De bekende notaris Van Dalsum uit Hulst, die in den regel het droeve register bespeelt, heeft eindelijk de komieke noot gevonden. Hij heeft n.l. aan Z. D. H. den Bis schop van Breda per deurwaarders- exploit een som van f 20.000 gevraagd vanwege het voor jaren uitgevaardigde leesverbod van „De Volkswil". Deze laatste inval van den Hulster notaris is een van zijn bestemen kan er 'ns om lachen. (D. v. Nbr.) D. v. Nbr. ishet Dagblad van Noord-Brabant te Breda, het bisschop pelijke Katholieke blad. Nu dit de zaak vermeldt, en natuur lijk, dat is zoo de politieke Karhoüeke taktiek, onjuist door halve waarheid, dus valsch, geven wij hieronder de ware zaak. Wij waren niet van plan om de zaak openbaar te maken, doch nu ze is uitgelokt, direct of indirect van uit de omgeving van den bisschop zeiven, achten wij ons verplicht de zaak te vermelden zooals ze is. Wij laten hieronder volgen den in houd van het deurwaardersexploit, en voegen er bij, dat het concept van het exploit is van ons zeiven, door ons zeiven aan den deurwaarder opgezon den ter beteekening, zoodat alle ver antwoordelijkheid is voor ons alleen. Op heden den negentienden Januari negentien-honderd en veertien. Ten verzoeke van Hendrik Albert van Dalsum, notaris, wonende te Hulst, domicilie kiezende ten zijnen kantore te Hulst. Heb ik Leonardus Petrus Janssen, deurwaarder bij de Arrondissements Rechtbank van- en wonende te Breda. Aan Monseigneur PETRUS LEIJTEN, Bisschop van Breda, wonende te Breda, mijn exploit doende ter\ zijnen woon- huize en aidaar sprekende mei: Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid iri persoon. Aangezegd Dat uit naam van den geinsinueerde zijne geestelijkheid in het dekenaat Hulst reeds sedert jaren, nagenoeg reeds van af het begin dat mijn re kwirant als notaris te Hulst was ge vestigd, tegen mijn rekwirant heeft samengespannen tot broodroof en dit alleen of met anderen vereenigd Dat deze samenspanning tot brood roof zich vooral stelselmatig is gaan organiseeren sedert de geinsinueerde van af den preekstoel heeft doen ver oordelen het weekblad „De Volkswil" van mijn rekwirant en dit op onware gronden en in strijd met kerkelijk en burgerlijk recht Dat de geinsinueerde en zijne gees telijkheid persoonlijk ook wel in ge weten overtuigd zijn, dat zij onrecht matig tegen mijn rekwirant hebben gehandeld en nog steeds onrechtmatig tegen hem handelen, vermits van den geinsinueerde en zijne geestelijkheid toch moeieiijk kan worden gedacht, dat een politiek tot eerroof in de ker ken en in de huisgezinnen, tot brood roof tegen hel kantoor van mijn re kwirant en tot doodzwijgen in het openbaar is eene zaak van katholiek kerkelijk recht Dat dit des te meer klemt, waar het is een nuchter feit, dat mijn rekwirant op al zijn klachten nimmer antwoord ontving noch naar de rechtmatigheid zijner klachten een, althans een con tradictoir, onderzoek is ingesteld, waaruit volgt, dat de geinsinueerde van het goed recht van mijn rekwi rant wel was overtuigd Dat deze onrechtmatige handelingen des te meer in het oog springen waar het is een zaak zonder tegenspraak, dat zij geen andere oorzaak hebben dan de afgunst wegens Gods genade zich openbarende in een leek Dat de geinsinueerde zelf onderwijst en door zijne geestelijkheid doet on derwijzen „Vraag: Wat moeten wij doen, „wanneer wij iemand in zijne tijdelijke „goederen of in zijn goeden naam „onrechtvaardig benadeeld hebben „Antwoord Wanneer wij iemand in „zijne tijdelijke goederen of in zijn „goeden naam onrechtvaardig bena deeld hebben, moeten wij het nadeel „zoodra en zoo goed mogelijk herstel- Jen, anders wordt de zonde niet ver beven." Dat de broodroofpolitiek der gees telijkheid tegen mijn rekwirant niet op zich zelve slaatmaar zoodanig alge meen is, dat zij met name in het de kenaat Hulst beïnvloedt het geheele volkskarakter Dat mijn rekwirant, tot herstel van zijnen door de geestelijkheid van den geinsinueerde aangeranden eer en goe den naam, is verplicht geworden een eigen weekblad op te richten en dit met gevolg, dat zijn eer en goeden naam in Nederland zijn hersteld, maar niet zijn hersteld de tijdelijke nadeelen gevolg van de tegen mijn rekwirant gepleegde en hiervoor omschreven on rechtmatige handelingen Dat mijn rekwirant het bedrag der door hem hierdoor geleden nadeelen veilig mag schatten op twintig duizend gulden. En heb ik deurwaarder, sprekende als boven, den geinsinueerde verder Gesommeerd Om binnen een bekwamen tijd, vol gens de eigen leer van den geinsinu eerde, „zoodra en zoo goed mogelijk," aan mijnen rekwirant te betalen het gemelde bedrag van twintig duizend gulden of zoodanige andere som ais tusschen mijn rekwirant en den gein sinueerde in der minne mocht worden overeengekomen, of wei aan mijnen rekwirant te doen een aannemelijk voorstel tot herstel van de nadeelen op eene andere wijze. Met aanzegging, dat, bij gebreke van aan deze sommatie te voldoen, mijn rekwirant den geinsinueerde stelt in wettig verzuim met alle gevolgen rechtens. En heb ik, deurwaarder, sprekende alsboven,aan den geinsinueerde gelaten een afschrift van dit exploit, waarvan de kosten zijnvijf gulden zeventig cent. L. P. JANSSEN, deurw. Geregistreerd te Breda, den negen tienden Januari negentien honderd veertien. Deel 59 Folio 177 recto vak 2 een Blad geen Renvooi. Ontvangen voor Recht Een Gulden Twintig Cent. De Ontvanger AUG. BLOEMARTS Een enkel woord er bij. Op het exploit hebben we geen antwoord ontvangen, noch schriftelijk noch mondeling noch direct noch in direct. Alleen misschien indirect door het spottende krantenbericht. Het exploit is beteekend, ingevolge onze opdracht, aan den bisschop per soonlijk, en dit laatste droegen wij op, omdat de volksgedachte is, dat onze bisschop niets afweet van wat hier in zijn naam is gedaan. Door niet te antwoorden wordt deze volksgedachte, die ook- de onze was, onjuist verklaard, en dus is wettig vastgesteld, dat onze bisschop op zich neemt de verantwoordelijkheid voor de daden zijner geestelijkheid. Dit feit brengt, naar het Goddelijk Strafrecht, gevolgen mede voor de ge heele geestelijkheid van het bisdom Breda, en wel gevolgen, welke wij, leek, niet gaarne zouden willen dragen. Hoewel het exploit reeds op 1 Ja nuari was in het bezit van den deur waarder, is het echter eerst uitgebracht op 19 Januari, dat is, juist den dag na het sluiten van de Missie te Hulst. Naar onze gedachte ligt hierin verband, en wel op verzoek van de omge ving van den bisschop. ZELANDÜ OVER B0ERE!\00CIITERS EIN BOERENZOONS. o Zij schrijft in haar no. van 31 Janu ari onder Brieven uit het 4e district. 1. Over boerendochters. Vele landbouwers begonnen reeds te vreezen, dat de periode der zeven magere jaren was ingetreden en al is nu het vet der zeven vroegere jaren 1904 1911 nog niet geheel opgesmeerd, toch hebben de beide laatste jaren een groote leege plaats in de brand kast (want elke eenigzins welgestelde boer houdt er tegenwoordig een brandkast op na) gelaten en zouden jaren als 1912 en 1913 geweest zijn, zich niet dikwijls moeten voordoen of men geraakte op den bodem, vooral zij die niet hebben weten te sparen en bij voorbeeld hunne dochters als dames hebben opgekweekt met gele laarsjes en centimeters hooge hakjes, hoeden met prachtige veeren, mantel- costumes met nauwe rokjes, die het gaan beletten en tot hanepasjes nood zaken, boa's en glacéhandschoenen, en die bij haar huwelijk de meters lange sleep der bruidsjapon door jeugdige vrouwelijke lakeien laten dragen, zoodat men zou wanen met een der dochters van den eigenaar in plaats met die van zijn pachter te doen te hebben, alleen aan haar minder beschaafde manieren en de zeer ge ringe wetenschappelijke kennis van de meest eenvoudige zaken kan men be merken een boerendeern voor oogen te hebben. 2. Oyer boerenzoons. De boerenzonen loopen uit den aard der zaak met hun kleedij minder in het oog, maar over het algemeen offeren de mannen toch te veel aan Bachus op Zon-, markt- en feest dagen. De Volkswil teekent hierbij aan Het zijn de boeren, die zoo voor Zelandia zijn, en het zijn de boeren, die bij verkiezingen zich warm maken voor de candidaten van Zelandia. En nu oordeelt hunne vriendin over hunne dochters, dat ze zijn pronkerig, onbe schaafd en dom, en over hunne zoons, dat ze te veel drinken. Maar daarmede oordeelt ze tegelijk over de ouders, want als de kinderen zoo zijn, dan zijn ook de ouders zoo, daar „de ap pel niet ver valt van den boom." Enfin, de boeren met hunne doch ters en zoons kunnen zeggen, ons eigen blad zegt het. Vrijmetselarij. O Wij lezen in Le Bulletin, dat de l'Eclair van 23 Januari publiceert een vragenlijst, verzonden ter onderzoek en ter beantwoording, door den Anti- Vrijmetselaarsbond van Frankrijk. De vragen luiden 1. Is vereenlgbaar met het grond wettelijk stelsel, en, in het algemeen, met eenigen vorm van regeering, het bestaan van de Vrijmetselarij, geheime vereeniging, vormende een Staat in den Staat 2. Is vereenigbaar, met de hiërar chie van het leger, de militaire disci pline en de nationale verdediging, het bestaan van de Vrijmetselarij, geheime en internationale vereeniging, die heeft ingesteld het stelsel van de fiches 3. Vormt niet een gevaar voor de onpartijdige en onafhankelijke uitoefe ning van de justitie en van de admi nistratie het bestaan van de Vrijmet selarij, geheime vereeniging, welker leden onderling verbonden zijn door plechtige eeden, en waartoe behooren talrijke magistraten en ambtenaren 4. Is niet een volstrekt beletsel tegen de verwezentlijking van de wettige sociale hervormingen, geeischt door hen die belang stellen in de verbete ring van het lot der arbeiders, het bestaan van de Vrijmetselarij, onbe perkte meesteres van het gezag sedert meer dan dertig jaar, en verantwoor delijk voor het grootste deel, voor de finantieele lasten, die zoo zwaar op het land drukken 5. Is vereenigbaar met de vrijheid van geweten en met alle vrijheden die er uit voortvloeien, met name met de vrijheid van onderwijs, het bestaan van de Vrijmetselarij, antichristelijke, onverdraagzame en vervolgende ver eeniging Besluit 1. Welke moet zijn, volgens U, tegenover de Vrijmetselarij, de houding van een regeering die bezorgd is voor hare onafhankelijkheid en voor het algemeen belang 2. Welke is de plicht van de eer lijke lieden, tot welke partij zij ook behooren Uit de Pers. Een roalitieheilige. Tweede Kamer. 29 Jan. Er staat de Nederlandsche natie eerlang een merkwaardige gebeurtenis te wachten mr. Th. Heemskerk zal worden geproclameerd tot (politieke) heilige van de Roomsche Staatspartij. Na het optreden van den heer No- lens, hedenmiddag, valt aan het op handen zijn van deze gebeurtenis niet te twijfelen, want de afgevaardigde van Venlo heeft het voor de herinne ring van zijn vroegeren premier zóó hoog opgenomen alsof het ging om de eere van een primaat der Room sche Kerk. De heer P a t ij n had, plei tend voor een Rijks H.B.S. op Goeree- Overflakkee, de geschiedenis in heu genis gebracht en daarbij terloops ge zegd En toenkwam Minister Heemskerk aan 't bewind.... Commen taar overbodig." Daarmee gaf hij na tuurlijk te kennen, dat, zooals iedereen weten kan en de heer Heemskerk zelf meermalen heeft uitgesproken, deze geen vriend was van R ij k s-Hoogere- Burgerscholen en dat zijn komst aan 't bewind de zaak voorGoeree en Overflakkee dus voorloopig hopeloos maakte Maar welk een heiligschennis, zulk een uiting aan 't adres van een zoo geheiligden primaat der coalitie als mr. Th. Heemskerk 1 Monseigneur Nolens kn.eep de lippen in misnoegen samen, fronste de brauwen in wrevel, wierp het hoofd gebiedend en stevende naar 't gestoelte des voorzitters. En zoowaar, de heer Goeman Bor- g e s i u s liet zich bepraten om den afgevaardigde van Zierikzee te verma nen, geen beleedigende dingen te zeg gen over afgetreden Ministers die zich hier niet meer verdedigen konden. Natuurlijk aanvaardde de heer Patijn de berisping allerminst en weerde hij haar af met de zooeven door ons reeds ge maakte opmerking. Waarop de voor zitter, vermoedelijk bemerkend dat hij zich door een valsch seinlicht op een verkeerd spoor had laten leiden, met eenige vergelijking van zijn ontspo ring terugkwam. Afs er meer van die coalitieheiligea zijn wier gebenedijde namen niet dan met eerbiedigen schroom mag worden genoemd, zal de heer Nolens zijnen medeleden wellicht een dienst bewij zen door het lijstje vooraf bekend te maken. Sint Theodorus voorop 1 Wij zijn ervan overtuigd dat mr. Heemskerk de eerste zou wezen om te lachen over dit bespottelijke stukje heiligschennis.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 1