Flick's Cacao W? No. 230. Zaterdag 31 Januari 1914. 5e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. Stichter: H. A. van Dalsüm. Bierkaaistraat A 28 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. ER IS de allerbeste. DE VOLKSWIL REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLAND f 0.50. BELG1Efr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: DRUKKERIJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. Visites bh alien. O Dezer dagen kwam ons zoo voor den geest ons welkom in Hulst nu bijna elf jaar geleden, en wel het volgende Onze voorganger als notaris gaf ons voor raad, om bij enkelen een visite te maken ter kennismaking, o. a. bij de heeren Jos. Seydlitz en F- Hom bach, beiden te Hulst. En ziehier onze ontvangst Bij den heer Seydlitz schelden wij aan en er wordt niet voor ons open gedaan, terwijl wij zagen, dat een oogenblik later voor een ander wel werd open gedaan Bij den heer Hom bachtot drie maal toe schelden wij aan zonder dat werd open gedaan, waarop wij ten slotte ons kaarijs in de bus de den, waarop wij ook niets hoorden. üp deze en dergelijke wijze wer den wij in Hulst als notaris ont vangen, en dit nog vóór wij iets hadden gedaan of gezegd of geschre ven. En waarom die onbeechofiheid Omdat er bij gelegenheid van de vacature notaris van Rijsoort van Meurs, onze voorganger, door twee partijen tegen elkander was gekuipt, die ieder kuipten voor een bepaalden sollicitant, om het ruwweg te zeg gen twee honden vochten om een been, en een derde, die noch per soonlijk noch een ander voor hem eenige moeite had gedaan, werd door den minister benoemd. Daarmede waren de heeren grond eigenaren en administrateuren getrapt op de teenen hunner verwaandheid, die dachten dat, omdat zij de be volking onder den knoet hadden nn gewoon waren, dat de notarissen bun loopjongen en sameudeeler waren, ook konden bepalen, wie hier notaris moest zijn. Naast de onbeschofte ontvang t stond, met tus.chenkomst reeds toen van het valsche blad Zelandia, de poging om ons voor eigen doeleinden te lijmen nog vóór wij van perso nen en van toestanden alhier iets afwisten. Onbeschoftheid en valsche lijmen mislukten boide door ons optreden, en door dit mislukken werd de haat geboren bij enkelen, en ter wille van deze enkelen moest ieder ons haten en verachten en onbeschoft zijn tegen ons en onze huisgenooten, moeder en zuster. In deze omgeving van onbeschoft heid leefden wij bijna elt jaar in Hulst, wij als gentleman en als zoon en afstammeling van gentlemen, en die onbeschoftheid, omdat zij wel voelde onze betere opvoeding dan de eigene, ging ons belasteren en ho nen in het geheim en in het open baar, opdat zou worden gevestigd de openbare meening, dat wij geen op voeding hadden ontvangen. Wij hebben dit eens willen zeg gen, omdat de beker der onbeschoft heid is te boven gegaan ons over groot geduld, omdat de walging ons overmeestert. Belcodigen, «f verontwaardigd zijn. O Wij leven in een christelijken tijd en in een christelijk Nederland. Zoo heet het immers Welnu. Dan zal er wel niemand zijn die durft te ontkennen, dat Christus was een man van eer. Nu noemde echter Christus in het openbaar 1. Zie Matheus 23e hoofdstuk, de schriftgeleerden en farizeên huiche laars, verblinden, blinde leidslieden, witgepleisterde graven, vol ongerech tigheid, zonen van moordenaars, slan gen, adderengebroedsel. 2. Zie Lucas 11: 45,46 tegen de wetgeleerdenook u, wetgeleerden, wee Want ge legt den menschen zware lasten op, en zelf raakt ge de lasten niet met één uwer vingeren aan. Volgens de Nederlandsche Strafwet zou Christus, als Hij in het Christelijke Nederland in het openbaar zóó durfde te spreken, vallen onder de Strafwet van beleediging, en van smaad aan een ambtenaar in de rechtmatige uitoefe ning zijner bediening. En toch leerde diezelfde Christus leert van Mij, dat gij ootmoedig en zachtmoedig van harte zijt Dit alles klopt toch niet op el kander Ja, toch, het klopt wel. En ziehier waarom. Iemand be'eedigen, doet geen man van eer, maar verontwaardigd zijn we gens schelmerij en ondeugd is juist de houding van den man van eer. Hij, die door dergelijke zoogenaamde beleediging zich zoogenaamd beleedigd gevoelt, gevoelt voor zich zeiven zeer goed, of die woorden zijn gesproken als beleediging of uit verontwaardiging. Maar als hij zich tot den rechter wendt met klacht, dat hij zich beleedigd ge voelt, dan huichelt hij door het voor den rechter te doen voorkomen, alsof hij beleedigd is w e t e n d e, dat die woorden waren geuit uit verontwaar diging. De rechter ook zal wel dikwijls kunnen onderscheiden, of er is belee diging of verontwaardiging, maar, als de rechter te voren of van ter zijde bevooroordeeld is geworden, is het voor hem, den rechter, toch ook dik wijls moeilijk om te onderscheiden, en dan gebeurt het, dat hij den man van eer, hem die terecht verontwaar digd is, straft als beleediger, en hem, tegen wien men terecht verontwaar digd is, beschouwt als te zijn aange rand in eer en goeden naam, terwijl deze in zijn karakter geen man is van eer. Toch is het voor den rechter, indien hij zelf een man is van eer, dat is een man van zedelijke deugd, niet al te moeilijk om wel te kunnen onderschei den, en hij zal dit doen door het zoo genaamde bc-Ieedigende woord te be schouwen in zijn volie verband met het geheel, waarin dit woord voorkomt, en in verband met de omstandigheden van tijd en plaats en omgeving. Doet de rechter dit niet, door dus het zoogenaamde beleedigende woord te beschouwen als los op zich zelf staande, door het dus te rukken uit zijn verband, dan erkent hij, dat hij geen onderscheid kent tusschen be leediging en verontwaardigd zijn, dat hij zelf niet is een man van eer, dat is een man van zedelijke deugd. Men ziet dus, hoezeer het voor den rechter niet voldoende is de wet te kennen, hoezeer zijn persoonlijk ka rakter wel degelijk van invloed is op zijne toepassing der wet en de Straf wet houdt hiermede ook rekening, daar zij naast de zoogenaamde beleedigende woorden verlangt het „opzet" om te beleedigen, zoodat de rechter verplicht is zich in te denken in het volle ver band waarin dit woord voorkomt om daaruit te putten de wetenschap, of er al of niet „opzet" aanwezig is. Als de rechter dusverontwaardiging straft als beleediging dan ligt dit niet aan de wet, maar aan hem. I>e nieuwerwetsehe zedeleer der Belgische hat holleken. In een artikel over Priester Le- rnire en de Katholieken die hem volgen, schrijft De Landwacht dat die kathol iekea vergeten dat de eerste plicht voor een katholiek is de gehoorzaamheid Nooit werd schandelijker de chris ten leering verdraaid. De eerste plicht van elk christen mensch is volstrekt niet de gehoor zaamheid maar wel de rechtvaardig heid en naastenliefde. Geen enkel schrijver over zedeleer zou eene afschuw*lijkheid lijk De Landwacht komt te doen dur-. ven schrijven. Ongehoorzaam zijn is in zeer veel gevallen eene deugd en gehoorzaam heid eene lafheid. Bijvoorbeeld als eeneoveiheid van hare macht gebruik maakt om 't onrecht te versterken, her. recht te verdrukken, den zwakke te verplet teren, is gehoorzaamheid aan zulke overheid eene ondeugd en dikwijls een nchelmbtuk. Hadden de Vlamingen, die in de XlVe eeuw voor hunne vrijheid streden en daarvoor vijftien malen in den ban der II. Kerk geslegen werden, ongelijk Moesten zij hun land laten in palmen Welk recht heeft een gee-lelijke overheid tusschen te komen bij mid del van den godsdienst voor eene rijke en machtige klas tegen een arm volk strijdende voor zijne lots verbetering Zijn wij, Vlamingen gehoorzaam heid verschuldigd aan de bisschop pen als deze de dwaasheid en de onrechtveerdigheid begaan te schrij ven dat het vlaamsch niet geschikt is voor hooger onderwijs en moettn wij daarvoor den strijd voor eene vlaamsche hoogeschool staken Moeten wij de geestelijken volgen als ze ons willen doen stemmen voor vijanden van ons volk Duizendmaal neen Doch 't is een ongelukkig en niet- meer te loochenen feit dat de Bel gische katholieken van den godsdienst een middel gemaakt hebben om de voorrechten der rijke standen te handhaven. Daarom wordt de gehoorzaamheid als opperste deugd uitgeroepen om dat zij de verslaving van het volk aan een hoop hoogmoedigen en baat- zuchtigen verzekert die slaven noo- dig hebben voor hun alleenheerschap pij en de vermeerdering van hun eigen rijkdom. H. Plancquart. (In de Volkeeeuw). Weelde en armoede. —o In de bureelen der ontvangers is men naarstig bezig met het stempelen der vreemde aktiën en obligatiën die belasting moeten betalen. In al de bureelen staat men verbaasd over de kolossale som geld die Belgie bezit. Er zijn in Belgie nog zooveel aktiën als men geschat had. De belas ting zal 't dubbel opbrengen van het geen er geraamd werd. Van den eenen kant overdreven rijkdom, van den anderen armoede. De rijke renteniers, de fabriekanten en nijveraars verleven per jaar honderd duizend franken en meer en leggen nog zooveel ter zijde, en de arme Vlaming zwoegt voor tachtig centiemen en den kost per dag of voor 15 fr. per maand als koeier, 24, 26 of 28, soms 30 fr, per maand als paarden knecht. Eene wiedster wint veertig centiemen en wat pap en een wever gewoonlijk twee fr. of iets meer per dag. Dwaasheid, verslaafdheid, ongeleerd heid, kleine loonen en armoede van den eenen kant; alleenheerschappij, weelde en luxe en vrekheid langs den anderen kant, dat zijn de gewone ken merken van een katholiek volk. De kasteelheeren en de groote rijken we ten wel waarom zij katholiek zijn niet voor God maar wel voor hun voor rechten en hun heerschzucht. Als ze 't maar schoon hebben hier beneden geven ze zeer gewillig en edelhartig den Hemel met al zijn genoegens aan de boeren.... hiernamaals. H. Plancquart. (In de Volkseeuw.) Een verzoek om rectificatie. o— Wij krijgen een brief van de Vet* eeniging Petrus Buijs waarin protest tegen wat wij in de vorige week schreven in het artikel„Geloofsafval onder leiding der geestelijkheid", en dit verband met wat daarin staat „In ons land heeft men nog de Oud* „Katholieken, ontstaan doordat Katho lieke geestlijken de geloovigen tracht* „ten af te trekken van Rome." En ons wordt gevraagd een rectifi catie te geven. Waarin echter eene rectificatie De geheele opzet van ons artikel is om aan te toonen, dat in den loop der geheele kerkgeschiedenis het gees telijken zijn geweest, die dreven naar afval van henzelven en van het volk van het geloof zooals dit wordt ge leerd door de Roomsch-Katholieke Kerk met den Paus, opvolger van Pe trus, als hoofd. En is dit soms niet waar? Men zal zeggen en er wordt gezegd, zij dreven niet naar geloofsafval, in tegendeel, zij dreven naar herstel van de juiste leer die door den Paus was vervalscht, of die er nieuwighe den bijvoegde, zooals de Pauselijke Onfeilbaarheid, en de Onbevlekte Ont vangenis van Maria en dus zijn wij, met name de Oud-Katholieken, de ware Katholieken. Wij, Volkswil, willen hierover niet twisten, daar de opzet van ons artikel niet was een beoordeeling van de re denen, waarom men afviel van of niet of niet meer erkende als juist de leer, zooals die wordt geleerd door den Paus van Rome, maar uitsluitend een constateeren, dat het steeds zijn ge weest g e e s t e 1 ij k e n die in strijd waren met de leer van den Paus en daarin medesleepten het volk. En, in ons artikel, als conclusie, dat het verpolitieken van den godsdienst, zooals dit geschiedt in Vlaanderen en in Nederland, is in strijd met de leer van den Paus van Rome en dus is een afval van de leer en daarmede van den Paus. Tegen dezen afval, door on dermijnen van de leer van de Harmonie door God geschapen in het bestuur der maatschappij, deze leer leerstel lig herinnerd door Leo XIII in zijne encyclieken, door Pius X door de leuze van zijn pausschap in praktijk gebracht door den wil tot hervormen van den geest zijner priesterschap die zich slechts weinig om dezen wil stoort in Vlaanderen en in Nederland geldt ons protest.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 1