dl 1( Parabel. ■ra 1 mi ra mintimi mms, Coronium beschouwde men als de i stof, waaruit de corona van de zon j bestaat. De corona kan worden waar- genomen bij totale zonsverduisterin gen. Hetzelfde donkere lijntje, dat zich in het spektrum van de corona be vindt, werd eenige jaren geleden bij een uitbarsting van de Vesuvius ge zien. Bij de zonsverduistering op 17 April 1912 bleek zich dit gas ook in de zonneatmosfeer te bevinden. Men- delejeff wees voor 40 jaar reeds op het bestaan van een gas, veel lichter dan waterstof. Later bleek, dat hij coronium bedoelde. Dr. K. Wegener, een beroemd jDuitsch natuurkundige heeft een studie gemaakt van het spek trum van het Noorderlicht en de val lende sterren, en wijst er op, dat het coronium op een hoogte van 70 K.M. boven de oppervlakte der aarde een belangrijk deel van de atmosfeer vormt. 200 K.M. boven den zeespiegel bestaat de atmosfeer alleen uit coronium en waterstof, terwijl op een hoogte van 400—500 K.M. het coronium de alleen heerschappij heeft. Hieruit valt te con- cludeeren, dat de ruimte tusschen de planeten en de vaste sterren ook hoofdzakelijk door coronium wordt ingenomen. Volgens Wegener lost deze theorie eindelijk het raadsel van de wereldaether op het coronium geleidt het zonlicht door het wereldruim naar de aarde. Waartchijnlijk bevindt dit gas zich ook in de onderste lagen van de atmosfeer, maar in zoo'n kleine hoeveelheid, dat het door de schei kundigen totnogtoe niet kon worden waargenomen. Voor het publiek. Niemand is profeet in zijn land. Jezus. 'n Zaaier ging uit om te zaaien... Dat hebt ge ons reeds verteld... Juist.... 't Is van den man, die zijn hoogsten wellust vond in 't rond- werpen, om ende om, van heel veel goeds... van hem, die niet wachtte op den tijd van den oogst... omdat het zaaien in zijn bestemming lag... niet het oogsten. Dat was anderen wegge legd. En de scharen, moedwillig en lief deloos dom gehouden door die belang hadden in veel blindmakende dom heid om 't gemak van regeeren... za gen den onvermoeibaren zaaier na... en glimlachten, niet begrijpend, noch zijn gebaar, noch zijn vreugd, stralend in zijn oogen, noch zijn hoog genot, wellustig beroerend zijn van offer dronken ziel... Hij, zaaiend, zag en hoopte... Zouden ze komen en neerzitten om hem... en mocht hij ook ze spijzigen... .met wat den blik beklaart, het hart verheft, de ziel beroert 't Is voor u, dacht hij, die mijn volk zijt... en zijn ziel noodigde uit... tot groote heerlijkheid... Op zekeren dag kwamen de Saddu- ceërs tot hem. Deze waren, die het allerminst te zeggen hadden in de regeeringszaken en daarom het hard ste riepen, om den licht meegetroon- den scharen te doen gelooven, dat zij veel werks leverden voor 't algemeen Hij zat daar, zag -naar het terras en volgde den loop zijner gedachten. „Hier is 't weer een lief plekje voor een "rendez-vous!M dacht Gaston Be- noir. ,,'t Is hier zoo stil als een graf en zoo verlaten als een woestijn. Hier zou iemand vermoord kunnen worden, zonder dat een derde zijn hulpge schreeuw vernam. Ik zou wel eens willen weten of Mevr. Arthur Suther land hier van tijd tot tijd op het terras komt wandelenAls dat het geval mocht zijn, zou ik hier zeer geschikt ongezien kunnen zitten om haar te lee- ren kennen. Ja, ik moet haar zien. De bleeke blonde dame van hedenmorgen wilde mij niet gelooven, toen ik ver klaarde haar niet te kennen. Zou zij misschien eenige gelijkenis ontdekt hebben Hier viel hij zich zelf in de rede met de opmerking, dat hij wel een sigaar kon opsteken. Hij voegde de daad bij het woord, stak een sigaar op en dren telde naar buiten tot hij weder in de nabijheid van den beleefden tuinman kwam, die, toen hij den vreemdeling zag, even zijn werk staakte, met de voet op zijn schop steunde en op de volgende wijze een praatje aanknoopte „Welnu, Sir, hoe bevalt u Maple- wood ,,'t Is een overheerlijke plaats, vriend, ik had niet gedacht in deze streken iets zoo verrukkelijks te vinden." „O, Sir, ge vindt in de nabuurschap oo riets dergelijks. De Sutherlands zij i dan ook de oudste en rijkste fa mine van de Vereenigde Staten 1" „Waarlijk? Ik heb gehoord," ver welzijn, en zij spraken Waarom meer waarheid, schenk brood. De mensch leeft niet van brood alleen, en hij zaaide. Waarom meer liefde, geef rechten. Waar liefde heerscht, is recht onding, zei hij en zaaide. Waarom meer schoonheid, bouw woningen. Opdat de mensch niet ten on derga door veel leelijks, zei hij en zaaide. En omdat hij geen der hunnen was... noch kon zijn... keerden ze hem den rug en riepen zeer luid, al naar hun gewoonte Hij is dwaas! opdat de scha ren het gelooven mochten. En vele geloofden. Toen kwamen de Pharizeërs tot hem. Deze hadden wat meer te zeg gen in de regeeringszaken en wau welden bizonder preutsch over allerlei dingen, om te doen gelooven, dat zij alles moesten te zeggen hebben... Zij spraken Meer waarheid... Goed... Juist als wij 1 Kom bij ons. Neen, zei hij, want met woorden van meer vrijheid op de lippen, verbant ge wie niet denken als gij- en hij zaaide. Meer liefde... Heel goed... juist als wijKom tot ons. Toon mij uw werken, zei hij... Neen, geen woorden... daden. Maar ze konden niet... en hij, niet lettend op hun roode schaamte, zaaide, Meer schoonheid.., Prachtig Ons ideaalKom tot ons Toen glimlachte hij medelijdend om hun armoede, wees, verdrietig, op wat arme standbeelden... op nog ar mer kunstenaarsleven... op 't verval van schoonheid alom... op hun leven... 'n ellendige jacht op fortuin om genot- om genot alleen. Even hield hij met zaaien op en schreef met den vinger in 't zand van den wegWee. Maar zij, 't tuitrappelend.loechen om hem. Geleerd-preutsch en burgerlijk- zeker vertelden ze, dat de zaaier gek was. En velen geloofden... of zonder ge loof, deden of ze geloofden omdat Joshua-ben-Nathan beweerde dat het zoo was... Toen kwamen ook de Heriodanen tot hem. Deze regeerden het land, niet omdat ze meer kennis van regeeren hadden, wat de eenige goede reden van hun aanstelling zijn kon ea van hun verkiezen boven Sadduceërs of Pharizeërs, maar omdat ze waren- of beweerden te zijn... of 't mogelijke gedaan hadden om te schijnen, het grootste aantal in het land... en ze vroegen Wie gaf u toelating om te zaaien waar 't u belieft Alle macht groeit uit zich-zelf, zei hij en zaaide. Wij zijn de meesters... ons is de macht... Het geweld, ja... de macht, neen. Wij heerschen over de geesten... Dan zondigt ge tegen den Geest, zei hij... En 'n wetboek nemend, wist volgde Mr. Benoir met veel deelneming in zijn stem, „dat Mevr. Sutherland ongesteld is geworden bij 't koncert. Ze is toch nu weder beter, wil ik hopen." „Hersteld is zij nog niet, Sir, maar zij staat toch weer op, hoor ik, en morgen zal zij ook eene kleine wan deling doen. Als zij gezond is wan delt zij het liefst hier in 't Park." „'k Wil 't gaarne gelooven't Is hier overal even schoon, maar het zou mij toch niets verwonderen, als de jonge mevrouw hier haar lievelings plekjes had „Die heeft zij ook, SirAis Mevr. Sutherland wel is, vertoeft zij dage lijks eenigen tijd op het terras van waar men 't ruime uitzicht heeft op de zee en bij lichte maan wandelt zij daar dikwijls met haren echtgenoot op en neer. 't Is daar wel stil en eenzaam, doch dat schijnt juist iets te zijn, wat in haar smaak valt." „Ja, de smaken zijn verschillend," meende Mr. Benoir. „Apropos, ik denk dat ik mij een geruimen tijd te Saint- Marys zal ophouden. Mr. Sutherland zal het zeker niet kwalijk nemen, als ik gedurende dien tijd dikwijls het park kom bezoeken „Waarom zou hij dat zeide de tuinman, die door het aangename ui terlijk en de welwillende wijze van spreken, geheel door den vreemdeling was ingepakt. „Mr. Sutherland heelt nog nooit aan iemand den toegang verboden en aan u zou hij dit gewis niet doen. Als de vreemden maar geen bloemen afplukken, mogen zij hier hijLeest... Wat zegt de wet En zij zegden Het geweten is vrij... Niemand kan er om geplaagd, vervolgd, mishandeld- maar dat hebben onze vaderen ge schreven... niet wij. Huichelaars, zei hij, die plechtig zwoert de wet van den lande te hand haven... Wat hebt ge er van gemaakt? 'n Ding van dwang in 't vrije land der vaderen... Weg, want ge zijt als de graven, schoon van buiten, door uw woorden, maar vol verderf van binnen, door uwe geheime daden. O 't is moeilijk rechtveerdig te zijn wie regeert... En hij zaaide opdat meer waarheid, meer liefde, meer schoonheid zou groeien in den lande, ook bij die regeerden. En de Herodianen, met al de macht, die ze hadden, overal waar ze kon den, en de plaatsen waren zonder tal, deden verkondigen, dat hij dwaas was... meer dan dwaas... gevaarlijk en zij verplichtten zijn gezelschap te schuwen... in 'n land, waar de wet geen verbanning meer erkent. En weerom, velen geloofden. En daar hij voortging met zaaien, 't hem verbieden dierven ze niet, uit vrees voor de Sadduceërs, die zoo hard konden roepen,., en voor de Pharize ërs, die zoo geleerd spraken... van gekrenkte rechten— zochten ze 'n schandaaltje. Wel ergens zou zoo'n mensch zich niet schikken, als saaië burgerlui... zich beweert te schikken. En wanneer 't schandaaltje de ronde deed, dan riepen luid de Sadduceërs en betoogden de Pharizeërs kiesch- heidshalve den neus optrekkend 't Is ellendig en laag van de Herodianen Maar onder malkaar spraken ze toch met leedvermaak over den zaaier, die den dwang van wetjes niet noo- dig hebbend om goed te zijn, leefde alsof die dingen niet bestonden... Hij die opkwam voor meer schoonheid, voor meer liefde... voor meer waar heid stak zoo hoog boven al het kleine uit.., Wat. geluk, zeiden ze, dat wij niet zijn als hij 1 En 'n glimlach van zelfvoldoening was om hun mond... 'n lach van simpele, zondelooze te vredenheid. Hij zaaide. Dat is die slechte kerel, die... (en 't vergroot schandaaltje... het monsterachtig groot geworden schan daal zweepte op al boven de hoof den... zeiden de scharen, dom gehou den om het gemak van regeeren... en ze namen steenen op... ook zij, die niet wisten of hij iets misdeed... En laffelijk zwegen die beter wis ten... Niemand, zelfs niet van die heel goed wisten... en die door de natie betaald waren om te weten... staken beschermd 'n hand uit. Meer waarheid, riep hij, op den berg, even buiten de stad, en men wierp steenen. Meer liefde, kermde hij, en men wierp vuil. Meer schoonheid, gilde hij, en men pletterde hem onder zware stee nen en vieselijk-ruikend vuil. En wanneer hij dood was, ver- zooveel wandelen, als zij zelf ver kiezen." „Dat vind ik heel beleefd van mr. Sutherland en van u. Vaarwel goede vriendMorgen kom ik hier weder eens den tijd verdrijven." Gaston Benoir was dien geheelen dag zichtbaar verstrooid. De blauw- oogige Sophie wist maar niet wat hem hinderde en vond het al zeer weinig beleefd, dat hij zich om haar in 't minst niet bekommerde. Hij vermeed het gezelschap der overige zangers, slenteide alleen door den moestuin, rookte een ontelbaar getal sigaren en sprak aanhoudend in zich zelf. Het koncert'liep dien avond schit terend af. Mr. Gaston Benoir verrukte het publiek met zijn heerlijk gezang, maar van de Sutherlands was niemand aanwezig. Zooveel bijval hadden de minstreels ingeoogst, dat zij den vol genden dag met reuzen-letters lieten aanplakken, dat zij op „algemeen ver langen" nog vier voorstellingen te Saint-Marys zouden geven. Dadelijk na het ontbijt begaf mr. Benoir zich opnieuw naar Maplewood, den eenen zak gevuld met sigaren, want hij was een hartstochtelijk rooker, en in den anderen zaak een roman, dien miss Sophie hem bereidwillig had geleend. Hij kwam aan het oude tuinhuis zonder iemand ontmoet te hebben, nr.m plaats bij de wankelende tafel, las, rookteen lag op de loer, maar al zijn spionneeren was vergeefs. Wel ging er een tuinmansjongen en een dienstbode over het terras, maar moord door wie dan spraken Sadduceërs, Pharizeërs en Herodianen over hem. Hij was 'n groot dichter... Al de hoofden knikten eenpariglijk... en de Septuaginta deed zijn beeld gieten in brons* Het zou zijn eere plaats krijgen op 'n plein van de stad. opdat het nageslacht weten zou, ten eeuwige dage... hoe -het volk zijn in leven zijnde profeten behandeld. Juist! G. J. Rodeschuyt. Overgenomen uit Carolus Weekbld. van de Vlamingen, te Antwerpen. UilUUUil GEVESTIGD TE AMSTERDAM. Aftlcoling Schriftelijke Cursussen, onder leiding van D r. P. Brand sen, Ieeraar aan de Handelsschool te Amsterdam M r. W. van D e 1 d e n, procuratie-houder eener Bankinstelling, te AmsterdamD r. F. H. Fischer; Dr. A. A. Fokker, privaat-docent aan de Universiteit en Ieeraar aan de Han delsschool te Amsterdam; W. C. de Graaff, lector aan de Univer siteit te LeidenD r. J. M. Hoogvliet, privaat-docent aan de Universiteit te UtrechtDr. Dan. de Lange, privaat-docent aan de Universiteit te Groningen D r. H. A. N a b e r, Ieeraar aan de H. B. S. 5 j. c. te Hoorn M r. C h. T h o r s, advocaat en procureur te Amsterdam, en andere bevoegde docenten. Wij organiseeren de volgende schriftelijke curssenNederlandsche Handelscorrespondentie Fransch (voor beginners), Fransch (voor eenigszins gevorderden). Fransch (voor meergevorderden), Fransch voor de acte L. O.), Fransche Handelscorrespondentie (voor beginners),FranscheHandelscorresponden- tie (voor meergevorderden examen-cursus)Duitsch (voor beginners,) Duitsch (voor eenigszins gevorderden), Duitsch (voor meergevorderden), Duitsch (voor de acte L. O.), Duitsche Handelscorrespondentie (voor be ginners), Duitsche Handelscorrespondentie (voor meergevorderden exa men-cursus) Engelsch(voor beginners), Engelsch voor eenigszins gevor derden), Engelsch (voor meergevorderden), Engelsch (voor de acte L. O), Engelsche Handelscorrespondentie (voor beginners), Engelsche Handelscorrespondentie (voor meergevorderdenexamen-cursus) Boekhouden (voor menschen uit de praktijk), Boekhouden (voor eenigszins gevorderden examen-cursus), Boekhouden (voor acte M.O. K 12); De Techniek der Administratie; WarenkennisHandelskennis; HandelsrechtHandelsaardrijkskunde De Techniek der Bedrijfsreclame Stenografie (systeem Groote)MachineschrijvenAlgemeene Littera tuurgeschiedenis Italiaansch (voor beginners), ltaliaansch (voor meer gevorderden) Spaansch Deensch-Noordsch Zweecfsch Russisch Maleisch Latijn Esperanto Natuurkunde (voor meergevorderden) Scheikunde (voor beginners); Dierkunde en PhysiologieWeer- en SterrekundeWiskunde (voor beginners)Wiskunde (examen-cursus voor de acte L.O.)Psychologie Algemeene OntwikkelingSchrijven zonder Fouten Een goede Stijl. Een cursus duurt minstens 3 maanden, hoogstens U/2 iaar- Het lesgeld is in het algemeen f5.— per kwartaal. Er bestaat persoonlijk contact tusschen docent en cursist. Wekelijks wordt den cursist een les toegezonden. Iedere les bevat de stof voor de week. De opgaven, enz. worden beantwoord en uit gewerkt in de eerstvolgende les: hiermee hebben de leerlingen dus hun werk te vergelijken. De leerlingen hebben het recht van vragen stellen. Is dit een absolute noodzakelijkheid, dan wordt het werk per soonlijk door den docent gecorrigeerd. Velen hebben "onze cursussen reeds met succes gevolgd, en hebben aan onze schriftelijke cursussen een mooie positie te danken gehad. ieder, die zich voor onze schriftelijke cursussen interesseert, vrage dadelijk ons gratis-prospectus aan, hetwelk alle verdere inlichtingen bevat. De Administratie van het Bureau is gevestigdSingel 276, Amsterdam. Telefoonnummers: Noord 10789, 10148. Afgescheiden van deze cursussen wordt door ons een schriftelijke cursus gepubliceerd, die bestemd is voor vrouwen, die, zonder Fröbel onderwijzeres te zijn, onze kleintjes moeten bezighouden. De cursus is dus niet voor kinderen bestemd, maar voor jonge moeders en onder wijzeressen. Joh. GöbelJr., Directeur. noch de heer des huizes, noch mevr. Sutherland vertoonden zich. Toen zijn horloge op drie uur stond, herinnerde zich mr. Benoir, dat dit het uur van dineeren was in 't hotel Weldon en gevoelde hij 't ook aanzijn maag. Zoo ging hij heen, gelijk hij gekomen was. De negerzangers bleven de geheele week te Saint-Marys en dagelijks trok mr. Benoir naar het tuinhuisje. Bij een van die gelegenheden kreeg hij voor een oogenblik op het terras mr. Sutherland te zien, wien hij, naar de gedane beschrijving, onmiddellijk her kende. „Een trotsch man 1" dacht de min streel, toen hij de fiere gestalte waar nam. „Een trotsch man, die duizend maal liever den dood voor de schande kiest! Ja, ge zijt een schoon man en een voornaam heer gij Arthur Suther land, doch dat alles verhindert niet, dat er eenmaal een tijd zal aanbreken, waarin ik u den voet op den nek zet Het zonderlinge gedrag van Gaston Benoir bevreemdde niet|weinig den ove rigen negerzangers. Hij, de uitgelaten, vroolijke jongen, de ziel van 't gezel schap, de toongever bij de losbandige vermaken, was plotseling veranderd in een stil, nadenkend en ernstig man. Ook zijne veelvuldige afwezigheid bleef niet onopgemerkt. Men was reeds tot de zekerheid gekomen, dat hij dage lijks naar Maplewood trok, doch wat hij daar ging uitvoeren, wist niemand. Hij zou toch niet dadelijk, op het eerste gezicht, zijn verliefd geraakt op de bleeke Lucy Sutherland Dat was niet denkelijk, want hoeveel hij in alle andere opzichten veranderd was, bleef hij toch miss Sophie Weldon openlijk het hof maken. Het schoone van de plaats had voorzeker aantrekkelijkheid genoeg, doch als men 't park twee of driemaal had omgewandeld, kende men 't van buiten. De minstreelen begrepen er niets van en de blauw- oogige Sophie evenmin. Wel vond Gaston Benoir, ofschoon hij veel uithuizig was, nog altijd de gelegenheid om de bevallige Sophie, die zeker een grooten indruk op hem had gemaakt, allerlei liefs te zeggen, maar te midden van zijn vleitaal ver zonk hij somtijds in een ernstig na denken, waarbij hij de tegenwoordig heid van 't goede meisje geheel scheen vergeten te zijn. Zijn schoon gelaat werd dan zoo somber en on heilspellend, dat het meisje angstig van hem wegsloop, hem een poosje nieuwsgierig van ter zijde opnam, om daarna onopgemerkt uit de kamer te verdwijnen. Nog voordat de week verstreken was, had het kunstminnende publiek van Saint-Marys, ieeds genoeg van de voorstellingen der neger-zangers en deze kwamen tot het besluit om des Maandags te vertrekken. Voordat dit echter plaats had, verraste hun Mr. Caston Benoir, de meest geliefde zan ger van 't gezelschap, met de mede- deeling, dat hij onherroepelijk besloten had, om zijn afscheid te nemen en om voortaan te blijven waar hij op 't oo genblik was. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1914 | | pagina 6