door dat leergezag, dat de algeheele onafhankelijkheid van den katholieken burger en zelfs van den priester in politieke en sociale zaken wraakt; In aanmerking nemende van den anderen kant: Dat de apostolische constitutie Offio- rum van Paus Leo XIII wil, „dat de orde-geestelijken zich beijveren om de boeken en andere schadelijke geschrif ten, die in hun bisdom gepubliceerd of verspreid worden, te verbieden en ze aan de handen der geloovigen te onttrekken. Dat Paus Pius X in zijn Encycliek Pascendi aan deze zinsnede herinnert en er bijvoegt „Het is een recht, dat met woorden aan de bisschoppen is gegeven, maar het is ook een plicht, die hun is op gelegd. Om deze motieven De christelijke geest en zin van ons dierbaar Vlaanderen willende bevei ligen, en onaangetast bewaren het bisschoppelijk gezag, dat ons is toe vertrouwd Hebben wij bevolen en bevelen wij hetgeen volgt Art. 1. Wij verbieden aan alle pries ters en geloovigen van ons bisdom te lezen en in ontvangst te nemen de „Cri des Flandres"er propaganda voor te maken, het te verkoopen, te publiceeren en er in te schrijven. Art. 2. Om redèn van het gewicht der feiten ten laste gelegd aan de „Cri des Flandres" en het gevaar dat zij scheppen voor zijn lezers, bedoelden wij door gemeld verbod een zware verplichting op te leggen. Wij verkla ren dus, dat dit verbod verplicht on der straffe van zonde en wel van zware zonde. Art. 3. Als gevolg hiervan zullen de biechtvaders verplicht zijn, indien ons verbod overtreden wordt, in den biecht stoel te herinneren aan de theologische regels, betrekking hebbende op de zware zonde en deze toe te passen. Art. 4. En zal dit ons herderlijk schrijven worden voorgelezen in alle kerken en openbare kapellen van het arrondissement Hazebroek en Duin kerken, en in die van het arrondisse ment Rijssel, waar de „Cri des Flan dres" verspreid wordt. Overigens zal het gepubliceerd worden een maand lang in het Bisschoppelijk „Bulletin" en in de particuliere of locale „Bulle tins", die verschijnen in de streken of parochies, boven aangeduid. Gegeven te Rijssel den 9den Janu ari 1914. f ALEXIS, Bisschop van Rijssel. Zeclcnontaardin g\ o De gezamentüjke bisschoppen van Duitschland wijzen, noemende het ze- denontaarding, doorgedrongen tot op de kleinste plaatsen, op: 1. De geboortevermindering, met als de hoofdoorzaak, de hoofdschuldige de slechte wil, het kwaadwillig en misdadig misbruik van het huwelijk. 2. De vroegrijpheid in de kennis der sexueele verhoudingen vroeg rijp vroeg rot. 3. De kino- of lichtbeeldenthea ters. 4. Den geest van ongeloof, ontucht en wederspannigheid, die de jeugd omringt bij den eersten stap uit school in het leven. 5. De onwelvoeglijkheid, het schaamtegevoel afstompende vrouwen- kleeding. Oorzaak van allesgodsdienstige verslapping, achteruitgang van het christelijk geloof en geloofsleven in breede scharen van het volk. In de oudheid legen een overwonnen land.* O Uit de geschiedenis weten wij on der meer het volgende dat Koning Nabuchodonosor de stad Jerusalem beroofde van smeden, tim merlieden, metselaars en verdere am bachtslieden opdat huizen enz. niet konden worden gebouwd en her bouwd, dat de Philistijnen de smeden weg voerden uit Israël, opdat in het laatste land geen ijzeren wapens en gereed schappen zouden zijn dat Koning Porsenna in het vre- destractaat met de Romeinen opnam, dat de Romeinen geen andere voor werpen van ijzer mochten bezitten, dan zij voor den landbouw noodig had den dat de grenzen van een land volle dig over eene breedte van vele mijlen werden verwoest tot eene onherberg zame woestenij, opdat dit land van het handelsverkeer geheel zou zijn uitgesloten en dus niet zou kunnen komert tot inwendige en uitwendige kracht. Dit alles geschiedde in een heiden- schen tijd. Holland streed indertijd immers te gen Spanje om redenen van gods dienst ter wille van het zuivere Evan gelie Welnuwal geschiedde in een hei- denschen tijd, geschiedde in het trac- taat van 1648 van Holland tegen Vlaanderende kop van Vlaanderen werd afgenomen met verbod en ook onmogelijkheid voor Antwerpen, Gent en Brugge om de zee te bevaren Vlaanderen werd afgesloten van de Schelde, dat is van de zee, om haar zeehandei te vernietigen. Was dit nu heidensche of een christelijke bar- baarschheid De gevolgen van deze volksmisdaad doen zich nog steeds gevoelenwij hebben er meermalen op gewezen in onze artikelen „De Nederlandsche Politiek jegens Vlaan deren, en daar ook gegeven een mid del tot herstel en wel een middel dat goed is en tegelijk de gevoeligheden ontziet. De gevolgen van deze poli tiek hebben hun stempel gedrukt, een stempel van verachtering, op het volks karakter en op de volkswelvaart van Vlaanderen, Zeeuwsch-Vlaanderen en Zeeland. Streven van de dwaal leeraars. Dat is, zie blz. 82 Voorrede CeriBthiers werk Lipman om een te winnen van slaaf- s c h e volgelingen, van wie zij on voorwaardelijk geloof eischen Daar entegen is het karakter van de ware vrijheid, zie aldaar blz. 83 de ge willige, redelijke gehoorzaamheid jege«8 het verstandige door God verordende gezag. "Wij paseen toe. Men weet, dat wij vierkant staan tegen het verpolitieken in onzen Roomsch-Katholleken godsdienst, om dat wij dit verpolitieken achten als eene ketterij, die aanrandt het we zen zelf van onzen godsdienst, en omdat dit verpolitieken in strijd is met de leer van Leo XIII, met de leuze van Pms X, en met de har monie door God geschapen in het bestuur en in het leven der maat schappij. En nu vragen wij Is het niet waar, dat dwang ie en dat tot dwang moet worden teruggebracht het geheele optreden van de Kat holieke politiekers in en buiten het Heiligdom, zoowel hier ale in Vlaan- derei En beantwoordt deze dwang niet volkomen aan wat op gemeld blz. 82 te lezen is Welnu dan volgt hier uit, dat onze politieke vromen zijn dwaal- leeraar8, en dat hunne, het geheele Katholieke volkskarakter en volke leven van hier en van Vlaanderen beheerschende, broodroofpolitiek, is dwaalleer. Het geval van abbé Lemire. In het diocees Rijssel is eene kwestie tusschen bisschop en abbé Lemire, Kamerafgevaardigde voor Hazebroeck, en waarin de bisschop verlangt van Lemire, dat hij geen candidatuur meer zal aanvaarden, en van zijn blad, dat dit hem niet meer zal steunen. Wij hebben gelezen alle stukken over de zaak, en het treft ons, dat de bisschop spreekt, dat de Kerk is ge heel gevestigd op het gezag, en de zaak is, dat er in die zaak geen gehoorzaamheid is aan het gezag. Het komt ons voor dat de bisschop dwaalt door niet voldoende te on derscheiden. Zeer zeker is het waar, dat het ge zag in de Kerk rust op het woord van haar Stichter, evenals het gezag in de maatschappij rust op den wil des volks, en beider gezag rust op den Schepper van alles, op God. Maar het doel van het gezag is o m te dienen: het kerkelijk gezag om de menschen te leiden naar God voor het eeuwige leven, en het burgerlijk gezag om de menschen te leiden tot het wederkeerig inachtnemen van de so ciale rechten en plichten. En de om vang van elk gezag bepaalt zich tot het zijn van wettig gezag in wet tige verlangens. Als het gezag beslist, moet het dus niet op de eerste plaats verklaren i k ben het ge2ag, en g ij moet ge hoorzamen, maar moet het op de eerste plaats verklaren e i s c h t mijn plicht van dienen de bepaalde maatregel. En, naar onze gedachte eischte de juiste taktiek de maatregel niet. DniKfoutei!. In het artikelGeloolsalval onder lei ding der geestelijkheid, komen onder meer voor de volgende zinstorende fouten." Kolom 1 regel 10 staat „en" aanha lingen, moet zijn „de". Kolom 3 regel v. o. staat„gebou wen" uit de harten, moet zijn „geban nen." Kolom 4 staat uit winzucht err uit gierigheid", moet zijn uit winzuchten uit eergierigheid. Het Vrije Woord voor Abonnés. o Winternacht. De klok uit den hoogen toren, Doet door den klaren nacht Haar twaalf doffe slagen hooren Bim..,bom.. bam., bim.. bom., bam.. 'r Klinken and're klokkeslagen, Dichtbij en ver in 't rond Die gevleugeld 't lied meedragen „'t Is heden middernacht Ik zie mijn venster uit en blik op 't veld. En wat een lief taf'reel treft nu mijn oog: De blanke sneeuw, gedaald van 's- hemels boog. Heeft heel natuur in 't statig wit ge huld. De dennen staan in 't grijzig wit Zoo plechtig op een rij, Zij buigen diep hun takken neer En wenden zich terzij. 't Is of die dennen priesters zijn, Gekleed in 't rei ïste wit, Zij breiden zeeg'nend d'armen uit, Nu 't al om zegen bidt Het vlierhout en de rozenstruik Staan in hun b!a*k gewaad Als luist'rend naar der dennen taal, Zacht ruischend op de maat... De sterren glor:u aan 't azuur Met majestueuze pracht, Verhoogen 't plechtig oogenblik En 't schoon, deez' winternacht. En vol en statig glijdt de maan Hel blinkend, langs den trans, Kroont door haar licht het landschap Met kristallijnen glans, doorH. DEN ENGELSMAN. Segeerss. V. 77. Middelburg. o— Biervliet Jan 1914 Mijnheer de Redacteur Wil onderstaande in Uw blad plaat sen de Volkswil. Nu ze in Hoofplaat zoo flink schoonmaken kan Biervliet ook wel eens onderhanden genomen worden. Daar is de toestand ook niet rooskleurig evenmin als in Hoofdplaat. Gekke menschen mogen daar vrij rond loopen. Voor 2 jaar zat een vrouw in een ellendigen toestand toen haar man van het staatslogement thuis kwam r'maar dat gaf niets, die vrouw was links en rechts opgemaakt om dat zoo te doen, dus de man was weg, ze hadden hun doel bereikt. Wie in Biervliet niet meedoet in al der heeren hunne rechtvaardige zaken, moet er uit. Wie de schoen past trekt hem aan. Een burger van Biervliet. o— Biervliet Jan. 1914. Mijnheer de Redacteur Wil onderstaande in Uw Blad de Volkswil plaatsen. Als je in Middelburg komt zeggen ze, kom je van Biervliet, ja ik zie het, naar de Rechtbank zekvr natuurlijk, en waarom als in Biervliet alles ging zooals het moet wezen stjr.J R cat- bank en Kantongerecht niet stil daar gebeurt zooveel, dat geen daglicht mag zien, dat het vervolgingen moest we melen. De drankwet is niet in orde en waarom als je in zekere drankwin kel drank haalt heb je geen last van politie zegt het publiek van Biervliet. Dan als je het geluk of het ongeluk hebt dat je een nieuwe wereldburger moet laten boeken, wie boekt hem, de veldwachter. Als je Biervliet kerklas- ten moet betalen, de veldwachter haalt het geld op. Is die man ontvanger Een burger van Biervliet. o— Biervliet Jan. 1914. Mijnheer de Redacteur Wil onderstaande plaatsen in het Vrije Woord Als je in Hoofdplaat komt, zegt ieder wat een mooi gedeelte huizen als je aan de molen komt en die zijn ook mooi. Als je tenminste in de oesterput komt zou je niet zeggen dat er een woningwet is. En toch zijn die men schen nog tevreden in hun krotten en betalen nog met ijver hun lasten aan rijk en gemeente. Maar over het nieuwe gedeelte, die menschen hebben daar een mooi klinkerpad en de post komt er 's morgens eerst van al. Dat zijn nu nog eens bevoorrechte men schen. Het zou me recht benieuwen als de Burgemeester of Wethouder daar woonde, niet de post wat vroe- zou komen, en of er niet een bestraate zomerweg zou wezen, het is te hopen en te wenschen dat daar eens flinke maatregels genomen worden om die toestand daar eens te verbeteren. Je zou het wel ontzien om een van die woningen te bezoeken, het past niet erg bij het nieuwe stadhuis met die gouden letters. Mijn dank voor de plaatsing. Een bewoner van dit nieuwe gedeelte van Hoofdplaat. o Biervliet, Januari 1914. Mijnheer de Redacteur Plaatst onderstaande s. v. p. in het Vrije Woord. Met genoegen las ik het ingezonden woord in Uw blad van 17 Januari over die vergaderingen van Bieten- bonden, Varkensvereenigingen enz. Nu is de boete afgeschaft in de Maat schappij uit Voorzorg, en waarom kan nu ieder thuis blijven als hij wil Boetestelsel is afgeschaft, prachtig. Eindelijk komt er geen mensch meer, dan kan het bestunr doen wat het wil. Waarom worden die herbergiers altijd voorbij geloopen die alle leden kunnen bergen Die man is zeker te min of is hij te sociaal, omdat hij menschen naar een ander werelddeel helpt Waarom niet als één man opgekomen op die vergadering en gezegdhet boetestelsel blijft gehandhaafd en onze vergadering in lokalen gehouden die alle leden kan bergen en plaatsen. We willen hopen en berusten in het lot dat nu beslist is, maar hopen ook dat de volgende jaarvergadering zal gehouden worden bij D. P. Leebers, café restaurant, en die man is ook lid en moet ook de lasten en lusten hel pen betalen van Biervliet. Mijn dank voor de plaatsing teeken ik mij een lid van de Maat schappij uit Voorzorg. —o— Bióscoop-g'enoeg'ens. Mijnheer de Redacteur! Ben gisteravond naar de bioscoop geweest, op vertoon van mijn pers kaart had ik vrijen toegang, want er geld voor uitgeven zou ik niet doen, heb ik eenige dubbeltjes te veel dan zijn er nog genoeg menschen die het beter kunnen gebruiken dan deze uit vinding, die, (als wij het goed beschou wen) het geld op een groote hoop brengt. Er werd een zeer leuke film ver toond, een z.g. economische. De film begint met het mishandelen der dienst bode. Mijnheer en mevrouw geven haar eenige klappen om de ooren en zoon lief maakt de deur open en geeft haar een trap op het lichaamsdeel wat men het liefst niet noemt, zoo stuurt men de dienstbode uit winkelen. Tijdens haar afwezigheid wordt er een brief gebracht voor deze dienst bode, meldende dat zij in de geldlo terij een prijs gewonnen heeft van 20,000 pond sterling. Deze brief wordt door mevrouw en mijnheer gelezen. Zij nemen het besluit om zoonlief met de dienstbode te laten trouwen. Het spreekt van zelf dat de dienstbode bij haar terugkeer allerliefst ontvangen wordt, de rollen worden gekeerd, en nu zal mevrouw zelf de dienstbode bedienen, terwijl mijnheer haar een fijne flesch wijn inschenkt. In haar dronkenschap smijt zij alles kapot, maar daar lachen haar meesters om, want voor 20,000 pond kan je heel wat borden en glazen breken. Nu gaat zoonlief haar het hof maken, en de van niets wetende dienstbode heeft er wel ooren naar. Papa speelt zelfs op de piano, en zoonlief danst met haar door de kamer, terwijl mama haar kinderen den zegen geeft. Er wordt gebeld, mama gaat zelf opendoen en ontvangt een 2e brief voor de dienstbode waarin vermeld wordt, dat er een vergissing heeft plaats gehad, en de prijs niet op No. 1109 maar op No. 1103 is gevallen. Nu ver andert het tooneel, de dienstbode wordt nu voorgoed de deur uitgewor pen en wel op zoodanige wijze, dat het publiek zit te schudden van het lachen, maar wie er niet lacht is schrijd ver dezes, weet u waarom waarde lezer Ik zal het u zeggen ik dacht aan Zeeuwsch-Vlaanderen, die mijn heer en mevrouw met zoonlief dat is de Hulstersche kliek en die dienst bode, ja wie is dat Kent ge u zelf daar niet in, gij verdrukte uitgezogen arbeider in Zeeland en in Vlaanderen Inderdaad zoo gaat het „Het geld wat stom is, maakt recht wat krom is. B. DE GRAEF, Kapelmeester bij het korps Barisan Bangkahn-Madoera. —o Mijnheer de Redacteur! Men kan tegenwoordig geen cou rant in de vingers nemen of er staat een artikel in over den ritueelen moord te Kief, hoeveel pennen heeft dat nu wel in beweging gebracht Wie er echter wel het mooiste mee tegen de lamp geioopen is, is het zeeverblad, die heeft tenminsten er over gezeeverd, en al had een der pausen nu ook het tegendeel beweerd neen zei de kabaairedacteur. Zelandia is een zeeverblad en zeevert door. Wel jawaarom ook niet op eenige wa gonladingen leugens komt het er bij dat ding niet op aan. Maar met al dat gescherm van ge leerdheid en veelweterij heeft dat prulding zich zelf toch een klap toe gebracht die het niet gauw te boven zal komen, want de lezers die het nu kennen van zijn lichtzijde, zijn toch aartsdom om zoo maar te gelooven wat de kabaairedacteur hun voor- zeevert. Als er ooit licht op zal gaan, dan zal het wel zijn door den eigen wijzen rechtsverdraaiende zeeveraar of kabaairedacteur. Wij hebben nu de Kath. pers goed leeren kennen, dat durft zich „fijne beschuit" noemen, en beweert ge woonweg dat de pauselijke bullen vervalscht zijn, wanneer de inhoud hen niet bevalt. Ik weet een betere naam voor deze: „vrijzinnigen of eigenwij zen" dat is de ware naam, want Kath. dat zijn ze maar in naam. Wat zullen wij rare dingen beleven in den oordeels dag. Ik zie de Kath. vlag al uit de handen van den kabaairedacteur weg gerukt. O, dat zelfbedrog, zeeveertje, zeevert je rwat zul je raar kijken op dien dag Men zegt niet ten onrechte „het papier is geduldig" en dat schijnt de zeeverbazuin ook te weten. Maar in allen ernst, is het nu niet jammer van al dat papier, het clossetpapier is toch zoo duur niet, moet je daar nu juist een abbonne- ment op de zeeveraar voor nemen M e p h i s t o. —o Mijnheer de Redacteur E^n paar mokerslagen voorkomende onder Kleine berichten, in uw blad no 228 van de vorige week, als zou Multatuli zijn geweest een mensch zedeloos, leugenachtig en bedriegelijk. Ik vind zelfs om verschillende reden, ook voor ons, dit te belangrijk om ongemerkt te laten voorbij gaan en niet te vragen, waatom, én waar zijn de bewijzen Dat moet voor ons toch de leus zijn. Als wij eens even terug denken aan het ambtsrapport dat daar iemand naar werd gestraft waar wij van overtuigd menen te zijn dat hij was onschuldig. De oorzaak daarvan werd niet gevraagd, waarom beschuldigde was een volksopruier en beslist te kwader trouw. Deze paar mokerslagen uit dat R. P. schenen genoeg. Ernstig en onpartijdig dient zich de vraag te stellen, waarom, waar zijn uwe bewijzen, en dan, het ge beurt veelal, dat het niets anders is dan verschil van meening omtrent den persoon of de zaak, iets wat in strijd is met het gezegde laten wij elkander wat waardeeren. Ik hoop dat M. R. ons voldoende zal inlichten, omtrent het bericht Multatuli betreffende. Mijn dank voor de plaatsing. P. Kremers, oud Polderjongen. St. Jansteen 20 Jan. 1914. Antwoord van de Redactie. Slechts zeer in het kort enkele pun ten 1. In een brief van Multatuli wees hij af het pensioen van f 70 per maand, dat hem uit naam van vrijdenkers was aangeboden als te weinig loon voor zijn doelbewust werk God te onttroonen uit de harten. 2. Zijn Havelaar is samengeflanst uit verzinsels. 3- De bijzitten van Multatuli heb ben door hare brieven weggekrabbeld het verguldsel van zijn leven. 4. Zijn eigen zoon moest zijn moe der ontrekken aan de vernederende verhouding, dal Multatuli in de echte lijke woning drie en meer bijvrouwen op na hield.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 2